Logo Grootegast
Aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordeling omgevingsvergunning uitbreiden pluimveebedrijf op Eesterweg 48 te Doezum, Grootegast

Burgemeester en wethouders van de gemeente Grootegast maken, overeenkomstig het bepaalde in artikel 7.17 lid 4 van de Wet milieubeheer, het volgende bekend.

Bij de gemeente Grootegast is een aanvraag omgevingsvergunning ingediend voor het uitbreiden van een pluimveebedrijf op het perceel lokaal bekend Eesterweg 48 te Doezum, kadastraal bekend gemeente Grootegast, sectie O, nummer 91. Het voornemen is het oprichten van twee nieuwe stallen voor het houden van 85.000 vleeskuikens. De nieuw te bouwen stallen zullen emissiearm worden uitgevoerd. Deze voorgenomen activiteit valt onder categorie 14 van onderdeel D van de bijlage behorende bij het Besluit m.e.r. (milieueffectrapportage) 1994. Voor de realisatie van de plannen geldt een m.e.r.-beoordelingsplicht. Als gevolg hiervan is op grond van de artikelen 7.16 tot en met 7.20 van de Wet milieubeheer beoordeeld of, vanwege de belangrijke nadelige gevolgen die de voorgenomen activiteit voor het milieu kan hebben, het laten opstellen van een project-MER (milieueffectrapport) noodzakelijk is ter voorbereiding op een besluit.

Reeds in 2011 is besloten dat geen m.e.r. noodzakelijk is op basis van de destijds ingediende aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordelingsnotitie. Deze aanmeldingsnotitie ging uit van een uitbreiding van 80.000 vleeskuikens. De huidige aanvraag omgevingsvergunning gaat uit van 85.000 stuks. Er dient daarom opnieuw een besluit te worden genomen over de noodzaak tot het voeren van een m.e.r. In de toelichting op de aanvraag is onderbouwd waarom de aanvraag afwijkt van de oorspronkelijke aanmeldingsnotitie en dat deze afwijking geen nadelige gevolgen heeft voor het milieu.

Besluit burgemeester en wethouders

Burgemeester en Wethouders hebben d.d. 25 februari 2014 besloten dat voor de voorgenomen activiteit geen project-MER hoeft te worden opgesteld. Dit besluit is genomen aan de hand van de beoordelingscriteria van bijlage III bij de Europese richtlijn ‘Betreffende de milieubeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten', waarbij rekening wordt gehouden met:

  • de kenmerken van het project;

  • de plaats van het project;

  • de kenmerken van de potentiële effecten van het project.

De verkregen inzichten leren dat de voorgenomen activiteiten geen belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu veroorzaken die noodzaken tot het laten opstellen van een project-MER.

Inzage

Het besluit en de relevante stukken liggen tijdens de openingstijden van woensdag 5 maart 2014 tot en met dinsdag 15 april 2014 ter inzage bij de balie van het gemeentehuis. Het besluit betreft een procedure ter voorbereiding van het besluit op de aanvraag om een milieuvergunning. Conform artikel 6.3 van de Algemene wet bestuursrecht is tegen deze beslissing geen bezwaar of beroep mogelijk, tenzij deze beslissing de belanghebbende, los van het voor te bereiden besluit, rechtstreeks in zijn belang treft.

Naar boven