Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 oktober 2015, nr. 2015-0000611752, tot wijziging van de regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 9 juli 2015, nr. 2015-0000387198, tot vaststelling van de wijze waarop kengetallen worden vastgesteld en opgenomen in de begroting en het jaarverslag van provincies en gemeenten (Stcrt. 2015, 20619)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 11, derde lid, van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten;

Besluit:

ARTIKEL I

De bijlagen 1 en 2 van de regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 9 juli 2015, nr. 2015-0000387198, tot vaststelling van de wijze waarop kengetallen worden vastgesteld en opgenomen in de begroting en het jaarverslag van provincies en gemeenten (Stcrt. 2015, 20619) worden vervangen door de bijlagen 1 en 2 als opgenomen bij deze regeling.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

BIJLAGE 1 BEHORENDE BIJ ARTIKEL I VAN DE REGELING VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES VAN 26 OKTOBER 2015, NR. 2015-0000611752, TOT WIJZIGING VAN DE REGELING VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES VAN 9 JULI 2015, NR. 2015-0000387198, TOT VASTSTELLING VAN DE WIJZE WAAROP KENGETALLEN WORDEN VASTGESTELD EN OPGENOMEN IN DE BEGROTING EN HET JAARVERSLAG VAN PROVINCIES EN GEMEENTEN (STCRT. 2015, 20619)

Bijlage 1 behorende bij artikel 1, onderdeel a, van de regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 9 juli 2015, nr. 2015-0000387198, tot vaststelling van de wijze waarop kengetallen worden vastgesteld en opgenomen in de begroting en het jaarverslag van provincies en gemeenten

Tabel 1. Het kengetal netto schuldquote en het kengetal netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen worden vastgesteld als volgt:

 

Vaststelling kengetal netto schuldquote en netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen in %

: (A+B+C-D-E-F-G)/H x 100%

 

Voor de begroting:

Voor het jaarverslag:

A

Een raming van het totaal van de vaste schulden.

Het totaal van de vaste schulden, genoemd in artikel 46 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.

B

Een raming van het totaal van de netto vlottende schulden.

Het totaal saldo van de netto-vlottende schulden, genoemd in artikel 48 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.

C

Een raming van het totaal van de overlopende passiva.

Het totaal saldo van alle overlopende passiva, genoemd in artikel 49 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.

D

Voor de netto schuldquote: Een raming van het totaal van de volgende financiële vaste activa: uitzettingen in ’s Rijks schatkist met een rentetypische looptijd van één jaar of langer; uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier met een rentetypische looptijd van één jaar of langer;overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer en bijdragen aan activa in eigendom van derden.

Voor de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen:

Een raming van het totaal van alle financiële activa met uitzondering van de kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen, gemeenschappelijke regelingen en de overige verbonden partijen.

Voor de netto schuldquote

Het totaal saldo van de financiële vaste activa, genoemd in artikel 36, onderdelen d, e, f en g, van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.

Voor netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen:

Het totaal saldo van de financiële vaste activa, bedoeld in artikel 36, onderdelen b, c, d, e, f en g, van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.

E

Een raming van het totaal de uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar.

Het totaal saldo van alle uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar, genoemd in artikel 39 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.

F

Een raming van het totaal van alle liquide middelen.

Het totaal saldo van alle liquide middelen, genoemd in artikel 40 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.

G

Een raming van het totaal van de overlopende activa.

Het totaal saldo van de overlopende activa, genoemd in artikel 40a van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.

H

Het geraamde totaal saldo van de baten, bedoeld in artikel 17, onderdeel c, van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, exclusief de mutaties reserves.

Het gerealiseerde totaal saldo van de baten, genoemd in artikel 27, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, exclusief de mutaties reserves.

Tabel 2. Het kengetal solvabiliteitsratio wordt berekend als volgt:

 

Vaststelling kengetal solvabiliteitsratio in %

: (A/B) x 100%)

 

Voor de begroting:

Voor het jaarverslag:

A

Een raming van het totale eigen vermogen.

Het eigen vermogen, bedoeld in artikel 42, eerste lid, van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, dat op de balans wordt opgenomen.

B

Een raming van het totaal van de passiva.

Het totaal aan alle passiva (vaste en vlottende passiva) die ingevolge artikel 41 respectievelijk 47, van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, op de balans wordt opgenomen.

