TOELICHTING
1. Algemeen
Inleiding
De Wet basisregistratie personen (Wet BRP) vormt de juridische basis voor de basisregistratie
personen. In de basisregistratie personen zijn persoonsgegevens opgeslagen in de vorm
van persoonslijsten.
De basisregistratie personen bevat gegevens over personen die zijn ingeschreven bij
een van de gemeenten in Nederland. De gemeenten houden deze gegevens bij.
Verder zijn in de basisregistratie personen gegevens opgenomen van personen die buiten
Nederland woonachtig zijn, zogenoemde niet-ingezetenen. Gegevens van niet-ingezetenen
worden bijgehouden door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Deze registratie van niet-ingezetenen in de basisregistratie personen wordt aangeduid
als de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI). Over niet-ingezetenen wordt een beperkter
aantal gegevens bijgehouden dan over ingezetenen. De gegevens in de RNI zijn niet
aangemerkt als authentieke gegevens. Gegevens over niet-ingezetenen kunnen namelijk
minder gemakkelijk actueel gehouden worden dan gegevens over ingezetenen.
De Wet BRP biedt de grondslag voor systematische gegevensverstrekking over ingezetenen
en niet-ingezetenen aan overheidsorganen en daartoe aangewezen andere organisaties.
Bij de systematische verstrekking worden vanuit een centraal bestand op geautomatiseerde
wijze persoonsgegevens uit de basisregistratie personen verstrekt.
Organisaties die in aanmerking komen voor systematische gegevensverstrekking
Allereerst komen overheidsorganen in aanmerking voor systematische gegevensverstrekking
uit de basisregistratie personen. Daarnaast kunnen ook organisaties die werkzaamheden
verrichten met een gewichtig maatschappelijk belang daarvoor in aanmerking komen,
indien deze werkzaamheden en deze organisaties op grond van artikel 3.3 van de Wet
BRP zijn aangewezen. Voorts voorziet artikel 3.13 Wet BRP in systematische gegevensverstrekking
aan onderzoeksinstellingen. Waar in het vervolg van deze toelichting zal worden gesproken
over "de afnemer" worden daarmee zowel overheidsorganen als derden als onderzoeksinstellingen
bedoeld.
Het autorisatiebesluit
Afnemers die systematisch gegevens verstrekt willen krijgen uit de basisregistratie
personen dienen hiertoe een verzoek in bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Het verzoek wordt gedaan in de vorm van een autorisatieaanvraagformulier. In dit formulier
is aangegeven welke gegevens, over welke personen en voor welke taken de aanvrager
op systematische wijze verstrekt wenst te krijgen. Het verzoek wordt getoetst, waarbij
wordt uitgegaan van de beoordelingscriteria zoals deze zijn neergelegd in de Wet BRP
en het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP). Onder meer bepalend is of
en in hoeverre de verstrekking van de gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling
van de taak van de aanvrager. Hierbij wordt steeds de bescherming van de persoonlijke
levenssfeer van de personen, van wie de aanvrager gegevens verstrekt wenst te krijgen,
gewaarborgd.
Na toetsing van het autorisatieverzoek wordt door de Minister van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties een autorisatiebesluit ten behoeve van de aanvrager genomen.
In dit autorisatiebesluit wordt bepaald welke gegevens over welke categorieën van
personen en in welke gevallen aan de afnemer worden verstrekt. Aan het autorisatiebesluit
kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van een zorgvuldige
en doelmatige gegevensverstrekking.
Het autorisatiebesluit wordt voor zover mogelijk technisch vertaald in een zogenoemde
autorisatietabelregel. Aan de hand van de autorisatietabelregel wordt de geautoriseerde
afnemer herkend en kan de gegevensverstrekking vanuit de basisregistratie personen
geautomatiseerd afgewikkeld worden.
