Autorisatiebesluit RBL Gooi – Vechtstreek, Agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten (BPR)

Datum: 6 december 2013

Kenmerk: 2013-0000726892

In het verzoek van 10 oktober 2013, 2013-0000648315, heeft het dagelijks bestuur van het Regionaal Bureau Leerlingzaken Gooi en Vechtstreek verzocht om autorisatie voor de systematische verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen in verband met de uitvoering van de Leerplichtwet 1969, artikel 118h van de Wet op het voortgezet onderwijs, artikel 8.3.2 van de Wet educatie en beroepsonderwijs en artikel 162b van de Wet op de expertisecentra.

Gelet op de artikelen 3.1 en 3.2 van de Wet basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten.

Paragraaf 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. het RBL:

het dagelijks bestuur van het Regionaal Bureau Leerlingzaken Gooi en Vechtstreek opgericht bij gemeenschappelijke regeling Regionaal Bureau Leerlingzaken Gooi en Vechtstreek;

b. de Wet BRP:

de Wet basisregistratie personen;

c. het Besluit BRP:

het Besluit basisregistratie personen;

d. de basisregistratie personen:

de basisregistratie personen, bedoeld in artikel 1.2 van de Wet BRP;

e. de systematische verstrekking:

de systematische verstrekking, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;

f. de systeembeschrijving:

de systeembeschrijving, bedoeld in artikel 1 van het Besluit BRP;

g. de persoonslijst:

de persoonslijst, bedoeld in artikel 1.1, onder c, van de Wet BRP;

h. de ingeschrevene:

de ingeschrevene, bedoeld in artikel 1.1, onder e, van de Wet BRP;

i. autorisatietabelregel:

de tabel ten behoeve van de systematische verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;

j. de afnemersindicatie:

de codering[en] die het RBL aanduidt in verband met de uitvoering van dit besluit en die is vermeld in de autorisatietabelregel;

k. de spontane verstrekking van gegevens:

de verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder a, van het Besluit BRP;

l. de verstrekking van gegevens op verzoek:

de verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder c, van het Besluit BRP, waarbij het aantal personen waarover informatie wordt verstrekt per verzoek ten hoogste tien bedraagt;

m. een actueel gegeven:

een gegeven dat overeenkomstig de systeembeschrijving als actueel gegeven in de basisregistratie personen is vermeld;

n. een infrastructurele wijziging:

een wijziging van de categorie Verblijfplaats die overeenkomstig de systeembeschrijving wordt beschouwd als een infrastructurele wijziging;

o. het Agentschap BPR:

het Agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

p. leerplichtige jongere:

persoon die in het kader van de Leerplichtwet 1969 leerplichtig of partieel leerplichtig is;

q. voortijdig schoolverlater:

voortijdig schoolverlater als bedoeld in artikel 118g van de Wet op het voortgezet onderwijs, 8.3.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs of artikel 162a van de Wet op de expertisecentra;

r. startkwalificatie:

diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs of hoger algemeen voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 7 onderscheidenlijk artikel 8 van de Wet op het voortgezet onderwijs dan wel een diploma van een opleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen b tot en met e, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

s. het werkgebied:

de gemeenten die zijn vermeld in de autorisatietabelregel van het RBL.

Paragraaf 2. De spontane verstrekking van gegevens aan het RBL

Artikel 2

  • 1. Zodra de afnemersindicatie bij de persoonslijst van een ingeschrevene is opgenomen, worden aan het RBL eenmaal de gegevens verstrekt die zijn opgenomen in bijlage I bij dit besluit voor zover deze gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst van de ingeschrevene.

  • 2. Indien een gegeven dat is opgenomen in bijlage I op de persoonslijst van een ingeschrevene wijzigt, verwijdert of opneemt en de afnemersindicatie als actuele aanduiding bij deze persoonslijst is vermeld, krijgt het RBL deze wijziging, verwijdering of opname van het gegeven verstrekt.

  • 3. De verstrekking bevat bij de wijziging van een gegeven het gegeven zoals dit luidde voor de wijziging en het gegeven zoals dit luidt na de wijziging. Bij een verwijdering van een gegeven bevat de verstrekking het verwijderde gegeven. Bij een eerste opneming van een gegeven op de persoonslijst bevat de verstrekking het opgenomen gegeven. De verstrekking bevat tevens het administratienummer van de ingeschrevene, dat als actueel gegeven op de persoonslijst is vermeld.

  • 4. De verstrekking aan het RBL naar aanleiding van de wijziging van het administratienummer van de ingeschrevene bevat een set identificerende gegevens en de ingangsdatum geldigheid met betrekking tot de elementen van de categorie Persoon. De verstrekking vindt plaats overeenkomstig hetgeen is bepaald in de systeembeschrijving.

Artikel 3

  • 1. Jaarlijks wordt 15 maart de afnemersindicatie bij de persoonslijst van een ingeschrevene opgenomen, indien de ingeschrevene in de periode van 1 juni tot en met 31 mei van dat schooljaar, 3 jaar of ouder is en jonger is dan 23.

