Logo Rijkswaterstaat - Dienst UtrechtVerkeersbesluit

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Begripsbepaling

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • 1.‘de hoofdingenieur-directeur’ de hoofdingenieur-directeur van de Rijkswaterstaat Midden Nederland, Postbus 24094, 3502 MB UTRECHT;

  • 2.‘het hoofd van het District’ het hoofd van het District Zuid van de Rijkswaterstaat Midden-Nederland, Postbus 24094, 3502 MB UTRECHT.

OVERWEGINGEN TEN AANZIEN VAN HET BESLUIT

Op grond van het bepaalde in artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, dient een verkeersbesluit te worden genomen voor het plaatsen of verwijderen van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer genoemde verkeerstekens, alsmede onderborden, voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

Voor maatregelen op of aan de weg tot wijziging van de inrichting van de weg of tot het aanbrengen of verwijderen van voorzieningen ter regeling van het verkeer, indien maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorie, moet een verkeersbesluit worden genomen op grond van artikel 15, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994.

Op grond van artikel 18, eerste lid, onder a, van de Wegenverkeerswet 1994 ben ik bevoegd dit verkeersbesluit te nemen.

Inhoud besluit

Voor de verbindingsboog Den Bosch richting Arnhem worden 2 doorgaande rijstroken gerealiseerd. De huidige asmarkering en belijning voor de invoegtaper ter hoogte van hm 63,7A2f wordt verwijderd en het puntstuk verlegd.

Van hm 63,85A2f tot hm 58,25A12x wordt een nieuwe doorgetrokken streep aan de linker zijde van de as streep gerealiseerd met aan de rechterrijstrook een 3-9 streep. Daarmee is het mogelijk van de rechterrijstrook naar links te manoeuvreren maar niet andersom.

De rechter rijstrook van de A2f wordt ingericht als dynamische rijstrook. Deze dynamische rijstrook wordt stroomafwaarts ter hoogte van hm 58,2A12x een invoeger rechts van de 3e rijstrook. De vluchtstrook blijft hier behouden.

Tussen hm 58,5A12x en hm 58,95A12x ontstaat een weefvak met 3 rijstroken rechtdoor naar Arnhem en 2 naar de afrit Nieuwegein waarbij rechts van de 3-9 streep tussen rijstrook 4 en 5 een ononderbroken streep wordt aangebracht.

Deze ononderbroken streep begint ter hoogte van hm 65.4 A2t en eindigt op afrit 16 Nieuwegein ter hoogte van hm 59,0A12a.

Ter hoogte van het kunstwerk bij hm 58,9A12x zal de vluchtstrook over een lengte van 45 meter vervallen.

De parallelbaan A12x gaat met 3 rijstroken door in de richting van Houten/Hilversum. Vanaf hm 59,02A12x zal rijstrook 1 worden afgestreept en worden samengevoegd met rijstrook 2.

Doel van de maatregel

Het doel van de maatregel is om door het aanpassen van de wegconfiguratie en het toevoegen van een extra rijstrook de weefbewegingen in het weefvak tussen parallelbaan A12x en verbindingsweg A2t vloeiender af te wikkelen waardoor de verkeersveiligheid en de doorstroming wordt bevorderd.

Locatie en/of traject

De werkzaamheden vinden plaats op de zuidelijke parallelbaan van de A12 komende van de A2 (Den Bosch) richting A12 (Arnhem) in knooppunt Oudenrijn in de gemeente Utrecht. Daarnaast worden er aanpassingen verricht aan de verbindingswegen A2f en A2t en op de verbindingsweg a in afrit Nieuwegein.

Onderzoek omgevingsfactoren

Verkeersveiligheid en doorstroming

Door het aanpassen van de wegconfiguratie en het toevoegen van een extra rijstrook zullen de weefbewegingen in het weefvak tussen parallelbaan A12x en verbindingsweg A2t vloeiender worden afgewikkeld waardoor de verkeersveiligheid en de doorstroming wordt bevorderd.

Voor wat betreft het aspect geluid wordt het volgende opgemerkt:

In het kader van het project Beter Benutten worden in het knooppunt Oudenrijn diverse wegvakken aangepast. Deze aanpassingen zijn gericht op een relatief eenvoudige verruiming en daardoor een betere benutting van verbindingswegen en in- en uitvoegstroken. Plaatselijk worden daartoe verbredingen aangelegd en/of de indeling van rijstroken gewijzigd.

Als onderdeel van dit project worden verkeersbesluiten voorbereid voor het aanpassen van de verbindingswegen X en Y in het knooppunt Oudenrijn.

Het gaat hierbij om de volgende aanpassingen:

  • de A12x, de parallelbaan aan de zuidzijde van de A12 wordt anders ingericht zodat er ruimte komt voor een extra rijstrook.

