Verkeersbesluit Rivierenwijk
Logo Heerhugowaard
Datum: 11 december 2014
Onderwerp: Verkeersbesluit voor erfstatus Lek en fietsdoorsteken Rivierenwijk
Burgemeester en wethouders van de gemeente Heerhugowaard
Op grond van artikel 18, eerste lid, onder d, van de Wegenverkeerswet 1994 zijn wij bevoegd dit verkeersbesluit te nemen.
Overwegingen ten aanzien van het besluit
Vereiste van besluit
Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.
Voor maatregelen op of aan de weg tot wijziging van de inrichting van de weg of tot het aanbrengen of verwijderen van voorzieningen ter regeling van het verkeer, indien de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken, moet een verkeersbesluit worden genomen op grond van het bepaalde in artikel 15, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
Motivering
Uit het oogpunt van het verzekeren van de veiligheid op de weg, het beschermen van de weggebruikers en passagiers en het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer is het gewenst om enkele aanpassingen te doen in de verkeersregels geldend in de Rivierenwijk F1 en F2. Dit gebied zal de komende jaren volledig worden heringericht en hiervoor gelijktijdig met dit besluit een definitief ontwerp vastgesteld, wat voortgekomen is uit een uitgebreid participatietraject met omwonenden. Op een aantal plaatsen zullen ook de verkeersregels wijzigen:
  • a)
    Het eerste gedeelte van de Lek was in de oude situatie geen onderdeel van het (woon)erf. In het nieuwe ontwerp wordt dit weggedeelte ook als erf (G5) ingericht; De borden G5 en G6 zullen worden verplaatst naar een locatie nabij de kruising met de Geul.
  • b)
    De doorsteek tussen de Middenweg en de Lek wordt ingericht als een fiets- en voetpad; de doorsteek wordt voorzien van bord G11 en daar waar het pad aansluit op het erf wordt bord G5 geplaatst.
  • c)
    De doorsteek tussen de Rijn en de Linge wordt ingericht als een fiets- en voetpad; de doorsteek wordt voorzien van bord G11 en daar waar het pad aansluit op het erf wordt bord G5 geplaatst.
  • d)
    De doorsteek tussen de Dommel en de IJssel wordt ingericht als een fiets- en voetpad; de doorsteek wordt voorzien van bord G11 en daar waar het pad aansluit op het erf wordt bord G5 geplaatst.
Met het bovenstaande wordt beoogd:
Ad a)
een eenduidige verkeerssituatie te creeëren in het gebied binnen de 50 km/u wegen Amstel en Geul. De omvorming maakt het tevens mogelijk en volgens de uitvoeringsvoorschriften van de BABW ook noodzakelijk om de kruising Lek-Vliet vorm te geven als een gelijkwaardige kruising.
De uitvoeringsvoorschriften van de BABW stellen verder dat bij het instellen van een erf aan de volgende voorwaarden voldaan moet zijn:
  • 1.
    Het erf moet voornamelijk een verblijfsfunctie hebben. Dit houdt in, voor zover het gemotoriseerd verkeer betreft, dat de wegen binnen een erf slechts een functie mogen hebben voor verkeer dat zijn bestemming of zijn vertrekpunt binnen het erf heeft en de intensiteit van het verkeer het karakter van het erf niet mag aantasten.
  • 2.
    De aard en de gesteldheid van de wegen en weggedeelten in het erf moeten zodanig zijn en op of aan die wegen en weggedeelten moeten snelheidsbeperkende voorzieningen zijn aangebracht waardoor stapvoets rijden redelijkerwijze uit die omstandigheden voortvloeit.
  • 3.
    De indruk moet worden vermeden dat de weg is verdeeld in een rijbaan en een trottoir. Er mag daarom geen doorlopend hoogteverschil bestaan in het dwarsprofiel van een weg binnen een erf. Voor zover aan het vorenstaande wordt voldaan mag een voorziening voor voetgangers worden gerealiseerd.
  • 4.
    De in- en uitgangen van een erf moeten reeds door hun constructie als zodanig duidelijk kenbaar zijn. Voor zover de in- en uitgangen bij een kruisende weg door motorvoertuigen kunnen worden gebruikt, moeten zij als in- of uitrit zijn uitgevoerd. Het is toegestaan dat de in- en uitgang van een erf vóór een kruisende weg is gesitueerd, mits op een zodanige afstand, met een minimum van 20 meter, van de kruisende weg dat geen misverstand kan bestaan over de op het kruispunt geldende voorrangsregeling.
  • 5.
    De parkeerplaatsen moeten worden aangeduid of aangegeven met een P-tegel of een P-bord. Indien het erf tevens is aangewezen als parkeerschijf-zone moet op de parkeerplaatsen waar de parkeerschijf verplicht is een blauwe streep worden aangebracht.
Aan bovenstaande voorwaarden wordt in de nieuwe inrichting voldaan.
