Ontwerpbesluit op de vergunningaanvraag van de Stichting Katholieke Universiteit te Nijmegen, Agentschap NL

Vergunningaanvraag 2014/0338

De minister van Economische Zaken maakt bekend dat hij voornemens is naar aanleiding van de aanvraag d.d. 14 maart 2014 en de aanvullingen hierop d.d. 2 en 5 mei 2014, van de Stichting Katholieke Universiteit Nijmegen, een vergunning ingevolge artikel 29 en 34 van de Kernenergiewet en de artikelen 23, 24, 25 en 35 van het Besluit stralingsbescherming te verlenen voor:

  • het verrichten van handelingen ten behoeve van de productie van radioactieve stoffen binnen de locatie Radboud Translational Medicine B.V., Geert Grooteplein Noord 9 te Nijmegen.

Procedure

Voor de behandeling van bovengenoemde aanvraag wordt de uniforme openbare voorbereidingsprocedure doorlopen, conform afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

Inzage aanvraag en ontwerpbeschikking

De aanvraag, het ontwerpbesluit en de overige relevante stukken liggen vanaf 20 mei 2014 ter inzage in:

De Stadswinkel

(bij de informatiebalie)

Mariënburg 75

6511 PS NIJMEGEN

Openingstijden:

maandag t/m vrijdag van 9.00 uur tot 17.00 uur;

donderdagavond van 17.00 uur tot 20.00 uur.

Desgewenst kan een mondelinge toelichting op de stukken worden verkregen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, Team Stralingsbescherming, op werkdagen van 9.00 uur tot 12.00 uur en van 14.00 uur tot 17.00 uur (telefoon 088‑6025549).

Inspraak

Tot en met 2 juli 2014 kan eenieder zijn of haar zienswijze schriftelijk of mondeling naar voren brengen met betrekking tot het ontwerpbesluit.

Voor mondelinge zienswijzen kan contact opgenomen worden met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, Team Stralingsbescherming (tel. 088-6025549).

Schriftelijke zienswijzen dienen te worden gezonden aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, Team Stralingsbescherming, Postbus 93144, 2509 AC Den Haag.

Alleen belanghebbenden die tijdig een zienswijze over de ontwerpbeschikking naar voren hebben gebracht, kunnen later een beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, tenzij wordt aangetoond dat men redelijkerwijs niet in staat is geweest (tijdig) een zienswijze naar voren te brengen.

Naar boven