Tabel 3. Het kengetal grondexploitatie wordt berekend als volgt:

 

Vaststelling kengetal grondexploitatie in %

: (A+B)/C x 100%

 

Voor de begroting:

Voor het jaarverslag:

A

Een raming van het totaal van de activa van de ‘niet in exploitatie genomen bouwgronden’

Het totaal van de activa dat als ‘niet in exploitatie genomen bouwgronden’, bedoeld in artikel 38 onderdeel a, onder 1, van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, op de balans wordt opgenomen.

B

Een raming van het totaal van de activa van de ‘bouwgronden in exploitatie’.

Het totaal van de activa dat als ‘bouwgronden in exploitatie’, bedoeld in artikel 38, onderdeel b, van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, op de balans wordt opgenomen.

C

Het geraamde totaal van de baten, bedoeld in artikel 17, onderdeel c, van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, exclusief de mutaties reserves.

Het gerealiseerde totaal saldo van de baten, bedoeld in artikel 27, eerste lid,onderdeel c, van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, exclusief de mutaties in de reserves.

Tabel 4. Het kengetal structurele exploitatieruimte wordt berekend als volgt:

 

Vaststelling kengetal structurele exploitatieruimte in %

: ((B-A)+(D-C))/(E) x 100%

 

Voor de begroting:

Voor het jaarverslag:

A

Structurele lasten = (geraamde totaal van de lasten, bedoeld in artikel 17, onderdeel c, van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten minus het geraamde totaal van de incidentele lasten per programma, bedoeld in artikel 19, onderdeel c, van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten)

Structurele lasten = (het gerealiseerde totaal van de lasten, bedoeld in artikel 27, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten minus het gerealiseerde totaal van de incidentele lasten per programma, bedoeld in artikel 28, onderdeel c, van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten)

B

Structurele baten = (geraamde totaal van de baten, bedoeld in artikel 17, onderdeel c, van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten minus het geraamde totaal van de incidentele baten per programma, bedoeld in artikel 19, onderdeel c, van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten)

Structurele baten = (gerealiseerde totaal van de baten, bedoeld in artikel 27, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten minus het geraamde totaal van de incidentele baten per programma, bedoeld in artikel 28, onderdeel c, van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten)

C

Het beoogde totaal van de structurele toevoegingen aan de reserves voor het overzicht, bedoeld in artikel 19, onderdeel d, van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.

Het totaal van de structurele toevoegingen aan de reserves voor het overzicht, bedoeld in artikel 28, onderdeel d, van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.

D

Het beoogde totaal van de structurele onttrekkingen aan de reserves voor het overzicht, bedoeld in artikel 19, onderdeel d, van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.

Het totaal van de structurele onttrekkingen aan de reserves voor het overzicht, bedoeld in artikel 28, onderdeel d, van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.

E

Het geraamde totaal saldo van de baten, bedoeld in artikel 17, onderdeel c, van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, exclusief de mutaties reserves.

Het gerealiseerde totaal saldo van de baten, bedoeld in artikel 27, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, exclusief de mutaties reserves.

Tabel 5. Het kengetal belastingcapaciteit wordt voor de provincie respectievelijk de gemeente berekend als volgt:

 

Vaststelling gemeentelijke belastingcapaciteit in %:

Belastingcapaciteit (E/F) x 100%

 

Voor de begroting en het jaarverslag

A

OZB-lasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde

B

Rioolheffing voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde

C

Afvalstoffenheffing voor een gezin

D

Eventuele heffingskorting voor een gezin

E

Totale woonlasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde (A+B+C-D)

F

Woonlasten landelijke gemiddelde voor gezin in het voorafgaande begrotingsjaar

 

Vaststelling provinciale belastingcapaciteit in %:

Belastingcapaciteit (A/B) x 100%

 

Voor de begroting en het jaarverslag:

A

Het geraamde respectievelijke vastgestelde aantal opcenten op de motorrijtuigenbelasting

B

Het landelijk gemiddelde aantal opcenten het voorgaande begrotingsjaar.

