Gemeente Leiden, ontwerp verkeersbesluit tot het instellen van diverse verkeersmaatregelen in verband met herinrichting Kooiplein en omgeving
Logo Leiden
Situatietekening: ST1405 7
Burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden,
Gelet op:
  • artikel 18 eerste lid onder d van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: Wvw 1994), ingevolge verkeersbesluiten worden genomen door burgemeester en wethouders voor zover zij betreffen het verkeer op wegen welke niet in beheer zijn bij het Rijk, de Provincie of een waterschap;
  • de mandaatregeling van burgemeester en wethouders van Leiden en het daarop gebaseerde ondermandaatbesluit waarin de bevoegdheid tot het nemen van dit verkeersbesluit is ondergemandateerd aan de teamleider Ruimtelijke Ordening, Infrastructuur en Onderwijshuisvesting;
  • de bepalingen van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990);
  • de bepalingen van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW);
Overwegende:
  • dat aan het Kooiplein in Leiden Noord een klein winkelcentrum uit de jaren tachtig ligt;
  • dat het betreffende winkelcentrum wordt omgebouwd tot een veelzijdig en modern stadsplein met winkels, woningen, terrasjes, zorgvoorzieningen en twee openbare parkeergarages;
  • dat de directe omgeving rondom het Kooiplein ook bij deze herontwikkeling wordt betrokken en in dat verband een metamorfose ondergaat waarbij onder meer water, groen en nieuwe infrastructuur wordt aangelegd om zodoende een gebied met ruimtelijke samenhang en kwaliteit te creëren;
  • dat voor meer informatie over de exacte inrichting van het Kooiplein en omgeving wordt verwezen naar het bestemmingsplan “Kooiplein e.o.” van 18 december 2012 en het inrichtingsplan Kooiplein Leiden;
  • dat het plangebied voor het project Kooiplein en omgeving rondom de kruising van de Willem de Zwijgerlaan en de Kooilaan ligt en als volgt begrenst wordt:
    • 1)
      ten noorden van de Willem de Zwijgerlaan door de Pieter Bothstraat, het Joop Vervoornpad en het Jan Pieterszoon Coenhof;
    • 2)
      ten zuiden van de Willem de Zwijgerlaan door de Bernhardstraat, Bernhardkade, Ringkade en Curacaostraat;
  • dat de herinrichting binnen bovengenoemd plangebied in twee fasen wordt uitgevoerd, waarbij als eerste de herinrichting van het gebied ten zuiden van de Willem de Zwijgerlaan ter hand wordt genomen;
  • dat dit verkeersbesluit betrekking heeft op de verkeerssituaties die in het kader van bovengenoemde ontwikkeling gaan veranderen binnen het onder punt 2) genoemde plangebied ten zuiden van de Willem de Zwijgerlaan;
  • dat de verkeerssituatie binnen dit plangebied gaat wijzigen als gevolg van de volgende reconstructies/herinrichtingen die hier worden uitgevoerd:
    • a)
      het aanleggen van op- en afritten op de Willem de Zwijgerlaan naar de boven de Kooitunnel gelegen rotonde die aansluit op de Kooilaan, zodat het kruispunt Willem de Zwijgerlaan – Kooilaan weer volledig ontsloten wordt. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de inrichting ter hoogte van de rotonde Willem de Zwijgerlaan – Kooilaan een tijdelijk karakter krijgt en zijn definitieve inrichting zal krijgen op het moment dat ook de ontwikkelingen ten noorden van de Willem de Zwijgerlaan gereed zijn;
    • b)
      het afsluiten van de Surinamestraat van de Kooilaan in verband met het uitbreiden van het Kooiplein en alsmede de verwachte verkeerstoename op de Kooilaan als gevolg van de onder punt a) genoemde nieuwe ontsluiting;
    • c)
      het bouwen van een openbare parkeergarage direct ten noordwesten van het kruispunt Kooilaan – Bernhardkade, welke wordt ontsloten via de Bernhardkade;
    • d)