  • 2. Zodra de gegevens “datum inschrijving in de gemeente” of “datum vestiging in Nederland” op de persoonslijst van een ingeschrevene in het werkgebied zijn opgenomen of gewijzigd, wordt de afnemersindicatie bij de persoonslijst van de ingeschrevene opgenomen, indien tevens de ingeschrevene in het jaar volgend op de eerste dag van de maand waarin het gegeven op de persoonslijst is opgenomen of gewijzigd, 3 jaar of ouder is en jonger dan 18 jaar.

  • 3. De afnemersindicatie wordt tevens op verzoek van het RBL bij de persoonslijst van een ingeschrevene opgenomen. Het RBL verzoekt slechts om de opneming, indien het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens over leerplichtige jongeren of voortijdig schoolverlaters, die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de Leerplichtwet 1969, artikel 118h van de Wet op het voortgezet onderwijs, artikel 8.3.2 van de Wet educatie en beroepsonderwijs of artikel 162b van de Wet op de expertisecentra.

  • 4. De afnemersindicatie wordt niet bij de persoonslijst van een ingeschrevene opgenomen, indien de afnemersindicatie reeds als actuele aanduiding bij de persoonslijst van de ingeschrevene is vermeld.

Artikel 4

  • 1. De afnemersindicatie wordt op verzoek van het RBL verwijderd als actuele aanduiding bij de persoonslijst van een ingeschrevene. Het RBL verzoekt om de verwijdering, indien de spontane verstrekking van gegevens over de ingeschrevene niet of niet meer noodzakelijk is voor de uitvoering van de Leerplichtwet 1969, artikel 118h van de Wet op het voortgezet onderwijs, artikel 8.3.2 van de Wet educatie en beroepsonderwijs en artikel 162b van de Wet op de expertisecentra.

  • 2. Onverminderd het eerste lid, verzoekt het RBL in ieder geval om de verwijdering zodra is gebleken dat:

    • a. de ingeschrevene geen leerplichtige jongere (meer) is en een startkwalificatie heeft, of

    • b. de ingeschrevene 23 jaar of ouder is.

Paragraaf 3. De verstrekking van gegevens op verzoek aan het RBL

Artikel 5

  • 1. Aan het RBL wordt op zijn verzoek een gegeven verstrekt dat is vermeld op de persoonslijst van een ingeschrevene, indien het een gegeven betreft dat is opgenomen in bijlage II en III bij dit besluit.

  • 2. Het RBL verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in bijlage II bij dit besluit, indien het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de Leerplichtwet 1969, artikel 118h van de Wet op het voortgezet onderwijs, artikel 8.3.2 van de Wet educatie en beroepsonderwijs en artikel 162b van de Wet op de expertisecentra.

  • 3. Onverminderd het tweede lid, verzoekt het RBL slechts om een gegeven, indien het verzoek gericht is op de verstrekking van gegevens over:

    • a. leerplichtige jongeren;

    • b. voortijdig schoolverlaters.

  • 4. Het RBL verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in bijlage III bij dit besluit, indien het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de Leerplichtwet 1969.

  • 5. Onverminderd het vierde lid, verzoekt het RBL slechts om een gegeven, indien het verzoek gericht is op de verstrekking van gegevens over ouders, voogd of verzorgers van leerplichtige jongeren.

  • 6. Aan het RBL worden geen gegevens verstrekt, indien een of meer van de gegevens waarvan het RBL bij zijn verzoek gebruik heeft gemaakt, niet is opgenomen in bijlage II en III bij dit besluit.

Paragraaf 4. Overige verstrekkingen aan het RBL

Artikel 6

  • 1. Indien de gegevensverstrekking die op grond van dit besluit aan het RBL dient plaats te vinden niet of op onjuiste wijze is geschied, wordt dit overeenkomstig hetgeen hierover is geregeld in de systeembeschrijving hersteld. Indien de afnemersindicatie ten onrechte niet bij een persoonslijst is geplaatst, ten onrechte is verwijderd of ten onrechte niet is verwijderd wordt dit hersteld overeenkomstig hetgeen hierover is bepaald in de systeembeschrijving.

  • 2. Indien een verstrekking aan het RBL op grond van dit besluit een gegeven betreft dat op juistheid wordt of is onderzocht, bevat de verstrekking naast dit gegeven tevens de gegevens over dat onderzoek. Indien de afnemersindicatie als actuele aanduiding bij de persoonslijst is vermeld worden tevens gegevens over het begin, de wijziging of de beëindiging van het onderzoek zelf verstrekt.

  • 3. De verstrekking van gegevens aan het RBL die op grond van dit besluit plaatsvindt, bevat geen gegeven waarbij “indicatie onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” is vermeld.

