Beschikking van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 10 januari 2014, 2014-0000003576, tot aanwijzing van Liftinstituut B.V. als aangewezen aangemelde instelling in het kader van het Warenwetbesluit machines

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Handelende in overeenstemming met de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelezen het verzoekschrift van Liftinstituut B.V. te Amsterdam van 19 december 2013, met kenmerk 55-13DSJvv;

Overwegende, dat een aangewezen instelling moet voldoen aan de criteria voor aanwijzing, die zijn vermeld in artikel 7a van de Warenwet, hoofdstuk V van het Warenwetbesluit machines en artikel 2a van de Warenwetregeling machines;

Overwegende, dat het verzoekschrift van Liftinstituut B.V. vergezeld gaat van het oordeelrapport van de Raad voor Accreditatie van 29 november 2013 met kenmerk W018-B01 waarin de Raad voor Accreditatie concludeert dat Liftinstituut B.V. voor de beoordeelde taken, voldoet, als vereist op grond van artikel 6h lid 2 van het Warenwetbesluit machines;

Overwegende, dat de Raad voor Accreditatie in haar brief van 17 december 2013 met kenmerk RvA 43188 positief adviseert om Liftinstituut B.V. aan te wijzen voor de beoordeelde taken onder voorwaarde dat een aantal bijwoningen met positief resultaat worden afgerond;

Gelet op artikel 7a, eerste lid, van de Warenwet, en hoofdstuk V van het Warenwetbesluit machines en artikel 2a van de Warenwetregeling machines;

Besluit:

Artikel 1

In deze beschikking wordt verstaan onder:

a. wet:

de Warenwet;

b. besluit:

het Warenwetbesluit machines;

c. regeling:

de Warenwetregeling machines;

d. Beschikking:

het besluit waarmee Liftinstituut B.V. wordt aangewezen als keuringsinstelling;

e. machine, aangewezen instelling, aangewezen aangemelde instelling en richtlijn:

hetgeen het besluit daaronder verstaat;

f. Liftinstituut B.V.:

Liftinstituut B.V., Buikslotermeerplein 381, 1025 XE Amsterdam.

Artikel 2

  • 1. Liftinstituut B.V. wordt aangewezen als aangewezen aangemelde instelling die bevoegd is tot het verrichten van EG-typeonderzoek overeenkomstig bijlage IX van de richtlijn en artikel 5, onderdeel c, onder 1° van het besluit en het afgeven van verklaringen van EG-typeonderzoek met betrekking tot:

    • Hefbruggen voor voertuigen (Bijlage IV van de richtlijn, categorie 16);

    • hijs- en hefwerktuigen voor het heffen van personen of van personen en goederen waarbij een gevaar voor een vrije val van meer dan 3 m bestaat (Bijlage IV van de richtlijn, categorie 17);

    • Logische eenheden voor veiligheidsfuncties (Bijlage IV van de richtlijn, categorie 21).

  • 2. Deze aanwijzing kan worden ingetrokken, indien de instelling niet meer voldoet aan de aanwijzingscriteria die zijn vermeld in artikel 7a van de Warenwet, hoofdstuk V van het Warenwetbesluit machines en artikel 2a van de Warenwetregeling machines of haar taken beëindigt. Het voornemen tot intrekking wordt tijdig kenbaar gemaakt.

Artikel 3

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, werkt terug tot en met 1 januari 2014 en vervalt met ingang van 1 januari 2015.

Deze beschikking zal in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 10 januari 2014

Hoogachtend,

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze: E.E. de Kleuver.

Overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht kan tegen deze beschikking bezwaar worden gemaakt. Daartoe moet binnen zes weken na de datum van verzending van deze beschikking een bezwaarschrift worden ingediend bij de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, t.a.v. de Directeur Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische aangelegenheden, Bureau Ondersteuning, Postbus 90801, 2509 LV Den Haag.

In het bezwaarschrift moet worden aangegeven waarom de beschikking niet juist wordt gevonden. Verzocht wordt bij het bezwaarschrift een kopie van deze beschikking en van eventuele andere op de zaak betrekking hebbende stukken te voegen.

Naar boven