Agrarische en Aanverwante Sectoren

Sociaal Fonds Colland Arbeidsmarkt 2015/2019

Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 18 december 2014 tot wijziging van het besluit tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Agrarische en aanverwante sectoren inzake Sociaal Fonds Colland Arbeidsmarkt

UAW Nr. 11619

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelezen het verzoek van Actor Bureau voor sectoradvies namens partijen bij bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van gewijzigde bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;

Partij(en) ter ener zijde: Vereniging Cultuurtechnische werken, Grondverzet, Meststoffendistributie en Loonwerken in de Agrarische Sector in Nederland (CUMELA Nederland), Vereniging van Hoveniers en Groenvoorzieners (Branchevereniging VHG), Land- en Tuinbouw Organisatie Noord (LTO-Noord), Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO), Limburgse Land- en Tuinbouw Bond Belangenbehartiging, Plantum NL, Koninklijke Algemene Vereeniging voor Bloembollencultuur (KAVB), Ondernemersorganisatie Glastuinbouw LTO Noord Glaskracht (OGLNG), Koninklijke Handelsbond voor Boomkwekerij- en Bolproducten (Anthos), De Nederlandse Fruittelers Organisatie (NFO), Nederlandse Vereniging van Boseigenaren, Algemene Vereniging Inlands Hout, Vereniging Landschapsbeheerorganisaties, Werkgeversvereniging AB Nederland, Coöperatieve Bond van verenigingen voor Kunstmatige Inseminatie van Varkens en Vereniging van Nederlandse Groenvoederdrogerijen (V.N.G.);

Partij(en) ter andere zijde: FNV Bondgenoten, CNV Vakmensen en Vakvereniging Het Zwarte Corps.

Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten;

Besluit:

Dictum I

Het besluit tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Agrarische en aanverwante sectoren inzake Sociaal Fonds Colland Arbeidsmarkt1 wordt met inachtneming van dictum II als volgt gewijzigd:

A

De onder dictum I opgenomen bepalingen worden als volgt gewijzigd:

Artikel 1 lid 3 sub b en c komt te luiden:

Artikel 1 Begripsbepalingen en werkingssferen sectoren

  • ‘3.

    • b. Als werknemer in de zin van deze cao wordt niet beschouwd:

      • 1. de stagiair,

      • 2. de Piekarbeider in de subsectoren Glastuinbouw, Open Teelten en Groothandel in Bloembollen (dit lid geldt per 1-1-2015)

    • c. Onder Piekarbeider wordt verstaan:

      • 1. Een piekarbeider is een werknemer die seizoensgebonden, uitsluitend routinematige werkzaamheden verricht die gerelateerd zijn aan oogst- en teeltwerkzaamheden (inclusief be- en verwerking van de oogst) voor agrarische gewassen; en

        • genoemde werkzaamheden gedurende een piekperiode (een periode van verhoogd werkaanbod) van maximaal 8 aaneengesloten weken per jaar uitvoert; en

        • gedurende zijn inzet tijdens de piekperiode een compensatie ter hoogte van 0,7% van het geldend loon ontvangt; en

        • door de werkgever uiterlijk op de 5e dag is aangemeld bij de fondsadministrateur.

      • 2. Niet onder definitie van piekarbeider van lid 1 valt:

        • a. een werknemer die aaneensluitend aan een vast of tijdelijk dienstverband bij dezelfde werkgever een dienstverband piekarbeid aangaat waar minder dan 6 maanden tussen zit.

        • b. een werknemer met een dienstverband piekarbeid waar binnen 31 dagen een vast of tijdelijke dienstverband bij dezelfde werkgever op volgt.

      • 3. Een werknemer kan meer een keer per kalenderjaar een dienstverband piekarbeid aangaan.

      • 4. De regeling Piekarbeid heeft specifiek betrekking op de premievrijstelling voor de sector agrarisch en groen en staat los van eventuele andere (wettelijke) regelingen.’

Artikel 1 lid 10 sub a komt te luiden:

  • ‘10. premieplichtig loon:

    • a) Een gelimiteerde definitie voor het loonbegrip, voorheen het BTER-loon. Hiertoe worden alleen de componenten gerekend die arbeidstijd gerelateerd zijn.

Tot het loon behoren:

  • alle bruto loonbestanddelen, welke arbeidstijd gerelateerd zijn;

  • de vaste jaarlijkse toeslagen en uitkeringen.

Hiertoe worden gerekend:

  • 1) het feitelijk loon uit de huidige dienstbetrekking;

  • 2) overuren/meeruren/onaangename uren inclusief inconveniëntentoeslag;

  • 3) 13e maand;

  • 4) structurele eindejaarsuitkering;

  • 5) vakantietoeslag;

  • 6) uitbetaalde verlof- en Adv-dagen, reis-uren (niet zijnde reiskosten);

  • 7) prestatietoeslag op het uurloon;

  • 8) tijdelijke toeslag werken in hogere functie;

  • 9) tijdelijke toeslag vakkennis;

  • 10) persoonlijke toeslagen;

  • 11) consignatievergoeding / bereikbaarheidsvergoeding.’

Dictum II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2015 en heeft geen terugwerkende kracht.

’s-Gravenhage, 18 december 2014

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, De directeur Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving, M.H.M. van der Goes

Naar boven