Staatscourant 2014, 26426

Instellen plaatselijk parkeerverbod aan de westzijde van de Middelburgseweg te Reeuwijk-Dorp, ter hoogte van het kruispunt met de Vreesterdijk

Gelezen:

-het advies aan burgemeester en wethouders, registratienr. Z-14-26338 / ADV-14-03889

Gelet op:

• artikel 18, lid 1 onder d van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994) ingevolge verkeersbesluiten worden genomen door burgemeester en wethouders voor zover zij betreffen het verkeer op wegen, welke niet in beheer zijn bij het Rijk, de Provincie of een waterschap;
• artikel 15, lid 1 van de WVW 1994 ingevolge de plaatsing of verwijdering van de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen verkeerstekens en onderborden, voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat, geschiedt krachtens een verkeersbesluit;
• artikel 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) ingevolge het aanbrengen van gele onderbroken strepen moet geschieden krachtens een verkeersbesluit;
• artikel 24 van het BABW ingevolge verkeersbesluiten worden genomen na overleg met een gemachtigde van de korpschef van de (landelijke) politie;

Overwegende:

• dat dit verkeersbesluit betrekking heeft op het kruispunt Middelburgseweg – Vreesterdijk, dat direct ten noordwesten van de kern Reeuwijk-Dorp ligt;
• dat zowel de Middelburgseweg als de Vreesterdijk wegen met een beperkte rijbaanbreedte betreffen;
• dat ter hoogte van bovengenoemd kruispunt diverse woningen aan weerzijden van de Middelburgseweg liggen, die niet allemaal de beschikking hebben over (voldoende) parkeergelegenheid op eigen terrein;
• dat de praktijk heeft uitgewezen dat in verband hiermee regelmatig op dan wel direct langs de rijbaan van de Middelburgseweg wordt geparkeerd;
• dat dit ook is toegestaan aangezien er geen verkeersmaatregelen ter plaatse van kracht zijn die dit verbieden;
• dat bestuurders echter wel rekening dienen te houden met de algemene verkeersregel dat zij, ingevolge artikel 24 van het BABW, niet bij een kruising mogen parkeren op een afstand van minder dan vijf meter daarvan;
• dat een aandachtspunt in deze echter wordt gevormd door het feit dat aan de Vreesterdijk enige percelen zijn gelegen die worden aangedaan door landbouwvoertuigen;
• dat deze landbouwvoertuigen een grote draaicirkel nodig hebben om de bocht van de Vreesterdijk naar de Middelburgseweg en vice versa te kunnen maken;
• dat de praktijk heeft uitgewezen dat de landbouwvoertuigen bij het uitvoeren van deze manoeuvre hinder ondervinden van voertuigen die op of direct langs de rijbaan van de Middelburgseweg geparkeerd staan, ook als deze voertuigen zich op een afstand van 5 tot 10 meter van het kruispunt bevinden;
• dat de gemeente in verband hiermee een verzoek heeft ontvangen tot het nemen van maatregelen waarmee de bereikbaarheid van de betreffende percelen aan de Vreesterdijk voor landbouwvoertuigen gewaarborgd wordt;
• dat in dit verzoek tevens is aangegeven dat de maatregel beperkt zou kunnen blijven tot het oogstseizoen, aangezien dat het piekmoment is voor het aan- en afrijden van landbouwvoertuigen;
• dat de gemeente aan dit verzoek tegemoet wenst te komen en daartoe twee mogelijke maatregelen tegen elkaar heeft afgewogen: het verruimen van het kruispunt in kwestie of het instellen van een parkeerverbod over een beperkte lengte;
• dat ter plaatse weinig ruimte aanwezig is om het kruispunt fysiek aan te passen, waardoor de winst die hiermee gepaard zou gaan beperkt is, terwijl hier hoge kosten mee gemoeid zijn;
• dat anderzijds de noodzaak voor omwonenden om ter hoogte van het kruispunt Middelburgseweg – Vreesterdijk op/langs de rijbaan van de Middelburgseweg te parkeren niet direct aanwezig is: dit kan ook op andere delen van de Middelburgseweg;
• dat de gemeente het, gelet op het voorgaande, dan ook wenselijk acht om de bereikbaarheid van de Vreesterdijk voor landbouwvoertuigen te waarborgen door het instellen van een parkeerverbod ter hoogte van het kruispunt Middelburgseweg-Vreesterdijk;
• dat het hierbij tevens niet de voorkeur geniet om dit parkeerverbod enkel gedurende het oogstseizoen (1 maart – 1 oktober) van kracht te laten zijn, maar permanent;
• dat dit te maken heeft met het feit dat ook buiten het oogstseizoen grote voertuigen, zoals bijvoorbeeld landbouwvoertuigen en vuilniswagens, van de Middelburgseweg naar de Vreesterdijk moeten afslaan en vice versa;
• dat ter waarborging van de bereikbaarheid van de Vreesterdijk en de verkeersveiligheid ter plaatse dan ook een parkeerverbod wordt ingesteld aan de westzijde van de Middelburgseweg over een afstand van ongeveer 10 meter in zowel noordelijke als zuidelijke richting, gemeten vanaf het kruispunt met de Vreesterdijk;
• dat het treffen van een verkeersmaatregel een normale maatschappelijke ontwikkeling is waarmee een ieder kan worden geconfronteerd en waarvan de nadelige gevolgen in beginsel voor rekening van betrokkenen behoren te blijven;
• dat de bovenvermelde maatregelen worden genomen op basis van artikel 2 van de WVW 1994 om de bruikbaarheid van de weg en de vrijheid van het verkeer te waarborgen en om door het verkeer veroorzaakte hinder of overlast te voorkomen;
• dat de onder ‘besluiten’ genoemde wegen buiten de bebouwde kom liggen en in eigendom, beheer en onderhoud zijn bij de gemeente Bodegraven-Reeuwijk;
• dat de Werkgroep Verkeerszaken, waarin de politie zitting heeft in de hoedanigheid als bedoeld in artikel 24 van het BABW, positief heeft geadviseerd en kan instemmen met de voorgestelde maatregelen;

