Autorisatiebesluit Universiteit Maastricht NLCS, Agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten (BPR)

Datum 7 april 2014

Kenmerk 2014-0000187273

In het verzoek van 15 augustus 2013, met kenmerk 2013-0000493750, heeft de Universiteit Maastricht verzocht om autorisatie voor de systematische verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen in verband met het uitvoeren van het onderzoek “Nederlandse Cohortstudie naar Voeding en Kanker”.

Gelet op de artikelen 3.1 en 3.13 van de Wet basisregistratie personen en artikel 44 van het Besluit basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten.

Paragraaf 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de onderzoeksinstelling:

Universiteit Maastricht;

b. het onderzoek:

het onderzoek “Nederlandse Cohortstudie naar Voeding en Kanker”, beschreven in bijlage I bij dit besluit;

c. de Wet BRP:

de Wet basisregistratie personen;

d. het Besluit BRP:

het Besluit basisregistratie personen;

e. de basisregistratie personen:

de basisregistratie personen, bedoeld in artikel 1.2 van de Wet BRP;

f. de systematische verstrekking:

de systematische verstrekking, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;

g. de persoonslijst:

de persoonslijst, bedoeld in artikel 1.1, onder c, van de Wet BRP;

h. de ingeschrevene:

de ingeschrevene, bedoeld in artikel 1.1, onder e, van de Wet BRP;

i. de verstrekking van gegevens op verzoek:

de verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder c, van het Besluit BRP, waarbij het aantal personen waarover informatie wordt verstrekt per verzoek ten hoogste tien bedraagt.

Paragraaf 2. de verstrekking van gegevens op verzoek aan de onderzoeksinstelling

Artikel 2

  • 1. Aan de onderzoeksinstelling wordt op zijn verzoek een gegeven verstrekt dat is vermeld op de persoonslijst van een ingeschrevene, indien het een gegeven betreft dat is opgenomen in bijlage II bij dit besluit.

  • 2. De onderzoeksinstelling verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in bijlage II, indien de verstrekking van gegevens noodzakelijk is voor de uitvoering van het onderzoek en het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens over de ingeschrevene waarop het onderzoek betrekking heeft.

  • 3. Aan de onderzoeksinstelling worden geen gegevens verstrekt, indien een of meer van de gegevens waarvan de onderzoeksinstelling bij zijn verzoek gebruik heeft gemaakt, niet is opgenomen in bijlage II bij dit besluit.

Paragraaf 3. overige verstrekkingen aan de onderzoeksinstelling

Artikel 3

  • 1. Indien een verstrekking aan de onderzoeksinstelling op grond van dit besluit een gegeven betreft dat op juistheid wordt of is onderzocht, bevat de verstrekking naast dit gegeven tevens de gegevens over dat onderzoek.

  • 2. De verstrekking van gegevens aan de onderzoeksinstelling die op grond van dit besluit plaatsvindt, bevat geen gegeven waarbij “indicatie onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” is vermeld.

  • 3. Indien aan de onderzoeksinstelling gegevens worden verstrekt van een persoonslijst waarvan de bijhouding is opgeschort, bevat de verstrekking tevens de gegevens omtrent de reden en de datum van de opschorting, alsmede, voor zover deze gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, gegevens over de verificatie en de aanlevering van de verstrekte gegevens.

Paragraaf 4. slotbepalingen

Artikel 4

  • 1. De onderzoeksinstelling verstrekt aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onverwijld alle nieuw gebleken informatie die betrekking heeft op hetgeen geregeld is in dit besluit.

  • 2. Deze informatie betreft in ieder geval wijzigingen in:

    • a. de taak of de wijze van uitvoering van de taak van de onderzoeksinstelling;

    • b. de regelgeving ten aanzien van de taak of de wijze van uitvoering van de taak van de onderzoeksinstelling;

    • c. de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de taak van de onderzoeksinstelling

Artikel 5

Het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 17 november 2011, met kenmerk BPR2010/53198, wordt ingetrokken.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van 7 april 2014 en werkt terug tot en met 6 januari 2014.

Het besluit en de bijlagen bij het besluit worden gepubliceerd in de Staatscourant.

