Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Financiën | Staatscourant 2013, 26647 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals bouwplannen en verkeersmaatregelen.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Financiën | Staatscourant 2013, 26647 | Besluiten van algemene strekking |
19 september 2013
Nr. BLKB/2013/267M
Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen
De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.
Dit besluit betreft een herziene versie van het besluit van 24 januari 2008, nr. CPP2008/39M. Herziening is noodzakelijk om de praktijk meer duidelijkheid te geven over de reikwijdte van de vrijstelling. Daarnaast zijn tekstuele aanpassingen aangebracht.
In de Wet op de omzetbelasting 1968 zijn de diensten door lijkbezorgers vrijgesteld van de heffing van btw (artikel 11, eerste lid, onderdeel h). De vrijstelling is gebaseerd op artikel 371 van de btw-richtlijn en de bij die richtlijn behorende bijlage X, deel B, onderdeel 4. Op grond van dit onderdeel kan de vrijstelling ook worden toegepast op leveringen door lijkbezorgers die met de door hen verrichte diensten in rechtstreeks verband staan. Als voorwaarde geldt dat de lidstaten de vrijstelling al verleenden op 1 januari 1978. Nederland voldoet aan die voorwaarde en heeft de vrijstelling gehandhaafd.
Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PbEU L 347 van 11 december 2006)
Wet op de omzetbelasting 1968
artikel 11, eerste lid, onderdeel h, van de wet omzetbelasting
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de vrijstelling een objectief karakter draagt1. De hoedanigheid van de lijkbezorger dient te worden vastgesteld aan de hand van het geheel van diensten waaruit zijn onderneming bestaat. Slechts die diensten zijn vrijgesteld die kenmerkend en essentieel zijn voor de diensten die door een lijkbezorger worden verricht. Een ieder die deze kenmerkende en essentiële diensten verricht kwalificeert als een lijkbezorger die op die diensten de btw-vrijstelling mag toepassen.
Uit de ontstaansgeschiedenis van de vrijstelling en naar maatschappelijke opvattingen betreft het bijvoorbeeld de volgende diensten:
– de verzorging en opbaring van het lichaam van de overledene;
– het dragen van de lijkkist;
– de verzorging van de uitvaartplechtigheid;
– de teraardebestelling of crematie (inclusief de asverstrooiing).
De wettelijke vrijstelling is beperkt tot de (kenmerkende en essentiële) diensten van lijkbezorgers.
Horeca-verstrekkingen zijn niet kenmerkend en essentieel voor een lijkbezorger; de vrijstelling is op die prestaties niet van toepassing2.
Leveringen door lijkbezorgers die in een rechtstreeks verband staan met de door hen verrichte kenmerkende en essentiële diensten kunnen in de vrijstelling delen. Van een rechtstreeks verband is sprake als die prestaties onlosmakelijk zijn verbonden met de kenmerkende en essentiële diensten van de lijkbezorger. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de levering van een lijkomhulsel en de levering van rouwkaarten.
Tijdens de parlementaire behandeling bij de invoering van de wet is vastgesteld dat ook de diensten verricht door exploitanten van begraafplaatsen en crematoria onder de vrijstelling vallen (Kamerstukken 1968, 9324, Memorie van Antwoord). Een aanpassing van de wettekst werd niet nodig geacht. Daaruit moet worden afgeleid dat de wetgever destijds van mening was dat de hier bedoelde exploitanten (rechtstreeks) onder de werking van artikel 11, eerste lid, onderdeel h, van de wet vallen. Hieraan doet niet af dat de hier bedoelde diensten van deze exploitanten later bij wijze van goedkeuring onder de vrijstelling zijn gebracht.
Gelet op de uitleg die de Hoge Raad aan deze vrijstelling geeft, dient het ook in deze gevallen te gaan om diensten die kenmerkend en essentieel zijn voor dergelijke exploitanten. Voor exploitanten van begraafplaatsen gaat het dan bijvoorbeeld om het vestigen van het recht van eigen graf. Voor exploitanten van crematoria zou het dan bijvoorbeeld gaan om de feitelijke crematie en bijzetting in een columbarium.
Kopieer de link naar uw clipboard
zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2013-26647.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.