Protocol gegevensverwerking iCOV Productie 2013

De ondergetekenden,

Gelet op:

Het bepaalde in de Wet bescherming persoonsgegevens en de overige voor de deelnemende organisaties relevante wetten met betrekking tot het verwerken van persoonsgegevens;

De publiekrechtelijke taken van de deelnemende organisaties;

Het Convenant iCOV 2013, in het bijzonder artikel 4, tweede en derde lid.

Stellen het volgende vast:

Artikel 1 Definities

In dit protocol wordt verstaan onder:

a. Wbp-beheerder:

degene die namens de gedeeld verantwoordelijken zorg draagt voor naleving van de wet, te weten het Hoofd iCOV als bedoeld in artikel 5, derde lid, onder f, van het Convenant;

b. persoonsgegeven, verwerking van persoonsgegevens, verantwoordelijke, bewerker, betrokkene, verstrekken en verzamelen:

hetgeen daaronder wordt verstaan in de wet;

c. bronhouder:

de oorspronkelijke houder van de brongegevens;

d. Convenant:

het Convenant iCOV 2013;

e. iCOV:

gemeenschappelijke organisatie, opgericht middels het Convenant;

f. leverancier:

degene die de persoonsgegevens daadwerkelijk aan de gedeeld verantwoordelijken verstrekt;

g. gedeelde verantwoordelijkheid:

de verdeling tussen verantwoordelijken als bedoeld in artikel 1, onder d, van de wet waarbij een bestuursorgaan als gedeeld verantwoordelijke aangemerkt wordt zoals aangegeven is in bijlage I bij dit Protocol;

h. gedeeld verantwoordelijken:

de bestuursorganen als bedoeld in bijlage I bij dit Protocol;

i. wet:

Wet bescherming persoonsgegevens.

Artikel 2 Reikwijdte

  • 1. Dit protocol is van toepassing op het verwerken van persoonsgegevens uitgevoerd door de afdeling productie van iCOV als bedoeld in artikel 6, vierde lid, van het Convenant.

  • 2. Het verwerken als bedoeld in het eerste lid neemt een aanvang zodra:

    • a. persoonsgegevens ontvangen worden in het kader van een aanvraag voor een product;

    • b. ten behoeve van een product persoonsgegevens verzameld worden;

    • c. persoonsgegevens verstrekt en ontvangen worden ten behoeve van de doeleinden als bedoeld in artikel 4, eerste lid, of

    • d. persoonsgegevens ter uitvoering van het in artikel 4, derde lid, bedoelde doel vastgelegd worden.

  • 3. Het verwerken als bedoeld in het eerste lid eindigt:

    • a. voor de in een product opgenomen persoonsgegevens zodra het desbetreffende product aan een deelnemende organisatie geleverd wordt;

    • b. voor de door de afdeling productie van iCOV vastgelegde persoonsgegevens zodra de gegevens vernietigd worden.

Artikel 3 Voorwaarden voor verwerken

  • 1. Gegevens worden slechts verwerkt voor het doel waarvoor deze verkregen zijn.

  • 2. Persoonsgegevens worden uitsluitend verstrekt in de vorm van een product zoals opgenomen in het productenoverzicht zoals bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder a, sub V, van het Convenant en waarvoor een rechtmatigheidsbeoordeling als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder b, sub I, van het Convenant is opgesteld.

  • 3. De producten van iCOV worden uitsluitend geleverd aan en zijn bestemd voor een deelnemende organisatie.

  • 4. Een product bevat bij levering ten minste een aanduiding van de toepasselijke rechtmatigheidsbeoordeling als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder b, sub I, van het Convenant.

  • 5. Een te leveren product bevat slechts persoonsgegevens welke door de ontvanger van het product op zelfstandige wijze van de bronhouder verkregen zouden kunnen worden.

  • 6. Persoonsgegevens worden verwerkt overeenkomstig de door de bronhouder of leverancier daarbij bepaalde voorwaarden.

  • 7. Persoonsgegevens kunnen voor opname in het gegevensbestand Research and Development worden verstrekt ten behoeve van het verwerken overeenkomstig het Protocol gegevensverwerking iCOV Research and Development 2013, voor zover zulks geschiedt in overeenstemming met de in het zesde lid bedoelde voorwaarden en de in artikel 7 bedoelde afspraken of beslissingen.