      het bouwen van een openbare parkeergarage direct ten noordoosten van het kruispunt Kooilaan – Ringkade, welke via de Ringkade wordt ontsloten;
    • e)
      het aanleggen van voorsorteervakken op de Kooilaan ter hoogte van het kruispunt met de Bernhardkade en de Ringkade, bestemd voor andere het verkeer dat vanaf de Kooilaan wil afslaan naar de nieuwe parkeergarages;
    • f)
      aanleg van een nieuw vrijliggend pad aan de zuidzijde van de Ringkade, bestemd voor fietsers, dat vanaf de Kooilaan in oostelijke richting loopt;
    • g)
      aanleg van een nieuw vrijliggend pad aan de zuidzijde van de Bernhardkade, bestemd voor fietsers, dat vanaf de Kooilaan in westelijke richting loopt tot het punt ter hoogte van de Bernhardstraat;
  • dat onder invloed van de bovenvermelde reconstructies een toename van de hoeveelheid verkeer op de Kooilaan wordt verwacht;
  • dat dit enerzijds een gevolg is van de verkeersaantrekkende werking van het nieuwe winkelcentrum aan het Kooiplein en de bezoekers die in verband daarmee naar de nieuwe parkeergarages aan de Bernhardkade en Ringkade rijden;
  • dat dit anderzijds een gevolg is van het feit dat de Kooilaan met de onder 1) vermelde aansluiting op de Willem de Zwijgerlaan net als voorheen weer een invalsroute richting het centrum van Leiden vormt en vice versa;
  • dat het, gelet op het voorgaande, dan ook wenselijk wordt geacht om ter hoogte van de rotonde Willem de Zwijgerlaan – Kooilaan alsook in het plangebied ten zuiden van de Willem de Zwijgerlaan verkeersmaatregelen in te stellen waarmee de verkeersveiligheid, bereikbaarheid en doorstroming ter plaatse in de nieuwe situatie zo goed mogelijk wordt gewaarborgd;
  • dat het in dat verband wenselijk wordt geacht om de hieronder nader toegelichte verkeersmaatregelen in te stellen;
Verkeersmaatregelen Kooilaan
  • dat de Kooilaan een gebiedsontsluitingsweg met een snelheidsregime van 50 km/uur betreft, terwijl de zijwegen Bernhardkade en Ringkade onderdeel uitmaken van de 30 km/uur zone van de naastgelegen woonbuurten;
  • dat in verband hiermee, vanuit verkeersveiligheidsoogpunt, aan weerszijden van de Kooilaan vrijliggende paden aanwezig zijn die bestemd zijn voor fietsers, zodat zij niet gemengd tussen het autoverkeer hoeven te rijden;
  • dat deze vrijliggende paden, voor zover gelegen tussen de Willem de Zwijgerlaan en de Ringkade, dan ook als verplicht fietspad worden aangewezen, die aansluiten op de reeds bestaande vrijliggende fietspaden die vanaf de Ringkade in zuidelijke richting aan weerszijden van de Kooilaan aanwezig zijn;
  • dat bromfietsers, overeenkomstig de destijds in 1999 landelijk ingevoerde maatregel “bromfiets op de rijbaan binnen de bebouwde kom”, van de rijbaan van de Kooilaan gebruik dienen te maken;
  • dat deze maatregel in de praktijk namelijk heeft geleerd dat bromfietsers hierdoor beter zichtbaar zijn voor bestuurders van overige motorvoertuigen, wat gunstig is voor de verkeersveiligheid voor deze groep verkeersdeelnemers, en zij qua snelheid bovendien goed kunnen meerijden met het autoverkeer;
  • dat het vanuit verkeersveiligheidsoogpunt echter wel wenselijk wordt geacht dat bromfietsers ter hoogte van de als rotonde ingerichte kruising Kooilaan – Willem de Zwijgerlaan van de aanwezige vrijliggende paden rondom de rotonde en langs de Willem de Zwijgerlaan gebruik maken;
  • dat dit wenselijk wordt geacht om te voorkomen dat bromfietsers op de Willem de Zwijgerlaan tussen het gemotoriseerd verkeer terecht komen, aangezien de verkeersintensiteiten op deze weg dermate hoog zijn dat de verkeersveiligheid van bromfietsers hier niet gewaarborgd kan worden;
