Autorisatiebesluit College voor Zorgverzekeringen, Agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten (BPR)

22 mei 2014

2014-0000277348

Op 25 maart 2014, 2014-0000277973, heeft de voorzitter van de Raad van Bestuur van het Zorginstituut Nederland verzocht om autorisatie voor de systematische verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen.

Gelet op de artikelen 3.1 en 3.2 van de Wet basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten.

Paragraaf 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. Zorginstituut Nederland:

de Raad van Bestuur van het Zorginstituut Nederland;

b. de Wet BRP:

de Wet basisregistratie personen;

c. het Besluit BRP:

het Besluit basisregistratie personen;

d. de basisregistratie personen:

de basisregistratie personen, bedoeld in artikel 1.2 van de Wet BRP;

e. de systematische verstrekking:

de systematische verstrekking, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;

f. de systeembeschrijving:

de systeembeschrijving, bedoeld in artikel 1 van het Besluit BRP;

g. de persoonslijst:

de persoonslijst, bedoeld in artikel 1.1, onder c, van de Wet BRP;

h. de ingeschrevene:

de ingeschrevene, bedoeld in artikel 1.1, onder e, van de Wet BRP;

i. autorisatietabelregel:

de tabel ten behoeve van de systematische verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;

j. de afnemersindicatie:

de codering die Zorginstituut Nederland aanduidt in verband met de uitvoering van dit besluit en die is vermeld in de autorisatietabelregel;

k. de spontane verstrekking van gegevens:

de verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder a, van het Besluit BRP;

l. de verstrekking van gegevens op verzoek:

de verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder c, van het Besluit BRP, waarbij het aantal personen waarover informatie wordt verstrekt per verzoek ten hoogste tien bedraagt;

m. een actueel gegeven:

een gegeven dat overeenkomstig de systeembeschrijving als actueel gegeven in de basisregistratie personen is vermeld;

n. een infrastructurele wijziging:

een wijziging van de Categorie Verblijfplaats die overeenkomstig de systeembeschrijving wordt beschouwd als een infrastructurele wijziging;

o. het Agentschap BPR:

het Agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

p. gemoedsbezwaarde:

een gemoedsbezwaarde als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel b, van de Zorgverzekeringswet;

q. verdragsgerechtigde:

een verdragsgerechtigde als bedoeld in artikel 69 van de Zorgverzekeringswet.

Paragraaf 2. De spontane verstrekking van gegevens aan Zorginstituut Nederland

Artikel 2

  • 1. Zodra de afnemersindicatie bij de persoonslijst van een ingeschrevene is opgenomen worden aan Zorginstituut Nederland eenmaal de gegevens verstrekt die zijn opgenomen in bijlage I en II bij dit besluit voor zover deze gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst van de ingeschrevene.

  • 2. Indien een gegeven dat is opgenomen in bijlage I op de persoonslijst van een ingeschrevene wordt gewijzigd, verwijderd of opgenomen en de afnemersindicatie als actuele aanduiding bij deze persoonslijst is vermeld, krijgt Zorginstituut Nederland deze wijziging, verwijdering of opname van het gegeven verstrekt.

  • 3. De verstrekking bevat bij de wijziging van een gegeven het gegeven zoals dit luidde voor de wijziging en het gegeven zoals dit luidt na de wijziging. Bij een verwijdering van een gegeven bevat de verstrekking het verwijderde gegeven. Bij een eerste opneming van een gegeven op de persoonslijst bevat de verstrekking het opgenomen gegeven. De verstrekking bevat tevens het administratienummer van de ingeschrevene, dat als actueel gegeven op de persoonslijst is vermeld.

  • 4. De verstrekking aan Zorginstituut Nederland naar aanleiding van de wijziging van het administratienummer van de ingeschrevene bevat een set identificerende gegevens en de ingangsdatum geldigheid met betrekking tot de elementen van de categorie Persoon. De verstrekking vindt plaats overeenkomstig hetgeen is bepaald in de systeembeschrijving.

Artikel 3

  • 1. De afnemersindicatie wordt op verzoek van Zorginstituut Nederland bij de persoonslijst van een ingeschrevene opgenomen. Zorginstituut Nederland verzoekt slechts om de opneming, indien het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens die noodzakelijk zijn voor:

    • a. het uitkeren van vergoedingen van zorg en andere diensten aan gemoedsbezwaarden op grond van artikel 70 van de Zorgverzekeringswet;

    • b. het inschrijven van verdragsgerechtigden, het bevorderen van de inning van de bijdrage van verdragsgerechtigden door de pensioen- of uitkeringsverstrekkers en het afrekenen met de zusterorganen in andere verdragslanden van de kosten die voor de wederzijdse verdragsgerechtigden zijn gemaakt op grond van artikel 69 van de Zorgverzekeringswet, of

    • c. het innen van de bestuursrechtelijke premie ten aanzien van de verzekeringnemer die een premieschuld ter hoogte van zes of meer maandpremies heeft als omschreven in artikel 18c van de Zorgverzekeringswet.

  • 2. Onverminderd het eerste lid, verzoekt Zorginstituut Nederland slechts om de opneming, indien het verzoek gericht is op de spontane verstrekking van gegevens over een ingeschrevene die:

    • a. een gemoedsbezwaarde is;

    • b. een verdragsgerechtigde is, of

    • c. een verzekeringnemer is die een premieschuld ter hoogte van zes of meer maandpremies heeft als omschreven in artikel 18c van de Zorgverzekeringswet.

