Procesregeling belastingkamers gerechtshoven 2014

Artikel 1 - Begripsbepalingen

  • 1. In deze regeling wordt verstaan onder:

    a. de inspecteur:

    het bestuursorgaan dat betrokken is bij een besluit waarop Hoofdstuk V van de Algemene wet inzake rijksbelastingen van toepassing is;

    b. belanghebbende:

    de wederpartij van de inspecteur;

    c. verzoekschrift:

    het stuk met een verzoek om schadevergoeding als bedoeld in artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

    d. griffier:

    de griffier van het gerechtshof.

  • 2. Tenzij uit deze regeling anders voortvloeit, wordt daarin onder beroep mede verstaan: hoger beroep, incidenteel hoger beroep en verzoek om herziening, en onder beroepschrift mede verstaan: hogerberoepschrift, incidenteel hogerberoepschrift en verzoekschrift om herziening.

Artikel 2 - Afwijking in bijzondere omstandigheden

Het gerechtshof kan op grond van bijzondere omstandigheden van deze regeling afwijken.

Artikel 3 - Verlenging termijnen

  • 1. Een verzoek om verlenging van een door het gerechtshof gestelde termijn wordt gemotiveerd en binnen die termijn schriftelijk ingediend.

  • 2. Een volgend verzoek om verlenging met betrekking tot dezelfde aangelegenheid wordt in beginsel niet toegewezen.

  • 3. Op het verzoek om verlenging wordt binnen één week na de ontvangst beslist. De griffier deelt de beslissing schriftelijk mee aan de indiener van het verzoek om verlenging en bij toewijzing zo nodig ook aan de andere partij.

  • 4. Indien het verzoek wordt afgewezen, kan de indiener van het verzoek om verlenging een laatste termijn van één week worden gegeven om alsnog aan het gevraagde te voldoen. In ieder geval wordt geen laatste termijn gegeven indien bij het stellen van de termijn is medegedeeld dat verlenging niet zal worden toegestaan.

Artikel 4 - Bevestiging en kennisgeving ontvangst beroepschrift

Binnen een week na de ontvangst van het beroepschrift zendt de griffier een bevestiging van de ontvangst aan de indiener van het beroepschrift, een kennisgeving aan de andere partij en aan de griffier van de rechtbank die uitspraak in eerste aanleg heeft gedaan.

Artikel 5 - Incidenteel hoger beroep

Incidenteel hoger beroep wordt bij voorkeur bij afzonderlijk geschrift ingediend.

Artikel 6 - Bevestiging en kennisgeving ontvangst verzoekschrift

Binnen een week na de ontvangst van het verzoekschrift zendt de griffier een bevestiging van de ontvangst aan de indiener van het verzoekschrift en een kennisgeving aan de inspecteur die of het andere bestuursorgaan dat de schade beweerdelijk heeft veroorzaakt.

Artikel 7 - Procesvertegenwoordiging

Indien het gerechtshof een machtiging of bewijs van vertegenwoordigingsbevoegdheid verlangt, nodigt het de gemachtigde of vertegenwoordiger schriftelijk uit de machtiging of het bewijs van vertegenwoordigingsbevoegdheid binnen vier weken in te zenden.

Artikel 8 - Griffierecht

  • 1. Binnen twee weken na de ontvangst van het beroepschrift of het verzoekschrift wordt de belanghebbende schriftelijk uitgenodigd het griffierecht, indien het is verschuldigd, binnen vier weken te voldoen.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing indien het beroepschrift of verzoekschrift is ingediend door een gemachtigde die een rekening-courant aanhoudt en het griffierecht langs deze weg is verrekend.

  • 3. Indien het gerechtshof niet bevoegd is kennis te nemen van het beroepschrift of het verzoekschrift, heft het geen griffierecht. Is wel griffierecht geheven, dan wordt dit gerestitueerd indien het is betaald. Bij verwijzing naar een ander gerechtshof vindt geen restitutie of nadere heffing van griffierecht plaats.

Artikel 9 - Herstel verzuimen

De griffier geeft van het bestaan van een verzuim als bedoeld in artikel 6:6 van de Algemene wet bestuursrecht schriftelijk kennis aan de indiener van het beroepschrift, verzetschrift of verzoekschrift en nodigt deze daarbij uit het verzuim binnen vier weken te herstellen. Daarbij vermeldt de griffier dat het beroep, verzet of verzoek niet-ontvankelijk kan worden verklaard indien het verzuim niet binnen de gestelde termijn wordt hersteld.

Artikel 10 - Niet-ontvankelijkverklaring beroep, verzet of verzoek

Niet-ontvankelijkverklaring van het beroep, verzet of verzoek wegens een verzuim als bedoeld in de artikelen 7, 8 of 9 vindt slechts plaats indien:

  • a. de uitnodiging het verzuim te herstellen of het griffierecht alsnog te betalen bij aangetekende brief is verzonden,

  • b. in de uitnodiging is medegedeeld dat het beroep, verzet of verzoek niet-ontvankelijk kan worden verklaard, indien het verzuim niet binnen de gestelde termijn is hersteld of het griffierecht niet alsnog is voldaan, en

  • c. binnen de termijn geen herstel of betaling heeft plaatsgevonden.

