Mandaatbesluit BSBm directeur Omgevingdienst Regio Arnhem november 2013

De directeur van de Omgevingsdienst Regio Arnhem,

Gelet op:

  • Afdeling 10.1.1. inzake Mandaat van de Algemene wet bestuursrecht;

  • Artikel 257ba, eerste lid, van het wetboek van Strafvordering (verder: Sv);

  • Hoofdstuk 2.2. en 2.3. van de Richtlijn bestuurlijke strafbeschikkingsbevoegdheid milieu- en keurfeiten van 27 april 2012 (Staatscourant 2012, nr. 8342, );

  • De Samenwerkingsovereenkomst BSBm van 13 november 2013;

gezien de voordracht van Gedeputeerde Staten van Gelderland van 12 november-2013 met kenmerk 2012-015645;

besluit vast te stellen het:

Mandaatbesluit BSBm directeur Omgevingdienst Regio Arnhem november 2013,

Aan de functionaris belast met de functie van Teammanager Handhaving Bodem, Water, Ontgronding en Natuur bij de Provincie Gelderland:

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. Bevoegdheid BSBm: bevoegdheid tot al dan niet uitvaardigen van een BSBm op grond van artikel 257ba, eerste lid, Sv;

  • 2. BSBm: de bestuurlijke strafbeschikking voor milieufeiten, waarin een geldboete wordt opgelegd;

  • 3. Combibon: het door een buitengewoon opsporingsambtenaar opgemaakt verkort proces-verbaal voor één of meer op de Milieufeitenlijst voorkomende milieu- delicten;

  • 4. De Provincie: De Provincie Gelderland;

  • 5. Directeur: de directeur van de Omgevingsdienst Regio Arnhem;

  • 6. Gedeputeerde Staten: het college van Gedeputeerde Staten van Gelderland;

  • 7. Gemandateerde: de persoon aan wie de bevoegdheid tot uitoefenen van de BSBm is verleend;

  • 8. Mandaat: de bevoegdheid om in naam van de directeur een besluit te nemen over het al dan niet uitvaardigen van een BSBm op grond van een ingediende Combibon.

  • 9. Richtlijn BSBm: de door het College van Procureurs-generaal opgestelde richtlijn van 27 april 2012 (Staatscourant nr.8342);

  • 10. Samenwerkingsovereenkomst: de samenwerkingsovereenkomst BSBm van 13 november 2013.

Artikel 2 Mandaat

  • 1. De directeur verleent voor de duur van de samenwerkingsovereenkomst mandaat tot het namens hem/haar uitoefenen van de BSBm inzake de in de bijlage bij dit besluit opgesomde milieufeiten aan de binnen de provinciale organisatie werkzame functionaris, als genoemd in de aan dit mandaatbesluit gehechte voordracht van Gedeputeerde Staten;

  • 2. De in lid 1 bedoelde voordracht van Gedeputeerde Staten dient tevens te worden beschouwd als de in artikel 10:4, eerste lid, Awb bedoelde instemming van zowel de voorgedragen persoon als de Provincie met de mandaatverlening;

  • 3. De in lid 2 bedoelde instemming van de voorgedragen persoon blijkt uit diens akkoordverklaring op de in lid 2 bedoelde voordracht.

Artikel 3 Ondermandaat

De directeur verleent aan de gemandateerde de bevoegdheid om ondermandaat te verlenen aan één of meer onder hem/haar ressorterende functionarissen van de Provincie, dit ten aanzien van uitsluitend de volgende specifieke onderdelen van de gemandateerde bevoegdheid:

  • a) Het adviseren omtrent het al dan niet uitvaardigen van een BSBm op grond van een opgemaakte Combibon;

  • b) Het zorgdragen voor de feitelijk invoer in de transactiemodule van het Centraal Justitieel Incassobureau van een door de gemandateerde uitgevaardigde BSBm.

Artikel 4 Vervanging gemandateerde

In geval van afwezigheid van de gemandateerde gedurende een aaneengesloten periode van meer dan 60 uur, kan de in artikel 2 bedoelde bevoegdheid worden uitgeoefend door een vervanger, mits deze voldoet aan de door het OM in de Richtlijn BSBm opgesomde kwaliteitseisen.

Artikel 5 Uitvoering mandaat

Gemandateerde zal zich steeds bij de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden houden aan de eisen die worden gesteld aan deze uitoefening in de Richtlijn BSBm en aan eventueel nader door de directeur uit te vaardigen instructies.

Artikel 6 Ondertekening

De namens de directeuren uitgeoefende bevoegdheden inzake BSBm worden als volgt ondertekend:

De directeur van de Omgevingsdienst Regio Arnhem

Namens deze,

...............

(naam)

...............

Functie bij de Provincie

Artikel 7 Inwerkingtreding

  • 1. Dit besluit wordt bekendgemaakt in de Staatscourant en het Provinciaal Blad en treedt in werking op de dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad;

  • 2. Een afschrift van dit besluit wordt gezonden aan de hoofdofficier van Justitie van het Functioneel Parket, de korpschef van de politieregio Oost-Nederland en Gedeputeerde Staten.

Artikel 8 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit BSBm directeur Omgevingsdienst Regio Arnhem november 2013.

Aldus besloten op 8 november 2013

De directeur van de Omgevingsdienst Regio Arnhem, J. B. H. Robben.

BIJLAGE BEHORENDE BIJ MANDAATBESLUIT BSBM DIRECTEUR OMGEVINGSDIENST ARNHEM NOVEMBER 2013

De milieufeiten, als bedoeld in Hoofdstuk 1 van Bijlage II van het Besluit OM- afdoening, zoals dit per 1 mei 2012 luidt op grond van het wijzigingsbesluit van 5 april 2012 (Staatsblad 2012, nr. 150), waarvoor mandaat wordt verleend.

Het door de directeur van de Omgevingsdienst Regio Arnhem verleende mandaat is beperkt tot de navolgende milieufeiten met bijbehorende feitcodes van Hoofdstuk 1 van Bijlage II van het Besluit OM- afdoening:

  • 1. De nummers BM 067- BM 078 betreffende het Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemaangelegenheden (Bhvbz);

  • 2. De nummers BM 079- BM 081 betreffende de Ontgrondingenwet (Ogw);

  • 3. De nummers BM 260- BM 277 betreffende Flora- en Faunawet (FFW), inheems;

  • 4. De nummers BM 292- BM 294 betreffende de Boswet (Bw);

  • 5. Nummer BM 295 betreffende de Natuurbeschermingswet 1998 (Nbw 1998);

  • 6. De Nummers BM 224- BM 229 betreffende de Waterwet (Wtw).

Naar boven