  • 3. De afnemersindicatie wordt niet bij de persoonslijst van een ingeschrevene opgenomen, indien de afnemersindicatie reeds als actuele aanduiding bij de persoonslijst van de ingeschrevene is vermeld.

Artikel 4

De afnemersindicatie wordt op verzoek van Zorginstituut Nederland verwijderd als actuele aanduiding bij de persoonslijst van een ingeschrevene. Zorginstituut Nederland verzoekt in ieder geval om de verwijdering, indien:

  • a. de ingeschrevene niet langer een gemoedsbezwaarde is;

  • b. de ingeschrevene niet meer een verdragsgerechtigde is, of

  • c. de ingeschrevene niet meer een verzekeringnemer is die een premieschuld ter hoogte van zes of meer maandpremies heeft als omschreven in artikel 18c van de Zorgverzekeringswet.

Paragraaf 3. De verstrekking van gegevens op verzoek aan Zorginstituut Nederland

Artikel 5

  • 1. Aan Zorginstituut Nederland wordt op zijn verzoek een gegeven verstrekt dat is vermeld op de persoonslijst van een ingeschrevene, indien het een gegeven betreft dat is opgenomen in bijlage III bij dit besluit.

  • 2. Zorginstituut Nederland verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in bijlage III bij dit besluit indien het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens die noodzakelijk zijn voor:

    • a. het uitkeren van vergoedingen van zorg en andere diensten aan gemoedsbezwaarden op grond van artikel 70 van de Zorgverzekeringswet;

    • b. het inschrijven van verdragsgerechtigden, het bevorderen van de inning van de bijdrage van verdragsgerechtigden door de pensioen- of uitkeringsverstrekkers en het afrekenen met de zusterorganen in andere verdragslanden van de kosten die voor de wederzijdse verdragsgerechtigden zijn gemaakt op grond van artikel 69 van de Zorgverzekeringswet;

    • c. het innen van de bestuursrechtelijke premie ten aanzien van de verzekeringnemer die een premieschuld ter hoogte van zes of meer maandpremies heeft als omschreven in artikel 18c van de Zorgverzekeringswet;

    • d. het nemen van een maatregel als bedoeld in paragraaf 2.4. van de Zorgverzekeringswet jegens een verzekeringsplichtige als omschreven in artikel 1, onder e, van de Zorgverzekeringswet, of

    • e. het innen van de bestuursrechtelijke premie als bedoeld in artikel 18e van de Zorgverzekeringswet ten aanzien van de verzekeringsplichtige als omschreven in artikel 1, onder e, van de Zorgverzekeringswet.

  • 3. Onverminderd het tweede lid verzoekt Zorginstituut Nederland slechts om een gegeven, indien het verzoek gericht is op de verstrekking van gegevens over:

    • a. een gemoedsbezwaarde;

    • b. een verdragsgerechtigde;

    • c. een verzekeringnemer die een premieschuld ter hoogte van zes of meer maandpremies heeft als omschreven in artikel 18c van de Zorgverzekeringswet, of

    • d. een verzekeringsplichtige als omschreven in artikel 1, onder e, van de Zorgverzekeringswet, jegens wie een maatregel als bedoeld in paragraaf 2.4. van de Zorgverzekeringswet wordt genomen, of

    • e. een verzekeringsplichtige als omschreven in artikel 1, onder e, van de Zorgverzekeringswet, bij wie een bestuursrechtelijke premie als bedoeld in artikel 18e van de Zorgverzekeringswet wordt geïnd.

  • 4. Aan Zorginstituut Nederland worden geen gegevens verstrekt, indien een of meer van de gegevens waarvan Zorginstituut Nederland bij zijn verzoek gebruik heeft gemaakt, niet is opgenomen in bijlage III bij dit besluit.

Paragraaf 4. De verstrekking van adresgegevens op verzoek aan Zorginstituut Nederland

Artikel 6

  • 1. Aan Zorginstituut Nederland wordt op zijn verzoek een gegeven als opgenomen in bijlage IV bij dit besluit verstrekt dat is vermeld op de persoonslijst van iedere ingeschrevene van wie de actuele adresgegevens in Nederland, die op de persoonslijst zijn opgenomen overeenkomen met:

    • a. een in het verzoek aangegeven adres, of

    • b. het actuele adres dat op de persoonslijst van een in het verzoek aangegeven ingeschrevene is opgenomen.

  • 2. Zorginstituut Nederland verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in bijlage IV bij dit besluit indien dit verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens die noodzakelijk zijn voor:

    • a. het uitkeren van vergoedingen van zorg en andere diensten aan gemoedsbezwaarden op grond van artikel 70 van de Zorgverzekeringswet;

    • b. het innen van de bestuursrechtelijke premie ten aanzien van de verzekeringnemer die een premieschuld ter hoogte van zes of meer maandpremies heeft als omschreven in artikel 18c van de Zorgverzekeringswet;

    • c. het nemen van een maatregel als bedoeld in paragraaf 2.4. van de Zorgverzekeringswet jegens een verzekeringsplichtige als omschreven in artikel 1, onder e, van de Zorgverzekeringswet, of

    • d. het innen van de bestuursrechtelijke premie als bedoeld in artikel 18e van de Zorgverzekeringswet ten aanzien van de verzekeringsplichtige als omschreven in artikel 1, onder e, van de Zorgverzekeringswet.

