Autorisatiebesluit Provincie Overijssel, Agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten (BPR)

Datum: 13 februari 2014

Kenmerk: 2014-0000083148

In het verzoek van 13 december 2013, 2013-0000781860 heeft het college van gedeputeerde staten van de Provincie Overijssel verzocht om autorisatie voor de systematische verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen.

Gelet op de artikelen 3.1 en 3.2 van de Wet basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten.

Paragraaf 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de provincie:

het college van gedeputeerde staten van de Provincie Overijssel;

b. de Wet BRP:

de Wet basisregistratie personen;

c. het Besluit BRP:

het Besluit basisregistratie personen;

d. de basisregistratie personen:

de basisregistratie personen, bedoeld in artikel 1.2 van de Wet BRP;

e. de systematische verstrekking:

de systematische verstrekking, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;

f. de systeembeschrijving:

de systeembeschrijving, bedoeld in artikel 1 van het Besluit BRP;

g. de persoonslijst:

de persoonslijst, bedoeld in artikel 1.1, onder c, van de Wet BRP;

h. de ingeschrevene:

de ingeschrevene, bedoeld in artikel 1.1, onder e, van de Wet BRP;

i. autorisatietabelregel:

de tabel ten behoeve van de systematische verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;

j. de verstrekking van gegevens op verzoek:

de verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder c, van het Besluit BRP, waarbij het aantal personen waarover informatie wordt verstrekt per verzoek ten hoogste tien bedraagt;

k. het Agentschap BPR:

het Agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Paragraaf 2. De verstrekking van gegevens op verzoek aan de provincie

Artikel 2

  • 1. Aan de provincie wordt op haar verzoek een gegeven verstrekt dat is vermeld op de persoonslijst van een ingeschrevene, indien het een gegeven betreft dat is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

  • 2. De provincie verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in de bijlage, indien het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens over een ingeschrevene die aan de provincie verzoekt om een vergunning of een besluit op grond van:

    • a. artikel 3B.1 van het Vuurwerkbesluit;

    • b. artikel 1.2 van de Wet milieubeheer;

    • c. artikel 1.10 van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer;

    • d. artikel 4 van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen;

    • e. de artikelen 2.1, 2.2 en 2.14, tweede lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

    • f. artikel 2 van de Wet geurhinder en veehouderij;

    • g. het Besluit omgevingsrecht;

    • h. de artikelen 3 en 8 van de Ontgrondingenwet;

    • i. de artikelen 5.1, derde lid en 6.4 van de Waterwet;

    • j. artikel 14 lid 3-III van de Wegenwet;

    • k. de artikelen 16 en 19d van de Natuurbeschermingswet 1998;

    • l. het Besluit vergunningen Natuurbeschermingswet 1998.

  • 3. De provincie verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in de bijlage, indien het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens over een ingeschrevene die aan de provincie verzoekt om een ontheffing op grond van:

    • a. de artikelen 10.2, 10.63 en 10.64 van de Wet milieubeheer;

    • b. artikel 68 van de Flora- en faunawet;

    • c. de artikelen 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

    • d. de artikelen 14 lid 3-III en 57 van de Wegenwet;

    • e. artikel 2a van de Wegenverkeerswet;

    • f. artikel 15 van de Wet voorkeursrecht gemeenten;

    • g. artikel 5.1, derde lid, van de Waterwet;

    • h. de Scheepvaartwegen verordening provincies;

    • i. artikel 2.2 en afdelingen 3.1, 3.2 en 3.3 van de Wet ruimtelijke ordening.

  • 4. De provincie verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in de bijlage, indien het verzoek is gericht op het verkrijgen van gegevens over een ingeschrevene die aan de provincie verzoekt om toestemming op grond van:

    • a. artikel 3B.3 van het Vuurwerkbesluit;

    • b. de artikelen 14 lid 3-III en 57 van de Wegenwet;

    • c. artikel 2a van de Wegenverkeerswet.