  • dat de vrijliggende tweerichtingspaden aan de zuidzijde van de Willem de Zwijgerlaan alsook rondom de rotonde Kooilaan – Willem de Zwijgerlaan in dat verband worden aangewezen als verplicht brom-/fietspad;
  • dat bromfietsers richting de Kooilaan en andersom ter hoogte van de aansluiting van de Kooilaan op de rotonde in kwestie middels bebording van de rijbaan naar het vrijliggende pad worden gedirigeerd en vice versa;
  • dat het gezien de ontsluitende functie van de Kooilaan, voor zowel het Kooiplein en omgeving als voor het centrum van Leiden, verder wenselijk wordt geacht de Kooilaan als voorrangsgerechtigde weg ten opzichte van de zijwegen aan te wijzen;
  • dat in verband hiermee ter hoogte van de aansluiting van de Bernhardkade en de Ringkade op de Kooilaan een voorrangsregeling wordt ingesteld waarbij het (fiets)verkeer dat vanuit deze straten komt voorrang dient te verlenen aan het kruisende verkeer op de Kooilaan, inclusief fietsers die van de vrijliggende paden langs de Kooilaan gebruik maken;
  • dat fietsers die ter plaatse van het kruispunt Kooilaan – Bernhardkade of het kruispunt Kooilaan – Ringkade de rijbaan van de Kooilaan oversteken via de aldaar aanwezige fietsoversteeklocaties, overeenkomstig het bovenvermelde ook voorrang moeten verleen aan kruisend (fiets)verkeer op de rijbaan van en fietspaden langs de Kooilaan;
  • dat bovengenoemde voorrangsregelingen kenbaar worden gemaakt door het plaatsen van borden model B1 en B6 alsmede door het aanbrengen van haaientanden op het wegdek;
  • dat het tot slot nog wenselijk wordt geacht om de volgende verkeersmaatregelen op de Kooilaan in te stellen:
  • geboden voor bestuurders om de middenbermen ter hoogte van de kruisingen met de Bernhardkade en Ringkade bij nadering aan de rechterzijde te passeren, teneinde te voorkomen dat bestuurders onverhoopt op de verkeerde weghelft terecht komen;
  • een voetgangersoversteekplaats direct ten noorden van het kruispunt met de Bernhardkade, aangeduid middels zebramarkering en bebording. Hiermee wordt voetgangers een als zodanig duidelijk herkenbare oversteeklocatie geboden, waar bestuurders hen conform artikel 49 RVV 1990 voor moeten laten gaan. De voetgangersoversteekplaats is op deze locatie voorzien omdat hiermee een logische looproute ontstaat vanaf de nieuwe parkeergarage aan de Bernhardkade richting het nieuwe Kooiplein en vice versa;
  • een bushalte aan zowel de west- als oostzijde van de Kooilaan, gelegen respectievelijk direct ten zuiden en ten noorden van het kruispunt met de Bernhardkade. Met deze bushaltes wordt de bereikbaarheid en ontsluiting van het gebied via het openbaar vervoer gewaarborgd;
Verkeersmaatregelen Bernhardkade
  • dat de Bernhardkade onderdeel uitmaakt van een 30 km/uur zone;
  • dat binnen 30 km/uur zones overeenkomstig de landelijke richtlijnen in principe sprake is van gemengd gebruik van de rijbaan door gemotoriseerd en langzaam verkeer;
  • dat een aandachtspunt in deze echter wordt gevormd door het feit dat het gedeelte van de Bernhardkade gelegen tussen de Kooilaan en Berhardstraat gaat fungeren als de ontsluitingsroute van de nieuwe parkeergarage die aldaar gebouwd wordt;
  • dat dit naar verwachting betekent dat dit weggedeelte druk gebruikt gaat worden door autoverkeer dat van de Kooilaan naar de garage rijdt en vice versa;
  • dat het gelet hierop vanuit verkeersveiligheidsoogpunt niet wenselijk wordt geacht dat fietsers tussen dit autoverkeer moeten rijden, mede gelet op het feit dat het autoverkeer vanaf de Bernhardkade afslaat naar de ingang van de garage, wat conflictsituaties met fietsers tot gevolg kan hebben;
