Logo Rijkswaterstaat - Dienst Zuid-HollandVERKEERSBESLUIT

___________________________________________________________________________________

Datum 02 APR. 2014

Nummer RWS-2014/15433 I

Onderwerp Rijksweg 15; wijzigen bebording

___________________________________________________________________________________

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

OVERWEGENDE HET VOLGENDE:

Wettelijk kader

Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 moet een verkeersbesluit worden genomen voor plaatsing of verwijdering van de in

artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) genoemde verkeerstekens.

Aangezien het hier een weggedeelte betreft dat onder beheer is van het Rijk,

ben ik ingevolge artikel 18, eerste lid onder a, van de Wegverkeerswet 1994

bevoegd dit besluit te nemen.

Motivering

Het huidige tracé tussen hectometer 25,80 en hectometer 28,00 van rijksweg 15 is niet geschikt voor een rijsnelheid van 100 km/u. De horizontale bogen voldoen niet aan de voorgeschreven ontwerprichtlijn voor Autosnelwegen (NOA) en worden in de huidige reconstructie niet aangepast.

Verkeersveiligheid

Voor het veilig berijden van het wegvak met bochten, inclusief de aansluitingen

8 Oostvoorne en 9 Havens 6200-7000 met in- en uitvoegstroken, en de versmalling op de Suurhoffbrug, verdient het aanbeveling om een adviessnelheid van 80 km/h in te stellen en deze locaties te voorzien van een aanduiding van het gevaar.

Gevolgde procedure

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 24 van het BABW is overleg gepleegd met de korpschef van het regionale politiekorps Rotterdam - Verkeerspolitie.

De korpschef voornoemd heeft positief geadviseerd over het voorgenomen besluit en is van oordeel dat daarmee een voldoende verkeersveilige situatie kan worden bereikt.

De bekendmaking van dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant.

BESLUIT

Het instellen van een adviessnelheid door het plaatsen van borden model A4

(RVV 1990) in combinatie met borden model J5 (RVV 1990) voor de bochten en borden model A4 (RVV 1990) in combinatie met borden model J17 (RVV 1990) voor de versmalling op de Suurhoffbrug in het vierde kwartaal van 2014.

Het gaat hierbij specifiek om de volgende locaties:

Rijksweg 15 rechts:

  • -t.h.v. km 25,80 bord model A4 (80 km/u) in combinatie met bord model J5 zowel in zijberm als in middenberm;

  • -t.h.v. km 26,55 bord model A1 (80 km/u) in combinatie met bord model J17 zowel in zijberm als in middenberm;

Rijksweg 15 links:

  • -t.h.v. km 27,65 bord model A4 (80 km/u) in combinatie met bord model J5 zowel in zijberm als in middenberm;

  • -t.h.v. km 26,82 bord model A4 (80 km/u) in combinatie met bord model J17 zowel in zijberm als middenberm;

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,

namens deze,

afdelingshoofd Vergunningen

Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid

mw. ir. A.H. Bos-Massop

MEDEDELINGEN

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunt u tegen dit besluit

binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de minister van

Infrastructuur en Milieu en gezonden aan Rijkswaterstaat

West-Nederland Zuid, Postbus 556, 3000 AN te Rotterdam,

t.a.v. de afdeling Werkenpakket.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en tenminste het volgende te bevatten:

  • a.naam en adres van de indiener;

  • b.de dagtekening;

  • c.vermelding van de datum en nummer of kenmerk van het besluit,

    waartegen het beroepschrift zich richt;

  • d.een opgave van de redenen, waarom men zich niet met het besluit kan verenigen.

Indien een bezwaarschrift is ingediend, is het mogelijk om daarnaast een

verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening in te dienen.

Een dergelijk verzoek dient te worden gericht aan de Voorzieningenrechter van de bevoegde rechtbank, sector Bestuursrecht.

Het verzoek dient te zijn ondertekend en tenminste het volgende te bevatten:

  • a.naam en adres van de verzoeker;

  • b.de dagtekening;

  • c.vermelding van het bestuursorgaan dat het besluit genomen en de datum en nummer of kenmerk van het besluit; en

  • d.de gronden van het verzoek (motivering).

Bij het verzoek dient voorts een afschrift van het beroepschrift te worden overgelegd. Zo mogelijk wordt tevens een fotokopie afschrift overgelegd van het besluit waarop het geschil betrekking heeft.

Naar aanleiding van het verzoek kan de Voorzieningenrechter een voorlopige voorziening treffen, indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.

Voor de behandeling van een verzoek om een voorlopige voorziening wordt een bedrag aan griffierecht geheven. De griffier van de betrokken rechtbank wijst de verzoeker na indiening van diens verzoek op de verschuldigdheid van het griffierecht en bericht de verzoeker binnen welke termijn en op welke wijze het verschuldigde griffierecht moet worden voldaan.

Indien het bezwaar- en/of verzoekschrift in een vreemde taal is gesteld en een vertaling voor een goede behandeling van het verzoek noodzakelijk is, dient de indiener zorg te dragen voor een vertaling.

Naar boven