Ontwerp verordening tot wijziging van de Deelnemings- en inschrijvingsverordening registerloodsen 2014, Nederlandse Loodsencorporatie

De Algemene Raad van de Nederlandse Loodsencorporatie;

gelet op artikel 1, onderdeel b van het Besluit kennisgevingen Nederlandse Loodsencorporatie

(Stb. 1988, 391); maakt hierbij bekend dat op dinsdag 10 februari 2015 (aanvang 10.30 uur) een niet-openbare ledenvergadering van de Nederlandse Loodsencorporatie zal worden gehouden in het Hilton Hotel te Rotterdam. Voor deze ledenvergadering is het ontwerp van de verordening tot wijziging van de Deelnemings- en inschrijvingsverordening registerloodsen 2014 geagendeerd. Voor dit agendapunt is de voornoemde ledenvergadering openbaar. Het ontwerp zal om 11.00 uur aan de orde worden gesteld. Het ontwerp is in deze Staatscourant gepubliceerd. Belanghebbenden kunnen met betrekking tot het gepubliceerde ontwerp gedurende drie (3) weken na deze publicatie hun zienswijze naar voren brengen. Deze kunnen schriftelijk worden ingediend bij de Algemene Raad van de Nederlandse Loodsencorporatie, Postbus 830, 3000 AV Rotterdam.

De ledenvergadering van de Nederlandse loodsencorporatie,

Gelet op artikel 15, tweede lid, en artikel 24, eerste lid, onderdeel d, van de Loodsenwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Deelnemings- en inschrijvingsverordening registerloodsen 2014 wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 3 van de Deelnemings- en inschrijvingsverordening registerloodsen 2014 komt te luiden:

Artikel 3 Doorhaling

De inschrijving in het register, bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de Loodsenwet wordt doorgehaald op de eerste dag van de maand, volgend op die, waarin de leeftijd van zestig jaren is bereikt.

B

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

Het eerste lid alsmede de aanduiding ‘2.’ voor het tweede lid vervallen.

ARTIKEL II

Artikel 6 vervalt met ingang van 1 juni 2015.

ARTIKEL III

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Aldus vastgesteld in de ledenvergadering van de Nederlandse loodsencorporatie op… te ...

TOELICHTING

In 2008 heeft de beroepsgroep onderkend dat er – gegeven de maatschappelijke opvattingen en een verdergaande individualisering – meer ruimte kan zijn om individueel te bepalen langer het beroep uit te oefenen dan tot de leeftijd van 55 jaar (Stcrt. 2008, nr. 208). Hiervoor is een uitgebreide procedure opgezet, die is verwoord in de leden 2 tot en met 6 van het huidige artikel 3 van de Deelnemings- en Inschrijvingsverordening registerloodsen 2014. Deze procedure paste naadloos binnen de verscheidene wet- en regelgeving, waaronder eveneens de sociaal-financiële en fiscale wet- en regelgeving. Het doorvaren kan tot maximaal 60 jaar. Door ontwikkelingen met name in de bovengenoemde wetgeving, kunnen de procedures die volgens het huidige artikel 3 leden 2 tot en met 5 of lid 6 gevolgd moeten worden, leiden tot situaties waarin enkele registerloodsen geen beroep kunnen doen op de per 1 januari 2015 ingegane sociaal-financiële rechten. Er ontstaat zodoende een vorm van ongelijkheid.

De sociaal-medische gronden daarentegen zijn sinds 2008 niet veranderd, dus de maximale leeftijdsgrens van 60 jaar wordt in dit voorstel ook niet veranderd. Eveneens blijft het voor een registerloods mogelijk om eerder dan bij het bereiken van de leeftijd van 60 jaar de uitoefening van het beroep te beëindigen. Deze mogelijkheid blijft omdat het beroep van registerloods dermate bezwarend is dat, mede met het oog op de veiligheid waarop het beroep is gericht, er tot op heden geen redenen zijn om deze leeftijdsgrens integraal te wijzigen.

Met het laten vervallen van de procedures omschreven in de leden 2 tot en met 6 van artikel 3 vervalt ook de bepaling waarin is geregeld dat een registerloods 24 maanden voor de doorhaling in het register moet bepalen of en zo ja, hoelang hij nog zijn beroep na het bereiken van de 55 jarige leeftijd wil uitoefenen. Daarbij geldt voor de eerste verlenging een periode van maximaal 3 jaar en voor de tweede verlenging een periode van maximaal 2 jaar (artikel 3, tweede en vierde lid). Op deze wijze was het publieke belang van altijd voldoende registerloodsen op evenwichtige wijze gewaarborgd. Vanwege de noodzaak dat er altijd voldoende registerloodsen beschikbaar dienen te zijn en de opbouw van de bevoegdheden van een registerloods geruime tijd vergt en daardoor een planning van de instroom nodig is, is aan de samenwerkingsverbanden in de verschillende regio’s verzocht om hierin zelfregulerend en landelijk uniform te voorzien, wat er in principe op neerkomt dat binnen de planning door de betreffende registerloods 24 maanden van te voren wordt aangegeven of hij de uitoefening van zijn beroep gaat beëindigen. Hierdoor vindt er geen verandering plaats binnen het planningsproces. Desalniettemin blijft de Algemene Raad deze ontwikkelingen binnen de samenwerkingsverbanden volgen en indien noodzakelijk zullen er passende maatregelen worden getroffen.

Naar boven