Gemeente Diemen – Verkeersbesluit Fortdiemerdamweg (Oostelijke Ontsluitingsweg IJburg)

Burgemeester en wethouders van Diemen;

Overwegende dat:

• in 1996 door de provincie Noord-Holland in de herziening van het streekplan voor het grondgebied Amsterdam, na afweging van diverse MER-varianten richting Muiden en Diemen, de tweede wegontsluiting van IJburg is vastgelegd;

• in het streekplan de voorkeur is opgenomen met een aansluiting op de A1 en A9 in of bij het knooppunt Diemen (variant verlengde Gaasperdammerweg);

• op 2 augustus 1999 een convenant is gesloten tussen de gemeenten Diemen en Amsterdam om o.a. bovengenoemde wegontsluiting mogelijk te maken;

• In dit convenant nadere afspraken zijn opgenomen over de vormgeving en fasering van de nieuwe wegontsluiting;

• bij brief van 19 juni 2002 door de Minister van Verkeer en Waterstaat de afspraken zijn vastgelegd tussen de gemeente Amsterdam, de Minister van Verkeer en Waterstaat en de gemeente Diemen ten aanzien van de afwikkeling van het verkeer vanuit IJburg richting Amsterdam (autosnelweg A10) en richting het Gooi (A1) via de afrit Diemen en vanuit IJburg richting Amsterdam Zuidoost (A9) d.m.v. een aansluiting in het knooppunt Diemen (de 4/2-oplossing);

• bovengenoemde afspraken en besluiten tot gevolgd hebben dat verkeer vanaf IJburg richting Diemen geen gelegenheid wordt geboden via de Overdiemerweg of de Diemerpolderweg/Maxisweg naar de afrit Muiden te rijden (v.v.);

• vanaf 2000 diverse, opeenvolgende inrichtingsplannen en wijzigingen c.q. herzieningen van het bestemmingsplan door de gemeente Diemen in procedure zijn gebracht en na een inspraakronde zijn vastgesteld door de gemeenteraad van Diemen waarbij het principe van de 4/2-oplossing steeds is gehandhaafd;

• alle verkeers- en geluidonderzoek en het ontwerp hierop zijn gebaseerd;

• Nuon bij brief van 19 september 2007 aan de gemeente Diemen haar voornemen tot afsluiting van de Overdiemerweg, op het gedeelte vanaf de Fortdiemerdamweg tot aan de gemeentegrens van Muiden, heeft aangegeven en recentelijk dit voornemen heeft herbevestigd;

• de afsluiting van de Overdiemerweg door Nuon ingegeven wordt ter bescherming van de veiligheid voor installaties van Nuon en Tennet;

• het betreffende deel van de Overdiemerweg eigendom is van en onderhouden wordt door Nuon;

• bovengenoemd deel van de Overdiemerweg geen openbare weg is in het kader van de Wegenwet, om deze reden niet is opgenomen in de Wegenlegger en derhalve niet onttrokken hoeft te worden aan de openbaarheid;

• in 2009 door het voormalige stadsdeel Zeeburg het initiatief is genomen om de tijdelijke openstelling van de eerste fase van de Fortdiemerdamweg tussen IJburg en het Nuon-terrein voor alleen bouwverkeer tijdelijk te verruimen voor al het gemotoriseerd verkeer;

• de reden van bovengenoemd initiatief werd ingegeven door de hoge verkeersdruk op de IJburglaan aan de westzijde van IJburg;

• Nuon, de gemeente Muiden en de gemeente Diemen positief hebben geadviseerd over deze tijdelijke verruiming van de openstelling en de gemeenteraad van Diemen op 8 juli 2010 hiermee heeft ingestemd;

• door de afsluiting van het deel van de Overdiemerweg op het Nuon-terrein de ingestelde verkeersmaatregelen ten behoeve van de tijdelijke verruimde openstelling ingetrokken dienen te worden;

• in de inspraakreacties op het Ontwerp Tracébesluit SAA inzake de verbreding van de autosnelweg A1 de gemeente Amsterdam, de provincie Noord-Holland en de Stadsregio Amsterdam gevraagd hebben om aparte busvoorzieningen langs de autosnelweg A1;

• deze busvoorzieningen o.a. de aanleg van busstroken op een deel van de Diemerpolderweg inhouden;

• de Minister van Infrastructuur en Milieu met de regionale partijen een akkoord heeft bereikt over de aanleg en financiering van de busvoorzieningen op de Diemerpolderweg;

• door de inpassing van de busvoorzieningen het wegontwerp in 2012 is aangepast;

• in het 3^e kwartaal van 2014 de Fortdiemerdamweg opengesteld wordt voor verkeer;

• de Diemerpolderweg en de Fortdiemerdamweg buiten de bebouwde kom liggen;

• in verband met het wegontwerp het gewenst is 70 km/uur in te stellen;

• genoemde snelheidslimiet voor wegen buiten de bebouwde kom niet is opgenomen in de uitvoeringsvoorschriften BABW;