  • 3. Onverminderd het tweede lid, doet Zorginstituut Nederland slechts een verzoek, als bedoeld in het eerste lid, indien een van de op het adres ingeschreven personen:

    • a. een gemoedsbezwaarde is;

    • b. een verzekeringnemer die een premieschuld ter hoogte van zes of meer maandpremies heeft als omschreven in artikel 18c van de Zorgverzekeringswet, of

    • c. een verzekeringsplichtige als omschreven in artikel 1, onder e, van de Zorgverzekeringswet, jegens wie een maatregel als bedoeld in paragraaf 2.4. van de Zorgverzekeringswet wordt genomen, of

    • d. een verzekeringsplichtige als omschreven in artikel 1, onder e, van de Zorgverzekeringswet, bij wie een bestuursrechtelijke premie als bedoeld in artikel 18e van de Zorgverzekeringswet wordt geïnd.

  • 4. Aan Zorginstituut Nederland worden slechts gegevens verstrekt, indien de gegevens waarvan Zorginstituut Nederland in zijn verzoek gebruik heeft gemaakt zijn opgenomen in bijlage III bij dit besluit.

Paragraaf 5. Overige verstrekkingen aan Zorginstituut Nederland

Artikel 7

  • 1. Indien de gegevensverstrekking die op grond van dit besluit aan Zorginstituut Nederland dient plaats te vinden niet of op onjuiste wijze is geschied, wordt dit overeenkomstig hetgeen hierover is geregeld in de systeembeschrijving hersteld. Indien de afnemersindicatie ten onrechte niet bij een persoonslijst is geplaatst, ten onrechte is verwijderd of ten onrechte niet is verwijderd wordt dit hersteld overeenkomstig hetgeen hierover is bepaald in de systeembeschrijving.

  • 2. Indien een verstrekking aan Zorginstituut Nederland op grond van dit besluit een gegeven betreft dat op juistheid wordt of is onderzocht, bevat de verstrekking naast dit gegeven tevens de gegevens over dat onderzoek. Indien de afnemersindicatie als actuele aanduiding bij de persoonslijst is vermeld worden tevens gegevens over het begin, de wijziging of de beëindiging van het onderzoek zelf verstrekt.

  • 3. Indien de spontane verstrekking van gegevens aan Zorginstituut Nederland een gegeven bevat waarbij “indicatie onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” is vermeld, bevat de verstrekking tevens deze indicatie. De overige verstrekkingen aan Zorginstituut Nederland die plaatsvinden op grond van dit besluit bevatten geen gegevens waarbij “indicatie onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” is vermeld.

  • 4. Indien aan Zorginstituut Nederland gegevens worden verstrekt van een persoonslijst waarvan de bijhouding is opgeschort, bevat de verstrekking tevens de gegevens omtrent de reden en de datum van de opschorting, alsmede, voor zover deze gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, gegevens over de verificatie en de aanlevering van de verstrekte gegevens.

  • 5. Bij de afvoering van een persoonslijst uit de basisregistratie personen worden aan Zorginstituut Nederland, indien de code “fout” als omschrijving reden opschorting bijhouding op de persoonslijst is vermeld en de afnemersindicatie als actuele aanduiding bij de persoonslijst is vermeld, de volgende gegevens verstrekt:

    • a. A-nummer persoon;

    • b. omschrijving reden opschorting bijhouding;

    • c. datum opschorting bijhouding.

Paragraaf 6. De verzending en de ontvangst van berichten

Artikel 8

Indien als gevolg van infrastructurele wijzigingen aan Zorginstituut Nederland op grond van dit besluit gegevens moeten worden verstrekt, kan de Zorginstituut Nederland met het Agentschap BPR overeenkomen dat de gegevens niet worden verstrekt. De overeenstemming tussen het Agentschap BPR en Zorginstituut Nederland wordt schriftelijk vastgelegd.

Artikel 9

Nadat schriftelijke overeenstemming is bereikt met het Agentschap BPR kan Zorginstituut Nederland gebruik maken van een alternatief medium als bedoeld in de systeembeschrijving bij verstrekking van gegevens als bedoeld in paragraaf 2 en in geval van verstrekking van gegevens als gevolg van infrastructurele wijzigingen.

Paragraaf 7. Slotbepalingen

Artikel 10

  • 1. Zorginstituut Nederland verstrekt aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onverwijld alle nieuw gebleken informatie die betrekking heeft op hetgeen geregeld is in dit besluit.

  • 2. Deze informatie betreft in ieder geval wijzigingen in:

    • a. de taak of de wijze van uitvoering van de taak van Zorginstituut Nederland;

    • b. de regelgeving ten aanzien van de taak of de wijze van uitvoering van de taak van Zorginstituut Nederland;

    • c. de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de taak van Zorginstituut Nederland.

Artikel 11

Het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 6 januari 2014, 2013-0000768283, wordt ingetrokken.

Artikel 12

Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2014.

Het besluit en de bijlagen bij het besluit worden gepubliceerd in de Staatscourant.

's-Gravenhage, 22 mei 2014

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, namens deze, G.M. Keijzer-Baldé Directeur Agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten

Bezwaar

Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit daartegen per brief bezwaar maken bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Postbus 10451, 2501 HL Den Haag. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend, voorzien zijn van een datum alsmede de naam en het adres van de indiener en dient vergezeld te gaan van de gronden waarop het bezwaar berust en, zo mogelijk, een afschrift van het besluit waartegen het bezwaar is gericht.