  • 4. Indien aan het RBL gegevens worden verstrekt van een persoonslijst waarvan de bijhouding is opgeschort, bevat de verstrekking tevens de gegevens omtrent de reden en de datum van de opschorting, alsmede, voor zover deze gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, gegevens over de verificatie en de aanlevering van de verstrekte gegevens.

  • 5. Bij de afvoering van een persoonslijst uit de basisregistratie worden aan het RBL, indien de code “fout” als omschrijving reden opschorting bijhouding op de persoonslijst is vermeld en de afnemersindicatie als actuele aanduiding bij de persoonslijst is vermeld, de volgende gegevens verstrekt:

    • a. A-nummer persoon;

    • b. omschrijving reden opschorting bijhouding;

    • c. datum opschorting bijhouding.

Paragraaf 5. De verzending en de ontvangst van berichten

Artikel 7

Indien als gevolg van infrastructurele wijzigingen aan het RBL op grond van dit besluit gegevens moeten worden verstrekt, kan het RBL met het Agentschap BPR overeenkomen dat de gegevens niet worden verstrekt. De overeenstemming tussen het Agentschap BPR en het RBL wordt schriftelijk vastgelegd.

Artikel 8

Nadat schriftelijke overeenstemming is bereikt met het Agentschap BPR kan het RBL gebruik maken van een alternatief medium als bedoeld in de systeembeschrijving bij verstrekking van gegevens als bedoeld in paragraaf 2 en in geval van verstrekking van gegevens als gevolg van infrastructurele wijzigingen.

Paragraaf 6. Slotbepalingen

Artikel 9

  • 1. Het RBL verstrekt aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onverwijld alle nieuw gebleken informatie die betrekking heeft op hetgeen geregeld is in dit besluit.

  • 2. Deze informatie betreft in ieder geval wijzigingen in:

    • a. de taak of de wijze van uitvoering van de taak van het RBL;

    • b. de regelgeving ten aanzien van de taak of de wijze van uitvoering van de taak van het RBL;

    • c. de gegevens uit de basisregistratie die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de taak van het RBL.

Artikel 10

Het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 18 mei 2011, BPR2010/52068, wordt ingetrokken.

Artikel 11

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet basisregistratie personen in werking treedt.

Het besluit en de bijlagen bij het besluit worden gepubliceerd in de Staatscourant.

’s-Gravenhage, 6 december 2013

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, namens deze, G.M. Keijzer-Baldé Directeur Agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten

Bezwaar

Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit daartegen per brief bezwaar maken bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Postbus 10451, 2501 HL Den Haag. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend, voorzien zijn van een datum alsmede de naam en het adres van de indiener en dient vergezeld te gaan van de gronden waarop het bezwaar berust en, zo mogelijk, een afschrift van het besluit waartegen het bezwaar is gericht.

BIJLAGE I

Bijlage bij artikel 2 van dit besluit.

RUBRIEK

OMSCHRIJVING

01

PERSOON

   

01.01.10

A-nummer persoon

01.01.20

Burgerservicenummer persoon

01.02.10

Voornamen persoon

01.02.20

Adellijke titel/predicaat persoon

01.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam persoon

01.02.40

Geslachtsnaam persoon

01.03.10

Geboortedatum persoon

01.03.20

Geboorteplaats persoon

01.03.30

Geboorteland persoon

01.04.10

Geslachtsaanduiding

01.61.10

Aanduiding naamgebruik

   

02

OUDER1

   

02.01.10

A-nummer ouder1

02.02.10

Voornamen ouder1

02.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam ouder1

02.02.40

Geslachtsnaam ouder1

   

03

OUDER2

   

03.01.10

A-nummer ouder2

03.02.10

Voornamen ouder2

03.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam ouder2

03.02.40

Geslachtsnaam ouder2

   

04

NATIONALITEIT

   

04.05.10

Nationaliteit

   

06

OVERLIJDEN

   

06.08.10

Datum overlijden

   

07

INSCHRIJVING

   

07.70.10

Indicatie geheim

   

08

VERBLIJFPLAATSS

   

08.09.10

Gemeente van inschrijving

08.09.20

Datum inschrijving in de gemeente

08.10.10

Functie adres

08.11.10

Straatnaam

08.11.15

Naam openbare ruimte

08.11.20

Huisnummer

08.11.30

Huisletter

08.11.40

Huisnummertoevoeging

08.11.50

Aanduiding bij huisnummer

08.11.60

Postcode

08.11.70

Woonplaatsnaam

08.11.80

Identificatiecode verblijfplaats

08.11.90

Identificatiecode nummeraanduiding

08.12.10

Locatiebeschrijving

08.13.20

Datum aanvang adres buitenland

08.14.20

Datum vestiging in Nederland

   

11

GEZAGSVERHOUDING

   

11.32.10

Indicatie gezag minderjarige

BIJLAGE II

Bijlage bij artikel 5 van dit besluit.

