Overwegingen ten aanzien van het besluit
dat door de verdubbeling van de Rijksweg N33 tussen Assen en Zuidbroek, de afslag Bareveld is opgeheven en de afslag Wildervank is opgewaardeerd;
dat de afslag Wildervank aansluit op de provinciale weg Hoogezand - Bareveld (N385; K.J. de Vriezestraat) en dat daardoor meer verkeer langs deze route zal gaan;
dat in verband hiermee en vanuit het oogpunt van de verkeersveiligheid een vrijliggend fietspad is aangelegd langs een gedeelte van de provinciale weg N385, ten (zuid)oosten van het kanaal Oosterdiep;
dat de N385 in Bareveld het kanaal Oosterdiep kruist via de provinciale basculebrug "Scheepsjoagersbrug";
dat het niet gewenst is om fietsers samen met het toenemende auto- en vrachtverkeer de bestaande "Scheepsjoagersbrug" te laten passeren;
dat geen ruimte aanwezig was om een aparte fietsverbinding op de bestaande brug te realiseren;
dat daarom direct ten noorden van deze brug een vrijliggende voet- en fietsverbinding is gerealiseerd door de aanleg van een fietsbrug;
dat deze brug in eigendom, beheer en onderhoud is bij de provincie Groningen;
dat op de kruising gevormd door de provinciale weg N385 en de Bareveldstraat in Bareveld een rotonde is aangelegd;
dat deze rotonde is opgenomen in het Tracébesluit voor de verdubbeling van de N33 tussen Assen en Zuidbroek;
dat, volgens artikel 13, lid 6, van de Tracéwet, indien ter uitvoering van een Tracébesluit handelingen worden verricht waarvoor krachtens artikel 15 van de Wegenverkeerswet 1994 een verkeersbesluit is vereist, dat artikel niet van toepassing is;
dat uit het oogpunt van de verkeersveiligheid het niet gewenst is om fietsers gebruik te laten maken van de bovengenoemde rotonde en het direct daarop aansluitende weggedeelte van de N385 (Kielsterachterweg);
dat fietsers gebruik kunnen maken van de weg genaamd 60
e Laan in Bareveld, welke weg is gelegen parallel aan de N385 (Kielsterachterweg), en van de nieuwe fietsbrug over het Oosterdiep;
dat voorts in de nieuwe middengeleider in de N385, direct ten noordwesten van de nieuwe rotonde in de N385 en de Bareveldstraat, een doorsteek voor fietsers is gemaakt;
dat hierdoor fietsers vanaf de 60
e Laan de N385 kunnen oversteken naar de Veldbiesstraat in Bareveld, vice versa;
dat het van belang is dat het fietsverkeer rijdende op genoemde doorsteek voorrang dient te geven aan het kruisende verkeer op de N385;
dat voorts het verkeer op de N385 de middengeleider voorbij moet gaan zoals het bord aangeeft;
dat de provinciale weg Veendam - Bareveld (N385; Kielsterachterweg), vanaf de Landbouwstraat, inclusief de aansluiting, tot en met de Scheepsjoagersbrug (inclusief genoemde rotonde), in Bareveld, gesloten dient te worden verklaard voor fietsen en voor gehandicaptenvoertuigen zonder motor;
dat de nieuwe fietsbrug, gelegen over het Oosterdiep en direct ten noorden van de Scheepsjoagersbrug, en tussen de Bareveldstraat en de Bareveldkade te Bareveld, als verplicht fietspad dient te worden aangeduid;
dat het gewenst is dat het fietsverkeer rijdende op deze brug voorrang dient te geven aan het verkeer op de Bareveldstraat in Bareveld en bij gebleken onduidelijkheid ook aan het verkeer op de Bareveldkade in Bareveld;
dat overeenkomstig artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) overleg heeft plaatsgevonden met de Politie Eenheid Noord-Nederland, District Groningen,
Ondersteuning Ommelanden, Midden en Oost, die bij brief van 26 november 2014, kenmerk N14.040023, heeft bericht geen bezwaar te hebben tegen de voorgenomen verkeersmaatregelen;
- artikel 18, aanhef en lid b, van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna te noemen WVW 1994):
verkeersbesluiten worden genomen voor zover zij betreffen het verkeer op wegen onder beheer van
een provincie door gedeputeerde staten;
- artikel 15, lid 1, van de WVW 1994:
de plaatsing of verwijdering van de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen
verkeerstekens, en onderborden, voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt
gewijzigd, geschiedt krachtens een verkeersbesluit;
- artikel 12, aanhef en lid a, van het Besluit administratieve bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna
de plaatsing of verwijdering van de borden die zijn opgenomen in o.a. de hoofdstukken A tot en met
G van bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 moet geschieden
krachtens een verkeersbesluit;
- artikel 24, aanhef en lid a, van het BABW:
verkeersbesluiten worden genomen na overleg met de korpschef van het betrokken regionale
politiekorps i.c. de Politie Eenheid Noord-Nederland, District Groningen, Ondersteuning
Ommelanden, Midden en Oost;
- artikel 2, aanhef en lid 1, van de WVW 1994 (o.a. het verzekeren van de veiligheid op de
weg, het beschermen van weggebruikers en passagiers en het zoveel mogelijk waarborgen van de
vrijheid van het verkeer);
- de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht;
- het Bevoegdhedenbesluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen 2011, waarbij de
bevoegdheid tot het treffen van verkeersmaatregelen is gemandateerd aan het hoofd van de afdeling