Autorisatiebesluit CVZ Inning en Incasso, Agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten (BPR)

22 mei 2014

2014-0000280254

In het verzoek van 25 maart 2014, 2014-0000277973, heeft de voorzitter van de Raad van Bestuur van het Zorginstituut Nederland verzocht om autorisatie voor de systematische verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen in verband met invordering van premies en boetes.

Gelet op de artikelen 3.1 en 3.2 van de Wet basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten.

Paragraaf 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. Zorginstituut Nederland:

de Raad van Bestuur van het Zorginstituut Nederland;

b. de Wet BRP:

de Wet basisregistratie personen;

c. het Besluit BRP:

het Besluit basisregistratie personen;

d. de basisregistratie personen:

de basisregistratie personen, bedoeld in artikel 1.2 van de Wet BRP;

e. de systematische verstrekking:

de systematische verstrekking, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;

f. de systeembeschrijving:

de systeembeschrijving, bedoeld in artikel 1 van het Besluit BRP;

g. de persoonslijst:

de persoonslijst, bedoeld in artikel 1.1, onder c, van de Wet BRP;

h. de ingeschrevene:

de ingeschrevene, bedoeld in artikel 1.1, onder e, van de Wet BRP, niet zijnde een persoon op wie artikel 2.63 van de Wet BRP van toepassing is;

i. autorisatietabelregel:

de tabel ten behoeve van de systematische verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;

j. de verstrekking van gegevens op verzoek:

de verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder c, van het Besluit BRP, waarbij het aantal personen waarover informatie wordt verstrekt per verzoek ten hoogste tien bedraagt;

k. het Agentschap BPR:

het Agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Paragraaf 2. De verstrekking van gegevens op verzoek aan Zorginstituut Nederland

Artikel 2

  • 1. Aan Zorginstituut Nederland wordt op zijn verzoek een gegeven verstrekt dat is vermeld op de persoonslijst van een ingeschrevene, indien het een gegeven betreft dat is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

  • 2. Zorginstituut Nederland verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in de bijlage bij dit besluit, indien het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens over:

    • a. een verzekeringsnemer, die een bestuursrechtelijke premie ter hoogte van zes of meer maandpremies is verschuldigd als omschreven in artikel 18 onder d en e van de Zorgverzekeringswet;

    • b. een onverzekerde, die op grond van artikel 9b of artikel 9c van de Zorgverzekeringswet een bestuurlijke boete wegens onverzekerdheid opgelegd heeft gekregen of

    • c. een onverzekerde die een bestuursrechtelijke premie als bedoeld in de Zorgverzekeringswet verschuldigd is wegens het feit dat hij blijvend onverzekerd is.

  • 3. Aan Zorginstituut Nederland worden geen gegevens verstrekt, indien een of meer van de gegevens waarvan Zorginstituut Nederland bij zijn verzoek gebruik heeft gemaakt, niet is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

Paragraaf 3. Overige verstrekkingen aan Zorginstituut Nederland

Artikel 3

  • 1. Indien een verstrekking aan Zorginstituut Nederland op grond van dit besluit een gegeven betreft dat op juistheid wordt of is onderzocht, bevat de verstrekking naast dit gegeven tevens de gegevens over dat onderzoek.

  • 2. De verstrekking van gegevens aan Zorginstituut Nederland die op grond van dit besluit plaatsvindt, bevat geen gegeven waarbij “indicatie onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” is vermeld.

  • 3. Indien aan Zorginstituut Nederland gegevens worden verstrekt van een persoonslijst waarvan de bijhouding is opgeschort, bevat de verstrekking tevens de gegevens omtrent de reden en de datum van de opschorting, alsmede, voor zover deze gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, gegevens over de verificatie en de aanlevering van de verstrekte gegevens.

Paragraaf 4. Slotbepalingen

Artikel 4

  • 1. Zorginstituut Nederland verstrekt aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onverwijld alle nieuw gebleken informatie die betrekking heeft op hetgeen geregeld is in dit besluit.

  • 2. Deze informatie betreft in ieder geval wijzigingen in:

    • a. de taak of de wijze van uitvoering van de taak van Zorginstituut Nederland;

    • b. de regelgeving ten aanzien van de taak of de wijze van uitvoering van de taak van Zorginstituut Nederland;

    • c. de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de taak van Zorginstituut Nederland.