  • dat ter waarborging van de veiligheid van fietsers dan ook aan de zuidzijde van dit weggedeelte een vrijliggend pad wordt aangelegd dat als verplicht fietspad wordt aangewezen en dat vanaf de Bernhardstraat richting Kooilaan loopt en daar aansluit op het fietspad langs de Kooilaan;
  • dat ter hoogte van het punt waar dit fietspad op de rijbaan van de Berhardkade aantakt voorts een voorrangsregeling wordt ingesteld waarbij fietsers die het betreffende fietspad willen verlaten voorrang moeten verlenen aan kruisend verkeer op de Bernhardkade;
  • dat tot slot een voetgangersoversteekplaats op de Bernhardkade wordt aangelegd ter hoogte van het punt waar deze op de Kooilaan aansluit, zodat voetgangers op deze locatie kunnen beschikken over een als zodanig duidelijk herkenbare oversteeklocatie, waar bestuurders hen conform artikel 49 RVV 1990 voor moeten laten gaan;
  • dat het instellen van deze oversteekplaats wenselijk wordt geacht gezien het feit dat de route Kooilaan – Bernhardkade veelvuldig gebruikt gaat worden door automobilisten die van en naar de nieuwe parkeergarage rijden, wat met de afwezigheid van een formele oversteekplaats tot gevolg kan hebben dat voetgangers die de Kooilaan volgen ter plaatse slechts moeizaam en onder onveilige omstandigheden kunnen oversteken;
  • dat de Beatrixstraat, hoewel buiten het plangebied gelegen, een aansluiting krijgt op de zuidelijke parallelweg van de Willem de Zwijgerlaan;
Verkeersmaatregelen Ringkade
  • dat de Ringkade onderdeel uitmaakt van een 30 km/uur zone;
  • dat binnen 30 km/uur zones overeenkomstig de landelijke richtlijnen in principe sprake is van gemengd gebruik van de rijbaan door gemotoriseerd en langzaam verkeer;
  • dat een aandachtspunt in deze echter wordt gevormd door het feit dat het gedeelte van de Ringkade gelegen tussen de Kooilaan en de Billitonstraat gaat fungeren als de ontsluitingsroute van de nieuwe parkeergarage die aan de Ringkade gebouwd wordt;
  • dat dit naar verwachting betekent dat dit weggedeelte druk gebruikt gaat worden door autoverkeer dat van de Kooilaan naar de garage rijdt en vice versa;
  • dat het gelet hierop vanuit verkeersveiligheidsoogpunt niet wenselijk wordt geacht dat fietsers tussen dit autoverkeer moeten rijden, mede gelet op het feit dat het autoverkeer vanaf de Ringkade afslaat naar de ingang van de garage, wat conflictsituaties met fietsers tot gevolg kan hebben;
  • dat ter waarborging van de veiligheid van fietsers dan ook aan de zuidzijde van dit weggedeelte een vrijliggend pad wordt aangelegd dat als verplicht fietspad wordt aangewezen en dat vanaf de Billitonstraat richting Kooilaan loopt en daar aansluit op het fietspad langs de Kooilaan;
  • dat verder een voetgangersoversteekplaats op de Ringkade wordt aangelegd ter hoogte van het punt waar deze op de Kooilaan aansluit, zodat voetgangers op deze locatie kunnen beschikken over een als zodanig duidelijk herkenbare oversteeklocatie, waar bestuurders hen conform artikel 49 RVV 1990 voor moeten laten gaan;
  • dat het instellen van deze oversteekplaats wenselijk wordt geacht gezien het feit dat de route Kooilaan – Ringkade veelvuldig gebruikt gaat worden door automobilisten die van en naar de nieuwe parkeergarage rijden, wat met de afwezigheid van een formele oversteekplaats tot gevolg kan hebben dat voetgangers die de Kooilaan volgen ter plaatse slechts moeizaam en onder onveilige omstandigheden kunnen oversteken;
  • dat tot slot een eenrichtingsregime, waarvan enkel fietsers en bromfietsers worden uitgezonderd, wordt ingesteld op het gedeelte van de Ringkade gelegen tussen de Billitonstraat en de Parkstraat waarbij het enkel is toegestaan om van oost naar west, richting de Kooilaan te rijden;
