Autorisatiebesluit Groene Hart Ziekenhuis, Agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten (BPR)

Datum: 24 januari 2014

Kenmerk: 2014-0000039279

In het verzoek van 11 september 2013, 2013-0000545570, heeft Stichting Groene Hart Ziekenhuis verzocht om autorisatie voor de systematische verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens ten behoeve van de gezondheidszorgverlening aan patiënten.

Gelet op de artikelen 3.1 en 3.3 van de Wet basisregistratie personen en artikel 39 van het Besluit basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten.

Paragraaf 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. het ziekenhuis:

Stichting Groene Hart Ziekenhuis;

b. de Wet BRP:

de Wet basisregistratie personen;

c. het Besluit BRP:

het Besluit basisregistratie personen;

d. de basisregistratie personen:

de basisregistratie personen, bedoeld in artikel 1.2 van de Wet BRP;

e. de systematische verstrekking:

de systematische verstrekking, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;

f. de systeembeschrijving:

de systeembeschrijving, bedoeld in artikel 1 van het Besluit BRP;

g. de persoonslijst:

de persoonslijst, bedoeld in artikel 1.1, onder c, van de Wet BRP;

h. de ingeschrevene:

de ingeschrevene, bedoeld in artikel 1.1, onder e, van de Wet BRP;

i. autorisatietabelregel:

de tabel ten behoeve van de systematische verstrekking van gegevens;

j. de afnemersindicatie:

de codering die het ziekenhuis aanduidt in verband met de uitvoering van dit besluit en die is vermeld in de autorisatietabelregel;

k. de spontane verstrekking van gegevens:

de verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder a, van het Besluit BRP;

l. de verstrekking van gegevens op verzoek:

de verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder c, van het Besluit BRP;

m. een actueel gegeven:

een gegeven dat overeenkomstig de systeembeschrijving als actueel gegeven in de basisregistratie personen is vermeld;

n. een infrastructurele wijziging:

een wijziging van de categorie Verblijfplaats die overeenkomstig de systeembeschrijving wordt beschouwd als een infrastructurele wijziging;

o. het Agentschap BPR:

het Agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

p. Diagnose Behandeling Combinatie:

de Diagnose Behandeling Combinatie, bedoeld in artikel 4, aanhef en onder 4.3, van de Regeling prestaties en tarieven medisch specialistische zorg.

Paragraaf 2. De spontane verstrekking van gegevens aan het ziekenhuis

Artikel 2

  • 1. Zodra de afnemersindicatie bij de persoonslijst van een ingeschrevene is opgenomen worden aan het ziekenhuis eenmaal de gegevens verstrekt die zijn opgenomen in bijlage I bij dit besluit voor zover deze gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst van de ingeschrevene.

  • 2. Indien een gegeven dat is opgenomen in bijlage I op de persoonslijst van een ingeschrevene wordt gewijzigd, verwijderd of opgenomen en de afnemersindicatie als actuele aanduiding bij deze persoonslijst is vermeld, krijgt het ziekenhuis deze wijziging, verwijdering of opname van het gegeven verstrekt.

  • 3. De verstrekking bevat bij de wijziging van een gegeven het gegeven zoals dit luidde voor de wijziging en het gegeven zoals dit luidt na de wijziging. Bij een verwijdering van een gegeven bevat de verstrekking het verwijderde gegeven. Bij een eerste opneming van een gegeven op de persoonslijst bevat de verstrekking het opgenomen gegeven. De verstrekking bevat tevens het administratienummer van de ingeschrevene, dat als actueel gegeven op de persoonslijst is vermeld.

  • 4. De verstrekking aan het ziekenhuis naar aanleiding van de wijziging van het administratienummer van de ingeschrevene bevat een set identificerende gegevens en de ingangsdatum geldigheid met betrekking tot de elementen van de categorie Persoon. De verstrekking vindt plaats overeenkomstig hetgeen is bepaald in de systeembeschrijving.

Artikel 3

  • 1. De afnemersindicatie wordt op verzoek van het ziekenhuis bij de persoonslijst van een ingeschrevene opgenomen. Het ziekenhuis verzoekt slechts om de opneming, indien:

    • a. de spontane verstrekking van gegevens over de ingeschrevene noodzakelijk is voor de verwerking van persoonsgegevens in verband met de gezondheidszorgverlening aan patiënten, en

    • b. het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens over een patiënt voor wie een Diagnose Behandeling Combinatie is opgesteld en niet is afgesloten.

