Regeling van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 19 oktober 2015 tot wijziging van de Regeling vaststelling administratiekosten 2012

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 11a van het Besluit administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften 1994 en artikel 9b van het Besluit tenuitvoerlegging geldboeten;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling vaststelling administratiekosten 2012 wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 1 en 2 wordt ‘€ 7’ vervangen door: € 9.

B

Artikel 3 vervalt.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff

TOELICHTING

Sinds juli 2009 worden voor administratieve sancties op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) administratiekosten in rekening gebracht. Vanaf 1 oktober 2012 worden ook administratiekosten doorberekend voor geldboeten die een strafrechtelijke grondslag hebben (bijvoorbeeld de boetevonnissen die een rechter oplegt of een strafbeschikking die het OM en de politie uitvaardigen). Uitgangspunt bij de heffing op de boete is dat de overtreder opdraait voor de kosten. Met de onderhavige regeling wordt per 1 januari 2016 het doorberekende bedrag aan administratiekosten verhoogd van € 7,– naar € 9,–. De aanpassing van dit bedrag volgt uit de nieuwe berekening van de integrale kostprijs van de inning van de administratieve sancties en de geldboeten (hierna aangeduid als: geldelijke sancties) per 1 januari 2016.

De stijging van de kosten in de afgelopen jaren komt onder meer door investeringen van het ministerie in ICT en in de uitvoeringsketen, inflatie en doordat het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) meer maatwerk levert met bijvoorbeeld ruimere mogelijkheden van gespreide betalingen en een persoonsgerichte aanpak bij betalingsproblemen. Verder zijn administratieve taken van de politie in de verwerking van boetes overgeheveld naar het CJIB, zodat er meer blauw ingezet kan worden in de handhaving en voor noodhulp.

Onderstaand worden de uitgangspunten toegelicht die bij de berekening van de hoogte van het vanaf 1 januari 2016 door te berekenen bedrag worden gehanteerd.

Voor de hoogte van het door te berekenen bedrag zijn de in totaliteit geraamde directe en indirecte kosten die betrekking hebben op het proces van de inning van geldelijke sancties bepalend. Het gaat met andere woorden om de geraamde integrale kostprijs vanaf het uitvoeringsjaar 2016 van geldelijke sancties. Hieruit vloeit voort dat er geen kosten worden doorberekend die betrekking hebben op andere processen van het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) dan die voortkomen uit het inningsproces van geldelijke sancties.

De hoogte van de geraamde integrale kostprijs van de inning van een geldelijke sanctie wordt enerzijds bepaald door de prognose van het aantal te incasseren geldelijke sancties in het jaar van inwerkingtreding van deze regeling (het uitvoeringsjaar 2016). De basis voor deze prognose is het volumeniveau, zoals is opgenomen in de agentschapsparagraaf van het CJIB, als onderdeel van de Ontwerpbegroting VenJ 2016. Dit volumeniveau is op het moment van het opstellen van deze regeling de meest actuele prognose. Anderzijds zijn de begrote kosten van het inningsproces door het CJIB bepalend. Voor de berekening van het kostenniveau van het inningsproces wordt het vastgestelde kostprijsmodel van het CJIB gehanteerd. Met dit model wordt geborgd dat de toerekening van directe en indirecte kosten aan de diverse producten van het CJIB, waaronder de geldelijke sancties volgens een bestendige gedragslijn plaatsvindt.

Het door te berekenen bedrag aan administratiekosten gaat uit van de op bovenstaande wijze geraamde integrale kostprijs van de inning van een geldelijke sanctie. Daarbij vindt een noodzakelijke correctie plaats vanwege het uitgangspunt dat ook de gemaakte kosten voor uiteindelijk niet-geïnde geldelijke sancties verdisconteerd worden in het in rekening te brengen bedrag.

Het aldus berekende bedrag aan door te belasten administratiekosten is afgerond op hele euro’s en vastgesteld op € 9.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff

Naar boven