Publicatie AGOS, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, Registratieaanvraag BOB Oli de l’Empordà of Aceite de L’Empordà

Gelet op artikel 2 van het Instellingsbesluit Adviescommissie geografische aanduidingen, oorsprongsbenamingen en gegarandeerde traditionele specialiteiten maakt de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland de volgende publicatie in Publicatieblad C 358 van 10 oktober 2014 van de Europese Unie bekend.

Iedere natuurlijke of rechtspersoon die kan aantonen een rechtmatig belang te hebben in verband met door de Europese Commissie voorgenomen registratie van bijgaand productdossier, kan tot uiterlijk 5 december 2014 zijn bedenkingen daartegen kenbaar maken door middel van toezending van een gemotiveerde verklaring aan Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, secretariaat AGOS,

Postbus 93119, 2509 AC Den Haag

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

2014/C 358/08

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees parlement en de Raad bezwaar aan te tekenen tegen de wijzigingsaanvraag (1).

ENIG DOCUMENT

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (2)

„OLI DE L’EMPORDÀ”/„ACEITE DE L’EMPORDÀ”

EG-Nr. ES-PDO-0005-01161 – 23.9.2013

BGA () BOB (X)

  • 1. Naam

    „Oli de l’Empordà”/„Aceite de L’Empordà”

  • 2. Lidstaat of derde land

    Spanje

  • 3. Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

    • 3.1. Productcategorie

      Categorie 1.5. Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.)

    • 3.2. Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

      Deze extra olijfolie van eerste persing wordt verkregen uit de olijfrassen „Argudell”, „Curivell”, „Llei de Cadaqués” en „Arbequina”. Hij wordt bereid met behulp van mechanische procedés of andere fysieke bewerkingen die de olie en de smaak, het aroma en de kenmerken van de vrucht waarvan hij afkomstig is, onaangetast laten.

      De olie van deze BOB wordt bereid uit olijven van geregistreerde olijfgaarden, en wel van de inheemse rassen „Argudell”, „Curivell” en „Llei de Cadaqués” en het traditionele ras „Arbequina”. De „Argudell”, die een grote rol speelt in de samenstelling van de olie (ten minste 51%), en de „Arbequina” worden als de belangrijkste rassen beschouwd; samen maken ze meer dan 95% van de olie uit.

      Wanneer tijdens de bereiding olijven van verschillende rassen worden gemengd, wordt de samenstelling van de olie bepaald door de olieopbrengst van de diverse olijfrassen in het mengsel.

      De chemische samenstelling van de olie is als volgt:

      Vetzuren:

      Oliezuur (in %)

      67,0 (minimaal 60, maximaal 75)

      Linolzuur (in %)

      13,0 (minimaal 8, maximaal 18)

      Palmitinezuur (in %)

      14,0 (minimaal 11, maximaal 18)

      Stabiliteit (Rancimat-waarde bij 120 °C)

      Gemiddelde waarde 9 uur, maar nooit lager dan 6 uur

      Polyfenolen totaal (ppm)

      Meer dan 300

      De oliën hebben de volgende organoleptische kenmerken:

      Kleur: strogeel tot min of meer diepgroen

      Eigenschappen

      Waarde uitgedrukt als adjectief

      Gemiddelde en limieten

      Gebreken

      Geen

      0

      Groen fruitig aroma

      Gemiddelde of gematigd sterke intensiteit van het type „groen”

      5,0 (minimaal 4, maximaal 7), waarbij ruim de helft van de proevers de „groene” noot in het „type fruitig” ervaart.

      Bitterheid

      Gemiddelde intensiteit

      4,0 (minimaal 3, maximaal 6)

      Scherpte

      Gemiddelde intensiteit

      4,0 (minimaal 3, maximaal 6)

      Evenwicht

      Evenwichtig

      Verschil tussen fruitigheid en [bitterheid of scherpte] < 2,0

      Op grond van Verordening (EG) nr. 640/2008 luidt het sensorisch profiel van de BOB-olie „Oli de l’Empordà” of „Aceite de L’Empordà” als volgt: evenwichtige groene fruitige oliën van een gemiddelde intensiteit. Zij laten in de mond een gemiddeld bittere en scherpe smaak achter vanwege het hoge polyfenolgehalte; de adjectieven „gemiddeld”, „evenwichtig” en „groen” hebben een numeriek equivalent, dat in de genoemde verordening is vastgelegd.