's-Gravenhage, 7 april 2014

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, namens deze, G.M. Keijzer-Baldé Directeur Agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten

Bezwaar

Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit daartegen per brief bezwaar maken bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Postbus 10451, 2501 HL Den Haag. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend, voorzien zijn van een datum alsmede de naam en het adres van de indiener en dient vergezeld te gaan van de gronden waarop het bezwaar berust en, zo mogelijk, een afschrift van het besluit waartegen het bezwaar is gericht.

BIJLAGE I

Bijlage bij artikel 1 van dit besluit.

ONDERZOEKSPROJECT “Nederlandse Cohortstudie naar Voeding en Kanker”

Centraal doel/probleemstelling van het onderzoek

De Nederlandse Cohortstudie naar Voeding en Kanker (NLCS) is een wetenschappelijk onderzoek dat kijkt naar het verband tussen voedingsgewoonten en andere leefgewoonten enerzijds en gezondheid en – in het bijzonder – het optreden van kanker anderzijds.

Korte beschrijving van het onderzoeksproject

NLCS is een prospectief cohortonderzoek. Om efficiëntieredenen is de zogenaamde “case cohort methodologie” toegepast. In deze methodiek wordt de overleving van de cohortdeelnemers geschat door het volgen van een zogenaamd subcohort. Dit subcohort bestaat uit 5000 personen en is in 1986 willekeurig geselecteerd. Deze personen zijn elke twee jaar aangeschreven. Indien na één herinnering geen contact kon worden gelegd met het subcohortlid werd de gemeente aangeschreven, waar het subcohortlid bij het laatste contact woonachtig was.

Om na te gaan welke personen kanker hebben gekregen, is wordt het cohort ieder jaar gekoppeld met de Nederlandse Kankerregistratie en PALGA, de landelijke registratie van pathologen. Om na te gaan of de gekoppelde “records” dezelfde personen betreffen, wordt bij verschil in postcode de verhuishistorie nagegaan.

Onderzoeksgroep

In 1986 zijn van 204 gemeenten gegevens ontvangen betreffende ruim 340.000 mannen en vrouwen in de leeftijd van 55 t/m 69 jaar. Deze 340.000 personen is een vragenlijst toegezonden over voeding en andere risicofactoren voor het krijgen van kanker. 120.852 deelnemers hebben de vragenlijst ingevuld en teruggestuurd en daarmee ook toestemming gegeven voor een “follow-up”. Deze groep personen vormt nu het cohort.

Aantal personen waarover gegevens worden opgevraagd uit de basisregistratie personen

120.852 personen.

Gegevensbescherming

De Universiteit Maastricht heeft uitgebreide maatregelen getroffen om de persoonlijke levenssfeer van de deelnemers aan het onderzoek te beschermen. Zo zijn bij de start van het onderzoek in 1986 de onderzoeksprocedures vastgelegd in een reglement, waarbij is vastgesteld dat de voorzitter van de capaciteitsgroep epidemiologie van de Universiteit Maastricht en de directeur van TNO Voeding de uiteindelijke verantwoordelijkheid hebben voor het gegevensbestand.

Het gegevensbestand is opgesplitst in een bestand met identificerende gegevens (naam, adres e.d.) en een bestand met de onderzoeksgegevens. De betreffende bestanden kunnen gekoppeld worden door een codenummer. Vastgelegd is welke medewerkers toegang hebben tot welke delen van de bestanden. Slechts een beperkt aantal medewerkers heeft toegang tot het bestand met identificerende gegevens en alleen voor die medewerkers waarvoor dat noodzakelijk is (bijvoorbeeld medewerkers die de gegevens betreffende de koppeling met kankerregistratierecords moeten beoordelen en invoeren). De toegang tot de bestanden is geregeld door persoonlijke gebruikersnamen en wachtwoorden.

BIJLAGE II

Bijlage bij artikel 2 van dit besluit.