  • 2. De afnemersindicatie wordt niet bij de persoonslijst van een ingeschrevene opgenomen, indien de afnemersindicatie reeds als actuele aanduiding bij de persoonslijst van de ingeschrevene is vermeld.

Artikel 4

De afnemersindicatie wordt op verzoek van het ziekenhuis verwijderd als actuele aanduiding bij de persoonslijst van een ingeschrevene. Het ziekenhuis verzoekt in ieder geval om de verwijdering, indien de spontane verstrekking van gegevens over de ingeschrevene niet of niet meer noodzakelijk is voor de verwerking van persoonsgegevens in verband met de gezondheidszorgverlening aan patiënten of zodra de Diagnose Behandeling Combinatie is afgesloten en voor de patiënt geen nieuwe Diagnose Behandeling Combinatie wordt opgesteld.

Paragraaf 3. De verstrekking van gegevens op verzoek aan het ziekenhuis

Artikel 5

  • 1. Aan het ziekenhuis wordt op zijn verzoek een gegeven verstrekt dat is vermeld op de persoonslijst van een ingeschrevene, indien het een gegeven betreft dat is opgenomen in bijlage II bij dit besluit.

  • 2. Het ziekenhuis verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in bijlage II bij dit besluit, indien het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens die noodzakelijk zijn voor de verwerking van persoonsgegevens ten behoeve van de gezondheidszorgverlening aan patiënten en het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens over:

    • a. patiënten;

    • b. wettelijk vertegenwoordigers van een patiënt of personen die gemachtigd zijn namens een patiënt op te treden, of

    • c. voormalige patiënten in verband met de verlening van nazorg.

  • 3. Aan het ziekenhuis worden geen gegevens verstrekt, indien een of meer van de gegevens waarvan het ziekenhuis bij zijn verzoek gebruik heeft gemaakt, niet is opgenomen in bijlage II bij dit besluit.

Paragraaf 4. Overige verstrekkingen aan het ziekenhuis

Artikel 6

  • 1. Indien de gegevensverstrekking die op grond van dit besluit aan het ziekenhuis dient plaats te vinden niet of op onjuiste wijze is geschied, wordt dit overeenkomstig hetgeen hierover is geregeld in de systeembeschrijving hersteld. Indien de afnemersindicatie ten onrechte niet bij een persoonslijst is geplaatst, ten onrechte is verwijderd of ten onrechte niet is verwijderd wordt dit hersteld overeenkomstig hetgeen hierover is bepaald in de systeembeschrijving.

  • 2. Indien een verstrekking aan het ziekenhuis op grond van dit besluit een gegeven betreft dat op juistheid wordt of is onderzocht, bevat de verstrekking naast dit gegeven tevens de gegevens over dat onderzoek. Indien de afnemersindicatie als actuele aanduiding bij de persoonslijst is vermeld worden tevens gegevens over het begin, de wijziging of de beëindiging van het onderzoek zelf verstrekt.

  • 3. Indien de spontane verstrekking van gegevens aan het ziekenhuis een gegeven bevat waarbij “indicatie onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” is vermeld, bevat de verstrekking tevens deze indicatie. De overige verstrekkingen aan het ziekenhuis die plaatsvinden op grond van dit besluit bevatten geen gegevens waarbij “indicatie onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” is vermeld.

  • 4. Indien aan het ziekenhuis gegevens worden verstrekt van een persoonslijst waarvan de bijhouding is opgeschort, bevat de verstrekking tevens de gegevens omtrent de reden en de datum van de opschorting, alsmede, voor zover deze gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, gegevens over de verificatie en de aanlevering van de verstrekte gegevens.

  • 5. Bij de afvoering van een persoonslijst uit de basisregistratie personen worden aan het ziekenhuis, indien de code “fout” als omschrijving reden opschorting bijhouding op de persoonslijst is vermeld en de afnemersindicatie als actuele aanduiding bij de persoonslijst is vermeld, de volgende gegevens verstrekt:

    • a. A-nummer persoon;

    • b. omschrijving reden opschorting bijhouding;

    • c. datum opschorting bijhouding.

