Verkeersmaatregel Cortenstraat
Logo Maastricht
Ruimte / Mobiliteit en Milieu / 2014-44716
Gemeente Maastricht
Overwegingen ten aanzien van het besluit
Overwegende, dat de Cortenstraat een erftoegangsweg binnen de bebouwde kom is;
dat de Cortenstraat een zeer smalle straat is in het centrum van Maastricht;
dat het gedeelte van de Cortenstraat tussen de Hondstraat en de Koestraat gesloten is voor alle motorvoertuigen;
dat voor dit gedeelte de nadruk wordt gelegd op toegankelijkheid voor voetgangers;
dat fietsers op dit gedeelte wel toegestaan zijn;
dat daarom de huidige bebording aangepast wordt van een geslotenverklaring naar een zone voetpad;
dat deze maatregel wordt genomen om de leefbaarheid en veiligheid op de weg te verzekeren en ter bescherming van de weggebruikers en passagiers;
dat betreffende straat in beheer en onderhoud is bij de gemeente Maastricht;
dat te nemen verkeersmaatregelen besproken zijn met de Districtchef van politiedistrict Maastricht;
gelet op het bepaalde in de artikelen 15 en 18 van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 12 van het “Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer” en paragraaf 4 van de Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens;
BESLUITEN
  • 1.
    in te trekken het bepaalde ten aanzien van de Cortenstraat in hun besluit van 26 februari 2007 / SEB / Stedelijke Inrichting / 2007-5676;
  • 2.
    door het verwijderen van de borden C12 van Bijlage I van het RVV 1990 de geslotenverklaring voor alle motorvoertuigen voor het gedeelte van de Cortenstraat tussen de Hondstraat en de Koestraat op te heffen;
  • 3.
    door het plaatsen van de G7 (zone) borden van Bijlage I van het RVV en de onderborden met de tekst “Fietsen toegestaan” en “Na 20 m” het gedeelte van de Cortenstraat tussen de Hondstraat en de Koestraat aan te wijzen als een voetpad zone.
Maastricht 26 november 2014
Namens het college van burgemeester en wethouders van Maastricht,
Wethouder Duurzaamheid, Mobiliteit en Kenniseconomie,
voor deze,
Teammanager Milieu en Mobiliteit,
E.Westbroek
Dit besluit is op de in de gemeente gebruikelijke wijze ter openbare kennis gebracht van 28 november 2014 tot en met 9 januari 2015, waarvan mededeling is gedaan in de Staatscourant van 28 november 2014.
Op grond van het bepaalde in de artikelen 8:1 juncto artikel 7:1 juncto artikel 6:4 van de Awb kan, door degenen wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen een termijn van zes weken, ingaande op de dag na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt c.q. is verzonden of uitgereikt, bij ons college een bezwaarschrift worden ingediend.
Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten:
  • a)
    de naam en het adres van de indiener;
  • b)
    de dagtekening;
  • c)
    een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;
  • d)
    de gronden van het bezwaar.
Het bezwaarschrift moet worden gericht aan Burgemeester en Wethouders van Maastricht, Veiligheid en Leefbaarheid, Postbus 1992, 6201 BZ Maastricht.
Het indienen van bezwaar heeft geen schorsende werking. Om de inwerkingtreding van het besluit en de gevolgen daarvan op te schorten kan om een voorlopige voorziening worden verzocht. Het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden gericht aan de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, bestuursrecht, postbus 1988 te 6201 BZ Maastricht.
Van de verzoeker van een voorlopige voorziening wordt een griffierecht geheven. U wordt door de griffie van de rechtbank geïnformeerd over de hoogte van het griffierecht en de wijze van betaling.
U kunt ook digitaal een voorlopige voorziening indienen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.
Naar boven