RUBRIEK

OMSCHRIJVING

01

PERSOON

   

01.01.10

A-nummer persoon

01.01.20

Burgerservicenummer persoon

01.02.10

Voornamen persoon

01.02.20

Adellijke titel/predicaat persoon

01.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam persoon

01.02.40

Geslachtsnaam persoon

01.03.10

Geboortedatum persoon

01.03.20

Geboorteplaats persoon

01.03.30

Geboorteland persoon

01.04.10

Geslachtsaanduiding

01.61.10

Aanduiding naamgebruik

   

02

OUDER1

   

02.01.10

A-nummer ouder1

02.02.10

Voornamen ouder1

02.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam ouder1

02.02.40

Geslachtsnaam ouder1

02.03.10

Geboortedatum ouder1

02.03.20

Geboorteplaats ouder1

02.03.30

Geboorteland ouder1

   

03

OUDER2

   

03.01.10

A-nummer ouder2

03.02.10

Voornamen ouder2

03.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam ouder2

03.02.40

Geslachtsnaam ouder2

03.03.10

Geboortedatum ouder2

03.03.20

Geboorteplaats ouder2

03.03.30

Geboorteland ouder2

   

04

NATIONALITEIT

   

04.05.10

Nationaliteit

   

05

HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP

   

05.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.40

Geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

05.06.10

Datum huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap

05.07.10

Datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap

   

06

OVERLIJDEN

   

06.08.10

Datum overlijden

   

07

INSCHRIJVING

   

07.70.10

Indicatie geheim

   

08

VERBLIJFPLAATS

   

08.09.10

Gemeente van inschrijving

08.09.20

Datum inschrijving in de gemeente

08.10.10

Functie adres

08.11.10

Straatnaam

08.11.15

Naam openbare ruimte

08.11.20

Huisnummer

08.11.30

Huisletter

08.11.40

Huisnummertoevoeging

08.11.50

Aanduiding bij huisnummer

08.11.60

Postcode

08.11.70

Woonplaatsnaam

08.11.80

Identificatiecode verblijfplaats

08.11.90

Identificatiecode nummeraanduiding

08.12.10

Locatiebeschrijving

08.13.20

Datum aanvang adres buitenland

08.14.20

Datum vestiging in Nederland

   

10

VERBLIJFSTITEL

   

10.39.10

Aanduiding verblijfstitel

10.39.20

Datum einde verblijfstitel

10.39.30

Ingangsdatum verblijfstitel

   

11

GEZAGSVERHOUDING

   

11.32.10

Indicatie gezag minderjarige

BIJLAGE III

Bijlage bij artikel 5 van dit besluit

RUBRIEK

OMSCHRIJVING

01

PERSOON

   

01.01.10

A-nummer persoon

01.01.20

Burgerservicenummer persoon

01.02.10

Voornamen persoon

01.02.20

Adellijke titel/predicaat persoon

01.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam persoon

01.02.40

Geslachtsnaam persoon

01.04.10

Geslachtsaanduiding

01.61.10

Aanduiding naamgebruik

   

04

NATIONALITEIT

   

04.05.10

Nationaliteit

   

05

HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP

   

05.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.40

Geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

05.06.10

Datum huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap

05.07.10

Datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap

   

06

OVERLIJDEN

   

06.08.10

Datum overlijden

   

07

INSCHRIJVING

   

07.70.10

Indicatie geheim

   

08

VERBLIJFPLAATS

   

08.09.10

Gemeente van inschrijving

08.09.20

Datum inschrijving in de gemeente

08.10.10

Functie adres

08.11.10

Straatnaam

08.11.15

Naam openbare ruimte

08.11.20

Huisnummer

08.11.30

Huisletter

08.11.40

Huisnummertoevoeging

08.11.50

Aanduiding bij huisnummer

08.11.60

Postcode

08.11.70

Woonplaatsnaam

08.11.80

Identificatiecode verblijfplaats

08.11.90

Identificatiecode nummeraanduiding

08.12.10

Locatiebeschrijving

08.13.10

Land adres buitenland

08.13.30

Regel 1 adres buitenland

08.13.40

Regel 2 adres buitenland

08.13.50

Regel 3 adres buitenland

08.14.20

Datum vestiging in Nederland

TOELICHTING

1. Algemeen

Inleiding

De Wet basisregistratie personen (Wet BRP) vormt de juridische basis voor de basisregistratie personen. In de basisregistratie personen zijn persoonsgegevens opgeslagen in de vorm van persoonslijsten.

De basisregistratie personen bevat gegevens over personen die zijn ingeschreven bij een van de gemeenten in Nederland. De gemeenten houden deze gegevens bij.

Verder zijn in de basisregistratie personen gegevens opgenomen van personen die buiten Nederland woonachtig zijn, zogenoemde niet-ingezetenen. Gegevens van niet-ingezetenen worden bijgehouden door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze registratie van niet-ingezetenen in de basisregistratie personen wordt aangeduid als de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI). Over niet-ingezetenen wordt een beperkter aantal gegevens bijgehouden dan over ingezetenen. De gegevens in de RNI zijn niet aangemerkt als authentieke gegevens. Gegevens over niet-ingezetenen kunnen namelijk minder gemakkelijk actueel gehouden worden dan gegevens over ingezetenen.