      Het sensorisch profiel van deze oliën op basis van andere secundaire aromakenmerken (COI/T.20) luidt als volgt: „Oliën met aroma’s die gewoonlijk doen denken aan pas gemaaid gras en walnoten; er kunnen ook aroma’s van exotische vruchten, groene vruchten of artisjokken vrijkomen en in de mond kan uiteindelijk een smaak achterblijven die aan amandelen doet denken.”.

      Het betreft oliën van eerste persing die uiterst stabiel zijn (gemiddelde Rancimat-waarde bij 120 °C is 9 uur en nooit lager dan 6 uur) vanwege het hoge gehalte aan antioxidanten, met een polyfenolgehalte van meer dan 300 ppm.

      De bovengenoemde kenmerken van oliën met de BOB „Oli de l’Empordà” houden rechtstreeks verband met de overheersende invloed van het belangrijkste ras, namelijk de „Argudell”. Dankzij dit ras krijgen de oliën een groen fruitig aroma met accenten van gras en artisjok, die in de mond een bittere en scherpe smaak achterlaten. Deze eigenschappen blijven aanwezig in de mengsels die de „Arbequina” bevatten. De „Arbequina” heeft neutrale aroma’s en is beduidend minder bitter en scherp, zodat het sensorisch profiel van de „Argudell” altijd de overhand blijft houden, te meer omdat er in het natuurlijke oliemengsel een sterke concentratie van dit ras zit.

    • 3.3. Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

      Voor de bereiding van de olijfolie „Aceite de L’Empordà” worden olijven van de volgende rassen gebruikt: Argudell, Arbequina, Curivell en Llei de Cadaqués. Deze rassen worden verbouwd in het afgebakende geografische gebied (zie punt 4).

    • 3.4. Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong)

    • 3.5. Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

      De productie van de olijven en de bereiding van het product vinden uitsluitend plaats in het afgebakende geografische gebied (zie punt 4).

    • 3.6. Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz.

      De olijfolie kan zowel binnen als buiten het afgebakende geografische gebied worden verpakt, mits het product op betrouwbare wijze wordt getraceerd en van het juiste etiket is voorzien.

      Voor de verkoop in winkels wordt de olie in vaten van maximaal vijf liter verpakt. Deze vaten mogen van glas, voor levensmiddelen geschikt gecoat metaal, PET of geglazuurd aardewerk zijn, of van ieder ander type dat volgens de geldende wetgeving is toegestaan.

    • 3.7. Specifieke voorschriften betreffende de etikettering

      Op de verpakking moeten naast de gegevens die doorgaans op grond van de geldende wetgeving verplicht zijn, de benaming „Oli de l’Empordà” (Catalaans) of „Aceite de L’Empordà” (Spaans) alsmede de vermelding „Beschermde oorsprongsbenaming” komen te staan.

  • 4. Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied

    Het beschermde gebied omvat het grondgebied van de 68 gemeenten van de regio Alt Empordà en de 36 gemeenten van de regio Baix Empordà, vijf aangrenzende gemeenten van Gironès (Viladasens, Sant Jordi Desvalls, Flaçà, Madremanya en Llagostera) en drie gemeenten van Pla de l’Estany (Crespià, Esponellà en Vilademuls). Al deze gemeenten behoren tot de provincie Gerona en liggen in het uiterste noorden van de Autonome Gemeenschap Catalonië.

  • 5. Verband met het geografische gebied

    • 5.1. Specificiteit van het geografische gebied

      De bodemgesteldheid en het klimaat in het afgebakende geografische gebied worden bepaald door drie essentiële factoren:

      • grond: het grootste deel bestaat uit arme, lichte, zure of neutrale bodems;

      • temperatuur: gematigde temperatuur die door de zee wordt gereguleerd;

      • wind: karakteristieke noordenwind: de tramontana.