  • 5. De provincie verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in de bijlage, indien het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens over een ingeschrevene die aan de provincie een melding doet op grond van:

    • a. artikel 2 van de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden;

    • b. artikel 45 van het Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden;

    • c. artikel 3B.4 van het Vuurwerkbesluit;

    • d. de artikelen 27 en 28 van de Wet bodembescherming;

    • e. artikel 7 van de Ontgrondingenwet;

    • f. de artikelen 12 tot en met 15 van het Oplosmiddelenbesluit omzetting EG-VOS richtlijn milieubeheer;

    • g. artikel 6.5 van de Waterwet;

    • h. artikel 6.11 van het Waterbesluit;

    • i. artikel 6.4 van de Waterregeling;

    • j. artikel 1.23 van het Binnenvaart politiereglement;

    • k. de Provinciale verordening burgerinitiatief.

  • 6. De provincie verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in de bijlage, indien het verzoek is gericht op het verkrijgen van gegevens over een ingeschrevene die bij de provincie een subsidieverzoek ter behandeling heeft ingediend op grond van:

    • a. artikel 76j van de Wet bodembescherming;

    • b. artikel 9 van het Besluit financiële bepalingen bodemsanering;

    • c. de artikelen 4.21 tot en met 4.23, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 7. De provincie verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in de bijlage, indien het verzoek is gericht op het verkrijgen van gegevens over een ingeschrevene die bij de provincie een verzoek, klacht of melding ter behandeling heeft ingediend op grond van:

    • a. de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

    • b. de Algemene wet bestuursrecht;

    • c. de Wet openbaarheid van bestuur.

  • 8. De provincie verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in de bijlage, indien het verzoek is gericht op het verkrijgen van gegevens over een ingeschrevene die bij de provincie een verzoek tot compensatie heeft ingediend op grond van de artikelen 3:1, tweede lid, 3:2 en 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 9. De provincie verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in de bijlage, indien het verzoek is gericht op het verkrijgen van gegevens over een ingeschrevene die bij de provincie een zienswijze, bezwaar of beroep heeft ingediend op grond van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 10. De provincie verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in de bijlage, indien het verzoek is gericht op het verkrijgen van gegevens over een ingeschrevene die bij de provincie een verzoek om informatie of een verzoek tot hergebruik van informatie heeft ingediend op grond van de artikelen 3 en 11b van de Wet openbaarheid van bestuur.

  • 11. De provincie verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in de bijlage, indien het verzoek is gericht op het verkrijgen van gegevens over een ingeschrevene voor het heffen en invorderen van een provinciale belasting op grond van artikel 7.7 van de Waterwet.

  • 12. De provincie verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in de bijlage, indien het verzoek is gericht op het verkrijgen van gegevens over een ingeschrevene aan wie een strafbeschikking, zoals bedoeld in artikel 257ba Wetboek van Strafvorderingen en artikel 4.3 van het Besluit OM-afdoening, wordt uitgevaardigd en de gegevens van de ingeschrevene nodig zijn voor het opstellen van een strafbeschikkingsdossier ten behoeve van het Centraal Justitieel Incassobureau, zoals bedoeld in artikel 2.1. van het Besluit OM-afdoening.

  • 13. Aan de provincie worden geen gegevens verstrekt, indien een of meer van de gegevens waarvan de provincie bij haar verzoek gebruik heeft gemaakt, niet is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

Paragraaf 3. Overige verstrekkingen aan de provincie

Artikel 3

  • 1. Indien een verstrekking aan de provincie op grond van dit besluit een gegeven betreft dat op juistheid wordt of is onderzocht, bevat de verstrekking naast dit gegeven tevens de gegevens over dat onderzoek.

  • 2. De verstrekking van gegevens aan de provincie die op grond van dit besluit plaatsvindt, bevat geen gegeven waarbij “indicatie onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” is vermeld.

  • 3. Indien aan de provincie gegevens worden verstrekt van een persoonslijst waarvan de bijhouding is opgeschort, bevat de verstrekking tevens de gegevens omtrent de reden en de datum van de opschorting, alsmede, voor zover deze gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, gegevens over de verificatie en de aanlevering van de verstrekte gegevens.

Paragraaf 4. Slotbepalingen

Artikel 4

  • 1. De provincie verstrekt aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onverwijld alle nieuw gebleken informatie die betrekking heeft op hetgeen geregeld is in dit besluit.