De Wet BRP biedt de grondslag voor systematische gegevensverstrekking over ingezetenen en niet-ingezetenen aan overheidsorganen en daartoe aangewezen andere organisaties. Bij de systematische verstrekking worden vanuit een centraal bestand op geautomatiseerde wijze persoonsgegevens uit de basisregistratie personen verstrekt.

Organisaties die in aanmerking komen voor systematische gegevensverstrekking

Allereerst komen overheidsorganen in aanmerking voor systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen. Daarnaast kunnen ook organisaties die werkzaamheden verrichten met een gewichtig maatschappelijk belang daarvoor in aanmerking komen, indien deze werkzaamheden en deze organisaties op grond van artikel 3.3 van de Wet BRP zijn aangewezen. Voorts voorziet artikel 3.13 Wet BRP in systematische gegevensverstrekking aan onderzoeksinstellingen. Waar in het vervolg van deze toelichting zal worden gesproken over "de afnemer" worden daarmee zowel overheidsorganen als derden als onderzoeksinstellingen bedoeld.

Het autorisatiebesluit

Afnemers die systematisch gegevens verstrekt willen krijgen uit de basisregistratie personen dienen hiertoe een verzoek in bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het verzoek wordt gedaan in de vorm van een autorisatieaanvraagformulier. In dit formulier is aangegeven welke gegevens, over welke personen en voor welke taken de aanvrager op systematische wijze verstrekt wenst te krijgen. Het verzoek wordt getoetst, waarbij wordt uitgegaan van de beoordelingscriteria zoals deze zijn neergelegd in de Wet BRP en het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP). Onder meer bepalend is of en in hoeverre de verstrekking van de gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van de taak van de aanvrager. Hierbij wordt steeds de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de personen, van wie de aanvrager gegevens verstrekt wenst te krijgen, gewaarborgd.

Na toetsing van het autorisatieverzoek wordt door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een autorisatiebesluit ten behoeve van de aanvrager genomen. In dit autorisatiebesluit wordt bepaald welke gegevens over welke categorieën van personen en in welke gevallen aan de afnemer worden verstrekt. Aan het autorisatiebesluit kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van een zorgvuldige en doelmatige gegevensverstrekking.

Het autorisatiebesluit wordt voor zover mogelijk technisch vertaald in een zogenoemde autorisatietabelregel. Aan de hand van de autorisatietabelregel wordt de geautoriseerde afnemer herkend en kan de gegevensverstrekking vanuit de basisregistratie personen geautomatiseerd afgewikkeld worden.

2. Toelichting op de wijzen van verstrekken

De systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen kan op verschillende wijzen plaatsvinden. Op grond van dit besluit vindt de verstrekking op de volgende manieren plaats.

De spontane verstrekking van gegevens

Met behulp van de spontane verstrekking van gegevens kan een afnemer zijn eigen bestand actueel houden. De afnemer wordt met behulp van deze gegevensverstrekking op de hoogte gehouden van mutaties in de gegevens van de personen die tot de doelgroep van de afnemer behoren. Om de spontane verstrekking mogelijk te maken moeten de persoonslijsten van deze personen worden gemarkeerd. De markering vindt plaats door het opnemen van de afnemersindicatie van de afnemer bij de betreffende persoonslijst.

De spontane verstrekking betreft een vastgestelde (sub)set van gegevens van een persoonslijst. Zodra de afnemersindicatie van een afnemer bij een persoonslijst is geplaatst krijgt deze afnemer eenmalig de gehele set gegevens verstrekt. Hierna krijgt de afnemer, indien een van de in de set opgenomen gegevens wijzigt, het oude en het nieuwe gegeven verstrekt. Bij opname van een gegeven bevat de verstrekking het nieuwe gegeven, bij verwijdering van een gegeven bevat de verstrekking het verwijderde gegeven.

Afnemersindicaties kunnen op drie verschillende wijzen bij een persoonslijst worden geplaatst. In de eerste plaats op verzoek van een afnemer. Ten tweede door middel van een selectie: eenmalig of periodiek worden afnemersindicaties geplaatst bij persoonslijsten die aan een bepaalde voorwaarde voldoen. Ten derde door middel van sleutelrubrieken, waarbij een afnemersindicatie bij de persoonslijst wordt opgenomen indien een bepaald gegeven op de persoonslijst van een persoon wordt opgenomen of gewijzigd en de desbetreffende persoonslijst na die wijziging of opneming aan één of meer gestelde voorwaarden voldoet.

De afnemersindicatie wordt niet bij een persoonslijst geplaatst als dezelfde afnemersindicatie reeds als actuele aanduiding bij de persoonslijst is opgenomen.