Paragraaf 5. De verzending en de ontvangst van berichten

Artikel 7

Indien als gevolg van infrastructurele wijzigingen aan het ziekenhuis op grond van dit besluit gegevens moeten worden verstrekt, kan het ziekenhuis met het Agentschap BPR overeenkomen dat de gegevens niet worden verstrekt. De overeenstemming tussen het Agentschap BPR en het ziekenhuis wordt schriftelijk vastgelegd.

Artikel 8

Nadat schriftelijke overeenstemming is bereikt met het Agentschap BPR kan het ziekenhuis gebruik maken van een alternatief medium als bedoeld in de systeembeschrijving bij verstrekking van gegevens als bedoeld in paragraaf 2 en in geval van verstrekking van gegevens als gevolg van infrastructurele wijzigingen.

Paragraaf 6. Slotbepalingen

Artikel 9

  • 1. Het ziekenhuis verstrekt aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onverwijld alle nieuw gebleken informatie die betrekking heeft op hetgeen geregeld is in dit besluit.

  • 2. Deze informatie betreft in ieder geval wijzigingen in:

    • a. de taak of de wijze van uitvoering van de taak van het ziekenhuis;

    • b. de regelgeving ten aanzien van de taak of de wijze van uitvoering van de taak van het ziekenhuis;

    • c. de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de taak van het ziekenhuis.

Artikel 10

Het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 21 juli 2011, BPR2010/53188, wordt ingetrokken.

Artikel 11

Dit besluit treedt in werking met ingang van 24 januari 2014 en werkt terug tot en met 6 januari 2014.

Het besluit en de bijlagen bij het besluit worden gepubliceerd in de Staatscourant.

’s-Gravenhage, 24 januari 2014,

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, namens deze, G.M. Keijzer-Baldé Directeur Agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten

Bezwaar

Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit daartegen per brief bezwaar maken bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Postbus 10451, 2501 HL Den Haag. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend, voorzien zijn van een datum alsmede de naam en het adres van de indiener en dient vergezeld te gaan van de gronden waarop het bezwaar berust en, zo mogelijk, een afschrift van het besluit waartegen het bezwaar is gericht.

BIJLAGE I

Bijlage bij artikel 2 van dit besluit.

RUBRIEK

OMSCHRIJVING

01

PERSOON

   

01.01.10

A-nummer persoon

01.01.20

Burgerservicenummer persoon

01.02.10

Voornamen persoon

01.02.20

Adellijke titel/predicaat persoon

01.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam persoon

01.02.40

Geslachtsnaam persoon

01.03.10

Geboortedatum persoon

01.04.10

Geslachtsaanduiding

01.61.10

Aanduiding naamgebruik

   

05

HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP

   

05.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.40

Geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

05.06.10

Datum huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap

05.07.10

Datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap

   

06

OVERLIJDEN

   

06.08.10

Datum overlijden

   

07

INSCHRIJVING

   

07.70.10

Indicatie geheim

   

08

VERBLIJFPLAATS

   

08.09.10

Gemeente van inschrijving

08.10.20

Gemeentedeel

08.11.10

Straatnaam

08.11.15

Naam openbare ruimte

08.11.20

Huisnummer

08.11.30

Huisletter

08.11.40

Huisnummertoevoeging

08.11.50

Aanduiding bij huisnummer

08.11.60

Postcode

08.11.70

Woonplaatsnaam

08.11.80

Identificatiecode verblijfplaats

08.11.90

Identificatiecode nummeraanduiding

08.12.10

Locatiebeschrijving

   

11

GEZAGSVERHOUDING

   

11.32.10

Indicatie gezag minderjarige

11.33.10

Indicatie curateleregister

BIJLAGE II

Bijlage bij artikel 5 van dit besluit.