BIJLAGE I

Bijlage bij artikel 2 van dit besluit.

RUBRIEK

OMSCHRIJVING

01

PERSOON

   

01.01.10

A-nummer persoon

01.01.20

Burgerservicenummer

01.02.10

Voornamen persoon

01.02.20

Adellijke titel/predicaat persoon

01.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam persoon

01.02.40

Geslachtsnaam persoon

01.03.10

Geboortedatum persoon

01.04.10

Geslachtsaanduiding

01.61.10

Aanduiding naamgebruik

01.85.10

Ingangsdatum geldigheid met betrekking tot de elementen van de categorie Persoon

   

05

HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP

   

05.01.10

A-nummer echtgenoot/geregistreerd partner

05.01.20

Burgerservicenummer echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.10

Voornamen echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.40

Geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

05.03.10

Geboortedatum echtgenoot/geregistreerd partner

05.06.10

Datum huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap

05.07.10

Datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap

   

06

OVERLIJDEN

   

06.08.10

Datum overlijden

   

07

INSCHRIJVING

   

07.70.10

Indicatie geheim

   

08

VERBLIJFPLAATS

   

08.09.10

Gemeente van inschrijving

08.09.20

Datum inschrijving in de gemeente

08.10.10

Functie adres

08.10.30

Datum aanvang adreshouding

08.11.10

Straatnaam

08.11.15

Naam openbare ruimte

08.11.20

Huisnummer

08.11.30

Huisletter

08.11.40

Huisnummertoevoeging

08.11.50

Aanduiding bij huisnummer

08.11.60

Postcode

08.11.70

Woonplaatsnaam

08.11.80

Identificatiecode verblijfplaats

08.11.90

Identificatiecode nummeraanduiding

08.12.10

Locatiebeschrijving

08.13.10

Land adres buitenland

08.13.20

Datum aanvang adres buitenland

08.13.30

Regel 1 adres buitenland

08.13.40

Regel 2 adres buitenland

08.13.50

Regel 3 adres buitenland

08.14.10

Land van waar ingeschreven

08.14.20

Datum vestiging in Nederland

   

09

KIND

   

09.01.10

A-nummer kind

09.01.20

Burgerservicenummer kind

09.03.10

Geboortedatum kind

BIJLAGE II

Bijlage bij artikel 2 van dit besluit.

RUBRIEK

OMSCHRIJVING

55

HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP

   

55.01.10

A-nummer echtgenoot/geregistreerd partner

55.01.20

Burgerservicenummer echtgenoot/geregistreerd partner

55.06.10

Datum huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap

BIJLAGE III

Bijlage bij artikel 5 van dit besluit.

RUBRIEK

OMSCHRIJVING

01

PERSOON

   

01.01.10

A-nummer persoon

01.01.20

Burgerservicenummer

01.02.10

Voornamen persoon

01.02.20

Adellijke titel/predicaat persoon

01.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam persoon

01.02.40

Geslachtsnaam persoon

01.03.10

Geboortedatum persoon

01.04.10

Geslachtsaanduiding

01.61.10

Aanduiding naamgebruik

01.85.10

Ingangsdatum geldigheid met betrekking tot de elementen van de categorie Persoon

   

02

OUDER1

   

02.01.10

A-nummer ouder1

02.01.20

Burgerservicenummer

   

03

OUDER2

   

03.01.10

A-nummer ouder2

03.01.20

Burgerservicenummer ouder2

   

04

NATIONALITEIT

   

04.05.10

Nationaliteit

04.65.10

Aanduiding bijzonder Nederlanderschap

04.85.10

Ingangsdatum geldigheid met betrekking tot de elementen van de categorie Nationaliteit

   

54

NATIONALITEIT

   

54.05.10

Nationaliteit

54.65.10

Aanduiding bijzonder Nederlanderschap

54.85.10

Ingangsdatum geldigheid met betrekking tot de elementen van de categorie Nationaliteit

   

05

HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP

   

05.01.10

A-nummer echtgenoot/geregistreerd partner

05.01.20

Burgerservicenummer echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.10

Voornamen echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.40

Geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

05.03.10

Geboortedatum echtgenoot/geregistreerd partner

05.06.10

Datum huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap

05.07.10

Datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap

   

55

HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP

   

55.01.10

A-nummer echtgenoot/geregistreerd partner

55.01.20

Burgerservicenummer echtgenoot/geregistreerd partner

55.06.10

Datum huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap

   

06

OVERLIJDEN

   

06.08.10

Datum overlijden

   

07

INSCHRIJVING

   

07.70.10

Indicatie geheim

   

08

VERBLIJFPLAATS

   

08.09.10

Gemeente van inschrijving

08.09.20

Datum inschrijving in de gemeente

08.10.10

Functie adres

08.10.30

Datum aanvang adreshouding

08.11.10

Straatnaam

08.11.15

Naam openbare ruimte

08.11.20

Huisnummer

08.11.30

Huisletter

08.11.40

Huisnummertoevoeging

08.11.50

Aanduiding bij huisnummer

08.11.60

Postcode

08.11.70

Woonplaatsnaam

08.11.80

Identificatiecode verblijfplaats

08.11.90

Identificatiecode nummeraanduiding

08.12.10

Locatiebeschrijving

08.13.10

Land adres buitenland

08.13.20

Datum aanvang adres buitenland

08.13.30

Regel 1 adres buitenland

08.13.40

Regel 2 adres buitenland

08.13.50

Regel 3 adres buitenland

08.14.10

Land vanwaar ingeschreven

08.14.20

Datum vestiging in Nederland

08.85.10

Ingangsdatum geldigheid met betrekking tot de elementen van de categorie Verblijfplaats