2. Toelichting op de wijzen van verstrekken
De systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen kan op verschillende
wijzen plaatsvinden. Op grond van dit besluit vindt de verstrekking op de volgende
manieren plaats:
De verstrekking op verzoek
Een afnemer kan op verzoek een set gegevens van een persoonslijst verstrekt krijgen.
In het autorisatiebesluit is opgenomen welke gegevens van welke categorieën personen
mogen worden opgevraagd.
Overige verstrekkingen
Door technische problemen kan het voorkomen dat het berichtenverkeer in een bepaalde
periode niet of niet juist heeft plaatsgevonden. Om dit te herstellen wordt een zogenaamd
“herstelbericht” verstuurd.
Indien een onderzoek is ingesteld of afgerond naar een gegeven of een verzameling
van gegevens, wordt hiervan bij het verstrekte gegeven melding gedaan.
Op een persoonslijst kan bij historische gegevens de indicatie “onjuist dan wel strijdigheid
met de openbare orde” geplaatst worden. Deze gegevens zijn foutief en worden daarom
in principe niet verstrekt.
Indien gegevens worden opgevraagd van een persoonslijst die is opgeschort, hetgeen
ondermeer gebeurt indien een ingeschrevene is overleden of geëmigreerd, worden de
reden en datum opschorting bijhouding van de persoonslijst meeverstrekt. Bij verstrekking
van gegevens van een persoonslijst van een niet-ingezetene, is het van belang om aan
te geven wanneer de gegevens op de persoonslijst geverifieerd zijn en welke organisatie
de in een categorie opgenomen gegevens heeft aangeleverd. Om dit te bereiken, worden
de verificatiegegevens of de gegevens over de aanleverende organisatie, voor zover
die gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, meeverstrekt als er gegevens worden
verstrekt uit een categorie waarin die gegevensgroepen voorkomen.
3. De verzending en ontvangst van berichten
Over de verstrekking van gegevens via alternatieve media, al dan niet naar aanleiding
van infrastructurele wijzigingen, over de leverings- en selectiedata en over andere
relevante onderwerpen dient overeenstemming te zijn met Agentschap BPR.
4. Waterschap Roer en Overmaas
Dit besluit is een autorisatiebesluit dat is genomen ten behoeve van het dagelijks
bestuur van Waterschap Roer en Overmaas (in deze toelichting genoemd: het waterschap).
Waterschap Roer en Overmaas is een overheidsorgaan als bedoeld in artikel 1.1, onder
t, van de Wet BRP.
4.1. Taken van het waterschap
De taken van het waterschap blijken primair uit het waterschapsreglement en worden
onder meer beheerst door provinciale verordeningen, de Waterschapswet en de Waterwet.
Waterschap Roer en Overmaas heeft als taak de waterstaatkundige verzorging van zijn
werkgebied. Het waterschap voert daartoe beheertaken uit, zoals vergunningverlening,
subsidieverlening en opsporing van strafbare feiten die hebben plaatsgevonden in zijn
beheersgebied.
4.2. Wijzen van verstrekken aan het waterschap
Het waterschap heeft ten behoeve van de uitvoering van de hiervoor beschreven taken
systematische gegevensverstrekking nodig uit de basisregistratie personen. Het waterschap
krijgt hiervoor gegevensverstrekking op verzoek uit de basisregistratie personen.
Het betreft de gegevens die zijn opgenomen in bijlage I, II en III. Het waterschap
mag gegevens opvragen in verband met zijn beheertaken en in verband met de taak handhaving
en opsporing. Tot de doelgroepen waarvan het waterschap gegevens verstrekt mag krijgen
behoren zowel ingezetenen als niet-ingezetenen.
4.3. Toelichting te verstrekken gegevens
In bijlage I zijn onder meer gegevens opgenomen over de persoon, huwelijk en de verblijfplaats.
Het waterschap gebruikt het burgerservicenummer om koppelingen aan te leggen tussen
de verschillende verstrekkingen die uit de basisregistratie personen worden ontvangen.
