De N23 Westfrisiaweg heeft op regionaal niveau een belangrijke ontsluitende functie en vormt een impuls om in de toekomst te komen tot een N23 van Alkmaar naar Zwolle. Het verkeer op deze route is het afgelopen decennium sterk toegenomen, met verminderde verkeersveiligheid, dichtslibbende wegen, vertragingen en overlast door sluipverkeer als gevolg.
De opwaardering van de N23 Westfrisiaweg heeft tot doel de verkeersveiligheid en leefbaarheid te verbeteren door het verkeer af te wikkelen en beter te laten doorstromen. Het huidige wegennet heeft door de groei van verkeer en door de groei van woningaantallen in de regio onvoldoende capaciteit om het verkeer op een veilige manier af te wikkelen. Door een goede doorgaande verbinding te realiseren, neemt het (sluip)verkeer in de kernen af, hetgeen bijdraagt aan de leefbaarheid en veiligheid. Als gevolg van een betere doorstroming van verkeer zullen de effecten van verkeer op de luchtkwaliteit afnemen.
De kruising van de Rijweg met de Westfrisiaweg zal ongelijkvloers worden uitgevoerd waarbij het tracé van de Rijweg middels een kunstwerk over de Westfrisiaweg zal worden gelegd. De kruising met de Westfrisiaweg komt hierbij te vervallen. Deze functie wordt door de naastgelegen kruising van de Westfrisiaweg en De Strip overgenomen. Als gevolg van deze werkzaamheden zal de kruising van de Rijweg met de Westfrisiaweg tijdelijk worden afgesloten voor al het gemotoriseerd verkeer. Het fietsverkeer zal gedurende de werkzaamheden van de aanwezige fietstunnel gebruik kunnen blijven maken. Voor de omleiding van het verkeer wordt een omleidingsroute via De Strip ingesteld.
De panden en percelen gelegen aan de Rijweg, zowel aan de zijde van Zwaag als de zijde van Zwaagdijk, blijven tijdens de werkzaamheden bereikbaar.
Motivering en maatregelen
instellen geslotenverklaring voor gemotoriseerd verkeer
Doordat de kruising gedurende de werkzaamheden in zijn geheel zal worden verwijderd met uitzondering van de fietserstunnel die onder de Westfrisiaweg doorloopt, zal aan de Zwaagzijde van het kruispunt op de Rijweg een fysieke barrier geplaatst worden.
Aan de zijde van de Zwaagdijk wordt door plaatsing van het bord C1, de Rijweg afgesloten gesloten in beide richtingen voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee. Onder dit bord C1 wordt een onderbord geplaatst met daarop de tekst ‘uitgezonderd werkverkeer’ . Gedurende de werkzaamheden wordt deze tak van de Rijweg namelijk gebruikt als toegang tot het bouwterrein.
De Rijweg zal in de nieuwe situatie middels een kunstwerk over de Westfrisiaweg lopen. De kruising met de Westfrisiaweg komt hierbij te vervallen. Deze functie wordt door de naastgelegen kruising van de Westfrisiaweg en De Strip overgenomen die mede voor dit doel wordt opgewaardeerd.
Noodzaak en doelstelling verkeersbesluit
Op grond van artikel 15, lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) moet voor het plaatsen (of verwijderen) van de borden C1, een verkeersbesluit worden genomen. Voor het plaatsen van fysieke barriers ter afsluiting van een weg, zowel als het laten vervallen van is krachtens artikel 15, lid 2 van de Wegenverkeerswet 1994 een verkeersbesluit vereist. De doelstelling van dit verkeersbesluit is het verzekeren van de veiligheid op de weg en het beschermen van weggebruikers en passagiers. Deze belangen zijn genoemd in artikel 2 van de Wegenverkeerswet.
Deze maatregel is tijdelijk van aard doch duurt langer dan vier maanden. Op grond van artikel 35 jo. 37 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) dient bij tijdelijke verkeersmaatregelen die langer dan vier maanden duren een verkeersbesluit genomen te worden. De opheffing van de kruising tussen de Rijweg en de Westfrisiaweg is permanent. Deze functie wordt door de kruising tussen de Westfrisiaweg en De Strip overgenomen.
Deze tijdelijke afsluiting voor gemotoriseerd verkeer wordt genomen in het kader van de herinrichting van het kruispunt. Na de reconstructie wordt de afsluiting voor gemotoriseerd verkeer opgeheven. Het betreft daardoor geen onttrekking van dit gedeelte van de Rijweg aan de openbaarheid, doch slechts een (tijdelijke) beperking van verkeerscategorieën die van dit weggedeelte gebruik kunnen maken tijdens de werkzaamheden. Om die reden is hier een procedure in de zin van artikel 9 jo. 11 van de Wegenwet niet aan de orde.
Over een verkeersbesluit dient op grond van artikel 24 van het BABW overleg worden gevoerd met de korpschef van de nationale politie. De daartoe gemachtigde medewerker verkeersadvisering van politie heeft ingestemd met de maatregelen.
De maatregel is genomen met het oogmerk de veiligheid van de weggebruiker te waarborgen. Middels een omleidingsroute zijn beide zijden van de Rijweg gedurende de werkzaamheden bereikbaar.
Gelet hierop verwachten wij niet dat door de maatregelen belangen van verkeersdeelnemers onevenredig benadeeld zullen worden, noch dat door de te nemen maatregelen een onduidelijke verkeerssituatie ontstaat
Het weggedeelte waar deze maatregel voor wordt getroffen, is in beheer bij de provincie Noord-Holland. Op grond van artikel 18, lid 1, sub b, van de Wegenverkeerswet 1994 de zij de Gedeputeerde Staten van Noord-Holland het bevoegde bestuursorgaan om dit verkeersbesluit te nemen.