   

58

VERBLIJFPLAATS

   

58.09.10

Gemeente van inschrijving

58.09.20

Datum inschrijving in de gemeente

58.10.10

Functie adres

58.10.30

Datum aanvang adreshouding

58.11.10

Straatnaam

58.11.15

Naam openbare ruimte

58.11.20

Huisnummer

58.11.30

Huisletter

58.11.40

Huisnummertoevoeging

58.11.50

Aanduiding bij huisnummer

58.11.60

Postcode

58.11.70

Woonplaatsnaam

58.11.80

Identificatiecode verblijfplaats

58.11.90

Identificatiecode nummeraanduiding

58.12.10

Locatiebeschrijving

58.13.10

Land adres buitenland

58.13.20

Datum aanvang adres buitenland

58.13.30

Regel 1 adres buitenland

58.13.40

Regel 2 adres buitenland

58.13.50

Regel 3 adres buitenland

58.14.10

Land vanwaar ingeschreven

58.14.20

Datum vestiging in Nederland

58.85.10

Ingangsdatum geldigheid met betrekking tot de elementen van de categorie Verblijfplaats

   

09

KIND

   

09.01.10

A-nummer kind

09.01.20

Burgerservicenummer kind

09.03.10

Geboortedatum kind

   

10

VERBLIJFSTITEL

   

10.39.10

Aanduiding verblijfstitel

10.39.20

Datum einde verblijfstitel

10.39.30

Ingangsdatum verblijfstitel

10.85.10

Ingangsdatum geldigheid met betrekking tot de elementen van de categorie Verblijfstitel

   

60

VERBLIJFSTITEL

   

60.39.10

Aanduiding verblijfstitel

60.39.20

Datum einde verblijfstitel

60.39.30

Ingangsdatum verblijfstitel

60.85.10

Ingangsdatum geldigheid met betrekking tot de elementen van de categorie Verblijfstitel

BIJLAGE IV

Bijlage bij artikel 6 van dit besluit.

RUBRIEK

OMSCHRIJVING

01

PERSOON

   

01.01.10

A-nummer persoon

01.01.20

Burgerservicenummer

01.02.10

Voornamen persoon

01.02.20

Adellijke titel/predicaat persoon

01.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam persoon

01.02.40

Geslachtsnaam persoon

01.03.10

Geboortedatum persoon

01.04.10

Geslachtsaanduiding

01.61.10

Aanduiding naamgebruik

   

02

OUDER1

   

02.01.10

A-nummer ouder1

02.01.20

Burgerservicenummer

   

03

OUDER2

   

03.01.10

A-nummer ouder2

03.01.20

Burgerservicenummer ouder2

   

05

HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP

   

05.01.10

A-nummer echtgenoot/geregistreerd partner

05.01.20

Burgerservicenummer echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.10

Voornamen echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.40

Geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

05.03.10

Geboortedatum echtgenoot/geregistreerd partner

05.06.10

Datum huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap

05.07.10

Datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap

   

06

OVERLIJDEN

   

06.08.10

Datum overlijden

   

07

INSCHRIJVING

   

07.70.10

Indicatie geheim

   

09

KIND

   

09.01.10

A-nummer kind

09.01.20

Burgerservicenummer kind

09.03.10

Geboortedatum kind

TOELICHTING

1. Algemeen

Inleiding

De Wet basisregistratie personen (Wet BRP) vormt de juridische basis voor de basisregistratie personen. In de basisregistratie personen zijn persoonsgegevens opgeslagen in de vorm van persoonslijsten.

De basisregistratie personen bevat gegevens over personen die zijn ingeschreven bij een van de gemeenten in Nederland. De gemeenten houden deze gegevens bij.

Verder zijn in de basisregistratie personen gegevens opgenomen van personen die buiten Nederland woonachtig zijn, zogenoemde niet-ingezetenen. Gegevens van niet-ingezetenen worden bijgehouden door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze registratie van niet-ingezetenen in de basisregistratie personen wordt aangeduid als de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI). Over niet-ingezetenen wordt een beperkter aantal gegevens bijgehouden dan over ingezetenen. De gegevens in de RNI zijn niet aangemerkt als authentieke gegevens. Gegevens over niet-ingezetenen kunnen namelijk minder gemakkelijk actueel gehouden worden dan gegevens over ingezetenen.

De Wet BRP biedt de grondslag voor systematische gegevensverstrekking over ingezetenen en niet-ingezetenen aan overheidsorganen en daartoe aangewezen andere organisaties. Bij de systematische verstrekking worden vanuit een centraal bestand op geautomatiseerde wijze persoonsgegevens uit de basisregistratie personen verstrekt.

Organisaties die in aanmerking komen voor systematische gegevensverstrekking

Allereerst komen overheidsorganen in aanmerking voor systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen. Daarnaast kunnen ook organisaties die werkzaamheden verrichten met een gewichtig maatschappelijk belang daarvoor in aanmerking komen, indien deze werkzaamheden en deze organisaties op grond van artikel 3.3 van de Wet BRP zijn aangewezen. Voorts voorziet artikel 3.13 Wet BRP in systematische gegevensverstrekking aan onderzoeksinstellingen. Waar in het vervolg van deze toelichting zal worden gesproken over "de afnemer" worden daarmee zowel overheidsorganen als derden als onderzoeksinstellingen bedoeld.