  • dat deze maatregel wordt ingesteld om te voorkomen dat de route Ringkade – Timorstraat wordt gebruikt als alternatieve route om de Sumatrastraat te bereiken, aangezien deze laatstgenoemde straat in de nieuwe situatie niet langer via de Surinamestraat op de Kooilaan aansluit;
  • dat gebruik van deze route de leefbaarheid en verkeersveiligheid in de betreffende straten onder druk zet, hetgeen onwenselijk wordt geacht;
Verkeersmaatregelen kruispunt Willem de Zwijgerlaan - Kooilaan
  • dat het kruispunt Willem de Zwijgerlaan – Kooilaan als rotonde is ingericht, mede gebaseerd op het feit dat uit landelijke ervaringen is gebleken dat de verkeersveiligheid en doorstroming van het verkeer verbetert op het moment dat een rotonde wordt aangelegd;
  • dat een rotonde derhalve een bewezen maatregel is als het gaat om het waarborgen van de verkeersveiligheid en doorstroming van het verkeer ter plaatse;
  • dat de rotonde Willem de Zwijgerlaan – Kooilaan voor wat betreft de verkeersmaatregelen wordt uitgevoerd conform de ‘Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake Verkeerstekens’;
  • dat dit betekent dat op het middeneiland van de rotonde is aangegeven dat op de rotonde een verplichte rijrichting linksom van kracht is’
  • dat daarnaast ter hoogte van de aansluiting van de toeleidende wegen op de rotonde middels bebording en markering een voorrangsregeling wordt ingesteld waarbij verkeer komende vanaf deze wegen voorrang moet verlenen aan het verkeer op de rotonde;
  • dat ten behoeve van overstekende voetgangers voorts op de westelijke, zuidelijke en oostelijke tak van de rotonde een formele voetgangersoversteekplats (aangegeven middels zebramarkering en borden L2 van het RVV 1990) wordt aangelegd om voetgangers zodoende een duidelijk herkenbare en daarmee veilige oversteeklocatie te bieden bij het oversteken van de Kooilaan of Willem de Zwijgerlaan;
  • dat verder in landelijke richtlijnen is aangegeven dat het de voorkeur geniet dat fietsers op rotondes die binnen de bebouwde kom liggen voorrang genieten ten opzichte van verkeer dat de rotonde nadert of afrijdt;
  • dat de rotonde Kooilaan – Willem de Zwijgerlaan conform deze richtlijnen wordt ingericht, wat in dit specifieke geval betekent dat fietsers en bromfietsers op het vrijliggende tweerichtingspad rond de rotonde voorrang hebben ten opzichte van gemotoriseerd verkeer dat de rotonde op of af wel;
  • dat verder direct ten westen van de rotonde Willem de Zwijgerlaan – Kooilaan op zowel de afrit als de oprit van de Willem de Zwijgerlaan een halteplaats voor bussen wordt ingericht en middels bebording ook formeel als zodanig wordt aangewezen;
  • dat tot slot ten westen van de rotonde Willem de Zwijgerlaan – Kooilaan een vrijliggend, in twee rijrichtingen te gebruiken, pad wordt aangelegd dat de (brom)fietspaden langs de Kooilaan en Willem de Zwijgerlaan verbindt met de parallelweg van de Willem de Zwijgerlaan;
  • dat dit pad in verband hiermee wordt aangewezen als verplicht brom-/fietspad;
  • gezien het voorgaande en het gestelde in artikel 21 van het BABW juncto artikel 2 Wvw 1994 kan worden opgemerkt dat het nemen van de onderhavige verkeersmaatregelen strekt tot:
    • het verzekeren van de veiligheid op de weg;
    • het beschermen van weggebruikers en passagiers;
  • dat overeenkomstig artikel 24 van het BABW overleg is gepleegd met de (gemachtigde van de) korpschef van de politie, welke in haar schrijven van 14 oktober 2014 met kenmerk 14102014 een positief advies heeft gegeven ten aanzien van de in dit besluit genoemde verkeersmaatregelen;
  • dat de onder ‘besluiten’ genoemde (delen van) wegen in beheer zijn bij de gemeente Leiden en binnen de bebouwde kom van die gemeente zijn gelegen;
zijn, gelet op het voorgaande, voornemens te nemen de volgende
BESLUITEN:
  • 1.