RUBRIEK

OMSCHRIJVING

01

PERSOON

   

01.01.10

A-nummer persoon

01.01.20

Burgerservicenummer persoon

01.02.10

Voornamen persoon

01.02.20

Adellijke titel/predicaat persoon

01.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam persoon

01.02.40

Geslachtsnaam persoon

01.03.10

Geboortedatum persoon

01.03.20

Geboorteplaats persoon

01.03.30

Geboorteland persoon

01.04.10

Geslachtsaanduiding

01.61.10

Aanduiding naamgebruik

   

51

PERSOON

   

51.02.10

Voornamen persoon

51.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam persoon

51.02.40

Geslachtsnaam persoon

51.03.10

Geboortedatum persoon

   

02

OUDER1

   

02.01.10

A-nummer ouder1

02.02.10

Voornamen ouder1

02.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam ouder1

02.02.40

Geslachtsnaam ouder1

   

03

OUDER2

   

03.01.10

A-nummer ouder2

03.02.10

Voornamen ouder2

03.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam ouder2

03.02.40

Geslachtsnaam ouder2

   

05

HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP

   

05.01.10

A-nummer echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.40

Geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

05.03.10

Geboortedatum echtgenoot/geregistreerd partner

05.06.10

Datum huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap

05.07.10

Datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap

   

06

OVERLIJDEN

   

06.08.10

Datum overlijden

06.08.20

Plaats overlijden

   

07

INSCHRIJVING

   

07.69.10

Gemeente waar de persoonskaart zich bevindt

07.70.10

Indicatie geheim

   

08

VERBLIJFPLAATS

   

08.09.10

Gemeente van inschrijving

08.10.20

Gemeentedeel

08.10.30

Datum aanvang adreshouding

08.11.10

Straatnaam

08.11.15

Naam openbare ruimte

08.11.20

Huisnummer

08.11.30

Huisletter

08.11.40

Huisnummertoevoeging

08.11.50

Aanduiding bij huisnummer

08.11.60

Postcode

08.11.70

Woonplaatsnaam

08.11.80

Identificatiecode verblijfplaats

08.11.90

Identificatiecode nummeraanduiding

08.12.10

Locatiebeschrijving

08.13.10

Land adres buitenland

08.13.30

Regel 1 adres buitenland

08.13.40

Regel 2 adres buitenland

08.13.50

Regel 3 adres buitenland

   

58

VERBLIJFPLAATS

   

58.09.10

Gemeente van inschrijving

58.10.20

Gemeentedeel

58.10.30

Datum aanvang adreshouding

58.11.10

Straatnaam

58.11.15

Naam openbare ruimte

58.11.20

Huisnummer

58.11.30

Huisletter

58.11.40

Huisnummertoevoeging

58.11.50

Aanduiding bij huisnummer

58.11.60

Postcode

58.11.70

Woonplaatsnaam

58.11.80

Identificatiecode verblijfplaats

58.11.90

Identificatiecode nummeraanduiding

58.12.10

Locatiebeschrijving

   

09

KIND

   

09.01.10

A-nummer kind

09.03.10

Geboortedatum kind

   

11

GEZAGSVERHOUDING

   

11.32.10

Indicatie gezag minderjarige

11.33.10

Indicatie curateleregister

11.82.10

Gemeente waar de gegevens over gezagsverhouding aan het document ontleend zijn

11.82.30

Beschrijving van het document waaraan de gegevens over gezagsverhouding ontleend zijn

TOELICHTING

1. Algemeen

Inleiding

De Wet basisregistratie personen (Wet BRP) vormt de juridische basis voor de basisregistratie personen. In de basisregistratie personen zijn persoonsgegevens opgeslagen in de vorm van persoonslijsten.

De basisregistratie personen bevat gegevens over personen die zijn ingeschreven bij een van de gemeenten in Nederland. De gemeenten houden deze gegevens bij.

Verder zijn in de basisregistratie personen gegevens opgenomen van personen die buiten Nederland woonachtig zijn, zogenoemde niet-ingezetenen. Gegevens van niet-ingezetenen worden bijgehouden door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze registratie van niet-ingezetenen in de basisregistratie personen wordt aangeduid als de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI). Over niet-ingezetenen wordt een beperkter aantal gegevens bijgehouden dan over ingezetenen. De gegevens in de RNI zijn niet aangemerkt als authentieke gegevens. Gegevens over niet-ingezetenen kunnen namelijk minder gemakkelijk actueel gehouden worden dan gegevens over ingezetenen.

De Wet BRP biedt de grondslag voor systematische gegevensverstrekking over ingezetenen en niet-ingezetenen aan overheidsorganen en daartoe aangewezen andere organisaties. Bij de systematische verstrekking worden vanuit een centraal bestand op geautomatiseerde wijze persoonsgegevens uit de basisregistratie personen verstrekt.