In het geval dat een ingeschrevene over wie gegevens verstrekt worden niet (meer) behoort tot de doelgroep dient bij de persoonslijst van die ingeschrevene geen afnemersindicatie (meer) voor te komen. Dit betekent dat de afnemer de verplichting heeft de eerder geplaatste afnemersindicatie te laten verwijderen. De afnemersindicatie blijft als historische aanduiding bij de persoonslijst van de ingeschrevene staan.

De verstrekking op verzoek

Een afnemer kan op verzoek een set gegevens van een persoonslijst verstrekt krijgen. In het autorisatiebesluit is opgenomen welke gegevens van welke categorieën personen mogen worden opgevraagd.

Overige verstrekkingen

Door technische problemen kan het voorkomen dat het berichtenverkeer in een bepaalde periode niet of niet juist heeft plaatsgevonden. Ook kan voorkomen dat afnemersindicaties ten onrechte zijn verwijderd of niet zijn opgenomen. Om dit te herstellen wordt een zogenaamd “herstelbericht” verstuurd. Tevens worden de ontbrekende afnemersindicaties (opnieuw) geplaatst of verwijderd.

Indien een onderzoek is ingesteld of afgerond naar een gegeven of een verzameling van gegevens, wordt hiervan melding gedaan.

Op een persoonslijst kan bij historische gegevens de indicatie “onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” geplaatst worden. Deze gegevens zijn foutief en worden daarom in principe niet verstrekt. Uitzondering hierop is de spontane verstrekking die het gevolg is van de correctie van het foutieve gegeven. Deze spontane verstrekking vindt wel plaats, waarbij met het oude gegeven dat wordt verstrekt tevens de indicatie “onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” wordt meeverstrekt.

Indien gegevens worden opgevraagd van een persoonslijst die is opgeschort, hetgeen ondermeer gebeurt indien een ingeschrevene is overleden of geëmigreerd, worden de reden en datum opschorting bijhouding van de persoonslijst meeverstrekt. Bij verstrekking van gegevens van een persoonslijst van een niet-ingezetene, is het van belang om aan te geven wanneer de gegevens op de persoonslijst geverifieerd zijn en welke organisatie de in een categorie opgenomen gegevens heeft aangeleverd. Om dit te bereiken, worden de verificatiegegevens of de gegevens over de aanleverende organisatie, voor zover die gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, meeverstrekt als er gegevens worden verstrekt uit een categorie waarin die gegevensgroepen voorkomen.

Een persoonslijst die ten onrechte in een basisregistratie is opgenomen, wordt afgevoerd. Bij afvoering worden de reden en datum opschorting bijhouding van de persoonslijst en het administratienummer van de ingeschrevene verstrekt.

3. De verzending en ontvangst van berichten

Onder infrastructurele wijziging wordt verstaan een gemeentenaamswijziging, een samenvoeging van gemeenten, een opdeling van een gemeente in een aantal nieuwe gemeenten of een gemeentedeelwijziging. Door een infrastructurele wijziging kan een groot aantal persoonslijsten gewijzigd worden met als gevolg dat aan de afnemer gegevens worden verstrekt. Het is mogelijk dat de afnemer geen behoefte heeft aan de ontvangst van deze gegevens of deze gegevens op andere wijze verstrekt wenst te krijgen. Om de verstrekking van overbodige gegevens te voorkomen, maakt het besluit het mogelijk dat schriftelijk overeengekomen wordt dat deze gegevens niet of op andere wijze worden verstrekt.

Over de verstrekking van gegevens anders dan via alternatieve media, al dan niet naar aanleiding van infrastructurele wijzigingen, de leverings- en selectiedata en over andere relevante onderwerpen dient overeenstemming te zijn met het Agentschap BPR.

4. Het Regionaal Bureau Leerlingzaken Gooi en Vechtstreek

Dit besluit is een autorisatiebesluit dat is genomen ten behoeve van het Regionaal Bureau Leerlingzaken Gooi en Vechtstreek (in deze toelichting genoemd: het RBL).

Het RBL is een overheidsorgaan als bedoeld in artikel 1. 1, onder t, van de Wet BRP.

Het Regionaal Bureau Leerlingzaken Gooi en Vechtstreek is een openbaar lichaam van de gemeenschappelijke regeling Regionaal Bureau Leerlingzaken Gooi en Vechtstreek. De volgende gemeenten nemen deel aan de gemeenschappelijke regeling: Blaricum, Bussum, Eemnes, Hilversum, Huizen, Laren, Mujiden, Naarden, Weesp en Wijdemeren.

Deze gemeenten hebben de uitvoering van de Leerplichtwet 1969 en de artikelen 118h van de Wet op het voortgezet onderwijs, 8.3.2 van de Wet educatie en beroepsonderwijs en 162b van de Wet op de expertisecentra overgedragen aan het RBL.