Artikel 5

Het besluit van de Minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties van 22 oktober 2012, BPR2012/52588, wordt ingetrokken.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juni 2014.

Het besluit en de bijlage bij het besluit worden gepubliceerd in de Staatscourant.

's-Gravenhage, 22 mei 2014

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, namens deze, G.M. Keijzer-Baldé Directeur Agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten

Bezwaar

Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit daartegen per brief bezwaar maken bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Postbus 10451, 2501 HL Den Haag. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend, voorzien zijn van een datum alsmede de naam en het adres van de indiener en dient vergezeld te gaan van de gronden waarop het bezwaar berust en, zo mogelijk, een afschrift van het besluit waartegen het bezwaar is gericht.

BIJLAGE

Bijlage bij artikel 2 van dit besluit.

RUBRIEK

OMSCHRIJVING

01

PERSOON

   

01.01.10

A-nummer persoon

01.01.20

Burgerservicenummer persoon

01.02.10

Voornamen persoon

01.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam persoon

01.02.40

Geslachtsnaam persoon

01.03.10

Geboortedatum persoon

01.85.10

Ingangsdatum geldigheid met betrekking tot de elementen van de categorie Persoon

   

06

OVERLIJDEN

   

06.08.10

Datum overlijden

   

07

INSCHRIJVING

   

07.70.10

Indicatie geheim

   

08

VERBLIJFPLAATS

   

08.09.10

Gemeente van inschrijving

08.10.10

Functie adres

08.10.20

Gemeentedeel

08.10.30

Datum aanvang adreshouding

08.11.10

Straatnaam

08.11.20

Huisnummer

08.11.30

Huisletter

08.11.40

Huisnummertoevoeging

08.11.60

Postcode

08.11.70

Woonplaatsnaam

08.85.10

Ingangsdatum geldigheid met betrekking tot de elementen van de categorie Verblijfplaats

TOELICHTING

1. Algemeen

Inleiding

De Wet basisregistratie personen (Wet BRP) vormt de juridische basis voor de basisregistratie personen. In de basisregistratie personen zijn persoonsgegevens opgeslagen in de vorm van persoonslijsten.

De basisregistratie personen bevat gegevens over personen die zijn ingeschreven bij een van de gemeenten in Nederland. De gemeenten houden deze gegevens bij.

Verder zijn in de basisregistratie personen gegevens opgenomen van personen die buiten Nederland woonachtig zijn, zogenoemde niet-ingezetenen. Gegevens van niet-ingezetenen worden bijgehouden door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze registratie van niet-ingezetenen in de basisregistratie personen wordt aangeduid als de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI). Over niet-ingezetenen wordt een beperkter aantal gegevens bijgehouden dan over ingezetenen. De gegevens in de RNI zijn niet aangemerkt als authentieke gegevens. Gegevens over niet-ingezetenen kunnen namelijk minder gemakkelijk actueel gehouden worden dan gegevens over ingezetenen.

De Wet BRP biedt de grondslag voor systematische gegevensverstrekking over ingezetenen en niet-ingezetenen aan overheidsorganen en daartoe aangewezen andere organisaties. Bij de systematische verstrekking worden vanuit een centraal bestand op geautomatiseerde wijze persoonsgegevens uit de basisregistratie personen verstrekt.

Organisaties die in aanmerking komen voor systematische gegevensverstrekking

Allereerst komen overheidsorganen in aanmerking voor systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen. Daarnaast kunnen ook organisaties die werkzaamheden verrichten met een gewichtig maatschappelijk belang daarvoor in aanmerking komen, indien deze werkzaamheden en deze organisaties op grond van artikel 3.3 van de Wet BRP zijn aangewezen. Voorts voorziet artikel 3.13 Wet BRP in systematische gegevensverstrekking aan onderzoeksinstellingen. Waar in het vervolg van deze toelichting zal worden gesproken over "de afnemer" worden daarmee zowel overheidsorganen als derden als onderzoeksinstellingen bedoeld.

Het autorisatiebesluit

Afnemers die systematisch gegevens verstrekt willen krijgen uit de basisregistratie personen dienen hiertoe een verzoek in bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het verzoek wordt gedaan in de vorm van een autorisatieaanvraagformulier. In dit formulier is aangegeven welke gegevens, over welke personen en voor welke taken de aanvrager op systematische wijze verstrekt wenst te krijgen. Het verzoek wordt getoetst, waarbij wordt uitgegaan van de beoordelingscriteria zoals deze zijn neergelegd in de Wet BRP en het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP). Onder meer bepalend is of en in hoeverre de verstrekking van de gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van de taak van de aanvrager. Hierbij wordt steeds de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de personen, van wie de aanvrager gegevens verstrekt wenst te krijgen, gewaarborgd.