Organisaties die in aanmerking komen voor systematische gegevensverstrekking

Allereerst komen overheidsorganen in aanmerking voor systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen. Daarnaast kunnen ook organisaties die werkzaamheden verrichten met een gewichtig maatschappelijk belang daarvoor in aanmerking komen, indien deze werkzaamheden en deze organisaties op grond van artikel 3.3 van de Wet BRP zijn aangewezen. Voorts voorziet artikel 3.13 Wet BRP in systematische gegevensverstrekking aan onderzoeksinstellingen. Waar in het vervolg van deze toelichting zal worden gesproken over "de afnemer" worden daarmee zowel overheidsorganen als derden als onderzoeksinstellingen bedoeld.

Het autorisatiebesluit

Afnemers die systematisch gegevens verstrekt willen krijgen uit de basisregistratie personen dienen hiertoe een verzoek in bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het verzoek wordt gedaan in de vorm van een autorisatieaanvraagformulier. In dit formulier is aangegeven welke gegevens, over welke personen en voor welke taken de aanvrager op systematische wijze verstrekt wenst te krijgen. Het verzoek wordt getoetst, waarbij wordt uitgegaan van de beoordelingscriteria zoals deze zijn neergelegd in de Wet BRP en het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP). Onder meer bepalend is of en in hoeverre de verstrekking van de gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van de taak van de aanvrager. Hierbij wordt steeds de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de personen, van wie de aanvrager gegevens verstrekt wenst te krijgen, gewaarborgd.

Na toetsing van het autorisatieverzoek wordt door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een autorisatiebesluit ten behoeve van de aanvrager genomen. In dit autorisatiebesluit wordt bepaald welke gegevens over welke categorieën van personen en in welke gevallen aan de afnemer worden verstrekt. Aan het autorisatiebesluit kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van een zorgvuldige en doelmatige gegevensverstrekking.

Het autorisatiebesluit wordt voor zover mogelijk technisch vertaald in een zogenoemde autorisatietabelregel. Aan de hand van de autorisatietabelregel wordt de geautoriseerde afnemer herkend en kan de gegevensverstrekking vanuit de basisregistratie personen geautomatiseerd afgewikkeld worden.

2. Toelichting op de wijzen van verstrekken

De systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen kan op verschillende wijzen plaatsvinden. Op grond van dit besluit vindt de verstrekking op de volgende manieren plaats:

De spontane verstrekking van gegevens

Met behulp van de spontane verstrekking van gegevens kan een afnemer zijn eigen bestand actueel houden. De afnemer wordt met behulp van deze gegevensverstrekking op de hoogte gehouden van mutaties in de gegevens van de personen die tot de doelgroep van de afnemer behoren. Om de spontane verstrekking mogelijk te maken moeten de persoonslijsten van deze personen worden gemarkeerd. De markering vindt plaats door het opnemen van de afnemersindicatie van de afnemer bij de betreffende persoonslijst.

De spontane verstrekking betreft een vastgestelde (sub)set van gegevens van een persoonslijst. Zodra de afnemersindicatie van een afnemer bij een persoonslijst is geplaatst krijgt deze afnemer eenmalig de gehele set gegevens verstrekt. Hierna krijgt de afnemer, indien een van de in de set opgenomen gegevens wijzigt, het oude en het nieuwe gegeven verstrekt. Bij opname van een gegeven bevat de verstrekking het nieuwe gegeven, bij verwijdering van een gegeven bevat de verstrekking het verwijderde gegeven.

Afnemersindicaties kunnen op drie verschillende wijzen bij een persoonslijst worden geplaatst. In de eerste plaats op verzoek van een afnemer. Ten tweede door middel van een selectie: eenmalig of periodiek worden afnemersindicaties geplaatst bij persoonslijsten die aan een bepaalde voorwaarde voldoen. Ten derde door middel van sleutelrubrieken, waarbij een afnemersindicatie bij de persoonslijst wordt opgenomen indien een bepaald gegeven op de persoonslijst van een persoon wordt opgenomen of gewijzigd en de desbetreffende persoonslijst na die wijziging of opneming aan één of meer gestelde voorwaarden voldoet.

De afnemersindicatie wordt niet bij een persoonslijst geplaatst als dezelfde afnemersindicatie reeds als actuele aanduiding bij de persoonslijst is opgenomen.