4.1. Taken van het RBL

Het RBL controleert in het kader van de Leerplichtwet 1969 onder meer op absoluut en relatief schoolverzuim van leerplichtige jongeren. Absoluut schoolverzuim wordt getraceerd door de gegevens van inschrijvingen die het RBL van de onderwijsinstellingen ontvangt te controleren met de gegevens die het RBL uit de gemeentelijke basisadministraties verstrekt krijgt.

Relatief schoolverzuim wordt door de onderwijsinstellingen aan het RBL gemeld. Het RBL neemt hierop maatregelen bijvoorbeeld door de ouders/verzorgers of voogden aan te schrijven of huisbezoeken af te leggen.

In het kader van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de expertisecentra voert het RBL de regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaters uit. Het RBL organiseert en coördineert de melding, registratie en doorverwijzing naar onderwijs of arbeidsmarkt van voortijdig schoolverlaters. Het RBL registreert hiervoor alle jongeren tussen 17 en 23 jaar die zonder startkwalificatie, dat wil zeggen zonder een diploma van een bepaald niveau, zijn gestopt met hun opleiding. Daarnaast dient het RBL jaarlijks een effectrapportage op te stellen waarin zowel streefcijfers als de bereikte resultaten met betrekking tot de aanpak van voortijdig schoolverlaten zijn opgenomen. Deze effectrapportage wordt toegezonden aan de Minister voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

4.2. Wijzen van verstrekken aan het RBL

Het RBL krijgt de gegevens die noodzakelijk zijn voor de vervulling van de hierboven beschreven taken op systematische wijze verstrekt uit de basisregistratie personen. De systematische verstrekking aan het RBL vindt plaats door middel van spontane verstrekking en gegevensverstrekking op verzoek. Voor de twee taken van het RBL is één gegevensset voor de spontane verstrekking samengesteld. De gegevensverstrekking kan zo op een doelmatige wijze plaatsvinden, terwijl de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in acht wordt genomen. Dit omdat voor de verschillende taken van het RBL vrijwel dezelfde gegevens nodig zijn.

De spontane verstrekking van gegevens aan het RBL

Het RBL krijgt spontane verstrekking van gegevens die zijn opgenomen in bijlage I.

De afnemersindicaties kunnen worden geplaatst op verzoek, met behulp van een selectie en met behulp van sleutelrubrieken.

Het RBL kan afnemersindicaties plaatsen bij persoonslijsten van leerplichtige jongeren en voortijdig schoolverlaters.

Jaarlijks worden de persoonslijsten van personen geselecteerd die in het komende schooljaar (van 1 juni t/m 30 mei) 3 jaar of ouder zijn en jonger zijn dan 18 jaar en ingeschreven zijn in een gemeente die valt onder het werkgebied van het RBL. Bij deze persoonslijsten wordt de afnemersindicatie van het RBL geplaatst. Op deze manier kan het RBL de registratie van leerplichtige jongeren in zijn werkgebied opbouwen.

De afnemersindicatie van het RBL wordt tevens bij een persoonslijst geplaatst in het geval een gemeente die valt onder het werkgebied van het RBL het gegeven "datum inschrijving in de gemeente" of het gegeven "datum vestiging in Nederland" op de persoonslijst van een persoon heeft opgenomen of gewijzigd. Het betreft personen die in het jaar volgend op de maand waarin de persoonslijst is gemuteerd 3 jaar of ouder zijn en jonger zijn dan 18 jaar.

Door middel van het plaatsen van afnemersindicaties met behulp van sleutelrubrieken kan het RBL zijn bestand van leerplichtige jongeren op peil houden.

Het verwijderen van een afnemersindicatie

In het geval dat een ingeschrevene over wie gegevens verstrekt worden niet meer leerplichtig is en een startkwalificatie heeft of het RBL de taak waarvoor de gegevens verstrekt worden niet meer uitvoert, dient bij de persoonslijst van die ingeschrevene geen afnemersindicatie (meer) voor te komen van het RBL. Dit betekent dat het RBL dient te verzoeken de eerder geplaatste afnemersindicatie te verwijderen. De afnemersindicatie blijft als historische aanduiding bij de persoonslijst van de ingeschrevene staan.

De verstrekking van gegevens op verzoek aan het RBL

Het RBL mag tevens op verzoek gegevens opvragen uit de basisregistratie personen. Het betreft de gegevens die zijn opgenomen in bijlagen II en III. Uitsluitend de in deze bijlagen vermelde gegevens kunnen – op verzoek van het RBL – aan het RBL verstrekt worden.

Het RBL beperkt zijn vragen om persoonsgegevens opgenomen in bijlage II die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de Leerplichtwet 1969 en artikel 118h van de Wet op het voortgezet onderwijs, artikel 8.3.2 van de Wet educatie en beroepsonderwijs en artikel 162b van de Wet op de expertisecentra. Naast deze taakomschrijving is ook de groep personen waarop het verzoek van het RBL gericht mag zijn, beperkt. Het betreft in eerste instantie leerplichtige jongeren en voortijdig schoolverlaters. Daarnaast is het mogelijk gegevens van de persoonslijst van ouders of verzorgers van leerplichtige jongeren op te vragen, indien het noodzakelijk is deze te benaderen in verband met schoolverzuim.