• de politie d.d.03-08-2006 schriftelijk akkoord heeft gegeven voor het instellen van eerder genoemde snelheidslimiet op de Diemerpolderweg, Fortdiemerdamweg, Weteringweg en aansluitende weggedeelten;

• om verkeersveiligheidsredenen de snelheidslimiet op kruispunten verlaagd dient te worden;

• de Diemerpolderweg en de Fortdiemerdamweg op het gedeelte vanaf de gemeentegrens met Amsterdam tot de aansluiting met de Weteringweg v.v. beschikken over gescheiden rijstroken en per richting voorzien zijn van een rijstrook voor het autoverkeer en een rijstrook voor het busverkeer;

• dat zodra de aansluiting op de A9 (Gaasperdammerweg) in twee richtingen is gerealiseerd de aparte busstroken op de Fortdiemerdamweg komen te vervallen en sprake zal zijn van 2 rijstroken per richting krijgt voor al het autoverkeer;

• de Diemerpolderweg en de Fortdiemerdamweg als gebiedsontsluitingswegen aangeduid dient te worden als voorrangswegen;

• dat bij een onverwacht verloop van de voorrangsweg dit nader aangeduid dient te worden;

• de kruisingen voor een goede en veilige afwikkeling van het verkeer geregeld dienen te worden met verkeersregelinstallaties met uitzondering van de kruising van de Fortdiemerdamweg met de Overdiemerweg;

• de busstroken op de Diemerpolderweg, Fortdiemerdamweg, de noordelijke toerit A1 en de zuidelijke afrit A1 expliciet bedoeld zijn voor openbaar vervoer;

• verkeer op alle kruisingen beschermd dient te worden tegen de mogelijkheid tot spookrijden;

• verkeer op kruisingen moet kunnen voorsorteren;

• verkeer bij de nadering van een kruising op voldoende afstand geattendeerd dient te worden op de aanwezigheid van een verkeersregelinstallatie;

• de voorrang op kruisingen geregeld dient te worden;

• dat langs de Diemerpolderweg en Fortdiemerdamweg een tweerichtingen fietspad wordt aangelegd en als zodanig dient te worden aangegeven;

• de verkeersmaatregelen worden ingesteld ter verzekering van de veiligheid op de weg en het beschermen van weggebruikers en passagiers;

• de politie overwegend positief heeft geadviseerd;

• dat de hierna genoemde wegen c.q. weggedeelten zijn gelegen binnen de gemeentegrens van Diemen en in beheer komen bij de gemeente Diemen of de gemeente Amsterdam;

gelet op artikel 18 van de Wegenverkeerswet 1994, artikel 12 Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer, het besluit van de gemeenteraad van Diemen d.d. 30 maart 1995, no. 95-44;

B E S L U I T E N :

• a.) het intrekken van alle bestaande verkeersbesluiten op de Diemerpolderweg voor wat betreft het gedeelte tussen de Overdiemerweg (ter hoogte van de A1) en de aansluiting van de Diemerpolderweg op de Oude Muiderstraatweg;

• b.) het intrekken van alle bestaande verkeersbesluiten op de Weteringweg;

• c.) het intrekken van alle bestaande verkeersbesluiten op de Overdiemerweg voor wat betreft het gedeelte tussen de gemeentegrens van Muiden en de Fortdiemerdamweg;

• d.) het plaatsen van verkeersregelinstallaties op de aansluitingen van de Weteringweg met de toe- en afritten van de A1;

• e.) het plaatsen van een verkeersregelinstallatie op de aansluiting van de Weteringweg met de Diemerpolderweg;

• f.) het plaatsen van een verkeersregelinstallatie ten noordoosten van het knooppunt Diemen op de aansluiting van de Fortdiemerdamweg met de Diemerpolderweg;

• g.) de Diemerpolderweg voor wat betreft het gedeelte vanaf de Overdiemerweg tot aan de Oude Muiderstraatweg, Fortdiemerdamweg en Weteringweg in te stellen als voorrangsweg en als zodanig aan te duiden door de plaatsing van borden B1 van bijlage 1 van het RVV 1990 na iedere kruising;

• h.) op de kruising van de Diemerpolderweg en Weteringweg het verloop van de de voorrangsweg nader aan te duiden door de plaatsing van borden B1 van bijlage 1 van het RVV 1990 met onderborden OB713;

• i.) de voorrangstatus van de aansluitende wegen, afritten A1 en het parkeerterrein van het Groengebied Amstelland aan te geven middels borden B6 van bijlage 1 van het RVV 1990 waarbij aan het verkeer op de Diemerpolderweg, Fordiemerdamweg en de Weteringweg voorrang wordt verleend;

• j.) op de Diemerpolderweg. Fortdiemerdamweg en Weteringweg een snelheidslimiet van 70 km/uur in te stellen door het plaatsen van bord A1 van bijlage 1 van het RVV 1990 met het opschrift “70”;

• k.) op de Diemerpolderweg, de Weteringweg, de afritten van de A1 ter hoogte van de verkeersregelinstallaties en de afrit van de A9 een snelheidslimiet van 50 km/uur in te stellen door het plaatsen van bord A1 van bijlage 1 van het RVV 1990 met het opschrift “50”;