    de huidige voorrangsregelingen, voetgangersoversteekplaatsen, passeergeboden en aanwijzingen van vrijliggende paden als brom-/fietspad of fietspad op de navolgende (delen van) wegen op te heffen in verband met de herinrichting van het Kooiplein en omgeving:
    • a.
      het kruispunt Kooilaan – Willem de Zwijgerlaan;
    • b.
      de Kooilaan, voor zover gelegen tussen de Willem de Zwijgerlaan en de Ringkade;
    • c.
      de Bernhardkade, voor zover gelegen tussen de Kooilaan en de Bernhardstraat;
    • d.
      de Ringkade, voor zover gelegen tussen de Kooilaan en de Parkstraat;
    • e.
      de Surinamestraat, voor zover gelegen tussen de Kooilaan en de Curacaostraat;
  • 2.
    de (onderdelen van de) verkeersbesluiten waarin destijds is besloten tot het instellen van de verkeersmaatregelen zoals genoemd in punt 1 van dit besluit, hierbij in te trekken;
  • 3.
    het kruispunt Kooilaan – Willem de Zwijgerlaan als rotonde met een verplichte rijrichting linksom aan te wijzen door het plaatsen van borden model D1 van Bijlage 1 van het RVV 1990;
  • 4.
    door het plaatsen van borden model D2 van Bijlage 1 van het RVV 1990 bestuurders te gebieden om het bord op de volgende locaties voorbij te gaan aan de zijde die de pijl aangeeft (rechterzijde):
    • a.
      de middengeleiders ter hoogte van de rotonde Kooilaan – Willem de Zwijgerlaan;
    • b.
      de middengeleiders ter hoogte van het kruispunt Kooilaan – Bernhardkade;
    • c.
      de middengeleiders ter hoogte van het kruispunt Kooilaan – Ringkade;
  • 5.
    door het plaatsen van borden model B6 van Bijlage 1 van het RVV 1990, voorzien van onderbord OB503OB104, en het aanbrengen van haaientanden op het wegdek, voorrangsregelingen ter hoogte van de rotonde Kooilaan – Willem de Zwijgerlaan in te stellen waarbij:
    • a.
      verkeer op de toeleidende wegen naar de rotonde voorrang moet verlenen aan het verkeer op de rotonde alsook aan overstekende (brom)fietsers die gebruik maken van het vrijliggende tweerichtingsbrom-/fietspad gelegen rondom de rotonde;
    • b.
      verkeer dat de rotonde afrijdt voorrang moet verlenen aan overstekende (brom)fietsers die gebruik maken van het vrijliggende tweerichtingsbrom-/fietspad gelegen rondom de rotonde;
  • 6.
    door het plaatsen van borden model B1 van Bijlage 1 van het RVV 1990 de Kooilaan als voorrangsweg ten opzichte van de Bernhardkade en de Ringkade aan te wijzen;
  • 7.