  • 2. Deze informatie betreft in ieder geval wijzigingen in:

    • a. de taak of de wijze van uitvoering van de taak van de provincie;

    • b. de regelgeving ten aanzien van de taak of de wijze van uitvoering van de taak van de provincie;

    • c. de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de taak van de provincie.

Artikel 5

Het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 20 juni 2011, BPR2010/52055, wordt ingetrokken.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 maart 2014.

Het besluit en de bijlage bij het besluit worden gepubliceerd in de Staatscourant.

's-Gravenhage, 13 februari 2014,

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, namens deze, G.M. Keijzer-Baldé Directeur Agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten

Bezwaar

Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit daartegen per brief bezwaar maken bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Postbus 10451, 2501 HL Den Haag. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend, voorzien zijn van een datum alsmede de naam en het adres van de indiener en dient vergezeld te gaan van de gronden waarop het bezwaar berust en, zo mogelijk, een afschrift van het besluit waartegen het bezwaar is gericht.

BIJLAGE

Bijlage bij artikel 2.

RUBRIEK

OMSCHRIJVING

01

PERSOON

   

01.01.10

A-nummer persoon

01.01.20

Burgerservicenummer persoon

01.02.10

Voornamen persoon

01.02.20

Adellijke titel/predicaat persoon

01.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam persoon

01.02.40

Geslachtsnaam persoon

01.03.10

Geboortedatum persoon

01.03.20

Geboorteplaats persoon

01.04.10

Geslachtsaanduiding

01.61.10

Aanduiding naamgebruik

   

05

HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP

   

05.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.40

Geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

05.06.10

Datum huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap

05.07.10

Datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap

   

06

OVERLIJDEN

   

06.08.10

Datum overlijden

   

07

INSCHRIJVING

   

07.70.10

Indicatie geheim

   

08

VERBLIJFPLAATS

   

08.09.10

Gemeente van inschrijving

08.10.10

Functie adres

08.10.20

Gemeentedeel

08.10.30

Datum aanvang adreshouding

08.11.10

Straatnaam

08.11.15

Naam openbare ruimte

08.11.20

Huisnummer

08.11.30

Huisletter

08.11.40

Huisnummertoevoeging

08.11.50

Aanduiding bij huisnummer

08.11.60

Postcode

08.11.70

Woonplaatsnaam

08.11.80

Identificatiecode verblijfplaats

08.11.90

Identificatiecode nummeraanduiding

08.12.10

Locatiebeschrijving

08.13.10

Land adres buitenland

08.13.20

Datum aanvang adres buitenland

08.13.30

Regel 1 adres buitenland

08.13.40

Regel 2 adres buitenland

08.13.50

Regel 3 adres buitenland

   

58

VERBLIJFPLAATS

   

58.09.10

Gemeente van inschrijving

58.10.20

Gemeentedeel

58.10.30

Datum aanvang adreshouding

58.11.10

Straatnaam

58.11.15

Naam openbare ruimte

58.11.20

Huisnummer

58.11.30

Huisletter

58.11.40

Huisnummertoevoeging

58.11.50

Aanduiding bij huisnummer

58.11.60

Postcode

58.11.70

Woonplaatsnaam

58.11.80

Identificatiecode verblijfplaats

58.11.90

Identificatiecode nummeraanduiding

58.12.10

Locatiebeschrijving

TOELICHTING

1. Algemeen

Inleiding

De Wet basisregistratie personen (Wet BRP) vormt de juridische basis voor de basisregistratie personen. In de basisregistratie personen zijn persoonsgegevens opgeslagen in de vorm van persoonslijsten.

De basisregistratie personen bevat gegevens over personen die zijn ingeschreven bij een van de gemeenten in Nederland. De gemeenten houden deze gegevens bij.