  • de A12y, de parallelbaan aan de noordzijde van de A12 wordt in noordelijke richting verplaatst waardoor deze weg langer vrij van de hoofdrijbaan komt te liggen en het verkeer verder stroomafwaarts invoegt op de hoofdstroom van de A12 (zie het desbetreffende Verkeerbesluit dat gelijktijdig wordt gepubliceerd);

In een recent verleden zijn verkeersbesluiten voor de wijziging van de verbindingswegen A2h, A2g en A12s (allen in het knooppunt Oudenrijn) onherroepelijk geworden. De effecten van de aanpassingen die in het kader van deze besluiten zijn getroffen, zijn onder het regime van eerdere wetgeving getoetst.

Om een totaalbeeld te kunnen verkrijgen van de akoestische effecten van alle wijzigingen in het knooppunt Oudenrijn, zijn de effecten van deze aanpassingen in een akoestisch onderzoek onder de huidige geluidwetgeving (Wet milieubeheer) integraal beoordeeld.

Het rapport met beschrijving onderzoek en de resultaten is bijgevoegd, rapport Royal HaskoningDHV, met kenmerk 130918 – RHDHV rapportage knp. Oudenrijn – v1, d.d. september 2013.

Uit het akoestisch onderzoek op referentiepunten is gebleken dat in de toekomstige situatie van zowel 2017 als 2020 als gevolg van de wijzigingen aan knooppunt Oudenrijn een overschrijding van de geluidproductieplafonds te verwachten zal zijn.

Behalve langs de verbindingsweg A12s, treden er in de situatie 2020 ook overschrijdingen op in de noordwestelijke hoek van het knooppunt Oudenrijn (op 1 referentiepunt, veraf van bewoning) en aan de zuidzijde van de A12, ter hoogte van de parallelbaan A12x (ook op 1 referentiepunt).

De maximale overschrijding in deze situatie bedraagt 0.4 dB, langs de verbindingsweg A12s.

Uit het onderzoek naar de geluidbelastingen op de geluidgevoelige bestemmingen in de nabijheid van deze punten is gebleken dat de geluidbelastingen niet hoger zijn dan in de situatie conform het geluidregister bij volledig benut geluidproductieplafond. De belangrijkste verklaring hiervoor is dat de toenames op korte afstand optreden maar dat het effect op de bebouwing op grotere afstand wordt afgevlakt door de bijdrage van de overige wegvakken van het knooppunt. Aangezien de grenswaarden (dit zijn de geluidbelastingen op voornoemde geluidgevoelige bestemmingen op basis van volledig benut geluidproductieplafond) niet worden overschreden, is er geen noodzaak om een onderzoek naar doelmatige geluidbeperkende maatregelen uit te voeren.

In een dergelijk geval dienen de geluidproductieplafonds hoger te worden vastgesteld en te worden opgenomen in het geluidregister. Deze procedure zal echter geen deel uitmaken van dit verkeersbesluit maar worden meegenomen in het kader van de jaarlijkse naleving. Op die manier is ook de bescherming van de geluidgevoelige bestemmingen geborgd (in plaats van nu te besluiten de overschreden GPP’s te verhogen). De eerstvolgende nalevingsrapportage verschijnt najaar 2014.

De argumenten voor deze keuze zijn:

  • voor de wijzigingen aan de verbindingswegen A2h, A2g en de A12s zijn inmiddels al verkeersbesluiten genomen;

  • voor de verbindingsweg A2h loopt zoals reeds vermeld een aparte procedure van een verkeersbesluit voor de verlenging van de uitvoeger naar de A12; de integrale geluidtoets (zie bijgevoegd rapport) bevestigt dat ter hoogte van gehele verbindingsweg A2h geen overschrijding van de GPP’s optreden;

  • het effect van de wijzigingen aan de parallelbaan A12x leidt tot de overschrijding van het geluidproductieplafond op slechts één referentiepunt, maar niet tot overschrijding van de geluidsbelasting bij volledig benut

    geluidproductieplafond bij de nabijgelegen woningen aan de Galecopperdijk;

  • het effect van de wijzigingen aan de parallelbaan A12y leidt niet tot overschrijding van de geluidproductieplafonds.

Voor wat betreft het aspect ecologie wordt het volgende opgem erkt:

De werkzaamheden voor de verbreding van de parallelbaan A12x vinden plaats in de grazige berm. Over een klein gedeelte van het tracé wordt het weglichaam zodanig verbreed dat deze in de bestaande beplanting uit komt. In deze beplanting zijn geen jaarrond beschermde nesten van vogels aangetroffen. In 2011 is het gebied van de parallelbaan A12x in knooppunt Oudenrijn onderzocht op de aanwezigheid van beschermde flora en fauna. Deze beschermde flora of fauna is op het traject waar de parallelbaan A12x wordt verbreed niet aangetroffen. De watercompensatie samenhangend met de verbreding vindt plaats door een bestaande watergang te verbreden. In deze watergang zijn geen beschermde soorten aangetroffen.

De parallelbaan A12x ligt niet in of in de nabijheid vanaf een N2000 gebied. Het dichtbij gelegen N2000 gebied is het gebied De oostelijke Vechtplassen, dit ligt op bijna 9 km afstand van de maatregel. Significant negatieve effecten op N2000 gebieden zijn uitgesloten. De parallelbaan A12x ligt niet in de Ecologische hoofdstructuur.  

