Verkeersbesluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland nr. 444873/ 444883, tot het instellen van een inhaalverbod voor motorvoertuigen op de N248 tussen de kruisingen met de N245 (Westerweg) en de N241 (Provincialeweg), in de gemeente Schagen. Het inhalen van landbouwvoertuigen blijft toegestaan.
Logo Noord-Holland
 
 
 
Aanleiding en motivering
Op de N248 geldt voor het grootste deel een inhaalverbod voor motorvoertuigen, waarbij het inhalen van landbouwvoertuigen is toegestaan. De provincie streeft er naar om haar wegen eenduidig in te richten en op haar wegen het inhalen zoveel mogelijk te voorkomen. Bij voorkeur een gesloten asmarkering aangebracht. Als dat niet mogelijk is worden er borden geplaatst.
 
De N248 is een gebiedsontsluitingsweg waar een snelheid van 80 km/uur geldt. De weg heeft geen gescheiden rijbanen. Het deel N248 tussen de N245 en de N241 is onlangs opnieuw geasfalteerd waarbij de belijning ook is vernieuwd. Bij een nieuwe inrichting van de weg wordt tevens een weg conform het Duurzaam Veilig principe ingericht. Dat houdt in dat op dit deel –net als op het grootste deel van de N248- een inhaalverbod dient te komen, waarbij het inhalen van landbouwverkeer is toegestaan.
 
Het voorkomen van inhaalbewegingen draagt bij aan de verkeersveiligheid. Door inhalen kunnen er zeer ernstige ongevallen gebeuren op provinciale wegen. Ook draagt het realiseren van een inhaalverbod bij aan de duidelijkheid en de eenduidigheid op de N248, omdat het grootste deel van deze weg nu ook al een inhaalverbod kent.
 
Gelet op de lengte van het wegvak waarvoor het inhaalverbod zou moeten gelden, is ervoor gekozen om –net als het overige deel van de N248- het inhalen van langzaam verkeer (landbouwvoertuigen) toe te staan. Vanwege het grote snelheidsverschil kan langzaam verkeer sneller worden ingehaald dan gewone motorvoertuigen, waardoor de inhaalbeweging korter duurt en minder verkeersonveilig is. Hiermee kan worden voorkomen dat het verkeer onnodig wordt gehinderd, waardoor irritatie (en onveilige manoeuvres) ontstaat bij andere weggebruikers.
 
Het inhaalverbod wordt aangegeven met bord F1 van bijlage 1 van het RVV 1990. Onder dit bord wordt het bord OB101 (“inhalen landbouwverkeer toegestaan”) geplaatst.
 
Noodzaak en doelstelling verkeersbesluit
Op grond van artikel 15, lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) moet voor het plaatsen van bord A1 een verkeersbesluit worden genomen. De doelstelling van dit verkeersbesluit is het verzekeren van de veiligheid op de weg en het beschermen van weggebruikers en passagiers. Deze belangen zijn genoemd in artikel 2 van de Wegenverkeerswet.
 
Verplicht overleg
Over een verkeersbesluit moet op grond van artikel 24 van het BABW overleg worden gevoerd met de korpschef van de nationale politie. De daartoe gemachtigde medewerker verkeersadvisering van politie heeft ingestemd met de maatregelen.
 
Afweging belangen
De maatregelen zullen leiden tot een veiligere verkeersafwikkeling. Dit dient de belangen van de weggebruiker. Met een inhaalverbod wordt de kans op ernstige ongevallen kleiner. Veiligheid voor verkeersdeelnemers vinden wij zwaar wegen. Aangezien het algemene verkeersveiligheidsbelang zwaarder weegt dan het individuele belang van de weggebruiker die wenst in te halen, en langzaam verkeer wel kan worden ingehaald, zijn wij van mening dat het inhaalverbod ingesteld kan worden.
 
Bevoegdheid
Het weggedeelte waar deze maatregelen voor worden getroffen, is in beheer bij de provincie Noord-Holland. Daarom zijn wij (Gedeputeerde Staten van Noord-Holland) op grond van artikel 18, lid 1, sub b, van de Wegenverkeerswet 1994 het bevoegde bestuursorgaan om dit verkeersbesluit te nemen.
 
BESLUIT
Gelet op het voorgaande besluiten wij:
1. door het plaatsen van de borden F1van bijlage I van het RVV 1990 met onderbord OB101, op de N248 tussen de aansluiting N248/N245 en N248/N241, bestuurders van motorvoertuigen te verbieden om elkaar onderling in te halen in beide richtingen. Het inhalen van landbouwvoertuigen wordt toegestaan.
 
2. van dit besluit mededeling te doen in de Staatscourant.
 
Haarlem, 14 augustus 2014

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland

Namens dezen,

F.J. van der Linden

Sectormanager Beheerstrategie en Programmering Infrastructuur

Mededelingen
 
1. Als u belanghebbende bent kunt u binnen zes weken na de publicatie van dit besluit schriftelijk bezwaar aantekenen. Het bezwaarschrift kunt u sturen aan Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, ter attentie van de secretaris van de Hoor- en adviescommissie, Postbus 123, 2000 MD Haarlem.
U kunt telefonisch een folder aanvragen over de bezwaarprocedure (023-514 41 41) of voor meer informatie de provinciale website bezoeken: www.noord-holland.nl.
2. Voor vragen of opmerkingen over het besluit kunt u bellen met mevrouw R. Puggioni, werkzaam bij de afdeling Beheerstrategie en Programmering Infrastructuur, tel. (023) 514 34 46.
 
Naar boven