Het autorisatiebesluit

Afnemers die systematisch gegevens verstrekt willen krijgen uit de basisregistratie personen dienen hiertoe een verzoek in bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het verzoek wordt gedaan in de vorm van een autorisatieaanvraagformulier. In dit formulier is aangegeven welke gegevens, over welke personen en voor welke taken de aanvrager op systematische wijze verstrekt wenst te krijgen. Het verzoek wordt getoetst, waarbij wordt uitgegaan van de beoordelingscriteria zoals deze zijn neergelegd in de Wet BRP en het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP). Onder meer bepalend is of en in hoeverre de verstrekking van de gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van de taak van de aanvrager. Hierbij wordt steeds de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de personen, van wie de aanvrager gegevens verstrekt wenst te krijgen, gewaarborgd.

Na toetsing van het autorisatieverzoek wordt door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een autorisatiebesluit ten behoeve van de aanvrager genomen. In dit autorisatiebesluit wordt bepaald welke gegevens over welke categorieën van personen en in welke gevallen aan de afnemer worden verstrekt. Aan het autorisatiebesluit kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van een zorgvuldige en doelmatige gegevensverstrekking.

Het autorisatiebesluit wordt voor zover mogelijk technisch vertaald in een zogenoemde autorisatietabelregel. Aan de hand van de autorisatietabelregel wordt de geautoriseerde afnemer herkend en kan de gegevensverstrekking vanuit de basisregistratie personen geautomatiseerd afgewikkeld worden.

2. Toelichting op de wijzen van verstrekken

De systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen kan op verschillende wijzen plaatsvinden. Op grond van dit besluit vindt de verstrekking op de volgende manieren plaats:

De spontane verstrekking van gegevens

Met behulp van de spontane verstrekking van gegevens kan een afnemer zijn eigen bestand actueel houden. De afnemer wordt met behulp van deze gegevensverstrekking op de hoogte gehouden van mutaties in de gegevens van de personen die tot de doelgroep van de afnemer behoren. Om de spontane verstrekking mogelijk te maken moeten de persoonslijsten van deze personen worden gemarkeerd. De markering vindt plaats door het opnemen van de afnemersindicatie van de afnemer bij de betreffende persoonslijst.

De spontane verstrekking betreft een vastgestelde (sub)set van gegevens van een persoonslijst. Zodra de afnemersindicatie van een afnemer bij een persoonslijst is geplaatst krijgt deze afnemer eenmalig de gehele set gegevens verstrekt. Hierna krijgt de afnemer, indien een van de in de set opgenomen gegevens wijzigt, het oude en het nieuwe gegeven verstrekt. Bij opname van een gegeven bevat de verstrekking het nieuwe gegeven, bij verwijdering van een gegeven bevat de verstrekking het verwijderde gegeven.

Afnemersindicaties kunnen op drie verschillende wijzen bij een persoonslijst worden geplaatst. In de eerste plaats op verzoek van een afnemer. Ten tweede door middel van een selectie: eenmalig of periodiek worden afnemersindicaties geplaatst bij persoonslijsten die aan een bepaalde voorwaarde voldoen. Ten derde door middel van sleutelrubrieken, waarbij een afnemersindicatie bij de persoonslijst wordt opgenomen indien een bepaald gegeven op de persoonslijst van een persoon wordt opgenomen of gewijzigd en de desbetreffende persoonslijst na die wijziging of opneming aan één of meer gestelde voorwaarden voldoet.

De afnemersindicatie wordt niet bij een persoonslijst geplaatst als dezelfde afnemersindicatie reeds als actuele aanduiding bij de persoonslijst is opgenomen.

In het geval dat een ingeschrevene over wie gegevens verstrekt worden niet (meer) behoort tot de doelgroep dient bij de persoonslijst van die ingeschrevene geen afnemersindicatie (meer) voor te komen. Dit betekent dat de afnemer de verplichting heeft de eerder geplaatste afnemersindicatie te laten verwijderen. De afnemersindicatie blijft als historische aanduiding bij de persoonslijst van de ingeschrevene staan.

De verstrekking op verzoek

Een afnemer kan op verzoek een set gegevens van een persoonslijst verstrekt krijgen. In het autorisatiebesluit is opgenomen welke gegevens van welke categorieën personen mogen worden opgevraagd.

De adresverstrekking op verzoek

Op verzoek worden gegevens verstrekt van alle personen die op dat moment zijn ingeschreven op een bepaald adres in Nederland. In het verzoek kan worden aangeven welk adres het betreft. Echter, in het verzoek kunnen in plaats van het adres ook gegevens van een ingeschrevene worden opgenomen. De gegevensverstrekking bevat dan de gegevens van alle personen die op dat moment op hetzelfde adres zijn ingeschreven als de (in het verzoek aangeduide) ingeschrevene. De set gegevens die mag worden opgevraagd is opgenomen in het autorisatiebesluit.