      Het gebied in de regio Empordà waar de olijfbomen worden gekweekt, bestaat uit arme grond en bevindt zich op niet al te grote hoogte en in de schiervlakte aan de voet van de uitlopers van de Pyreneeën (Sierra de l’Albera en Sierra de Rodes) in het noorden en van de uitlopers van de Montgrí en de Sierra de Les Gabarres in het zuiden. Meestal gaat het om lichte, zure of neutrale bodems van schist, graniet of gneis, die kenmerkend zijn voor de uitlopers van de Pyreneeën.

      Het klimaat in de regio Empordà, waar de olijfbomen worden geteeld, wordt door Papadakis als een mediterraan zeeklimaat bestempeld en door Thornthwaite als droog subhumide aan de kust en subhumide in het binnenland.

      Door de regulerende werking van de zee zijn de temperaturen gematigd en de temperatuurverschillen op een dag niet al te groot. De vorstperiode duurt van half november tot eind maart.

      De gemiddelde neerslag schommelt tussen 550 mm in het noordelijke kustgebied en 850 mm in het binnenland bij de uitlopers van de Pyreneeën. Deze neerslag valt onregelmatig; september en oktober zijn het natst.

      Wat de waterbalans betreft, geldt dat er van juni t/m augustus droogte heerst, wat typerend is voor het Middellandse Zeegebied.

      De meest voorkomende wind is de „tramontana”, een noordenwind.

      Het betreft een droge, soms erg hevige wind, die medebepalend is voor het klimaat in Empordà.

      Dankzij deze wind is in de koude wintermaanden de kans op strenge vorst beperkt. Hierdoor kunnen de olijfgaarden in deze streken overleven.

      ’s Zomers waait de wind vanuit het zuidoosten, waardoor de temperaturen overdag worden getemperd en de relatieve luchtvochtigheid hoog blijft.

      Historische en menselijke factoren

      Er bestaat een rechtstreekse relatie tussen de extra olijfolie van eerste persing „Aceite de L’Empordà” en de geschiedenis, de traditie en de teelt in het gebied waarop de BOB betrekking heeft.

      De olijventeelt en de productie van olijfolie gaan volgens historische bronnen en archeologische opgravingen terug tot meer dan 2.500 jaar geleden.

      De bereiding van olijfolie is altijd hand en hand gegaan met andere typisch mediterrane producten zoals wijn. Beide producten zijn van groot belang voor de economische ontwikkeling van het gebied. De teelt vindt plaats op kleine bedrijven. De grond is erg versnipperd en een groot deel van de olie wordt in coöperaties bereid.

      Bij deze teelt spelen sociale aspecten een wezenlijke rol. De verschillende werkzaamheden en vooral de oogst worden gezamenlijk door familieleden verricht.

      De arbeiders die hier van generatie op generatie werken, hebben uiteindelijk mede op basis van de specifieke klimatologische omstandigheden drie inheemse rassen geselecteerd die uitsluitend in het geografische gebied van deze BOB worden verbouwd, in de eerste plaats de „Argudell” en op kleinere schaal de „Curivell” en de „Llei de Cadaqués”.

      Verder wordt sinds meer dan honderd jaar het traditionele ras „Arbequina” geteeld.

    • 5.2. Specificiteit van het product

      Deze olie dankt zijn specifieke karakter aan het inheemse ras „Argudell”, dat meer dan 51% van het product uitmaakt. Dit ras is bijzonder goed aangepast aan de specifieke klimatologische omstandigheden en bodemgesteldheid in de regio Empordà. Dat verklaart waarom het ras in dit gebied zo wijdverbreid is ondanks oprukkende andere rassen, zowel van Catalaanse als van Franse origine. Het gaat om een zeer robuust ras dat geschikt is voor arme grond en dat de veelvuldig aanwezige harde wind (tramontana) kan verdragen. Het is een bijzonder sterke boom met weinig blad op de kroon, die zijn vruchten niet gauw laat vallen.

      Bovendien verschilt dit ras genetisch (moleculaire DNA-merkers) sterk van de andere Catalaanse rassen. De similariteitscoëfficiënt bedraagt slechts 0,30 (vergeleken met een waarde van 1 voor identieke genotypen).