    door het plaatsen van borden model B6 van Bijlage 1 van het RVV 1990 en het aanbrengen van haaientanden op het wegdek voorrangsregelingen ter hoogte van:
    • a.
      het punt waar het vrijliggende brom-/fietspad gelegen ten westen van de rotonde Kooilaan – Willem de Zwijgerlaan de afrit vanaf de rotonde richting de Willem de Zwijgerlaan kruist, waarbij (brom)fietsers voorrang dienen te verlenen aan het kruisende verkeer op de afrit;
    • b.
      het punt waar het vrijliggende brom-/fietspad gelegen ten (noord)westen van de rotonde Kooilaan – Willem de Zwijgerlaan op de parallelweg van de Willem de Zwijgerlaan aansluit, waarbij (brom)fietsers voorrang dienen te verlenen aan het kruisende verkeer op de parallelweg;
    • c.
      het punt waar de Bernhardkade op de Kooilaan aansluit, zodanig dat het verkeer op de Kooilaan (inclusief fietsers die van het vrijliggende fietspad langs de Kooilaan gebruik maken) voorrang geniet ten opzichte van bestuurders komende vanuit de Bernhardkade;
    • d.
      het punt waar de Ringkade op de Kooilaan aansluit, zodanig dat het verkeer op de Kooilaan (inclusief fietsers die van het vrijliggende fietspad langs de Kooilaan gebruik maken) voorrang geniet ten opzichte van bestuurders komende vanuit de Ringkade;
    • e.
      de fietsoversteek over de Kooilaan ter hoogte van het kruispunt met de Bernhardkade, waarbij fietsers die van deze oversteeklocatie gebruik maken voorrang dienen te verlenen aan kruisend (fiets)verkeer op de Kooilaan;
    • f.
      de fietsoversteek over de Kooilaan ter hoogte van het kruispunt met de Ringkade, waarbij fietsers die van deze oversteeklocatie gebruik maken voorrang dienen te verlenen aan kruisend (fiets)verkeer op de Kooilaan;
    • g.
      het punt waar het vrijliggende fietspad aan de zuidzijde van de Bernhardkade ter hoogte van de Bernhardstraat op de rijbaan van de Bernhardkade aansluit, zodanig dat fietsers komende van dit fietspad voorrang dienen te verlenen aan het kruisende verkeer op de rijbaan van de Bernhardkade;
  • 8.
    door het plaatsen van borden model C2, C3 en C4 van Bijlage 1 van het RVV 1990, voorzien van een onderbord model OB54, een eenrichtingsregime waarvan enkel (brom)fietsen worden uitgezonderd in te stellen op het weggedeelte van de Ringkade gelegen tussen de Billitonstraat en de Parkstraat, waarbij het enkel is toegestaan om van oost naar west te rijden;
  • 9.
    door het plaatsen van borden model G11 en G12 van Bijlage 1 van het RVV 1990 de navolgende (delen van) vrijliggende paden aan te wijzen als verplicht fietspad:
    • a.
      het in twee rijrichtingen te gebruiken vrijliggende pad gelegen aan de zuidzijde van de Bernhardkade, tussen de Kooilaan en de Bernhardstraat;
    • b.
      het in twee rijrichtingen te gebruiken vrijliggende pad gelegen aan de zuidzijde van de Ringkade, tussen de Kooilaan en de Billitonstraat;
    • c.
      de vrijliggende paden aan weerszijden van de Kooilaan, gelegen tussen de rotonde Kooilaan – Willem de Zwijgerlaan en de Ringkade;
  • 10.
    door het plaatsen van borden model G12a en G12b van Bijlage 1 van het RVV 1990 de navolgende (delen van) vrijliggende paden aan te wijzen als verplicht brom-/fietspad:
    • a.
      het in twee rijrichtingen te gebruiken vrijliggende pad gelegen aan de westzijde van de rotonde Kooilaan – Willem de Zwijgerlaan, dat de parallelweg van de Willem de Zwijgerlaan met de Kooilaan verbindt;
  • 11.