Overige verstrekkingen

Door technische problemen kan het voorkomen dat het berichtenverkeer in een bepaalde periode niet of niet juist heeft plaatsgevonden. Ook kan voorkomen dat afnemersindicaties ten onrechte zijn verwijderd of niet zijn opgenomen. Om dit te herstellen wordt een zogenaamd “herstelbericht” verstuurd. Tevens worden de ontbrekende afnemersindicaties (opnieuw) geplaatst of verwijderd.

Indien een onderzoek is ingesteld of afgerond naar een gegeven of een verzameling van gegevens, wordt hiervan melding gedaan.

Op een persoonslijst kan bij historische gegevens de indicatie “onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” geplaatst worden. Deze gegevens zijn foutief en worden daarom in principe niet verstrekt. Uitzondering hierop is de spontane verstrekking die het gevolg is van de correctie van het foutieve gegeven. Deze spontane verstrekking vindt wel plaats, waarbij met het oude gegeven dat wordt verstrekt tevens de indicatie “onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” wordt meeverstrekt.

Indien gegevens worden opgevraagd van een persoonslijst die is opgeschort, hetgeen ondermeer gebeurt indien een ingeschrevene is overleden of geëmigreerd, worden de reden en datum opschorting bijhouding van de persoonslijst meeverstrekt. Bij verstrekking van gegevens van een persoonslijst van een niet-ingezetene, is het van belang om aan te geven wanneer de gegevens op de persoonslijst geverifieerd zijn en welke organisatie de in een categorie opgenomen gegevens heeft aangeleverd. Om dit te bereiken, worden de verificatiegegevens of de gegevens over de aanleverende organisatie, voor zover die gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, meeverstrekt als er gegevens worden verstrekt uit een categorie waarin die gegevensgroepen voorkomen.

Een persoonslijst die ten onrechte in de basisregistratie personen is opgenomen, wordt afgevoerd. Bij afvoering worden de reden en datum opschorting bijhouding van de persoonslijst en het administratienummer van de ingeschrevene verstrekt.

3. De verzending en ontvangst van berichten

Onder infrastructurele wijziging wordt verstaan een gemeentenaamswijziging, een samenvoeging van gemeenten, een opdeling van een gemeente in een aantal nieuwe gemeenten of een gemeentedeelwijziging. Door een infrastructurele wijziging kan een groot aantal persoonslijsten gewijzigd worden met als gevolg dat aan de afnemer gegevens worden verstrekt. Het is mogelijk dat de afnemer geen behoefte heeft aan de ontvangst van deze gegevens of deze gegevens op andere wijze verstrekt wenst te krijgen. Om de verstrekking van overbodige gegevens te voorkomen, maakt het besluit het mogelijk dat overeengekomen wordt dat deze gegevens niet of op andere wijze worden verstrekt.

Over de verstrekking van gegevens via alternatieve media, al dan niet naar aanleiding van infrastructurele wijzigingen, over de leverings- en selectiedata en over andere relevante onderwerpen dient overeenstemming te zijn met Agentschap BPR.

4. Het Zorginstituut Nederland

Dit besluit is een autorisatiebesluit dat is genomen ten behoeve van het Zorginstituut Nederland.

Zorginstituut Nederland is een overheidsorgaan als bedoeld in artikel 1. 1, onder t, van de Wet BRP.

4.1. Taken van Zorginstituut Nederland

Het Zorginstituut Nederland maakt het mogelijk dat iedereen toegang heeft tot een betaalbaar basispakket dat voorziet in de gezondheidszorg die noodzakelijk is. Daarmee waarborgt het Zorginstituut Nederland dat iedereen van zorg is verzekerd. Het Zorginstituut Nederland neemt hierbij een onafhankelijke positie in tussen het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, zorgverzekeraars, zorgaanbieders en patiënten(verenigingen).

Het werkterrein van het Zorginstituut Nederland is vastgelegd in de Zorgverzekeringswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Tot het takenpakket van het Zorginstituut Nederland behoort ondermeer de zorg voor bijzondere groepen. Dat zijn mensen die zich om uiteenlopende redenen niet kunnen of willen verzekeren, bijvoorbeeld verzekerden in het buitenland en gemoedsbezwaarden. Ook degenen die zich wel verzekeren, maar vervolgens hun premie zes maanden of meer niet betalen, behoren tot de bijzondere groepen.

4.2. Wijzen van verstrekken aan Zorginstituut Nederland

Zorginstituut Nederland krijgt de gegevens die noodzakelijk zijn voor de vervulling van de hierboven beschreven taken op systematische wijze verstrekt uit de basisregistratie personen. De systematische verstrekking aan Zorginstituut Nederland vindt plaats door middel van spontane verstrekking, gegevensverstrekking op verzoek en de verstrekking van adresgegevens op verzoek. Tot de doelgroepen van Zorginstituut Nederland behoren zowel ingezetenen als niet-ingezetenen.

De spontane verstrekking van gegevens aan Zorginstituut Nederland

Zorginstituut Nederland krijgt spontane verstrekking van gegevens die zijn opgenomen in bijlage I en II. De afnemersindicaties kunnen worden geplaatst op verzoek. Zorginstituut Nederland kan afnemersindicaties plaatsen bij persoonslijsten van een ingeschrevene die een gemoedsbezwaarde is als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel b van de Zorgverzekeringswet, een verdragsgerechtigde is, als omschreven in artikel 69 van de Zorgverzekeringswet of een verzekeringnemer is die een premieschuld ter hoogte van zes of meer maandpremies heeft als omschreven in artikel 18c van de Zorgverzekeringswet.

