Logo Valkenburg aan de GeulVerkeersbesluit opheffen gehandicaptenparkeerplaats Gosewijnstraat

d.d. 1 april 2014

Burgemeester en wethouders van Valkenburg aan de Geul

Gelet op:

De bepalingen in de Wegenverkeerswet 1994, het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW) en de Algemene wet bestuursrecht;

Overwegende:

Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer genoemde verkeerstekens, alsmede voor de onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

Uit het oogpunt van:

  • het verzekeren van de veiligheid op de weg;

  • het beschermen van weggebruikers en passagiers;

  • het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

  • het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte aantasting van het karakter of van de functie van objecten of gebieden.

Is het gewenst om

De gehandicaptenparkeerplaats op kenteken in de Gosewijnstraat op te heffen.

Motivering

Bij brief d.d. 11 november 1991 heeft de heer Vissers de mededeling gekregen dat er voor hem een gehandicaptenparkeerplaats gerealiseerd wordt in de Gosewijnstraat. Verdere detail informatie hieromtrent, met bijbehorende overwegingen, is helaas niet terug te vinden in ons archief.

De gehandicaptenparkeerplaats van de heer Vissers was, om voor ons onduidelijke redenen, gesitueerd voor huisnummer 20 in de Gosewijnstraat. De heer Vissers woont zelf op huisnummer 14. Tijdens de informatiebijeenkomsten inzake de reconstructie van het centrum, in specifiek de Gosewijnstraat, zijn wij door bewoners uit de straat hierop geattendeerd. Verder werd daarbij door medebewoners de vraag gesteld in hoeverre deze gehandicaptenparkeerplaats nog gehandhaafd moet worden in verband met de aanwezigheid van een parkeerplaats op het eigen terrein.

Bij de reconstructie van het centrum wordt het hele gebied ingericht als voetgangerszone, met uitzondering van venstertijden voor bevoorrading. Aanvullend krijgen bewoners ontheffing om hun woning te bereiken voor laden en lossen, danwel het bereiken van de parkeerplaats op eigen terrein. Alle openbare parkeerplaatsen in dit gebied komen te vervallen.

Alleen gehandicaptenparkeerplaatsen op kenteken blijven gehandhaafd in dit gebied indien deze nog noodzakelijk zijn. Naar aanleiding van de ontvangen informatie over deze gehandicaptenparkeerplaats tijdens de informatiebijeenkomsten is beoordeeld in hoeverre deze nog noodzakelijk en wenselijk is.

Conform het vigerende gemeentelijke parkeerbeleid bestaat de mogelijkheid voor inwoners van onze gemeente, die in het bezit zijn van een gehandicaptenparkeerkaart, de mogelijkheid om tegen betaling van EUR 300,- een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats aan te vragen in de directe omgeving van de eigen woning. Voorwaarde daarbij is wel dat de parkeerdruk in de directe omgeving dusdanig hoog is dat dit vaak leidt tot een onacceptabele loopafstand tot de dichtstbijzijnde vrije parkeerplaats.

De volgende aanvullende criteria worden bij de beoordeling daartoe toegepast:

  • -Onacceptabele loopafstand: meer dan 100 meter; deze afstand wordt toegepast omdat deze ook als criterium geldt om in aanmerking te komen voor een gehandicaptenparkeerkaart (landelijke wetgeving, regeling gehandicaptenparkeerkaart);

  • -Parkeerdruk dusdanig hoog: hierbij hanteren wij een parkeerdruk van ca. 80%. D.w.z. dat het geregeld voorkomt dat 80% of meer van de parkeerplaatsen in de directe omgeving bezet is. In de “parkeerwereld” is dit de richtlijn die wordt toegepast bij de bepaling in hoeverre er een onacceptabel hoge parkeerdruk ontstaat waardoor aanvullende maatregelen wenselijk zijn.

In dit geval is er sprake van een woning met een inpandige parkeerplaats. Dit betekent dat de heer Vissers op zijn eigen terrein kan parkeren en dus zelf bepaalt welke auto daar kan staan. Hiermee heeft hij te allen tijde de mogelijkheid om in de nabijheid van zijn woning te parkeren waardoor geen aanvullende gehandicaptenparkeerplaats noodzakelijk is.

Belangenafweging

Personen met een functiebeperking kunnen zich te voet niet of slechts over een beperkte afstand voortbewegen. Daarom is het wenselijk de afstand tussen het geparkeerde voertuig en de woonsituatie zo beperkt mogelijk te houden.

In dit geval is er sprake van parkeergelegenheid op eigen terrein, direct bij de eigen woning.

Door het opheffen van de gehandicaptenparkeerplaats in de Gosewijnstraat blijft de gehele Gosewijnstraat vrij van geparkeerde auto’s. Dit sluit aan bij de uitgangspunten zoals deze voor dit gehele gebied bij de uitvoering van het centrumplan worden doorgevoerd. De aanwezigheid van parkeerplaatsen in een voetgangerszone zorgt voor een onduidelijke verkeerssituatie. Dit kan ertoe leiden dat hierdoor de schijn gewekt wordt dat er toch verkeer en parkeren is toegestaan, waarmee een ongewenste toename van geparkeerde auto’s en verkeer kan plaatsvinden.

Door de aanwezigheid van een parkeergelegenheid op het eigen terrein blijft de mogelijkheid bestaan voor de bewoner om in de directe nabijheid van de woning te parkeren. Het creëren van een duidelijke verkeerssituatie in de Gosewijnstraat weegt in dit geval zwaarder dan de beschikbaarheid van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken in de openbare ruimte voor de bewoner van Gosewijnstraat nr. 14.

Besluiten

De gehandicaptenparkeerplaats op kenteken in de Gosewijnstraat op te heffen;

Valkenburg aan de Geul, 1 april 2014

Het college van burgemeester en wethouders van Valkenburg aan de Geul,

L.T.J.M. Bongarts drs. M.J.A. Eurlings,

algemeen directeur/gemeentesecretaris burgemeester.

Bezwaar

Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden - op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht - binnen 6 weken na de dag van verzending daarvan bezwaar maken door het indienen van een bezwaarschrift bij de burgemeester/het college van burgemeester en wethouders.

Het bezwaarschrift moet op grond van artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht zijn ondertekend en dient tenminste te bevatten:

  • a.de naam en adres van de indiener;

  • b.de dagtekening;

  • c.een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt (graag onderwerp, datum en kenmerk besluit vermelden) en

  • d.de gronden van het bezwaar (motivering).

Een bezwaarschrift schorst de werking van dit besluit niet.

Voorts kan op grond van het bepaalde in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht aan de voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg worden verzocht een voorlopige voorziening te treffen, indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Het vragen van een voorlopige voorziening is mogelijk indien u binnen de genoemde termijn van 6 weken ook een bezwaarschrift indient.

Het verzoek om voorlopige voorziening moet gericht worden aan:

De voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg,

Sector Bestuursrecht,

Postbus 950,

6040 AZ Roermond.

Van de verzoeker van een voorlopige voorziening wordt een griffierecht geheven. U wordt door de griffie van de rechtbank geïnformeerd over de hoogte van het griffierecht en de wijze van betaling.

U kunt ook digitaal een voorlopige voorziening indienen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.

Bijlagen

-

Naar boven