Provincie Groningen: verkeersbesluit nieuwe situatie Oostelijke Ringweg bij Kardingerweg in de stad Groningen
Logo Groningen
Zaaknummer 541625
Corr. nr. 2014-42251
GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN
Overwegingen ten aanzien van het besluit
dat in het kader van de verbetering van de verkeersveiligheid en de doorstroming van het verkeer op de ringwegen te Groningen de Oostelijke Ringweg (N46) is/wordt gereconstrueerd;
 
dat daarbij het kruispunt met de Kardingerweg (Kardinge) en de Kardingerweg (Ulgersmaborg) ongelijkvloers is gemaakt;
 
dat deze aansluiting is vormgegeven als zogenaamd half klaverblad;
 
dat de kruisingen van de toe- en afritten van de Oostelijke Ringweg met de Kardingerweg aan beide zijden van de Oostelijke Ringweg Groningen, zijn uitgevoerd als rotondes;
 
dat deze rotondes in beheer zijn bij de gemeente Groningen;
 
dat de hoofdrijbaan van de Oostelijke Ringweg en de toe- en afritten in beheer zijn bij de provincie Groningen;
 
dat in verband met het bovenstaande een aantal verkeersmaatregelen dient te worden getroffen;
 
dat de ter plaatse reeds genomen verkeersmaatregelen voor zover nodig in het onderhavige besluit worden meegenomen vanwege de overzichtelijkheid van de besluitvorming;
 
dat overeenkomstig artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) overleg heeft plaatsgevonden met de Politie Eenheid Noord-Nederland, District Groningen, Verkeersondersteuning, die bij brieven van 15 oktober 2014, kenmerk N14.036700, 16 oktober 2014, kenmerk N14.036711, N14.036713, N14.036702, N14.036712 en N14.036701, en van 23 oktober 2014, kenmerk N14.041416, N14.036703, N14.041417 en N14.036704, heeft bericht geen bezwaar te hebben tegen de voorgenomen verkeersmaatregelen.
 
Gelet op:
- artikel 18, aanhef en lid b, van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna te noemen WVW 1994):
verkeersbesluiten worden genomen voor zover zij betreffen het verkeer op wegen onder beheer van
een provincie door gedeputeerde staten;
- artikel 15, lid 1, van de WVW 1994:
de plaatsing of verwijdering van de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen
verkeerstekens, en onderborden, voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt
gewijzigd, geschiedt krachtens een verkeersbesluit;
- artikel 12, aanhef en lid a, van het Besluit administratieve bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna
te noemen BABW):
de plaatsing of verwijdering van de borden die zijn opgenomen in o.a. de hoofdstukken A tot en met
G van bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 moet geschieden
krachtens een verkeersbesluit;
- artikel 24, aanhef en lid a, van het BABW:
verkeersbesluiten worden genomen na overleg met de korpschef van het betrokken regionale
politiekorps i.c. de Politie Eenheid Noord-Nederland, District Groningen, Verkeersondersteuning;
- artikel 2, aanhef en lid 1 en lid 2 van de WVW 1994 (o.a. het verzekeren van de veiligheid op de
weg, het beschermen van weggebruikers en passagiers en het zoveel mogelijk waarborgen van de
vrijheid van het verkeer);
- de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht;
- het Bevoegdhedenbesluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen 2011, waarbij de
  bevoegdheid tot het treffen van verkeersmaatregelen is gemandateerd aan het hoofd van de afdeling
  Wegenbouw.
 
BESLUIT
1.  voor zover nodig onder intrekking van bestaande besluiten, door het plaatsen van borden
 overeenkomstig model A1 van bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990
 (RVV 1990), een maximumsnelheid van 70 km per uur in te stellen voor:
  • 1.
    de toerit naar de Oostelijke Ringweg, welke toerit begint bij de rotonde gelegen in de Kardingerweg (Kardinge), vanaf ongeveer 30 meter van het middelpunt van genoemde rotonde, voor verkeer richting de hoofdrijbaan van de Oostelijke Ringweg;
  • 2.
    de toerit naar de Oostelijke Ringweg, welke toerit begint bij de rotonde gelegen in de Kardingerweg (Ulgersmaborg), vanaf ongeveer 30 meter van het middelpunt van genoemde rotonde, voor verkeer richting de hoofdrijbaan van de Oostelijke Ringweg;
 
2.  door het plaatsen van borden overeenkomstig model A4 van bijlage 1 van het RVV 1990 een
 adviessnelheid van 30 km per uur in te stellen voor:
  • 1.
    de bocht in de afrit van de Oostelijke Ringweg naar de rotonde in de Kardingerweg (Kardinge), op ongeveer 80 meter vanaf het middelpunt van genoemde rotonde;
  • 2.
    de bocht in de afrit van de Oostelijke Ringweg naar de rotonde in de Kardingerweg (Ulgersmaborg), op ongeveer 85 meter vanaf het middelpunt van genoemde rotonde;
 
