Mededeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van, 2015-0000145587, tot herziening van normen en bedragen, genoemd in de Participatiewet, per 1 juli 2015

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

deelt op grond van de artikelen 37, vierde lid, en 38 van de Participatiewet mee, dat met ingang van 1 juli 2015 in de Participatiewet:

  • 1. Artikel 20 als volgt wordt gewijzigd:

    • a. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

      • 1°. in onderdeel a wordt ‘€ 237,16’ vervangen door: € 237,61;

      • 2°. in onderdeel b wordt ‘€ 474,32’ vervangen door: € 475,22;

      • 3°. in onderdeel c wordt ‘€ 923,47’ vervangen door: € 925,20.

    • b. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

      • 1°. in onderdeel a wordt ‘€ 237,16’ vervangen door: € 237,61;

      • 2°. in onderdeel b wordt ‘€ 748,84’ vervangen door: € 750,26;

      • 3°. in onderdeel c wordt ‘€ 1.197,99’ vervangen door: € 1.200,24.

  • 2. Artikel 21 als volgt wordt gewijzigd:

    • a. in onderdeel a wordt ‘€ 960,83’ vervangen door: € 962,63;

    • b. in onderdeel b wordt ‘€ 1.372,62’ vervangen door: € 1.375,18.

  • 3. Artikel 22 als volgt wordt gewijzigd:

    • a. in onderdeel a wordt ‘€ 1.077,63’ vervangen door: € 1.079,78;

    • b. in onderdeel b en c wordt ‘€ 1.471,68’ vervangen door: € 1.476,40.

  • 4. Artikel 23, eerste lid, als volgt wordt gewijzigd:

    • a. in onderdeel a wordt ‘€ 304,18’ vervangen door: € 304,76;

    • b. in onderdeel b wordt ‘€ 473,13’ vervangen door: € 474,03.

  • 5. Artikel 31, tweede lid, als volgt wordt gewijzigd:

    • a. in onderdeel j wordt ‘€ 2.339,00’ vervangen door: € 2.340,00;

    • b. in onderdeel r wordt ‘€ 122,26’ vervangen door: € 122,31;

    • c. in onderdeel z wordt ‘€ 124,00’ vervangen door: € 124,05.

  • 6. Het percentage, genoemd in artikel 37, tweede lid, 185,0% bedraagt.

    Deze mededeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 17 juni 2015

de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, R.G. de Boer Directeur Participatie en decentrale voorzieningen

TOELICHTING

Het wettelijk bruto minimumloon, genoemd in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, is met ingang van 1 juli 2015 vastgesteld op € 1.507,80 per maand. Bovendien is het afbouwpercentage van de algemene heffingskorting in artikel 37, tweede lid, van de Participatiewet (PW) gewijzigd.

In verband hiermee zal het netto minimumloon, bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de PW eveneens veranderen. Als gevolg hiervan dienen tevens de aan het netto minimumloon gekoppelde bijstandsnormen en bedragen te worden aangepast.

Hieronder volgt de berekening van het netto minimumloon, bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de PW. In de bijstandsnormen is 5% vakantiegeld begrepen.

Berekening netto minimumloon, bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de PW, per 1 juli 2015

bruto minimumloon inclusief vakantie-uitkering

€ 1.628,43

loonheffing

€ 253,25

netto minimumloon ex artikel 37, eerste lid, PW

€ 1.375,18

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, R.G. de Boer Directeur Participatie en decentrale voorzieningen

Naar boven