Voor wat betreft het aspect luchtkwaliteit wordt het volgende opgemerkt.

In het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) zijn locaties vastgelegd waar toetsing plaatsvindt aan de Europese grenswaarden voor stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10). Uit de monitoring van het NSL 2013 blijkt dat op alle toetslocaties langs de extra rijstrook tussen parallelbaan A12x van hm 57,9 tot hm 59,05 tijdig wordt voldaan aan deze grenswaarden (www.nsl-monitoring.nl). In de monitoring van het NSL is geen rekening gehouden met de extra rijstrook tussen parallelbaan A12x van hm 57,9 tot hm 59,05.

De extra rijstrook tussen parallelbaan A12x van hm 57,9 tot hm 59,05 leidt ertoe dat de afstand tussen de toetslocaties en de emissiebron (het verkeer op de parallelbaan) kleiner wordt en heeft geen verkeersaantrekkende werking. Uit berekeningen met de NSL rekentool blijkt dat hierdoor de concentraties stikstofdioxide en fijn stof ter hoogte van de toetslocaties kunnen toenemen, maar dat dit niet zal leiden tot overschrijding van de grenswaarden. Daarmee wordt voldaan aan de wet- en regelgeving voor luchtkwaliteit (Wet milieubeheer, artikel 5.16, eerste lid sub a).

BESLUIT

Op grond van vorenstaande overwegingen besluit ik:

  • De huidige asmarkering en belijning voor de invoegtaper ter hoogte van hm 63,7A2f te verwijderen en het puntstuk te verlegen.

  • Van hm 63,85A2f tot hm 58,25A12x een nieuwe ononderbroken streep aan de linker zijde van de as streep aan te brengen met aan de rechterrijstrook een 3-9 deelstreep.

  • Rijstrook 4 stroomafwaarts ter hoogte van hm 58,2A12x te configureren als een invoeger rechts van de 3e rijstrook en de vluchtstrook hier te behouden

  • Vanaf hm 65,4A2t een ononderbroken streep aan te brengen tussen rijstrook 1 en 2. De doorgetrokken streep eindigt op de afrit bij hm 59,05a (afrit 16 Nieuwegein). Links naast deze ononderbroken streep een 3-9 deelstreep aan te brengen.

  • Ter hoogte van het kunstwerk bij hm 58,9A12x de vluchtstrook over een lengte van 45m op te heffen in verband met de beschikbare ruimte op het kunstwerk.

  • Tussen hm 58,5A12x en hm 58,95A12x een weefvak te realiseren tussen rijstrook 3 en rijstrook 4.

  • Op de parallelbaan ter hoogte van hm 59,02A12x de drie rijstroken naar twee rijstroken terug te brengen middels een afstreping van de linker rijstrook.

PROCEDURE

Dit verkeersbesluit is voorbereid volgens de procedure van artikel 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Het ontwerp-verkeersbesluit is gepubliceerd in de Staatscourant van 24 oktober 2013 en heeft ter inzage gelegen vanaf 25 oktober tot en met 5 december 2013. Tegen het ontwerp-verkeersbesluit zijn geen zienswijzen ingediend.

Overeenkomstig artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer is overleg gepleegd met de Korpschef van het korps landelijke politiediensten(KLPD).

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,

Namens deze,

Districtshoofd Zuid, Midden Nederland

G.F. Breij

MEDEDELING

Beroep:

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunt u binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt tegen dit besluit beroep instellen bij de Rechtbank Midden-Nederland, Postbus 16005, 3500 DA Utrecht (Bezoekadres: Vrouwe Justitiaplein 1, 3511 EX Utrecht).

Het ondertekende beroepschrift dient tenminste te bevatten:

  • -uw naam en adres;

  • -de dagtekening;

  • -vermelding van het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen en zo mogelijk de datum en het kenmerk van het besluit;

  • -een opgave van redenen waarom u zich niet met het besluit kunt verenigen.

Tevens dient ten behoeve van de rechtbank een afschrift van het besluit waartegen het beroep is gericht te worden overgelegd.

U kunt ook digitaal beroep instellen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op genoemde site voor de precieze voorwaarden.

Voorlopige voorziening

U bent voorts in de gelegenheid om - gelijktijdig met of na de indiening van het beroepschrift - een verzoek te doen tot het treffen van een voorlopige voorziening. Een zodanig verzoek dient te worden gericht aan de voorzieningenrechter van de

Rechtbank MiddenNederland (voor adres: zie hierboven).

Griffierecht

Zowel in verband met de behandeling van het beroep als in verband met het verzoek om voorlopige voorziening wordt griffierecht geheven. Over de hoogte daarvan, de wijze waarop en de termijn waarbinnen u dient te betalen, krijgt u na de indiening van het beroep c.q. het verzoek om voorlopige voorziening bericht van de griffie.

Naar boven