Aanmeldingsnotitie Besluit MER, uitbreiding van Maatschap P. en C.L. de Ruijter, Striepweg 2-4 te Scharendijke, Schouwen-Duiveland

Burgemeester en wethouders van Schouwen-Duiveland maken, als bevoegd gezag, gelet op artikel 7.17, lid 4 en 5 van de Wet milieubeheer, het volgende bekend.

Voor de uitbreiding van Maatschap P. en C.L. de Ruijter, gelegen aan de Striepweg 2-4 te Scharendijke is een aanmeldingsnotitie MER-beoordeling ingediend.

Het voornemen van Maatschap P. en C.L. de Ruijter is om de melkrundveehouderij uit te breiden ten opzichte van de reeds vergunde situatie. Uitbreiding zal plaatsvinden door de bouw van een nieuwe melkveestal waardoor het totaal aantal dieren komt op 467 melkkoeien, 412 stuks jongvee en 60 schapen.

Deze activiteit is onderworpen aan een milieueffectrapportage beoordelingsplicht door het bevoegd gezag ingevolge het Besluit milieueffectrapportage 1994, jo. artikel 7.2 Wet milieubeheer.

Burgemeester en wethouders van Schouwen-Duiveland hebben op 10 december 2013 besloten dat door Maatschap P. en C.L. de Ruijter geen milieueffectrapportage hoeft te worden opgesteld, voordat door hen een beslissing wordt genomen op een aanvraag om een vergunning ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor de voorgenomen activiteit.

De voorgenomen activiteit leidt, gezien de omstandigheden waaronder zij wordt ondernomen, niet tot belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu.

De beoordeling door het college heeft plaatsgevonden aan de hand van de criteria uit bijlage III van de EEG-richtlijn betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten.

Inzage

De aanmeldingsnotitie MER-beoordeling, het besluit en de relevante stukken liggen van 16 december 2013 tot en met 27 januari 2014 tijdens openingstijden ter inzage in het gemeentehuis.

Het besluit betreft een procedure ter voorbereiding van het besluit op een aanvraag om een omgevingsvergunning. Conform artikel 6:3 van de Algemene wet bestuursrecht is tegen deze beslissing geen bezwaar of beroep mogelijk, tenzij deze beslissing een belanghebbende, los van de te nemen beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, rechtstreeks in zijn of haar belang treft.