Conceptwetsvoorstel Instellingswet Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming, Advies Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ)

uitgebracht aan: de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie

datum: 30 september 2013

Het conceptwetsvoorstel behelst de volgende wijzigingen ten opzichte van de huidige Instellingswet RSJ:

  • 1. een scherpere scheiding van de taken advisering en rechtspraak, die vooral consequenties heeft voor de samenstelling en organisatie van de Raad;

  • 2. een explicitering van de toetsingsgronden “de veiligheid van de samenleving” en “de belangen van slachtoffers en nabestaanden” in beklag en beroep in de penitentiaire beginselenwetten;

  • 3. het vatbaar maken van beroepsuitspraken voor cassatie in het belang der wet.

De Raad heeft kennis genomen van de doeleinden die met het wetsvoorstel worden beoogd, zoals deze in de Memorie van Toelichting worden uiteengezet. De strekking en de uitwerking van de voorstellen roepen op belangrijke onderdelen ernstige bezwaren en door de wetgever te beantwoorden vragen op, vooral waar de wijzigingen het adequaat functioneren van de Raad kunnen belemmeren.

Takenscheiding en onafhankelijkheid

De combinatie van beide taken roept op zichzelf geen bezwaren op. De Raad deelt de in de Memorie van Toelichting beargumenteerde conclusie dat een zekere scheiding van taken nodig is. Daarnaast is een zekere overlap van belang om de takencombinatie te kunnen benutten. De Raad heeft ernstige bezwaren bij de wijze waarop in de IRsj aan de organisatorische scheiding invulling wordt gegeven, waarbij in vergaande mate het organisatiemodel van de Raad van State is gevolgd.

Terwijl de inhoudelijke relatie met de Minister van V&J als functioneel is te waarderen, is de beoogde bemoeienis van de Minister met de inrichting en organisatie van de Raad in verband met de onafhankelijkheid van de Raad minder gewenst.

Toetsingsgronden

De Raad heeft er geen overwegend bezwaar tegen dat “de veiligheid van de samenleving” en “de belangen van slachtoffers en nabestaanden” specifiek als toetsingsgronden in de wet worden genoemd. De betekenis hiervan is echter nogal beperkt. In de eerste plaats worden deze belangen (als behorend tot “alle in aanmerking komende belangen”) ook nu al meegewogen, hetgeen in de uitspraken tot uitdrukking komt. In de tweede plaats is de beklag- en beroepsrechtspraak aanvullend op de penitentiaire praktijk. Op justitiële autoriteiten rust reeds de verplichting om bij het verlenen van vrijheden in het bijzonder met deze belangen rekening te houden. Dit is vanzelfsprekend van veel grotere betekenis dan de gelijkluidende explicitering van beklaggronden, temeer nu slechts een beperkt deel van de in de praktijk door de penitentiaire overheid genomen beslissingen aan de beklag- of beroepsrechter wordt voorgelegd.

Overigens zijn beklag- en beroepsrechter voor het kunnen meewegen van de genoemde belangen afhankelijk van de informatie die de procespartijen aandragen. Alleen als (met name) de Dienst Justitiële Inrichtingen de penitentiaire rechter nader informeert over de belangen van het slachtoffer kan de rechter daarmee rekening houden. Ook de Klankbordgroep Commissies vanToezicht benadrukt deze randvoorwaarde.

Cassatie in het belang der wet

In de Memorie van Toelichting wordt de noodzaak van cassatie in het belang der wet beargumenteerd door te wijzen op het belang van rechtsvorming en rechtseenheid. De Raad onderschrijft beide belangen en heeft daarom geen principieel bezwaar tegen het scheppen van deze cassatiemogelijkheid.

De Raad ziet echter geen dringende noodzaak om dit bijzondere rechtsmiddel te introduceren. Er zijn immers voor de PG ook nu doorgaans reeds mogelijkheden om uitspraken van andere rechters dan de penitentiaire beklag- en beroepsrechter waarin inhoud wordt gegeven aan het penitentiaire recht aan de Hoge Raad voor te leggen. Nu van deze mogelijkheid geen gebruik is gemaakt, bestaat daaraan blijkbaar geen behoefte.

Het advies kan worden opgevraagd bij het secretariaat van de Raad

Postbus 30 137

2500 GC Den Haag

070 – 36 19 300

www.rsj.nl

Naar boven