In het geval dat een ingeschrevene over wie gegevens verstrekt worden niet (meer) behoort tot de doelgroep dient bij de persoonslijst van die ingeschrevene geen afnemersindicatie (meer) voor te komen. Dit betekent dat de afnemer de verplichting heeft de eerder geplaatste afnemersindicatie te laten verwijderen. De afnemersindicatie blijft als historische aanduiding bij de persoonslijst van de ingeschrevene staan.

De verstrekking op verzoek

Een afnemer kan op verzoek een set gegevens van een persoonslijst verstrekt krijgen. In het autorisatiebesluit is opgenomen welke gegevens van welke categorieën personen mogen worden opgevraagd.

Overige verstrekkingen

Door technische problemen kan het voorkomen dat het berichtenverkeer in een bepaalde periode niet of niet juist heeft plaatsgevonden. Ook kan voorkomen dat afnemersindicaties ten onrechte zijn verwijderd of niet zijn opgenomen. Om dit te herstellen wordt een zogenaamd “herstelbericht” verstuurd. Tevens worden de ontbrekende afnemersindicaties (opnieuw) geplaatst of verwijderd.

Indien een onderzoek is ingesteld of afgerond naar een gegeven of een verzameling van gegevens, wordt hiervan melding gedaan.

Op een persoonslijst kan bij historische gegevens de indicatie “onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” geplaatst worden. Deze gegevens zijn foutief en worden daarom in principe niet verstrekt. Uitzondering hierop is de spontane verstrekking die het gevolg is van de correctie van het foutieve gegeven. Deze spontane verstrekking vindt wel plaats, waarbij met het oude gegeven dat wordt verstrekt tevens de indicatie “onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” wordt meeverstrekt.

Indien gegevens worden opgevraagd van een persoonslijst die is opgeschort, hetgeen ondermeer gebeurt indien een ingeschrevene is overleden of geëmigreerd, worden de reden en datum opschorting bijhouding van de persoonslijst meeverstrekt. Bij verstrekking van gegevens van een persoonslijst van een niet-ingezetene, is het van belang om aan te geven wanneer de gegevens op de persoonslijst geverifieerd zijn en welke organisatie de in een categorie opgenomen gegevens heeft aangeleverd. Om dit te bereiken, worden de verificatiegegevens of de gegevens over de aanleverende organisatie, voor zover die gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, meeverstrekt als er gegevens worden verstrekt uit een categorie waarin die gegevensgroepen voorkomen.

Een persoonslijst die ten onrechte in de basisregistratie personen is opgenomen, wordt afgevoerd. Bij afvoering worden de reden en datum opschorting bijhouding van de persoonslijst en het administratienummer van de ingeschrevene verstrekt.

3. De verzending en ontvangst van berichten

Onder infrastructurele wijziging wordt verstaan een gemeentenaamswijziging, een samenvoeging van gemeenten, een opdeling van een gemeente in een aantal nieuwe gemeenten of een gemeentedeelwijziging. Door een infrastructurele wijziging kan een groot aantal persoonslijsten gewijzigd worden met als gevolg dat aan de afnemer gegevens worden verstrekt. Het is mogelijk dat de afnemer geen behoefte heeft aan de ontvangst van deze gegevens of deze gegevens op andere wijze verstrekt wenst te krijgen. Om de verstrekking van overbodige gegevens te voorkomen, maakt het besluit het mogelijk dat overeengekomen wordt dat deze gegevens niet of op andere wijze worden verstrekt.

Over de verstrekking van gegevens anders dan via alternatieve media, al dan niet naar aanleiding van infrastructurele wijzigingen, de leverings- en selectiedata en over andere relevante onderwerpen dient overeenstemming te zijn met het Agentschap BPR.

Afstemmingsberichten zijn berichten die de afnemer verzendt en ontvangt ter afstemming van zijn gegevens op de gegevens in de basisregistratie personen. In artikel 15 van het Besluit BRP is aangegeven welke berichten als afstemmingsberichten worden aangemerkt. Voor afstemmingsberichten geldt een tarief per geregistreerde persoon.

In het autorisatiebesluit is aangegeven voor hoeveel personen in het totaal mag worden afgestemd en is het aantal afstemmingsberichten aangegeven dat mag worden verzonden.