• l.) een lagere adviessnelheid aan te geven in de scherpe bochten op de oprit vanaf de A9 en de noordelijke afrit vanaf de A1 richting IJburg door het plaatsen van borden J2 van bijlage 1 van het RVV 1990 en borden A04 van bijlage 1 van het RVV 1990 met het opschrift “30”;

• m.) busstroken expliciet voor openbaar vervoer aan te wijzen op de Diemerpolderweg, Fortdiemerdamweg, de noordelijke oprit en de zuidelijke afrit van de A1 en als zodanig aan te geven door het plaatsen van borden C1 van bijlage 1 van het RVV 1990 met bijbehorend onderbord met de tekst “uitgezonderd lijnbussen”en het aanbrengen van de tekst “lijnbus”op het wegdek;

• n.) ter voorkoming van spookrijden op de Diemerpolderweg. Fortdiemerdamweg, Weteringweg en Overdiemerweg borden D2 van bijlage 1 van het RVV 1990 te plaatsen op middengeleiders ter hoogte van kruisingen van wegen of inritten;

• o.) ter voorkoming van spookrijden op de Diemerpolderweg. Fortdiemerdamweg, Weteringweg en toeritten van de autosnelweg A1 ter hoogte van kruising van wegen borden C2 van bijlage 1 van het RVV 1990 te plaatsen;

• p.) ter voorkoming van spookrijden en ongewenste manoeuvres op de aansluiting van de Weteringweg met de zuidelijke op- en afrit van de autosnelweg A1 borden D4 van bijlage 1 van het RVV 1990 te plaatsen;

• q.) ter voorkoming van spookrijden en ongewenste manoeuvres op de aansluiting van de Weteringweg met de zuidelijke op- en afrit van de autosnelweg A1 borden D4 van bijlage 1 van het RVV 1990 te plaatsen;

• r.) ter voorkoming van spookrijden en ongewenste manoeuvres op de aansluiting van de Diemerpolderweg/Fortdiemerdamweg met de Diemerpolderweg borden D4 en borden D5 van bijlage 1 van het RVV 1990 te plaatsen;

• s.) op plaatsen waar het passeren aan weerszijden van de middengeleider is toegestaan borden D3 van bijlage 1 van het RVV 1990 te plaatsen;

• t.) het instellen van een tweerichtingen (brom-)fietspad langs de Diemerpolderweg, Fortdiemerdamweg en op de aansluiting van de Hooiweg, door het plaatsen van borden G12a van bijlage 1 van het RVV 1990 en door het aanbrengen van asmarkering (0,30 m -2.70 m);

• u.) de voorrangsstatus ter hoogte van de fietsoversteek op de kruising Diemerpolderweg-Fortdiemerdamweg te regelen door het plaatsen van borden B6 van bijlage 1 van het RVV 1990 en de oversteek aan te geven middels kanalisatiestrepen;

• v.) alle bovengenoemde verkeersmaatregelen uit te voeren zoals aangeduid op de gewaarmerkte tekeningen van de gemeente Amsterdam met nummer 3822 met tekeningnummers 1 t/m 4;

• w.) alle nog niet in het besluit genoemde markeringen zoals kantstrepen, doorgetrokken strepen, onderbroken strepen, verdrijvingsvlakken, haaientanden, stopstrepen, dwangpijlen etc. ter regeling van het verkeer conform de bestekstekeningen en de bij dit besluit gewaarmerkte tekeningen van de gemeente Amsterdam met nummer 3822 met tekeningnummers 1 t/m 4 aan te brengen.

Diemen,

Burgemeester en wethouders voornoemd,

De secretaris, de burgemeester,

Dit besluit is op 27 maart 2014 openbaar gemaakt en gedurende 6 weken in zijn geheel in te zien op de website van de Staatscourant (www.officielebekendmakingen.nl). Dit is de enige rechtsgeldige bekendmaking. Een gelijkluidend exemplaar met eventuele bijlagen is gedurende 6 weken in te zien bij de receptie in het gemeentehuis.

Op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht kan iedere belanghebbende binnen zes weken na de datum van bekendmaking bij ons bezwaar maken tegen dit besluit door het indienen van een bezwaarschrift.

Het bezwaarschrift dient ondertekend te zijn en tenminste het volgende te bevatten:

• a. naam en adres van de indiener

• b. de dagtekening

• c. omschrijving van het besluit waartegen bezwaar wordt gemaakt

• d. de gronden van het bezwaar

Graag in de linkerbovenhoek vermelden “Bezwaar”.

Het bezwaar dient gericht te worden aan het college van burgemeester en wethouders van Diemen, Postbus 191, 1110 AD Diemen.

Indien u bij ons een bezwaarschrift hebt ingediend, kunt u tevens op grond van artikel 8:81 van de Algemene Wet Bestuursrecht de president van de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam verzoeken om een voorlopige voorziening te treffen, indien u van mening bent dat de onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.