      Grote stabiliteit. De oliën zijn zeer stabiel dankzij het hoge gehalte aan antioxidanten ([polyfenolen] > 300 ppm). De gemiddelde Rancimat-waarde bij 120 °C is 9 uur en kan nooit lager uitvallen dan 6 uur.

      Bovendien is de stabiliteit van deze oliën te danken aan het hoge gehalte oliezuur (67%, minimaal 60% en maximaal 75%), linolzuur (13%, minimaal 8% en maximaal 18%) en palmitinezuur (14%, minimaal 11% en maximaal 18%). De oliën worden bereid in het noordelijkste gebied van het Iberisch schiereiland waar nog olijven worden geproduceerd. Zouden dezelfde rassen in andere regio’s van Spanje worden gekweekt, dan zou dat minder stabiele oliën opleveren met een lager gehalte aan oliezuur en een hoger gehalte aan linolzuur. Deze eigenschappen worden immers grotendeels bepaald door de breedtegraad waar de productie plaatsvindt.

      Kenmerkende zintuiglijke waarneming (conform de COI-T20-nomenclatuur voor oliën met een BOB) met aroma’s die gewoonlijk doen denken aan pas gemaaid gras en walnoten; er kunnen ook aroma’s van exotische vruchten, groene vruchten of artisjokken vrijkomen en in de mond kan uiteindelijk een smaak achterblijven die aan amandelen doet denken. De geografische bijzonderheden van het gebied zijn bevorderlijk voor een hoge aromatische concentratie die tot uitdrukking komt in een gemiddeld intense fruitigheid van de olijf en in bepaalde gevallen in een hoge intensiteit (tussen 4 en 7). In de mond vertaalt het relatief hoge polyfenolgehalte (ten opzicht van andere Catalaanse regio’s) zich in een gemiddeld bittere en scherpe smaak (intensiteit tussen 3 en 6) en een goed evenwicht met de fruitigheid (verschillen tussen fruitigheid en bitterheid of scherpte minder dan 2). Dit alles is in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 640/2008.

    • 5.3. Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA)

      Zoals hierboven beschreven is de olijventeelt in deze streken mogelijk geworden door een combinatie van historische factoren, een teelttraditie en kenmerken van het natuurlijke milieu. Hierdoor zijn zeer specifieke rassen ontstaan.

      De selectie van de rassen door de mens heeft altijd tot doel gehad cultivars te vinden die aan de harde wind en de bijzonder arme grond in het gebied zijn aangepast. Uiteindelijk is vooral de „Argudell” geschikt gebleken, omdat hij onder de gegeven omstandigheden de hoogste opbrengst geeft. Verder past ook de „Arbequina” goed in de omgeving. Dankzij zijn weinig overheersende karakter en het gebruik in kleine verhoudingen zorgt dit ras ervoor dat opbrengstschommelingen kunnen worden opgevangen zonder dat het profiel van de oliën verandert.

      Bovendien is de teelt van olijfbomen op deze breedtegraad mogelijk door de regulerende werking van de Middellandse Zee. Normaal gesproken zouden de bomen namelijk door de intense kou in de winter beschadigd raken. Bovendien voert de zeewind voldoende vocht aan voor ontkieming en vruchtvorming. Verder bevordert de temperatuur in de zomer de lipogenese en de synthese van enkelvoudig onverzadigde vetzuren. Dankzij de harde droge najaarswind (de tramontana) worden gezondheidsproblemen voorkomen en een goede rijping bevorderd, wat bijdraagt aan een optimale kwaliteit van de geoogste vruchten. Ten slotte zorgen de overheersende lichte en zure of neutrale bodems van schist of graniet – in tegenstelling tot andere teeltgebieden waar klei- en kalkgronden dominant zijn – voor de ontwikkeling van een vrucht die rijk is aan polyfenolen.

      Al deze factoren resulteren in een olie met een specifieke samenstelling en een specifiek sensorisch profiel.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

(artikel 5, lid 7, van Verordening (EG) nr. 510/2006 (3))

http://www.gencat.cat/alimentacio/pliego-aceite-emporda

(1) PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.

(2) PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12. Vervangen door Verordening (EU) nr. 1151/2012.

(3) Zie voetnoot 2.

Naar boven