Overwegingen ten aanzien van het besluit
De Vinkenweg ligt in het buitengebied van de gemeente Katwijk, ten noordoosten van de kern Rijnsburg, en voorziet in het toegankelijk maken van diverse woningen en bedrijven die langs de weg liggen. Op het gedeelte van de Vinkenweg dat tussen de Voorhouterweg en de Noordwijkerweg ligt zijn in de huidige situatie een aantal verkeersmaatregelen van kracht die in het verleden zijn ingesteld ter regeling van het verkeer. Ten eerste een eenrichtingsregime waarmee het enkel is toegestaan om vanaf de Voorhouterweg richting de Noordwijkerweg te rijden. In aanvulling hierop ook een geslotenverklaring voor voertuigen die breder zijn dan 2,2 meter en een geslotenverklaring voor voertuigen met een aslast van meer dan 2,4 ton. Deze twee geslotenverklaringen hebben respectievelijk te maken met de beperkte rijbaanbreedte en draagkracht van de weg.
Langs het weggedeelte van de Vinkenweg tussen de Voorhouterweg en de Noordwijkerweg liggen diverse bedrijfspanden, waaronder het pand Vinkenweg 2 aan de zuidzijde van de weg. De bedrijfsvoering van de meeste bedrijven vergt dat het bedrijfspand bereikbaar moet zijn voor vrachtauto’s. De hierboven genoemde geslotenverklaringen maken het voor de meeste vrachtauto’s echter formeel niet mogelijk om de bedrijfspanden aan de Vinkenweg te bereiken, ondanks het feit dat dit voor het uitvoeren van de dagelijkse bedrijfsactiviteiten wel noodzakelijk is. De praktijk heeft dan ook uitgewezen dat vrachtwagenchauffeurs de geslotenverklaringen negeren om toch bij de betreffende bedrijven te kunnen komen.
Een verkeersmaatregel heeft in zijn algemeenheid tot doel om de verkeersveiligheid, bereikbaarheid en/of leefbaarheid zoveel mogelijk te waarborgen. Zij het dat de maatregel niet leidt tot grote dan wel onevenredig nadelige gevolgen voor direct betrokkenen. Daar is in dit geval echter wel sprake van aangezien de bereikbaarheid voor vrachtauto’s van de bedrijfspanden aan het gedeelte van de Vinkenweg in kwestie te lijden heeft onder de huidige breedte- en aslastbeperking. Vrachtwagenchauffeurs die de betreffende geslotenverklaringen negeren lopen bovendien het risico een hoge boete te krijgen.
Gelet op het voorgaande acht de gemeente het wenselijk om de breedte- en aslastbeperking in kwestie op te heffen teneinde de bereikbaarheid van de bedrijfspanden aan de Vinkenweg voor het vrachtverkeer te verbeteren/waarborgen. Ten grondslag hieraan liggen de volgende overwegingen:
Voor de dagelijkse bedrijfsvoering is het noodzakelijk dat de bedrijven aan de Vinkenweg bereikbaar zijn voor vrachtverkeer.
Ondanks de breedte- en aslastbeperking blijken vrachtwagenchauffeurs in de huidige situatie reeds van de Vinkenweg gebruik te maken, zonder dat dit tot noemenswaardige problemen leidt.
De hoeveelheid vrachtverkeer die van de weg gebruik maakt/zal maken is beperkt. Dit heeft naar verwachting dan ook geen nadelige gevolgen voor de verkeersveiligheid.
Momenteel is de gemeente bezig met het verrichten van metingen op de Vinkenweg om de gesteldheid van de weg in kaart te brengen. Indien uit dit onderzoek blijkt dat de weg of delen van de weg op sterkte gebracht moeten worden, dan wordt hier rekening mee gehouden bij toekomstig onderhoud en/of toekomstige investeringen in de weg/omgeving.
Ter verbetering van de bereikbaarheid van de bedrijfspanden aan het gedeelte van de Vinkenweg tussen de Voorhouterweg en Noordwijkerweg, wordt de huidige breedte- en aslastbeperking op dit weggedeelte opgeheven. Voor het opheffen van een geslotenverklaring voor voertuigen waarvan de aslast of breedte groter is dan op het bord is aangegeven moet een verkeersbesluit worden genomen.
Een verkeersbesluit is vereist voor plaatsing of verwijdering van de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen verkeerstekens en onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd. Het is ook vereist voor infrastructurele maatregelen die leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik maakt (artikel 15 Wegenverkeerswet 1994). In het besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) is in artikel 12 lid a opgenomen dat voor het plaatsen of opheffen van verkeersbord model C18-22 en C20-24 een verkeersbesluit nodig is. De bevoegdheid om op gemeentelijke wegen verkeersbesluiten te kunnen nemen, is geregeld in de Wegenverkeerswet 1994 (art 18, lid 1d) en daarin opgedragen aan het college van Burgemeester en wethouders die deze bevoegdheid hebben gemandateerd aan het hoofd van de afdeling Beheer en Vastgoed.Bij het nemen van een verkeersbesluit wordt rekening gehouden met de bepalingen van:
De Wegenverkeerswet 1994;
het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990);
het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW);
de Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens.
Op grond van artikel 24 van het Besluit Administratieve Bepalingen voor het Wegverkeer worden verkeersbesluiten genomen na overleg met (een gemachtigde van) de korpschef van de politie. Daartoe is op ambtelijk niveau overleg gepleegd met de verkeersadviseur van de Regionale Eenheid Den Haag. Deze heeft met betrekking tot de in dit besluit genoemde maatregelen een positief advies afgegeven.
In verband met de in artikel 21 (grondslag besluit) van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW) dient nog te worden vermeld dat de in artikel 2, eerste lid, sub c en d van de Wegenverkeerswet genoemde belangen (het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan en het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer) ten grondslag liggen aan dit verkeersbesluit en in bovenstaande afwegingen tegen elkaar zijn afgewogen.