Artikel 4 Doeleinden gegevensbestand productie

Persoonsgegevens worden voor de gedeeld verantwoordelijken verwerkt ten behoeve van:

  • 1. het in kaart brengen van (criminele of onverklaarbare) vermogensbestanddelen of het blootleggen van witwas- en fraudeconstructies zodat:

    • a. crimineel of onverklaarbaar vermogen kan worden getraceerd en/of kan worden afgenomen;

    • b. belastingontduiking kan worden tegengegaan;

    • c. overheidsvorderingen kunnen worden geïnd;

    • d. betekenisvol kan worden geïntervenieerd.

  • 2. bewijsvoering in verband met eventuele rechtmatigheidsvragen betreffende de in een product opgenomen persoonsgegevens en het verkrijgen daarvan.

  • 3. controle en toezicht op de naleving van de verplichtingen die, in het bijzonder ter naleving van het Besluit Voorschrift Informatiebeveiliging rijksdienst – bijzondere informatie, rusten op iCOV en de medewerkers van iCOV bij het verwerken van in het gegevensbestand opgenomen gegevens.

Artikel 5 Categorieën van personen

Over de volgende categorieën van personen worden persoonsgegevens verwerkt:

  • a. personen die in verband gebracht kunnen worden met mogelijke onverklaarbare of criminele vermogensbestanddelen;

  • b. relevante relaties of contacten van personen die in verband gebracht kunnen worden met mogelijke onverklaarbare of criminele vermogensbestanddelen;

  • c. personen ten aanzien van wie een overheidsvordering kan worden geïnd;

  • d. relevante relaties of contacten van personen die in verband gebracht kunnen worden met personen ten aanzien van wie een overheidsvordering kan worden geïnd;

  • e. medewerkers van iCOV.

Artikel 6 Soorten of categorieën van gegevens

  • 1. Over de in artikel 5, onder a, bedoelde personen worden de volgende soorten gegevens verwerkt:

    • a. personalia en identificerende gegevens van betrokkene, waaronder persoonsnummers;

    • b. identificerende gegevens betreffende vermogensbestanddelen;

    • c. inhoudelijke gegevens die zicht geven op de relatie tussen betrokkene en vermogensbestanddelen;

    • d. gegevens betreffende eerdere onrechtmatigheid in de relatie tussen betrokkene en vermogen;

    • e. bijzondere persoonsgegevens, te weten strafrechtelijke gegevens;

    • f. inhoudelijke gegevens die zicht geven op de relatie met de in artikel 5, onder b, bedoelde personen.

  • 2. Over de in artikel 5, onder b, bedoelde relaties en contacten worden de volgende soorten gegevens verwerkt:

    • a. personalia en identificerende gegevens van betrokkene, waaronder persoonsnummers;

    • b. identificerende gegevens betreffende vermogensbestanddelen;

    • c. inhoudelijke gegevens die zicht geven op de relatie met de in artikel 5, onder a bedoelde personen.

  • 3. Over de in artikel 5, onder c, bedoelde personen worden de volgende soorten gegevens verwerkt:

    • a. personalia en identificerende gegevens van betrokkene, waaronder persoonsnummers;

    • b. identificerende gegevens betreffende vermogensbestanddelen;

    • c. inhoudelijke gegevens die zicht geven op de relatie tussen betrokkene en vermogensbestanddelen;

    • d. inhoudelijke gegevens die zicht geven op de relatie met de in artikel 5, onder d, bedoelde personen.

  • 4. Over de in artikel 5, onder d, bedoelde relaties en contacten worden de volgende soorten gegevens verwerkt:

    • a. personalia en identificerende gegevens van betrokkene, waaronder persoonsnummers;

    • b. identificerende gegevens betreffende vermogensbestanddelen;

    • c. inhoudelijke gegevens die zicht geven op de relatie met de in artikel 5, onder c, bedoelde personen.