3.  door het plaatsen van borden overeenkomstig model B6 van bijlage 1 van het RVV 1990 en het
  aanbrengen van voorrangsdriehoeken, aan het verkeer kenbaar te maken dat:
  • 1.
    het verkeer rijdende op de afrit van de Oostelijke Ringweg naar de rotonde in de Kardingerweg (Kardinge), bij de aansluiting op deze rotonde voorrang moet verlenen aan het aanrijdende verkeer;
  • 2.
    het verkeer rijdende op de afrit van de Oostelijke Ringweg naar de rotonde in de Kardingerweg (Ulgersmaborg), bij de aansluiting op deze rotonde voorrang moet verlenen aan het aanrijdende verkeer;
 
4.  door het plaatsen van borden overeenkomstig model G3 van bijlage 1 van het RVV 1990, aan te
 duiden als autoweg:
  • 1.
    de toerit naar de Oostelijke Ringweg, welke toerit begint bij de rotonde gelegen in de Kardingerweg (Kardinge), vanaf ongeveer 30 meter van het middelpunt van genoemde rotonde, voor verkeer richting de hoofdrijbaan van de Oostelijke Ringweg;
  • 2.
    de toerit naar de Oostelijke Ringweg, welke toerit begint bij de rotonde gelegen in de Kardingerweg (Ulgersmaborg), vanaf ongeveer 30 meter van het middelpunt van genoemde rotonde, voor verkeer richting de hoofdrijbaan van de Oostelijke Ringweg;
 
5.  door het plaatsen van borden overeenkomstig model G4 van bijlage 1 van het RVV 1990, aan te
 duiden als einde autoweg:
  • 1.
    de afrit van de Oostelijke Ringweg naar de rotonde gelegen in de Kardingerweg (Kardinge), op ongeveer 100 meter van het middelpunt van genoemde rotonde;
  • 2.
    de afrit van de Oostelijke Ringweg naar de rotonde gelegen in de Kardingerweg (Ulgersmaborg), op ongeveer 110 meter van het middelpunt van genoemde rotonde;
 
6.  Dit besluit bekend te maken in de Staatscourant (zie www.officielebekendmakingen.nl/ 
Staatscourant/Op Rubriek/Verkeersbesluiten) en de Groninger Gezinsbode (edities van
 dinsdag 4 november 2014).
Het besluit en de bekendmaking zijn ook in te zien op www.provinciegroningen.nl/actueel/
bekendmakingen. 
 
7. Een afschrift van dit besluit te zenden naar:
- Politie Eenheid Noord-Nederland te Assen, per e-mail naar: div.non@drenthe.politie.nl;
- Politie Eenheid Noord-Nederland, district Groningen/Haren te Groningen, per e-mail naar:
verkeersadviseringGroningen-Haren@groningen.politie.nl;
- Gemeente Groningen, Dienst RO/EZ, t.a.v. de heer J. Louwes, per e-mail naar:
 j.louwes@roez.groningen.nl;
- Qbuzz, t.a.v. de heren P. Huzeling en B. van Duinen, per e-mail naar: StremmingenGD@qbuzz.nl;
- Ministerie van Defensie, DVVO;
- de afdelingen Beheer & Onderhoud, Verkeer & Vervoer en Wegenbouw, alle van de provincie
Groningen.
 
Groningen, 28 oktober 2014

Namens Gedeputeerde Staten van Groningen:

R.A. Lombaerts
Hoofd van de afdeling Wegenbouw
 
Mededelingen
Bezwaar- of beroepsclausule
Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan een ieder wiens belang rechtstreeks bij dit
besluit is betrokken, tijdens de termijn van terinzageligging (met ingang van woensdag 5 november
2014 tot en met dinsdag 16 december 2014 in kamer D416 van het provinciehuis te Groningen),
 een gemotiveerd bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift kan worden gestuurd naar de
 provincie Groningen, t.a.v. Gedeputeerde Staten, Postbus 610, 9700 AP Groningen. Als er
 bezwaar is gemaakt, kan ook een voorlopige voorziening worden gevraagd bij de rechtbank Noord-
  Nederland, locatie Groningen, afdeling Bestuursrecht, Postbus 150, 9700 AD Groningen.
Een dergelijk verzoek moet zijn ondertekend en ten minste het volgende bevatten:
  • 1.
    de naam en het adres van de verzoeker;
  • 2.
    de dagtekening;
  • 3.
    de gronden van het verzoek (motivering).
Bij het verzoek moet voorts een afschrift van het bezwaarschrift worden overgelegd. Zo mogelijk
wordt ook een afschrift van het besluit waarop het geschil betrekking heeft, overgelegd. Naar
aanleiding van het verzoek kan de bevoegde voorzieningenrechter een voorlopige voorziening
treffen als onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
Voor de behandeling van een verzoek om een voorlopige voorziening wordt een bedrag aan
griffierecht geheven.
 
Informatie is te verkrijgen bij de heer I.J. Westerdijk van de afdeling Wegenbouw van de provincie
Groningen, telefoon: 050 - 316 46 03.
 
Naar boven