Verder zijn in de basisregistratie personen gegevens opgenomen van personen die buiten Nederland woonachtig zijn, zogenoemde niet-ingezetenen. Gegevens van niet-ingezetenen worden bijgehouden door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze registratie van niet-ingezetenen in de basisregistratie personen wordt aangeduid als de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI). Over niet-ingezetenen wordt een beperkter aantal gegevens bijgehouden dan over ingezetenen. De gegevens in de RNI zijn niet aangemerkt als authentieke gegevens. Gegevens over niet-ingezetenen kunnen namelijk minder gemakkelijk actueel gehouden worden dan gegevens over ingezetenen.

De Wet BRP biedt de grondslag voor systematische gegevensverstrekking over ingezetenen en niet-ingezetenen aan overheidsorganen en daartoe aangewezen andere organisaties. Bij de systematische verstrekking worden vanuit een centraal bestand op geautomatiseerde wijze persoonsgegevens uit de basisregistratie personen verstrekt.

Organisaties die in aanmerking komen voor systematische gegevensverstrekking

Allereerst komen overheidsorganen in aanmerking voor systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen. Daarnaast kunnen ook organisaties die werkzaamheden verrichten met een gewichtig maatschappelijk belang daarvoor in aanmerking komen, indien deze werkzaamheden en deze organisaties op grond van artikel 3.3 van de Wet BRP zijn aangewezen. Voorts voorziet artikel 3.13 Wet BRP in systematische gegevensverstrekking aan onderzoeksinstellingen. Waar in het vervolg van deze toelichting zal worden gesproken over "de afnemer" worden daarmee zowel overheidsorganen als derden als onderzoeksinstellingen bedoeld.

Het autorisatiebesluit

Afnemers die systematisch gegevens verstrekt willen krijgen uit de basisregistratie personen dienen hiertoe een verzoek in bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het verzoek wordt gedaan in de vorm van een autorisatieaanvraagformulier. In dit formulier is aangegeven welke gegevens, over welke personen en voor welke taken de aanvrager op systematische wijze verstrekt wenst te krijgen. Het verzoek wordt getoetst, waarbij wordt uitgegaan van de beoordelingscriteria zoals deze zijn neergelegd in de Wet BRP en het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP). Onder meer bepalend is of en in hoeverre de verstrekking van de gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van de taak van de aanvrager. Hierbij wordt steeds de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de personen, van wie de aanvrager gegevens verstrekt wenst te krijgen, gewaarborgd.

Na toetsing van het autorisatieverzoek wordt door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een autorisatiebesluit ten behoeve van de aanvrager genomen. In dit autorisatiebesluit wordt bepaald welke gegevens over welke categorieën van personen en in welke gevallen aan de afnemer worden verstrekt. Aan het autorisatiebesluit kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van een zorgvuldige en doelmatige gegevensverstrekking.

Het autorisatiebesluit wordt voor zover mogelijk technisch vertaald in een zogenoemde autorisatietabelregel. Aan de hand van de autorisatietabelregel wordt de geautoriseerde afnemer herkend en kan de gegevensverstrekking vanuit de basisregistratie personen geautomatiseerd afgewikkeld worden.

2. Toelichting op de wijzen van verstrekken

De systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen kan op verschillende wijzen plaatsvinden. Op grond van dit besluit vindt de verstrekking op de volgende manieren plaats:

De verstrekking op verzoek

Een afnemer kan op verzoek een set gegevens van een persoonslijst verstrekt krijgen. In het autorisatiebesluit is opgenomen welke gegevens van welke categorieën personen mogen worden opgevraagd.

Overige verstrekkingen

Door technische problemen kan het voorkomen dat het berichtenverkeer in een bepaalde periode niet of niet juist heeft plaatsgevonden. Om dit te herstellen wordt een zogenaamd “herstelbericht” verstuurd.

Indien een onderzoek is ingesteld of afgerond naar een gegeven of een verzameling van gegevens, wordt hiervan bij het verstrekte gegeven melding gedaan.

Op een persoonslijst kan bij historische gegevens de indicatie “onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” geplaatst worden. Deze gegevens zijn foutief en worden daarom in principe niet verstrekt.