RUBRIEK

OMSCHRIJVING

01

PERSOON

01.01.10

A-nummer persoon

01.02.10

Voornamen persoon

01.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam persoon

01.02.40

Geslachtsnaam persoon

01.03.10

Geboortedatum persoon

01.04.10

Geslachtsaanduiding

06

OVERLIJDEN

06.08.10

Datum overlijden

06.08.20

Plaats overlijden

06.81.10

Registergemeente akte waaraan gegevens over overlijden ontleend zijn

06.81.20

Aktenummer van de akte waaraan gegevens over overlijden ontleend zijn

07

INSCHRIJVING

07.70.10

Indicatie geheim

08

VERBLIJFPLAATS

08.09.10

Gemeente van inschrijving

08.10.30

Datum aanvang adreshouding

08.11.10

Straatnaam

08.11.15

Naam openbare ruimte

08.11.20

Huisnummer

08.11.30

Huisletter

08.11.40

Huisnummertoevoeging

08.11.50

Aanduiding bij huisnummer

08.11.60

Postcode

08.11.70

Woonplaatsnaam

08.11.80

Identificatiecode verblijfplaats

08.11.90

Identificatiecode nummeraanduiding

08.13.20

Datum aanvang adres buitenland

58

VERBLIJFPLAATS

58.09.10

Gemeente van inschrijving

58.10.30

Datum aanvang adreshouding

58.11.10

Straatnaam

58.11.15

Naam openbare ruimte

58.11.20

Huisnummer

58.11.30

Huisletter

58.11.40

Huisnummertoevoeging

58.11.50

Aanduiding bij huisnummer

58.11.60

Postcode

58.11.70

Woonplaatsnaam

58.11.80

Identificatiecode verblijfplaats

58.11.90

Identificatiecode nummeraanduiding

TOELICHTING

1. Algemeen

Inleiding

De Wet basisregistratie personen (Wet BRP) vormt de juridische basis voor de basisregistratie personen. In de basisregistratie personen zijn persoonsgegevens opgeslagen in de vorm van persoonslijsten.

De basisregistratie personen bevat gegevens over personen die zijn ingeschreven bij een van de gemeenten in Nederland. De gemeenten houden deze gegevens bij.

Verder zijn in de basisregistratie personen gegevens opgenomen van personen die buiten Nederland woonachtig zijn, zogenoemde niet-ingezetenen. Gegevens van niet-ingezetenen worden bijgehouden door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI). Over niet-ingezetenen wordt een beperkter aantal gegevens bijgehouden dan over ingezetenen. De gegevens in de RNI zijn niet aangemerkt als authentieke gegevens. Gegevens over niet-ingezetenen kunnen namelijk minder gemakkelijk actueel gehouden worden dan gegevens over ingezetenen.

De Wet BRP biedt de grondslag voor systematische gegevensverstrekking over ingezetenen en niet-ingezetenen aan overheidsorganen en daartoe aangewezen andere organisaties. Bij de systematische verstrekking worden vanuit een centraal bestand op geautomatiseerde wijze persoonsgegevens uit de basisregistratie personen verstrekt.

Organisaties die in aanmerking komen voor systematische gegevensverstrekking

Allereerst komen overheidsorganen in aanmerking voor systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen. Daarnaast kunnen ook organisaties die werkzaamheden verrichten met een gewichtig maatschappelijk belang daarvoor in aanmerking komen, indien deze werkzaamheden en deze organisaties op grond van artikel 3.3 van de Wet BRP zijn aangewezen. Voorts voorziet artikel 3.13 Wet BRP in systematische gegevensverstrekking aan onderzoeksinstellingen. Waar in het vervolg van deze toelichting zal worden gesproken over "de afnemer" worden daarmee zowel overheidsorganen als derden als onderzoeksinstellingen bedoeld.

Het autorisatiebesluit

Afnemers die systematisch gegevens verstrekt willen krijgen uit de basisregistratie personen dienen hiertoe een verzoek in bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het verzoek wordt gedaan in de vorm van een autorisatieaanvraagformulier. In dit formulier is aangegeven welke gegevens, over welke personen en voor welke taken de aanvrager op systematische wijze verstrekt wenst te krijgen. Het verzoek wordt getoetst, waarbij wordt uitgegaan van de beoordelingscriteria zoals deze zijn neergelegd in de Wet BRP en het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP). Onder meer bepalend is of en in hoeverre de verstrekking van de gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van de taak van de aanvrager. Hierbij wordt steeds de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de personen, van wie de aanvrager gegevens verstrekt wenst te krijgen, gewaarborgd.