Alleen voor opsporing in verband met de vereisten aan processen-verbaal worden de
gegevens uit bijlage III verstrekt. De gegevens geboorteplaats en geboorteland zijn
noodzakelijk vanwege de eisen die het Openbaar Ministerie stelt aan processen-verbaal.
Het waterschap heeft gegevens over huwelijk en geregistreerd partnerschap nodig voor
de juiste wijze van aanschrijven.
In verband met grondaankoop voor zover die noodzakelijk is voor de beheertaken van
het waterschap, kan erfgenamenonderzoek nodig zijn. Voor het erfgenamenonderzoek kunnen
aanvullende gegevens over de ouders, de echtgenoot/geregistreerd partner of eventuele
kinderen van de overleden persoon worden verstrekt. Deze aanvullende gegevens zijn
opgenomen in bijlage II.
Het waterschap krijgt tevens het gegeven “07.70.10 Indicatie geheim” verstrekt. Met
dit gegeven wordt aangeduid of een ingeschrevene de gemeente heeft verzocht om zijn
of haar gegevens niet te verstrekken aan bepaalde derden. Indien dit het geval is,
kan het waterschap aanvullende maatregelen treffen om de privacy van de ingeschrevene
te waarborgen.
Bij ontkenning door een persoon op een adres gewoond te hebben is het gegeven “08.10.30
Datum aanvang adreshouding” tezamen met de historische verblijfplaatsgegevens een
middel om een onderzoek in te stellen naar de duur van bewoning op een of meerdere
adressen.
De gegevens “08.13.10 Land adres buitenland” en “08.13.20 Datum aanvang adres buitenland”
zijn noodzakelijk om te kunnen bepalen wanneer de woning bewoond is geweest door de
betreffende persoon. De gegevens over het buitenlandse adres (08.13.30 tot en met
08.13.50) zijn noodzakelijk om personen in het buitenland te kunnen aanschrijven.
In bijlage I zijn naast de hiervoor beschreven gegevens ook historische verblijfplaatsgegevens
opgenomen. Historische verblijfplaatsgegevens worden verstrekt in verband met onderzoek
naar het adresverleden van betrokkene. Historische adressen worden onderzocht als
bewoning op een of meer adressen wordt ontkend.
4.4 Bijzonderheden aangaande het waterschap
Het waterschap houdt zich niet bezig met de heffing en invordering van waterschapsbelastingen
en de verontreinigingsheffing. Het waterschap heeft deze taken gedelegeerd aan een
belastingkantoor, dat hiervoor een autorisatiebesluit heeft ontvangen.
Het waterschap maakt voor zijn beheertaken gebruik van de tabel van het belastingkantoor.
Als voorwaarde geldt een verplichte protocollering door het belastingkantoor. Dit
onderwerp wordt toegelicht in het “Rapport modelautorisatie voor waterschappen” (zie
www.bprbzk.nl).
5. Inlichtingenplicht
Teneinde de autorisatie actueel te houden dient het waterschap tijdig inlichtingen
te verschaffen over wijzigingen die zich voordoen in zijn taak, in de regelingen waarop
die taak is gebaseerd of wijzigingen in de gegevens uit de basisregistratie personen
die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van die taak. Het is de uitdrukkelijke verantwoordelijkheid
van het waterschap om deze informatie onverwijld kenbaar te maken aan de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Eventuele gevolgen van onjuistheden
in de autorisatie als gevolg van het niet of niet tijdig doorgeven van dergelijke
wijzigingen komen voor de verantwoordelijkheid van het waterschap.
6. Wijzigingen
Met dit besluit wordt het autorisatiebesluit van 26 oktober 2011, BPR2011/54196 ingetrokken.
Deze intrekking is het gevolg van de inwerkingtreding van de Wet basisregistratie
personen.
7. Publicatie
Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant. Het besluit wordt tevens geplaatst
op de internetpagina van Agentschap BPR, www.bprbzk.nl.