4. Stichting Groene Hart Ziekenhuis

Dit besluit is een autorisatiebesluit dat is genomen ten behoeve van Stichting Groene Hart Ziekenhuis (in deze toelichting genoemd: het ziekenhuis). Het ziekenhuis is ingevolge artikel 39 van het Besluit BRP aangewezen als derde die in aanmerking komt voor de systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen.

Binnen het ziekenhuis vindt de gezondheidszorgverlening aan patiënten plaats. Vanaf 1 januari 2005 is in de Nederlandse ziekenhuizen de zogenoemde ‘Diagnose Behandeling Combinatie’ ingevoerd. Een Diagnose Behandeling Combinatie is een medische procesbeschrijving. Deze medische procesbeschrijving geeft de combinatie aan van de zorgvraag, de gestelde diagnose en de bijbehorende reeks van acties die door de specialisten en ziekenhuispersoneel uitgevoerd worden om de patiënt te behandelen. De Diagnose Behandeling Combinatie is ingevoerd op basis van een bestuurlijk akkoord tussen het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen, de Vereniging van Academische Ziekenhuizen, de Orde van Medisch Specialisten, de Zorgverzekeraars Nederland en Nederlandse zorgautoriteit.

4.1. Taken van het ziekenhuis

Gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen is voor het ziekenhuis vooral van belang ter ondersteuning van de administratieve processen ten behoeve van een goede patiëntenadministratie. Hierbij kan men denken aan het voorkomen van dubbele inschrijvingen, het informeren van patiënten en het bijhouden van wachtlijsten. In sommige gevallen, bijvoorbeeld om toestemming te verkrijgen voor een medische ingreep, kan het noodzakelijk zijn gegevens op te vragen over ouders of voogden van minderjarige patiënten of van vertegenwoordigers van meerderjarige patiënten die niet in staat kunnen worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen.

Het ziekenhuis kan gegevens uit de basisregistratie personen tevens gebruiken om patiënten te traceren die weliswaar zijn uitbehandeld, maar waarmee contact moet worden opgenomen omdat bijvoorbeeld achteraf defecten of bijwerkingen van implantaten, hartkleppen of medicijnen worden vastgesteld.

4.2. Wijzen van verstrekken aan het ziekenhuis

Het ziekenhuis heeft ten behoeve van de uitvoering van de hiervoor beschreven taken systematische gegevensverstrekking nodig uit de basisregistratie personen. Het ziekenhuis krijgt hiervoor een spontane gegevensverstrekking en een gegevensverstrekking op verzoek uit de basisregistratie personen.

De spontane verstrekking van gegevens aan het ziekenhuis

Het ziekenhuis krijgt spontane verstrekking van gegevens die zijn opgenomen in bijlage I.

Een afnemersindicatie wordt geplaatst op verzoek van het ziekenhuis. De doelgroep is beperkt tot patiënten waarvoor een Diagnose Behandeling Combinatie is ontwikkeld die nog niet is afgesloten.

In het geval dat een ingeschrevene over wie gegevens verstrekt worden een patiënt is van wie de Diagnose Behandeling Combinatie is afgesloten en geen nieuwe Diagnose Behandeling Combinatie is opgesteld, dient bij de persoonslijst van die ingeschrevene geen afnemersindicatie (meer) voor te komen van ziekenhuis. Dit betekent dat het ziekenhuis het Agentschap BPR dient te verzoeken de eerder geplaatste afnemersindicatie bij de persoonslijst te verwijderen.

De verstrekking van gegevens op verzoek aan het ziekenhuis

Het ziekenhuis mag tevens op verzoek gegevens opvragen uit de basisregistratie personen. Het betreft de gegevens die zijn opgenomen in bijlage II. Het ziekenhuis beperkt zijn vragen om persoonsgegevens tot de persoonslijsten van de ingeschrevenen indien het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens die noodzakelijk zijn voor de verwerking van persoonsgegevens ten behoeve van de gezondheidszorgverlening aan patiënten. Naast gegevens over patiënten mag het ziekenhuis gegevens opvragen van voormalige patiënten dan wel gemachtigden of wettelijk vertegenwoordigers van patiënten.

