Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatscourant 2015, 10678 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals bouwplannen en verkeersmaatregelen.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatscourant 2015, 10678 | Besluiten van algemene strekking |
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op artikel 14, tweede en tiende lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag;
Besluit:
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 8 april 2015
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher
Uitgangspunt van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WML) is dat de algemene welvaartsontwikkeling zo mogelijk ook tot uitdrukking moet komen in de inkomens van werknemers met een minimumloon en uitkeringsgerechtigden. Dit uitgangspunt is vervat in de hoofdregel van artikel 14 van de WML, dat uitgaat van een koppeling van het minimumloon en de sociale uitkeringen aan de gemiddelde contractloonontwikkeling.
Afwijking van de hoofdregel is mogelijk indien sprake is van een bovenmatige loonontwikkeling, dan wel volumeontwikkeling in de sociale zekerheidsregelingen (artikel 14, vijfde lid, WML). De toelichting bij dit artikellid geeft aan dat de afwijkingsgronden actueel zijn indien de verhouding tussen inactieven en actieven, de zogenaamde i/a-ratio, de daarvoor geldende norm overschrijdt. Op grond van het Centraal Economisch Plan (CEP) 2015 van het Centraal Planbureau (CPB) lijkt dit voor 2015 niet het geval.
In artikel 14, eerste tot en met derde lid, van de WML, wordt de aanpassing van het minimumloon geregeld. Hierbij wordt uitgegaan van het gemiddelde van de procentuele ontwikkeling van de contractlonen in de marktsector, de gepremieerde en gesubsidieerde sector en bij de overheid, zoals dat door het CPB wordt berekend.
Het aanpassingspercentage is, conform hetgeen wettelijk is geregeld, als volgt vastgesteld. Uitgangspunt is de helft van de CPB-raming voor de contractloonstijging in 2015 zoals deze is gepubliceerd in de Macro-Economische Verkenning (MEV) uit 2014. Dit is 0,5 * 1,41 = 0,705. Deze wordt afgetrokken van de raming voor de contractloonontwikkeling in 2015 zoals gepubliceerd in het CEP 2015 zijnde 1,11. Dit verschil bedraagt 0,4077 en vormt het onafgeronde aanpassingspercentage. Dit wordt vermenigvuldigd met het (onafgeronde) wettelijk minimumloon zoals berekend voor de aanpassing per 1 januari 2015.
Na de (wettelijke) afronding bedraagt het bruto wettelijk minimumloon per 1 juli 2015 € 1.507,80 per maand, € 347,95 per week en € 69,59 per dag. Het aanpassingspercentage na afronding is 0,40. De hiermee corresponderende wettelijke minimumjeugdlonen bedragen op grond van de staffeling geregeld in het koninklijk besluit van 29 juni 1983, houdende vaststelling van een minimumjeugdloonregeling (Stb. 300) per 1 juli 2015:
Leeftijd |
Staffeling |
Per maand |
Per week |
Per dag |
---|---|---|---|---|
22 jaar |
85% |
€ 1.281,65 |
€ 295,75 |
€ 59,15 |
21 jaar |
72,5% |
€ 1.093,15 |
€ 252,25 |
€ 50,45 |
20 jaar |
61,5% |
€ 927,30 |
€ 214,00 |
€ 42,80 |
19 jaar |
52,5% |
€ 791,60 |
€ 182,65 |
€ 36,53 |
18 jaar |
45,5% |
€ 686,05 |
€ 158,30 |
€ 31,66 |
17 jaar |
39,5% |
€ 595,60 |
€ 137,45 |
€ 27,49 |
16 jaar |
34,5% |
€ 520,20 |
€ 120,05 |
€ 24,01 |
15 jaar |
30% |
€ 452,35 |
€ 104,40 |
€ 20,88 |
Volgens artikel 12 van de WML is bij een kortere arbeidstijd dan de gebruikelijke het minimum(jeugd)loon naar evenredigheid lager. Dit is bijvoorbeeld van toepassing als werknemers in het kader van de partiële leerplicht een aantal dagen per week onderwijs volgen.
De minimumloonbedragen worden uitgedrukt in bedragen per maand, per week en per (werk)dag. Een landelijk wettelijk minimumuurloon kent de wet niet. Het uurloon kan per sector verschillen, afhankelijk van het aantal uren dat als normale arbeidsduur geldt.
Onder normale arbeidsduur wordt verstaan de arbeidsduur die in de desbetreffende sector is afgesproken voor een volledige dienstbetrekking. In de meeste cao’s is deze arbeidsduur voor een fulltime dienstverband gesteld op 36, 38 dan wel 40 uur per week.
Onderstaand schema geeft de (afgeronde) bruto bedragen per uur aan, berekend op basis van het wettelijk minimumloon per week bij een fulltime dienstverband van resp. 36, 38 en 40 uur per week.
Bruto minimumloon per uur per 1 juli 2015 bij een normale arbeidsduur voor een fulltime dienstverband van:
Leeftijd |
36 uur per week |
38 uur per week |
40 uur per week |
---|---|---|---|
23 jaar en ouder |
€ 9,67 |
€ 9,16 |
€ 8,70 |
22 jaar |
€ 8,22 |
€ 7,78 |
€ 7,39 |
21 jaar |
€ 7,01 |
€ 6,64 |
€ 6,31 |
20 jaar |
€ 5,94 |
€ 5,63 |
€ 5,35 |
19 jaar |
€ 5,07 |
€ 4,81 |
€ 4,57 |
18 jaar |
€ 4,40 |
€ 4,17 |
€ 3,96 |
17 jaar |
€ 3,82 |
€ 3,62 |
€ 3,44 |
16 jaar |
€ 3,33 |
€ 3,16 |
€ 3,00 |
15 jaar |
€ 2,90 |
€ 2,75 |
€ 2,61 |
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher
Kopieer de link naar uw clipboard
zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2015-10678.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.