Regeling van het College van procureurs-generaal van 17 december 2014 houdende wijziging van de mandaatregeling Wet bescherming persoonsgegevens Openbaar Ministerie van het College van procureurs-generaal van 3 januari 2013 in verband met de inwerkingtreding van de Wet van 19 juni 2014 tot wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten in verband met de wettelijke regeling van de centrale verwerking openbaar ministerie

Het College van procureurs-generaal,

Besluit:

ARTIKEL I

De mandaatregeling Wet bescherming persoonsgegevens Openbaar Ministerie wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 1, tweede lid, wordt – de directeur van de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie – vervangen door: het hoofd van de centrale verwerking openbaar ministerie.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 17 december 2014

Het College van procureurs-generaal, H.J. Bolhaar

TOELICHTING

Op 1 januari 2015 treedt de Wet van 19 juni 2014 tot wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten in verband met de wettelijke regeling van de centrale verwerking openbaar ministerie in werking. De centrale verwerking openbaar ministerie (CVOM) is in 2005 ontstaan als een landelijke serviceorganisatie ter ondersteuning van de arrondissementsparketten bij de verwerking van zogeheten standaardzaken. Met voornoemde wet wordt aan de CVOM een wettelijke status als onderdeel van het openbaar ministerie toegekend. Voor de praktijk betekent dit onder meer dat de CVOM niet langer onder de dagelijkse leiding van een directeur komt te staan maar, net als andere onderdelen van het openbaar ministerie, onder die van een hoofdofficier van justitie. Deze regeling is op dit punt aangepast, zodat ook de hoofdofficier van de CVOM ten aanzien van de Wet bescherming persoonsgegevens gemandateerd is.

Naar boven