4.3. Toelichting te verstrekken gegevens

In bijlage I is het gegeven “01.01.20 Burgerservicenummer persoon” opgenomen naar aanleiding van de invoering van de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg. Tevens zijn gegevens opgenomen over huwelijk/geregistreerd partnerschap, ten behoeve van een juiste aanschrijving van patiënten. Datum overlijden is een noodzakelijk gegeven om te voorkomen dat overleden patiënten worden aangeschreven en om een reëel beeld te krijgen van de lengte van de wachtlijsten. Gegevens over verblijfplaats worden verstrekt om een patiënt aan te schrijven en voor eenduidige identificatie. Gegevens betreffende gezagsverhouding zijn van belang om een ouder/voogd of curator van minderjarige of onder curatele gestelde patiënten te kunnen benaderen. Het ziekenhuis krijgt tevens het gegeven “07.70.10 Indicatie geheim” verstrekt. Met dit gegeven wordt aangeduid of een ingeschrevene de gemeente heeft verzocht om zijn of haar gegevens niet te verstrekken aan bepaalde derden. Indien dit het geval is, kan het ziekenhuis aanvullende maatregelen treffen om de privacy van de ingeschrevene te waarborgen.

De gegevensset die het ziekenhuis op verzoek kan vragen is ruimer dan de spontane set. De reden hiervoor is dat het ziekenhuis op verzoek gericht afzonderlijke gegevens kan opvragen die voor een specifieke situatie noodzakelijk zijn.

In bijlage II is het gegeven “01.01.20 Burgerservicenummer persoon” opgenomen naar aanleiding van de invoering van de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg. Daarnaast zijn gegevens opgenomen over ouder 1 en ouder 2, ten behoeve van het benaderen van een ouder die het gezag heeft over een minderjarige patiënt. Verstrekking van gegevens over echtgenoot/geregistreerd partner of kind kan relevant zijn in geval van vertegenwoordiging van een meerderjarige patiënt die niet in staat is tot een redelijke waardering van zijn belangen. Het gegeven “plaats overlijden” wordt verstrekt om na het overlijden van een patiënt via de gemeente waar de patiënt is overleden de erven te traceren. De gegevens “08.13.10” Land adres buitenland, “08.13.30 Regel 1 adres buitenland”, “08.13.40 Regel 2 adres buitenland” en ”08.13.50 Regel 3 adres buitenland” zijn gegevens van niet-ingezetenen en zijn noodzakelijk om personen behorende tot de doelgroep in het buitenland te kunnen traceren. De historische gegevens over verblijfplaats kunnen van belang zijn voor de patiëntenadministratie bijvoorbeeld voor een eenduidige identificatie van een patiënt, ter voorkoming van dubbele inschrijvingen en het opschonen van wachtlijsten. Het ziekenhuis is tevens bevoegd, indien dit noodzakelijk is voor de vervulling van zijn taak administratieve gegevens te vragen. Met de verstrekking van het gegeven “gemeente waar de persoonskaart zich bevindt” kan een ziekenhuis oude gegevens van een patiënt traceren. De gegevens “gemeente waar de gegevens over gezagsverhouding aan het document ontleend zijn” en “beschrijving van het document waaraan de gegevens over gezagsverhouding ontleend zijn” worden verstrekt om in het geval van minderjarige of onder curatele gestelde patiënten de ouder/voogd of curator te kunnen benaderen.

5. Inlichtingenplicht

Teneinde de autorisatie actueel te houden dient het ziekenhuis tijdig inlichtingen te verschaffen over wijzigingen die zich voordoen in zijn taak, in de regelingen waarop die taak is gebaseerd of wijzigingen in de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van die taak. Het is de uitdrukkelijke verantwoordelijkheid van het ziekenhuis om deze informatie onverwijld kenbaar te maken aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Eventuele gevolgen van onjuistheden in de autorisatie als gevolg van het niet of niet tijdig doorgeven van dergelijke wijzigingen komen voor de verantwoordelijkheid van het ziekenhuis.

6. Wijzigingen

Met dit besluit wordt het autorisatiebesluit van 21 juli 2011, BPR2010/53188, ingetrokken. Deze intrekking is het gevolg van de inwerkingtreding van de Wet basisregistratie personen.

7. Publicatie

Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant. Het besluit wordt tevens geplaatst op de internetpagina van Agentschap BPR, www.bprbzk.nl.

Naar boven