  • 5. Over de in artikel 5, onder e, bedoelde medewerkers worden de volgende soorten gegevens verwerkt:

    • a. identificerende gegevens;

    • b. gegevens noodzakelijk voor controle en toezicht op de naleving van de verplichtingen die rusten op medewerkers van iCOV bij het verwerken van in het gegevensbestand opgenomen gegevens, zoals gegevens betreffende de tijdstippen van toegang tot gegevens en de gegevens waartoe toegang is gezocht of toegang is verkregen.

Artikel 7 Herkomst van persoonsgegevens

  • 1. De gegevens zijn afkomstig:

    • a. uit bij wet ingestelde openbare registers;

    • b. van de deelnemende organisaties op basis van een leveringsafspraak met de gedeeld verantwoordelijken of op basis van een beslissing van de verstrekkende organisatie;

    • c. uit openbare bronnen;

    • d. uit registraties met authentieke gegevens;

    • e. van overigen op basis van een leveringsafspraak met de gedeeld verantwoordelijken of op basis van een beslissing van de verstrekkende organisatie.

  • 2. In de in het eerste lid onder b en e bedoelde afspraken en beslissingen wordt voor de te verstrekken gegevens aangegeven op grond van welke letter van artikel 2, tweede lid, dit protocol van toepassing is.

Artikel 8 Bewaartermijnen

De persoonsgegevens worden uiterlijk acht jaar na de meest recent uitgebrachte rapportage waarin persoonsgegevens zijn opgenomen vernietigd, tenzij een wettelijk voorschrift of een aanhangige rechterlijke procedure daaraan in de weg staat.

Artikel 9 Informatiebeveiliging

  • 1. Informatiebeveiliging geschiedt overeenkomstig de informatiebeveiliging van het Openbaar Ministerie en houdt rekening met de informatiebeveiligingsvereisten van de deelnemende organisaties.

  • 2. De gegevens worden ten minste gerubriceerd als departementaal vertrouwelijk als bedoeld in artikel 5, tweede lid, van het Besluit voorschriften informatiebeveiliging rijksdienst – bijzondere informatie.

  • 3. Rechtstreekse toegang langs geautomatiseerde weg tot de persoonsgegevens is voorbehouden aan daartoe schriftelijk of op vergelijkbare wijze door het Hoofd iCOV geautoriseerde medewerkers van iCOV.

  • 4. Een autorisatie overeenkomstig het derde lid wordt enkel verleend aan medewerkers die op grond van artikel 9, derde lid, van het Protocol gegevensverwerking iCOV Research and Development 2013 over een autorisatie beschikken indien de in artikel 10 van dat Protocol bedoelde geheimhoudingsverplichting zich daartegen niet verzet.

Artikel 10 Geheimhouding

De door de deelnemende organisaties aangewezen vertegenwoordigers die deelnemen aan het Opdrachtgeversoverleg, de medewerkers van iCOV en anderen die betrokken zijn bij de uitvoering van het Convenant zijn verplicht tot geheimhouding van de door iCOV ontvangen persoonsgegevens, gegevens over de deelnemende organisaties en over al hetgeen waarvan redelijkerwijs is aan te nemen dat bekendmaking en/of ander gebruik daarvan de belangen van de deelnemende organisaties zou schaden, behoudens voor zover de uitvoering van de taak met het oog waarop de gegevens zijn verkregen tot het ter kennis brengen daarvan noodzaakt.

Artikel 11 Informatieplicht

De ontvangende deelnemende organisatie informeert de betrokkene overeenkomstig de voor die organisatie geldende regelgeving betreffende het verwerken van gegevens.

Artikel 12 Rechten betrokkene

  • 1. De betrokkene kan een verzoek tot uitoefening van diens rechten ten aanzien van de op hem betrekking hebbende gegevens ingevolge Hoofdstuk 6 van de wet richten aan het Hoofd iCOV. Daartoe kan gebruik gemaakt worden van het e-mailadres icov@belastingdienst.nl.

  • 2. Ingeval gegevens verkregen zijn op grond van artikel 7, onder b, of e, wordt toepassing gegeven aan het bepaalde in artikel 35, derde lid, van de wet.

  • 3. Bij de uitoefening van rechten ingevolge Hoofdstuk 6 van de wet worden geen kosten in rekening gebracht.