Na toetsing van het autorisatieverzoek wordt door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een autorisatiebesluit ten behoeve van de aanvrager genomen. In dit autorisatiebesluit wordt bepaald welke gegevens over welke categorieën van personen en in welke gevallen aan de afnemer worden verstrekt. Aan het autorisatiebesluit kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van een zorgvuldige en doelmatige gegevensverstrekking.

Het autorisatiebesluit wordt voor zover mogelijk technisch vertaald in een zogenoemde autorisatietabelregel. Aan de hand van de autorisatietabelregel wordt de geautoriseerde afnemer herkend en kan de gegevensverstrekking vanuit de basisregistratie personen geautomatiseerd afgewikkeld worden.

2. Toelichting op de wijzen van verstrekken

De systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen kan op verschillende wijzen plaatsvinden. Op grond van dit besluit vindt de verstrekking op de volgende manieren plaats:

De verstrekking op verzoek

Een organisatie kan op verzoek een set gegevens van een persoonslijst verstrekt krijgen. In het autorisatiebesluit is opgenomen welke gegevens van welke personen mogen worden opgevraagd.

Overige verstrekkingen

Door technische problemen kan het voorkomen dat het berichtenverkeer in een bepaalde periode niet of niet juist heeft plaatsgevonden. Om dit te herstellen wordt een zogenaamd “herstelbericht” verstuurd.

Indien een onderzoek is ingesteld of afgerond naar een gegeven of een verzameling van gegevens, wordt hiervan bij het verstrekte gegeven melding gedaan.

Op een persoonslijst kan bij historische gegevens de indicatie “onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” geplaatst worden. Deze gegevens zijn foutief en worden daarom in principe niet verstrekt.

Indien gegevens worden opgevraagd van een persoonslijst die is opgeschort, hetgeen ondermeer gebeurt indien een ingeschrevene is overleden of geëmigreerd, worden de reden en datum opschorting bijhouding van de persoonslijst meeverstrekt. Bij verstrekking van gegevens van een persoonslijst van een niet-ingezetene, is het van belang om aan te geven wanneer de gegevens op de persoonslijst geverifieerd zijn en welke organisatie de in een categorie opgenomen gegevens heeft aangeleverd. Om dit te bereiken, worden de verificatiegegevens of de gegevens over de aanleverende organisatie, voor zover die gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, meeverstrekt als er gegevens worden verstrekt uit een categorie waarin die gegevensgroepen voorkomen.

3. Het Zorginstituut Nederland

Dit besluit is een autorisatiebesluit dat is genomen ten behoeve van de Raad van Bestuur van het Zorginstituut Nederland. Zorginstituut Nederland is een overheidsorgaan als bedoeld in artikel 1. 1, onder t, van de Wet BRP.

3.1. Taken van het Zorginstituut Nederland

Het Zorginstituut Nederland maakt het mogelijk dat iedereen toegang heeft tot een betaalbaar basispakket dat voorziet in de gezondheidszorg die noodzakelijk is. Daarmee waarborgt het Zorginstituut Nederland dat iedereen van zorg is verzekerd. Het Zorginstituut Nederland neemt hierbij een onafhankelijke positie in tussen het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, zorgverzekeraars, zorgaanbieders en patiënten(verenigingen).

Het werkterrein van het Zorginstituut Nederland is vastgelegd in de Zorgverzekeringswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Tot het takenpakket van het Zorginstituut Nederland behoort ondermeer de zorg voor bijzondere groepen. Dat zijn mensen die zich om uiteenlopende redenen niet kunnen of willen verzekeren, bijvoorbeeld verzekerden in het buitenland en gemoedsbezwaarden. Ook degenen die zich wel verzekeren, maar vervolgens hun premie zes maanden of meer niet betalen, behoren tot de bijzondere groepen.

De invordering van premies en boetes in het kader van de Zorgverzekeringswet wordt voor het Zorginstituut Nederland uitgevoerd door het CJIB. Dit is geregeld in de Beleidsregels inning bestuursrechtelijke premie Zorgverzekeringswet 2012 en in het Besluit ondermandaat en machtiging voor de inning van bestuurlijke boete en bestuursrechtelijke premie Zorgverzekeringswet 2011.