In het geval dat een ingeschrevene over wie gegevens verstrekt worden niet (meer) behoort tot de doelgroep dient bij de persoonslijst van die ingeschrevene geen afnemersindicatie (meer) voor te komen van Zorginstituut Nederland. Dit betekent dat het Zorginstituut Nederland dient te verzoeken de eerder geplaatste afnemersindicatie van de persoonslijst te verwijderen.

De verstrekking van gegevens op verzoek aan Zorginstituut Nederland

Zorginstituut Nederland mag tevens op verzoek gegevens opvragen uit de basisregistratie personen. Het betreft de gegevens die zijn opgenomen in bijlage III. Zorginstituut Nederland beperkt zijn vragen om persoonsgegevens tot de persoonslijsten van degenen die in aanmerking komen voor voorzieningen en regelingen voor bijzondere groepen. Dat zijn mensen die zich om uiteenlopende redenen niet kunnen of willen verzekeren, bijvoorbeeld verzekerden in het buitenland en gemoedsbezwaarden.

Ook kan het Zorginstituut Nederland gegevens opvragen van verzekerden in verband met het innen van de bestuursrechtelijke premie ten aanzien van de verzekeringnemer die een premieschuld ter hoogte van zes of meer maandpremies heeft. Tevens kan het Zorginstituut Nederland gegevens opvragen voor het nemen van maatregelen jegens verzekeringsplichtigen die nalaten zich te verzekeren (aanmaning, bestuurlijke boete, ambtshalve zorgverzekering, innen van bestuursrechtelijke premie).

Adresverstrekking op verzoek aan Zorginstituut Nederland

Zorginstituut Nederland kan tevens gegevens verstrekt krijgen van personen die op hetzelfde adres in Nederland ingeschreven zijn als de in het verzoek aangeduide persoon of die op een bepaald adres ingeschreven zijn. Het Zorginstituut Nederland is alleen bevoegd om gegevens te verzoeken, indien deze noodzakelijk zijn in verband met het uitkeren van vergoedingen van zorg en andere diensten, het innen van de bestuursrechtelijke premies en het treffen van maatregelen tegen verzekeringsplichtigen die nalaten zich te verzekeren en ten minste een van de personen die op dat adres ingeschreven zijn voldoet aan de criteria die opgenomen zijn in artikel 6 van dit besluit. De afnemer verzoekt slechts om gegevens die zijn aangegeven in bijlage IV bij dit besluit.

4.3. Toelichting te verstrekken gegevens

Zorginstituut Nederland gebruikt het burgerservicenummer om koppelingen aan te leggen tussen de verschillende verstrekkingen die uit de basisregistratie personen worden ontvangen.

Zorginstituut Nederland heeft gegevens over huwelijk en geregistreerd partnerschap nodig voor het vaststellen van de juiste wijze van aanschrijven. Aan de hand van de gegevens “Datum sluiting”, “Aanduiding naamgebruik”, “Geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner” en “Datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap” kan de juiste aanschrijving worden bepaald.

Zorginstituut Nederland heeft tevens de mogelijkheid het gegeven “07.70.10 Indicatie geheim” op te vragen. Met dit gegeven wordt aangeduid of een ingeschrevene de gemeente heeft verzocht om zijn of haar gegevens niet te verstrekken aan bepaalde derden. Indien dit het geval is, kan Zorginstituut Nederland aanvullende maatregelen treffen om de privacy van de ingeschrevene te waarborgen.

Gegevens over het buitenlands adres zijn nodig, omdat ook niet-ingezetenen tot de doelgroepen van Zorginstituut Nederland behoren.

De gegevensset die Zorginstituut Nederland op verzoek kan vragen is ruimer dan de spontane set. De reden hiervoor is dat Zorginstituut Nederland op verzoek gericht afzonderlijke gegevens kan opvragen die voor een specifieke situatie noodzakelijk zijn.

4.4. Bijzonderheden aangaande Zorginstituut Nederland

Voor de invordering van premies en boetes in het kader van de Zorgverzekeringswet is een separate autorisatie opgesteld, op grond waarvan het CJIB namens Zorginstituut Nederland gegevens uit de basisregistratie personen kan verkrijgen, specifiek voor deze invorderingstaak van Zorginstituut Nederland.

5. Inlichtingenplicht

Teneinde de autorisatie actueel te houden dient Zorginstituut Nederland tijdig inlichtingen te verschaffen over wijzigingen die zich voordoen in zijn taak, in de regelingen waarop die taak is gebaseerd of wijzigingen in de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van die taak. Het is de uitdrukkelijke verantwoordelijkheid van Zorginstituut Nederland om deze informatie onverwijld kenbaar te maken aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Eventuele gevolgen van onjuistheden in de autorisatie als gevolg van het niet of niet tijdig doorgeven van dergelijke wijzigingen komen voor de verantwoordelijkheid van Zorginstituut Nederland.

6. Wijzigingen

Met dit besluit wordt het autorisatiebesluit van 6 januari 2014, 2013‑0000768283, ingetrokken. Deze intrekking is het gevolg van denaamswijziging van het College voor zorgverzekeringen. Met ingang van 1 april 2014 zet het College voor zorgverzekeringen (CVZ) zijn werkzaamheden voort onder een nieuwe naam: Zorginstituut Nederland.

7. Publicatie

Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant. Het besluit wordt tevens geplaatst op de internetpagina van Agentschap BPR, www.bprbzk.nl.

Naar boven