    een voetgangersoversteekplaats voorzien van borden model L2 van Bijlage 1 van het RVV 1990, zoals bedoeld in artikel 49 van het RVV 1990 en Hoofdstuk IV, paragraaf 2, onderdeel 9 van de ‘Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake Verkeerstekens’, aan te leggen op de volgende locaties:
    • a.
      direct ten westen van de rotonde Kooilaan – Willem de Zwijgerlaan, op de westelijke toerit van de Willem de Zwijgerlaan naar de betreffende rotonde;
    • b.
      direct ten oosten van de rotonde Kooilaan – Willem de Zwijgerlaan, op de afrit die vanaf de betreffende rotonde naar de Willem de Zwijgerlaan loopt;
    • c.
      op de Kooilaan (inclusief het naastgelegen vrijliggende fietspad), direct ten zuiden van de rotonde Kooilaan – Willem de Zwijgerlaan;
    • d.
      op de Kooilaan (inclusief het naastgelegen vrijliggende fietspad), direct ten noorden van het kruispunt met de Bernhardkade;
    • e.
      op de Bernhardkade (inclusief het vrijliggende fietspad aan de zuidzijde van de weg), ter hoogte van de aansluiting op de Kooilaan;
    • f.
      op de Ringkade (inclusief het vrijliggende fietspad aan de zuidzijde van de weg), ter hoogte van de aansluiting op de Kooilaan;
  • 12.
    door het plaatsen van borden model L3 van Bijlage 1 van het RVV 1990 de volgende halteplaatsen formeel aan te wijzen als bushalte:
    • a.
      de halteplaats aan de westzijde van de Kooilaan, gelegen direct ten zuiden van het kruispunt met de Bernhardkade;
    • b.
      de halteplaats aan de oostzijde van de Kooilaan, gelegen direct ten noorden van het kruispunt met de Bernhardkade;
    • c.
      de halteplaats gelegen direct ten westen van de rotonde Kooilaan – Willem de Zwijgerlaan, aan de zuidzijde van de oprit van de Willem de Zwijgerlaan naar de rotonde;
    • d.
      de halteplaats gelegen direct ten westen van de rotonde Kooilaan – Willem de Zwijgerlaan, aan de noordzijde van de afrit van de rotonde naar de Willem de Zwijgerlaan;
  • 13.
    door het verwijderen van bord model L8 van Bijlage 1 van het RVV 1990 de aansluiting van de Beatrixstraat op de zuidelijke parallelweg van de Willem de Zwijgerlaan open te stellen:
  • 14.
    de in dit verkeersbesluit genoemde verkeersmaatregelen van kracht te laten zijn vanaf het moment dat de herinrichting van het Kooiplein en omgeving is afgerond;
  • 15.
    de in dit verkeersbesluit genoemde verkeersmaatregelen uit te voeren zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende en daar onlosmakelijk deel van uitmakende situatietekening met kenmerk ST14057 van 01-10-2014.
 
Leiden, 19 november 2014, 
burgemeester en wethouders van Leiden,
namens dezen,
 
 
W.Spies
Teamleider Ruimtelijke Ordening, Infrastructuur en Onderwijshuisvesting
Zienswijze procedure
Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na datum van publicatie in de Staatcourant hun zienswijze indienen bij burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden. Dat kan via www.leiden.nl/contact of schriftelijk naar postbus 9100, 2300 PC Leiden onder vermelding van ‘zienswijze ontwerp verkeersbesluit herinrichting Kooiplein en omgeving’. Een mondelinge zienswijze is mogelijk na afspraak via tel. (071) 516 7751.
De zienswijzen op het ontwerpbesluit zullen worden meegenomen in het definitieve besluit van burgemeester en wethouders. Op het definitief besluit is alleen beroep mogelijk door diegenen die een zienswijze hebben ingediend op het ontwerpbesluit.
Naar boven