Aanzegging ex artikel 3a, tweede en vijfde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet

10 december 2014

Van Gerechtsdeurwaarder E.J.M van Hal, gevestigd te Den Haag, aldaar kantoorhoudende aan het Nassauplein 21, ontving ik op 13 november 2014 een kennisgeving op basis van artikel 3a van de Gerechtsdeurwaarderswet, waarin hij mij in kennis stelt van een door hem ontvangen opdracht tot het betekenen van een dagvaarding aan de Staat Canada. Het betreft een dagvaarding in een arbeidsrechtelijk geschil tussen een medewerker van de Canadese ambassade in Nederland en de Staat Canada.

Gebleken is dat de functie van betrokken medewerker van de Canadese ambassade ‘senior consular officer’ was. De ‘consulaire ambtenaar’ wordt onder het Verdrag van Wenen inzake consulaire betrekkingen van 1963 gedefinieerd als een persoon aan wie de uitoefening van consulaire werkzaamheden is opgedragen (artikel 1 lid 1 sub d). Ten aanzien van arbeidscontracten van personen wier functie binnen de definitie van consulair ambtenaar valt, bepaalt het VN Verdrag inzake de immuniteit van rechtsmacht van staten en hun eigendommen (Trb 2010, 272) in artikel 11 lid 2 sub b.ii dat de betrokken Staat immuniteit van jurisdictie toekomt. Dit verdrag is weliswaar nog niet geratificeerd door Nederland, maar de hier aangehaalde bepaling wordt, ook door de Nederlandse rechter, als codificatie van het internationale gewoonterecht beschouwd (zie Hof ’s Gravenhage, 28 maart 2008, ro. 2.13 ECLI:NL:GHSGR:2008:BC8063 en HR, 5 februari 2010, NJ 2010/524 ro. 3.3 ECLI:NL:HR:2010:BK6673).

Ik acht de voorgenomen ambtshandeling, na consultatie van mijn ambtgenoot van Buitenlandse zaken, in strijd met de volkenrechtelijke verplichtingen van de Nederlandse Staat.

Op grond van artikel 3a, tweede en vijfde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet zeg ik bovengenoemde gerechtsdeurwaarder en zijn kantoorgenoten aan dat de voorgenoemde ambtshandeling strijdig is met de volkenrechtelijke verplichtingen van de Nederlandse Staat en dat uitvoering daarvan – voor zover nog niet verricht – moet worden geweigerd.

Deze aanzegging is met onmiddellijke ingang van kracht en zal worden gepubliceerd in de Staatscourant.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Naar boven