nemen, gelet op het voorgaande, de volgende

BESLUITEN

• door het aanbrengen van gele onderbroken strepen, zoals omschreven in Hoofdstuk IV, paragraaf 2, onderdeel 2 van de “Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens:

  • een parkeerverbod in te stellen aan de westzijde van de Middelburgseweg over een lengte van ongeveer 10 meter in zuidelijke richting, gemeten vanaf het kruispunt met de Vreesterdijk;
  • een parkeerverbod in te stellen aan de westzijde van de Middelburgseweg over een lengte van ongeveer 10 meter in noordelijke richting, gemeten vanaf het kruispunt met de Vreesterdijk;
• de in dit verkeersbesluit genoemde verkeerstekens te plaatsen zoals aangegeven op de bijbehorende situatietekening.

Burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk,

Datum: 9 september 2014

Bijlage(n): situatietekening

Publicatie

Het verkeersbesluit zal worden gepubliceerd op de gemeentepagina en in de Staatscourant.

Het verkeersbesluit ligt gedurende zes weken vanaf de dag van bekendmaking ter inzage in het gemeentehuis Bodegraven-Reeuwijk, Raadhuisplein 1, 2411 BD Bodegraven.

Bezwaar:

Indien u het met dit besluit niet eens bent kunt u op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de dag van openbare kennisgeving een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en wethouders. Nadere informatie hierover vindt u in het bijgaande informatieblad bezwaar en beroep.

Afschrift aan:

Politiekorps Den Haag

Dienst regionale operationele samenwerking, infrastructuur, team verkeer

Ter attentie van de heer Tamerus

Postbus 264

2501 CG Den Haag