Indien gegevens worden opgevraagd van een persoonslijst die is opgeschort, hetgeen ondermeer gebeurt indien een ingeschrevene is overleden of geëmigreerd, worden de reden en datum opschorting bijhouding van de persoonslijst meeverstrekt. Bij verstrekking van gegevens van een persoonslijst van een niet-ingezetene, is het van belang om aan te geven wanneer de gegevens op de persoonslijst geverifieerd zijn en welke organisatie de in een categorie opgenomen gegevens heeft aangeleverd. Om dit te bereiken, worden de verificatiegegevens of de gegevens over de aanleverende organisatie, voor zover die gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, meeverstrekt als er gegevens worden verstrekt uit een categorie waarin die gegevensgroepen voorkomen.

3. De provincie Overijssel

Dit besluit is een autorisatiebesluit dat is genomen ten behoeve van het college van gedeputeerde staten van de Provincie Overijssel] (in deze toelichting genoemd: de provincie).

De provincie is een overheidsorgaan als bedoeld in artikel 1. 1, onder t, van de Wet BRP.

3.1. Taken van de provincie

In het onderhavige autorisatiebesluit wordt de provincie geautoriseerd voor het verstrekt krijgen van gegevens van ingeschrevenen ter uitvoering van wettelijke taken op de volgende gebieden:

  • 1) Het verlenen van een vergunning of een ontheffing, het geven van toestemming en het in ontvangst nemen van een melding;

  • 2) Het behandelen van een subsidieverzoek;

  • 3) Het behandelen van verzoeken, klachten en meldingen;

  • 4) Het behandelen van een verzoek tot compensatie;

  • 5) Het behandelen van een door een ingeschrevene ingediend bezwaar, beroep of zienswijze;

  • 6) Het heffen en invorderen van een provinciale belasting;

  • 7) Het opleggen van een (bestuurlijke) strafbeschikking (milieu).

Het rapport modelautorisatie provincies geeft een uitgebreide beschrijving van alle bovengenoemde taken waarvoor de provincie is geautoriseerd. Tevens wordt in dit rapport per taak aangegeven op welke wijze over welke personen welke gegevens uit de basisregistratie personen mogen worden opgevraagd.

In dit besluit wordt daarom geen nadere toelichting gegeven op de taken, de wijzen van verstrekken en de gegevens die op grond van dit besluit verstrekt mogen worden.

3.2. Wijzen van verstrekken aan de provincie

De provincie heeft ten behoeve van de uitvoering van bovengenoemde taken systematische gegevensverstrekking nodig uit de basisregistratie personen. De provincie krijgt hiervoor gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen. Het betreft de gegevens die zijn opgenomen in de bijlage. De provincie beperkt haar vragen om persoonsgegevens tot de persoonslijsten van ingeschrevenen, waarvan raadpleging noodzakelijk is ter uitvoering van een of meer van de in deze toelichting genoemde taken. Tot de doelgroep van de provincie behoren zowel ingezetenen als niet-ingezetenen.

4. Inlichtingenplicht

Teneinde de autorisatie actueel te houden dient de provincie tijdig inlichtingen te verschaffen over wijzigingen die zich voordoen in haar taak, in de regelingen waarop die taak is gebaseerd of wijzigingen in de gegevens uit basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van die taak. Het is de uitdrukkelijke verantwoordelijkheid van de provincie om deze informatie onverwijld kenbaar te maken aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Eventuele gevolgen van onjuistheden in de autorisatie als gevolg van het niet of niet tijdig doorgeven van dergelijke wijzigingen komen voor de verantwoordelijkheid van de provincie.

5. Wijzigingen

Met dit besluit wordt het autorisatiebesluit van 20 juni 2011, BPR2010/52055 ingetrokken. Deze intrekking is het gevolg van de volgende wijzigingen in de autorisatie van de provincie. Ten eerste in het besluit gewijzigd als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet basisregistratie personen. Aangezien ook niet-ingezetenen tot de doelgroep behoren is de gegevensset uitgebreid met de actuele buitenlandse adresgegevens (08.10.30 tot en met 08.10.50). Voorts is het takenpakket van de provincie uitgebreid met de bevoegdheid om op grond van het Besluit OM-afdoening een bestuurlijke strafbeschikking uit te vaardigen.

6. Publicatie

Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant. Het besluit wordt tevens geplaatst op de internetpagina van Agentschap BPR, www.bprbzk.nl.

Naar boven