Ad b) c) en d)
In de oude situatie waren de doorsteken tussen Middenweg en Lek, Rijn en Linge en Merwede en Dommel onderdeel van het erf, waardoor in principe al het verkeer hierover heen mocht. Deze doorsteken waren echter vanwege hun breedte en uitvoering met afsluitpalen slechts geschikt voor fietsers en voetgangers en er was in de praktijk veel onduidelijkheid over de status van deze paden. In het nieuwe ontwerp is gekozen voor een eenduidige inrichting van deze paden als een fiets- en voetpad. Het verschil tussen fiets en voetpad wordt aangegeven doormiddel van een andere kleur bestrating voor het fietsgedeelte (rood). Dat maakt het in de nieuwe situatie ook beter mogelijk voor fietsverkeer de wijk via deze doorsteken comfortabel te bereiken. Allen de paden genoemd onder c) en d) worden tevens voorzien van een fysieke afsluiting voor overig verkeer.
Overeenkomstig artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer is overleg gepleegd namens de korpschef met een vertegenwoordiger van het regionaal politiekorps Noord-Holland Noord.
Belangenafweging ( Awb-procedure )
Er heeft een ontwerpbesluit ter inzage gelegen. Er zijn geen zienswijzen ingediend. Er zijn geen wijzigingen ten opzichte van het ontwerpbesluit.
Besluit
Op grond van vorenstaande overwegingen besluiten burgemeester en wethouders om in het kader van de herinrichting van de Rivierenwijk F1 en F2:
  • 1.
    Het eerste gedeelte van de Lek was in de oude situatie geen onderdeel van het (woon)erf. In het nieuwe ontwerp wordt dit weggedeelte ook als erf ingericht;
  • 2.
    De doorsteek tussen de Middenweg en de Lek wordt ingericht als een fiets- en voetpad;
  • 3.
    De doorsteek tussen de Rijn en de Linge wordt ingericht als een fiets- en voetpad; de
  • 4.
    De doorsteek tussen de Dommel en de IJssel wordt ingericht als een fiets- en voetpad;
 
Bebording volgens het Reglement Verkeersregels en Verkeersteken (RVV) 1990:
Bijlage 1, hoofdstuk G verkeersregels
G5; Erf
G6; einde erf
G11; Verplicht Fietspad
 
Burgemeester en wethouders van Heerhugowaard,
namens hen,
N.A. van Excel
hoofd afdeling Wijkbeheer
Mededelingen
Beroep
Bent u belanghebbende en bent u het niet eens met dit besluit dan kunt u beroep instellen. U kunt alleen beroep instellen als u eerder een zienswijze heeft ingediend, of kunt aantonen dat u daartoe redelijkerwijs niet toe in staat bent geweest. U stuurt dan binnen zes weken na publicatiedatum van dit besluit een beroepschrift naar de Rechtbank Alkmaar, sector Bestuursrecht, Postbus 251, 1800 BG in Alkmaar.
In het beroepschrift moeten ten minste zijn vermeld:
  • Uw naam en adres
  • Een omschrijving van het besluit waartegen u beroep instelt
  • De reden(en) waarom u het niet eens bent met de beslissing)
  • De datum waarop u het beroepschrift geschreven heeft
Daarnaast dient u een kopie van het besluit mee te zenden naar de Rechtbank.
U kunt ook digitaal beroep instellen bij de rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Hiervoor heeft u een DigiD (elektronische handtekening) nodig. Kijk op de genoemde website voor de precieze voorwaarden.
Voor de behandeling van een beroepschrift moet u een bijdrage betalen, het zogenaamde griffierecht. Op www.rechtspraak.nl kunt u de brochure “beroep instellen bij de rechtbank, de Bestuursrechtelijke procedure” vinden. Hierin vindt u alle relevante informatie.
Voorlopige voorziening
De uitvoering van het besluit gaat gewoon door, ook al heeft u beroep ingesteld. Als u van mening bent dat een uitspraak van de rechter op uw beroepschrift niet kan worden afgewacht, dan kunt u aan de Voorzieningenrechter vragen een voorlopige voorziening te treffen. Wanneer deze wordt toegekend door de rechter, dan kan de uitvoering van het besluit worden uitgesteld tot het moment waarop op uw bezwaarschrift is beslist.
Een verzoek om een voorlopige voorziening kan alleen worden ingediend als u ook een beroepschrift heeft ingediend bij de rechtbank. Het verzoek om een voorlopige voorziening stuurt u naar de Voorzieningenrechter van de Arrondissementsrechtbank te Alkmaar, sector Bestuursrecht, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. Voor de behandeling van een verzoek om voorlopige voorziening is ook griffierecht verschuldigd.
U kunt ook digitaal een verzoek om een voorlopige voorziening indienen bij de rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Hiervoor heeft u een DigiD (elektronische handtekening) nodig. Kijk op de genoemde website voor de precieze voorwaarden.
Naar boven