De werkzaamheden van het CJIB bestaan uit het versturen van aanschrijvingen en aanmaningen aan de verzekeringnemer, het invorderen (bij dwangbevel) van de verschuldigde premies en boetes, de wettelijke rente, de kosten van het betekenen en ten uitvoerleggen van het dwangbevel. Het invorderen bij dwangbevel gebeurt met behulp van een gerechtsdeurwaarder. Als post onbestelbaar retour komt en voor het aanmaken van een dwangbevel (start incassotraject door de deurwaarder) moeten de gegevens van de betreffende persoon gecontroleerd worden. Voor deze controle zijn actuele gegevens uit de basisregistratie personen nodig.

3.2. Wijzen van verstrekken aan het Zorginstituut Nederland

Het Zorginstituut Nederland krijgt de gegevens die noodzakelijk zijn voor de vervulling van de hierboven beschreven taken op systematische wijze verstrekt uit de basisregistratie personen. De systematische verstrekking aan Het Zorginstituut Nederland vindt plaats door middel van gegevensverstrekking op verzoek.

De verstrekking van gegevens op verzoek aan het Zorginstituut Nederland

Het Zorginstituut Nederland mag op verzoek gegevens opvragen uit de basisregistratie personen. Het betreft de gegevens die zijn opgenomen in de bijlage. Het Zorginstituut Nederland mag gegevens opvragen van personen die een bestuursrechtelijke premie ter hoogte van zes of meer maandpremies verschuldigd zijn. Daarnaast mag het Zorginstituut Nederland gegevens opvragen van onverzekerden. Daarbij gaat het om personen die een bestuurlijke boete opgelegd hebben gekregen omdat zij onverzekerd zijn en om personen die een bestuursrechtelijke premie verschuldigd zijn wegens het feit dat zij blijvend onverzekerd zijn.

3.3. Toelichting te verstrekken gegevens

Het Zorginstituut Nederland gebruikt het burgerservicenummer om koppelingen aan te leggen tussen de verschillende verstrekkingen die uit de basisregistratie personen worden ontvangen.

Het Zorginstituut Nederland heeft tevens de mogelijkheid het gegeven “07.70.10 Indicatie geheim” op te vragen. Met dit gegeven wordt aangeduid of een ingeschrevene de gemeente heeft verzocht om zijn of haar gegevens niet te verstrekken aan bepaalde derde. Indien dit het geval is, kan Zorginstituut Nederland aanvullende maatregelen treffen om de privacy van de ingeschrevene te waarborgen.

3.4. Bijzonderheden aangaande het Zorginstituut Nederland

Het Zorginstituut Nederland en het CJIB zijn beide reeds geautoriseerd voor het verkrijgen van persoonsgegevens uit de basisregistratie personen ten behoeve van hun eigen taken.

Voor de invordering van premies en boetes in het kader van de Zorgverzekeringswet is deze separate autorisatie opgesteld, op grond waarvan het CJIB namens het Zorginstituut Nederland gegevens uit de basisregistratie personen kan verkrijgen, specifiek voor deze invorderingstaak van het Zorginstituut Nederland.

4. Inlichtingenplicht

Teneinde de autorisatie actueel te houden dient het Zorginstituut Nederland tijdig inlichtingen te verschaffen over wijzigingen die zich voordoen in zijn taak, in de regelingen waarop die taak is gebaseerd of wijzigingen in de gegevens uit een basisadministratie die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van die taak. Het is de uitdrukkelijke verantwoordelijkheid van het Zorginstituut Nederland om deze informatie onverwijld kenbaar te maken aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Eventuele gevolgen van onjuistheden in de autorisatie als gevolg van het niet of niet tijdig doorgeven van dergelijke wijzigingen komen voor de verantwoordelijkheid van het Zorginstituut Nederland.

5. Wijzigingen

Met dit besluit wordt het autorisatiebesluit van 22 oktober 2012, BPR2012/52588, ingetrokken.

Deze intrekking is het gevolg van de naamswijziging van het College voor zorgverzekeringen. Met ingang van 1 april 2014 zet het College voor zorgverzekeringen (CVZ) zijn werkzaamheden voort onder een nieuwe naam: Zorginstituut Nederland.

6. Publicatie

Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant. Het besluit wordt tevens geplaatst op de internetpagina van Agentschap BPR, www.bprbzk.nl.

Naar boven