Na toetsing van het autorisatieverzoek wordt door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een autorisatiebesluit ten behoeve van de aanvrager genomen. In dit autorisatiebesluit wordt bepaald welke gegevens over welke categorieën van personen en in welke gevallen aan de afnemer worden verstrekt. Aan het autorisatiebesluit kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van een zorgvuldige en doelmatige gegevensverstrekking.

Het autorisatiebesluit wordt voor zover mogelijk technisch vertaald in een zogenoemde autorisatietabelregel. Aan de hand van de autorisatietabelregel wordt de geautoriseerde afnemer herkend en kan de gegevensverstrekking vanuit de basisregistratie personen geautomatiseerd afgewikkeld worden.

2. Toelichting op de wijzen van verstrekken

De systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen kan op verschillende wijzen plaatsvinden. Op grond van dit besluit vindt de verstrekking op de volgende manieren plaats:

De verstrekking op verzoek

Een afnemer kan op verzoek een set gegevens van een persoonslijst verstrekt krijgen. In het autorisatiebesluit is opgenomen welke gegevens van welke categorieën personen mogen worden opgevraagd.

Indien een onderzoek is ingesteld of afgerond naar een gegeven of een verzameling van gegevens, wordt hiervan bij het verstrekte gegeven melding gedaan.

Bij verstrekking van gegevens van een persoonslijst die deel uitmaakt van de Registratie niet-ingezetenen, is het van belang om aan te geven wanneer de gegevens op de persoonslijst geverifieerd zijn en welke organisatie de in een categorie opgenomen gegevens heeft aangeleverd. Om dit te bereiken, worden de verificatiegegevens of de gegevens over de aanleverende organisatie meeverstrekt als er gegevens worden verstrekt uit een categorie waarin die gegevensgroepen voorkomen.

Op een persoonslijst kan bij historische gegevens de indicatie “onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” geplaatst worden. Deze gegevens zijn foutief en worden daarom in principe niet verstrekt.

Indien gegevens worden opgevraagd van een persoonslijst die is opgeschort, hetgeen ondermeer gebeurt indien een ingeschrevene is overleden of geëmigreerd, worden de reden en datum opschorting bijhouding van de persoonslijst meeverstrekt.

3. De Universiteit Maastricht

Dit besluit is een autorisatiebesluit dat is genomen ten behoeve van de Universiteit Maastricht (in dit besluit genoemd: de onderzoeksinstelling). De onderzoeksinstelling is een instelling als bedoeld in artikel 1.2 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en artikel 44, eerste lid, onder a, van het Besluit BRP.

Om als onderzoeksinstelling voor systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen in aanmerking te komen, moet zijn voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • het onderzoek moet een algemeen belang dienen,

  • de gegevens uit de basisregistratie personen moeten noodzakelijk zijn voor het betreffende onderzoek,

  • de verzoeker dient te hebben aangetoond dat de nodige voorzieningen zijn getroffen teneinde te verzekeren dat verdere verwerking van de verstrekte gegevens uitsluitend geschiedt ten behoeve van het onderzoek en dat ook overigens is voorzien in zodanige waarborgen dat de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene niet onevenredig wordt geschaad,

  • de gegevens mogen slechts in geanonimiseerde vorm aan derden beschikbaar worden gesteld, tenzij de ingeschrevene uitdrukkelijk met de voorgenomen openbaarmaking van de hem betreffende gegevens heeft ingestemd, en

  • het College bescherming persoonsgegevens is over het verzoek om systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen gehoord.

De onderzoeksinstelling voldoet aan deze voorwaarden.

3.1 de taak van de onderzoeksinstelling

Een toelichting van het onderzoek waarvoor de onderzoeksinstelling gegevens vertrekt krijgt uit de basisregistratie personen is opgenomen in bijlage I van dit besluit.