Artikel 11 - Opvragen proces-verbaal

Bij een hoger beroep vraagt de griffier aan de griffier van de rechtbank die uitspraak in eerste aanleg heeft gedaan, het proces-verbaal van de zitting op.

Artikel 12 - Toezenden stukken, geven zienswijze en indienen schriftelijke uiteenzetting

  • 1. Nadat eventuele verzuimen in het beroepschrift zijn hersteld en het eventueel verschuldigd geworden griffierecht is voldaan zendt de griffier zo spoedig mogelijk een afschrift van het beroepschrift en het geschrift dat de gronden bevat aan de andere partij en biedt hij deze de gelegenheid binnen zes weken een verweerschrift in te dienen. Bij zaken in hoger beroep wordt daarbij gewezen op de mogelijkheid binnen dezelfde termijn incidenteel hoger beroep in te stellen.

  • 2. Toezending blijft achterwege, indien aanstonds blijkt dat het beroepschrift moet worden doorgezonden aan het bevoegde bestuursorgaan of de bevoegde bestuursrechter.

  • 3. De griffier zendt binnen twee weken na de ontvangst van het verweerschrift, de op de zaak betrekking hebbende stukken en het incidenteel hogerberoepschrift een afschrift aan de andere partij, tenzij het zeer omvangrijke of moeilijk te vermenigvuldigen stukken betreft. Indien de partijen daardoor niet in hun belangen worden geschaad, kan de toezending van stukken waarvan de partijen eerder hebben kunnen kennisnemen achterwege blijven.

  • 4. De griffier stelt de indiener van het hogerberoepschrift in de gelegenheid binnen een termijn van zes weken een zienswijze op het incidenteel hoger beroep naar voren te brengen.

  • 5. Het gerechtshof kan de indiener van het beroepschrift en het verzoekschrift in de gelegenheid stellen binnen een termijn van vier weken te reageren op het verweerschrift door middel van een conclusie van repliek. De andere partij krijgt bij de toezending van de conclusie van repliek een termijn van vier weken om een conclusie van dupliek in te dienen.

  • 6. Indien een partij nadere stukken indient, zendt de griffier zo spoedig mogelijk na de ontvangst afschriften daarvan aan de andere partij.

Artikel 13 - Versnelde behandeling

  • 1. Een verzoek om versnelde behandeling wordt gemotiveerd en schriftelijk ingediend.

  • 2. Binnen twee weken na de ontvangst van het verzoek deelt de griffier aan de indiener van het verzoek om versnelde behandeling schriftelijk mede of het verzoek wordt toegewezen.

  • 3. Bij toewijzing van het verzoek wordt aan de partijen zo nodig tevens bericht op welke wijze de zaak verder wordt behandeld.

Artikel 14 - Verzet

  • 1. Indien verzet is gedaan, behandelt het gerechtshof het verzet binnen dertien weken na de ontvangst van het verzetschrift ter zitting of doet het binnen deze termijn zonder zitting uitspraak. Indien de termijn niet kan worden gehaald, wordt daarvan binnen de termijn mededeling gedaan.

  • 2. De uitnodiging om op de zitting te verschijnen wordt ten minste drie weken tevoren bij aangetekende brief verzonden.

Artikel 15 - Onderzoek ter zitting en heropening onderzoek

  • 1. De uitnodiging om op de zitting te verschijnen en de oproeping om in persoon dan wel bij gemachtigde ter zitting te verschijnen, worden zo mogelijk zes weken tevoren bij aangetekende brief verzonden.

  • 2. Een verzoek om uitstel van de behandeling ter zitting wordt zo mogelijk schriftelijk, onder aanvoering van gewichtige redenen en tijdig, ingediend. Onder tijdig wordt verstaan: zo spoedig mogelijk na ontvangst van de uitnodiging of zo spoedig mogelijk nadat van de tot uitstel nopende omstandigheid is gebleken.

  • 3. Een verzoek dat voldoet aan de in het tweede lid omschreven voorwaarden wordt ingewilligd, tenzij het gerechtshof oordeelt dat zwaarder wegende belangen hieraan in de weg staan.

  • 4. Indien het verzoek om uitstel van de zitting is ingewilligd, deelt de griffier partijen de beslissing op het verzoek zo spoedig mogelijk mede.

  • 5. Indien het gerechtshof besluit tot heropening van het onderzoek, wordt daarvan binnen twee weken schriftelijk mededeling gedaan.

Artikel 16 - Te laat ingediende stukken

Stukken die tien dagen of minder voor de zitting bij het gerechtshof zijn ingediend worden teruggezonden of ter zitting teruggegeven, tenzij het gerechtshof beslist dat deze stukken bij de behandeling van de zaak worden betrokken.

Artikel 17 - Uitspraak

  • 1. Indien het gerechtshof niet binnen de aan partijen medegedeelde termijn uitspraak doet, worden de partijen hiervan in kennis gesteld.

  • 2. Een partij kan uiterlijk ter zitting een gemotiveerd verzoek doen de uitspraak niet vrij te geven voor publicatie.

Artikel 18 - Slotbepaling

  • 1. Op de termijnen in deze regeling is de Algemene termijnenwet van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

  • 3. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2014. De Procesregeling belastingkamers gerechtshoven 2010 vervalt met ingang van die datum.

  • 4. Deze regeling wordt aangehaald als: Procesregeling belastingkamers gerechtshoven 2014.

Naar boven