BIJLAGE 2 BEHORENDE BIJ ARTIKEL I VAN DE REGELING VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES VAN 26 OKTOBER 2015, NR. 2015-0000611752, TOT WIJZIGING VAN DE REGELING VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES VAN 9 JULI 2015, NR. 2015-0000387198, TOT VASTSTELLING VAN DE WIJZE WAAROP KENGETALLEN WORDEN VASTGESTELD EN OPGENOMEN IN DE BEGROTING EN HET JAARVERSLAG VAN PROVINCIES EN GEMEENTEN (STCRT. 2015, 20619)

Bijlage 2 behorende bij artikel 1, onderdeel b, van de regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 9 juli 2015, nr. 2015-0000387198, tot vaststelling van de wijze waarop kengetallen worden vastgesteld en opgenomen in de begroting en het jaarverslag van provincies en gemeenten

Tabel 1

In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing op de begroting wordt de onderstaande tabel gebruikt:

Begroting jaar t

 

Verloop van de kengetallen

Kengetallen:

 

Verslag. t-2

Begr.t-1

Begr. t

netto schuldquote

       

netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

       

solvabiliteitsratio

       

structurele exploitatieruimte

       

grondexploitatie

       

belastingcapaciteit

       

Tabel 2

In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing in het jaarverslag wordt de onderstaande tabel gebruikt:

Jaarverslag jaar t

 

Verloop van de kengetallen

Kengetallen:

 

Verslag t-1

Begr. t

Verslag t

netto schuldquote

       

netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

       

solvabiliteitsratio

       

structurele exploitatieruimte

       

grondexploitatie

       

belastingcapaciteit

       

TOELICHTING

De onderhavige regeling herstelt onduidelijk- en onvolkomenheden in de tabellen behorende bij artikel 1, onderdeel a, respectievelijk, onderdeel b, van de regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 9 juli 2015, nr. 2015-0000387198, tot vaststelling van de wijze waarop kengetallen worden vastgesteld en opgenomen in de begroting en het jaarverslag van provincies en gemeenten (Stcrt. 2015, 20619). In de ‘Septembercirculaire voor zowel het gemeentefonds en provincie 2015’ die onlangs is uitgebracht en via de gemeentefondsrubriek op internet1 raadpleegbaar is gemaakt, zijn gemeenten en provincies hierover geïnformeerd.

De bijlagen zijn opnieuw integraal vastgesteld. Hieronder wordt per tabel de afzonderlijke wijzigingen toegelicht.

In bijlage 1:

  • In tabel 1 zijn de volgende wijziging doorgevoerd:

    • in de begrotingskolom:

      • In rij D is voor de berekening van de netto schuldquote toegevoegd dat ook de bijdragen aan activa in eigendom van derden moeten worden meegenomen in de raming van de financiële activa.

    • in de jaarverslagkolom:

      • In rij D is voor de berekening van de netto schuldquote en de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen toegevoegd dat ook onderdeel g van artikel 36 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) moet worden opgenomen in de berekening van het totaal saldo van de financiële activa.

  • In tabel 2 in de jaarverslagkolom in rij B werd slechts verwezen naar artikel 27 van het BBV (vaste activa). Toegevoegd is de verwijzing naar artikel 41 (vaste passiva), waarmee de genoemde omissie is hersteld.

  • In tabel 3 zijn geen wijzigingen doorgevoerd.

  • In tabel 4 zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd:

    • In de begrotingskolom:

      • In rij A is ‘incidentele baten’ vervangen door: incidentele lasten.

      • In rij B is ‘incidentele lasten’ vervangen door: incidentele baten.

      • In rij D is verduidelijkt dat het gaat om het beoogde totaal van structurele onttrekkingen aan de reserves en is tevens de verwijzing naar artikel 19, onderdeel d, van het BBV, toegevoegd.

    • In de jaarverslagkolom;

      • In rij A is ‘incidentele baten’ vervangen door: incidentele lasten.

      • In rij B is ‘incidentele lasten’ vervangen door: incidentele baten.

  • In tabel 5 is in de kolom voor de vaststelling van de provinciale belastingcapaciteit in rij A ‘ontvangen totaalbedrag voor opcenten’ gewijzigd in ‘vastgestelde aantal opcenten’.

In bijlage 2:

Zowel in tabel 1 als 2 stond abusievelijk ‘solvabiliteitsrisico’, terwijl dit solvabiliteitsratio moet zijn.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Naar boven