3.2 wijzen van verstrekken aan de onderzoeksinstelling

De onderzoeksinstelling krijgt de gegevens die noodzakelijk zijn voor de vervulling van de hierboven beschreven taken op systematische wijze verstrekt uit de basisregistratie personen. De systematische verstrekking aan de onderzoeksinstelling vindt plaats door middel van gegevensverstrekking op verzoek.

De verstrekking van gegevens op verzoek aan de onderzoeksinstelling

De onderzoeksinstelling mag op verzoek gegevens opvragen uit de basisregistratie personen. Het betreft de gegevens die zijn opgenomen in bijlage II bij dit besluit. De onderzoeksinstelling mag gegevens opvragen over de personen waarop het onderzoek betrekking heeft. Tot de doelgroep van de onderzoeksinstelling behoren zowel ingezetenen, als niet-ingezetenen.

3.3. toelichting te verstrekken gegevens

Categorie 01 Persoon

De onderzoeksinstelling dient de identiteit van de betrokkenen vast te kunnen stellen. De onderzoeksinstelling krijgt hiertoe de identificerende gegevens uit categorie 01 van de persoonslijst van de ingeschrevene verstrekt. Het A-nummer wordt gebruikt om de verschillende verstrekkingen die uit de basisregistratie personen worden ontvangen aan elkaar te kunnen koppelen en tot de juiste persoon te kunnen herleiden.

Categorie 06 Overlijden

De onderzoeksinstelling krijgt het gegeven “Datum overlijden” uit categorie 06 van de persoonslijst van de ingeschrevene verstrekt om vast te kunnen stellen of de ingeschrevene nog in leven is. Aan de hand van de gegevens “Registergemeente akte waaraan gegevens over overlijden ontleend zijn” en “Aktenummer van de akte waaraan gegevens over overlijden ontleend zijn” kan de doodsoorzaak worden opgevraagd.

Categorie 07 Inschrijving

De onderzoeksinstelling krijgt het gegeven “Indicatie geheim” uit categorie 07 van de persoonslijst van de ingeschrevene verstrekt. Met dit gegeven wordt aangeduid of een ingeschrevene de gemeente heeft verzocht om zijn of haar gegevens niet te verstrekken aan bepaalde derden. Indien dit het geval is, kan de onderzoeksinstelling aanvullende maatregelen treffen om de persoonlijke levenssfeer van de ingeschrevene te beschermen.

Categorie 08 en 58 Verblijfplaats

Gegevens uit de categorieën 08 en 58 van de persoonslijst van de ingeschrevene worden verstrekt ten behoeve van de correspondentie met de ingeschrevene. De gegevens betreffende de huidige en de voormalige verblijfplaats van de ingeschrevene kunnen ook van belang zijn om de invloed van de omgeving op de gezondheid vast te stellen. Het gegeven “Datum aanvang adres buitenland” wordt verstrekt zodat de onderzoeksinstelling kan vaststellen of de ingeschrevene nog in Nederland woont.

4. inlichtingenplicht

Teneinde de autorisatie actueel te houden dient de onderzoeksinstelling tijdig inlichtingen te verschaffen over wijzigingen die zich voordoen in zijn taak, in de regelingen waarop die taak is gebaseerd of wijzigingen in de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van die taak. Het is de uitdrukkelijke verantwoordelijkheid van de onderzoeksinstelling om deze informatie onverwijld kenbaar te maken aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Eventuele gevolgen van onjuistheden in de autorisatie als gevolg van het niet of niet tijdig doorgeven van dergelijke wijzigingen komen voor de verantwoordelijkheid van de onderzoeksinstelling.

5. Wijzigingen

Met dit besluit wordt het autorisatiebesluit van 17 november 2011, met kenmerk BPR2010/53198, ingetrokken. Deze intrekking is het gevolg van het in werking treden van de Wet BRP op 6 januari 2014. De inwerkingtreding van de Wet BRP heeft geen inhoudelijke gevolgen voor de autorisatie van de onderzoeksinstelling.

6. Publicatie

Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant. Het besluit wordt tevens geplaatst op de internetpagina van het Agentschap BPR, www.bprbzk.nl.

Naar boven