Het RBL beperkt zijn vragen om persoonsgegevens opgenomen in bijlage III die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de Leerplichtwet 1969. Het RBL verzoekt slechts om een gegeven zoals opgenomen in bijlage III, indien het verzoek gericht is op de verstrekking van gegevens over ouders, voogd of verzorgers van leerplichtige jongeren.

De gegevensset die het RBL op verzoek kan vragen is ruimer dan de spontane set. De reden hiervoor is dat het RBL op verzoek gericht afzonderlijke gegevens kan opvragen die voor een specifieke situatie noodzakelijk zijn.

4.3. Toelichting te verstrekken gegevens

In bijlage I zijn gegevens opgenomen over de ouders en het gezag over de minderjarige om te kunnen bepalen wie aangesproken kan worden op het schoolverzuim van een leerplichtige jongere.

Het Burgerservicenummer wordt verstrekt omdat met de invoering van de Wet tot wijziging van enkele onderwijswetten in verband met de invoering van een persoonsgebonden nummer in het onderwijs het mogelijk geworden is het onderwijsnummer (wat gelijk is aan het Burgerservicenummer) te gebruiken voor de registratie van leerplichtige jongeren en voortijdig schoolverlaters ten behoeve van de gegevensuitwisseling met onderwijsinstellingen.

Nationaliteitsgegevens kunnen onder meer noodzakelijk zijn om personen in hun eigen taal aan te kunnen schrijven. Een jongere dient ten minste twaalf volledige schooljaren in Nederland onderwijs gevolgd te hebben voordat zijn of haar leerplicht vervalt. Het gegeven “datum vestiging in Nederland” kan daarom van belang zijn om te kunnen bepalen tot aan welke leeftijd een persoon leerplichtig is. Het gegeven “08.13.20 Datum aanvang adres buitenland” is nodig om te kunnen bepalen of een ingeschrevene nog tot de doelgroep van het RBL behoort. Dit gegeven betreft een gegeven van niet- ingezetenen.

In bijlage II zijn gegevens opgenomen over het geboorteland en de geboorteplaats van de ouders. Deze zijn nodig om de etniciteit van de voortijdig schoolverlater te kunnen vaststellen. Deze etniciteit moet worden opgenomen in de effectrapportage voortijdig schoolverlaten. Verstrekking van verblijfstitel-gegevens geschiedt in verband met een goede begeleiding van voortijdig schoolverlaters.

Het RBL heeft tevens de mogelijkheid het gegeven “07.70.10 Indicatie geheim” op te vragen. Met dit gegeven wordt aangeduid of een ingeschrevene de gemeente heeft verzocht om zijn of haar gegevens niet te verstrekken aan bepaalde derden. Indien dit het geval is, kan het RBL aanvullende maatregelen treffen om de privacy van de ingeschrevene te waarborgen.

In bijlage III zijn de gegevens “08.13.10 land adres buitenland”, “08.13.30 Regel 1 adres buitenland”, “08.13.40 Regel 2 adres buitenland” en “08.13.50 Regel 3 adres buitenland” opgenomen. Deze gegevens zijn nodig voor een juiste aanschrijving van ouders, voogd en verzorgers van de leerplichtige jongeren die in het buitenland wonen. De genoemde gegevens zijn gegevens van niet- ingezetenen.

5. Inlichtingenplicht

Teneinde de autorisatie actueel te houden dient het RBL tijdig inlichtingen te verschaffen over wijzigingen die zich voordoen in zijn taak, in de regelingen waarop die taak is gebaseerd of wijzigingen in de gegevens uit een basisadministratie die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van die taak. Het is de uitdrukkelijke verantwoordelijkheid van het RBL om deze informatie onverwijld kenbaar te maken aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Eventuele gevolgen van onjuistheden in de autorisatie als gevolg van het niet of niet tijdig doorgeven van dergelijke wijzigingen komen voor de verantwoordelijkheid van het RBL.

6. Wijzigingen

Met dit besluit wordt het autorisatiebesluit van 18 mei 2011, BPR2010/52068, ingetrokken. Deze intrekking is het gevolg van de inwerkingtreding van de Wet basisregistratie personen. Daarnaast heeft het Agentschap BPR op verzoek van het RBL een nieuw autorisatiebesluit genomen naar aanleiding van een uitbreiding van de gegevensset. De gegevensset is uitgebreid met de volgende gegevens: “08.13.10 Land adres buitenland”, “08.13.30 Regel 1 adres buitenland”, “08.13.40 Regel 2 adres buitenland” en “08.13.50 Regel 3 adres buitenland”.

7. Publicatie

Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant. Het besluit wordt tevens geplaatst op de internetpagina van Agentschap BPR, www.bprbzk.nl.

Naar boven