Artikel 13 Slotbepalingen

  • 1. Dit protocol en iedere wijziging worden gepubliceerd in de Staatscourant. Het hoofd iCOV draagt zorg voor publicatie.

  • 2. Dit protocol treedt in werking met ingang van de dag na de datum van ondertekening door alle gedeeld verantwoordelijken.

  • 3. Dit protocol kan worden aangehaald als: Protocol gegevensverwerking iCOV Productie 2013.

Aldus ondertekend

De procureur-generaal van het Openbaar Ministerie M.C.W.M. van Nimwegen

Datum: 16 mei 2013

De plaatsvervangend Korpschef van de Nationale Politie R.G.C. Bik

Datum: 16 mei 2013

De directeur-generaal Belastingdienst P.W.A. Veld

Datum: 21 mei 2013

De algemeen directeur Douane W.A.J.M. Rovers

Datum: 21 mei 2013

De directeur Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst - Economische controledienst (FIOD) J. van der Vlist

Datum: 21 mei 2013

Het Hoofd van de Financial Intelligence Unit Nederland H.M. Verbeek-Kusters

Datum: 23 mei 2013

BIJLAGE I DE GEDEELD VERANTWOORDELIJKEN

Het College van Procureurs-generaal voor:

  • de verwerking van persoonsgegevens bij het opstellen van een rapportage als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder a, sub V, van het Convenant, alsmede de daarbij behorende uitvoering van de rechten van betrokken, voor het Openbaar Ministerie, het Centraal Justitieel Incassobureau en de Rijksrecherche (art. 2, tweede lid, onder a en b);

  • het beheer van gegevens die op grond van een leveringsafspraak of beslissing reeds ter beschikking zijn gesteld voor de toekomstige verwerking van persoonsgegevens bij het opstellen van rapportages als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder a, sub V, van het Convenant, alsmede de daarbij behorende uitvoering van de rechten van betrokken, voor het Openbaar Ministerie, het Centraal Justitieel Incassobureau en de Rijksrecherche (art. 2, tweede lid, onder c);

  • de algemene beheersmatige en organisatorische aspecten, in het bijzonder de informatiebeveiliging, het daartoe behorende verwerken van gegevens ter uitvoering van artikel 4, derde lid, alsmede uitbesteding betreffende (technische) voorzieningen die bij het verwerken van persoonsgegevens gebruikt worden.

De Korpschef van de Nationale Politie voor:

  • de verwerking van persoonsgegevens bij het opstellen van een rapportage als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder a, sub V, van het Convenant, alsmede de daarbij behorende uitvoering van de rechten van betrokken, voor de Nationale Politie (art. 2, tweede lid, onder a en b);

  • het beheer van gegevens die op grond van een leveringsafspraak of beslissing reeds ter beschikking zijn gesteld voor de toekomstige verwerking van persoonsgegevens bij het opstellen rapportages als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder a, sub V, van het Convenant, alsmede de daarbij behorende uitvoering van de rechten van betrokken, voor de Nationale Politie (art. 2, tweede lid, onder c);

  • de algemene beheersmatige en organisatorische aspecten.

De Minister van Financiën voor:

  • de verwerking van persoonsgegevens bij het opstellen van een rapportage als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder a, sub V, van het Convenant, alsmede de daarbij behorende uitvoering van de rechten van betrokken, voor de Belastingdienst/Belastingen, Belastingdienst/Toeslagen, Belastingdienst/Douane en de Belastingdienst/Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst – Economische controledienst (FIOD) (art. 2, tweede lid, onder a en b);

  • het beheer van gegevens die op grond van een leveringsafspraak of beslissing reeds ter beschikking zijn gesteld voor de toekomstige verwerking van persoonsgegevens bij het opstellen van rapportages als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder a, sub V, van het Convenant, alsmede de daarbij behorende uitvoering van de rechten van betrokken, voor de Belastingdienst/Belastingen, Belastingdienst/Toeslagen, Belastingdienst/Douane en de Belastingdienst/Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst – Economische controledienst (FIOD) (art. 2, tweede lid, onder c);

  • de algemene beheersmatige en organisatorische aspecten.

Het Hoofd van de Financial Intelligence Unit Nederland voor:

  • de verwerking van persoonsgegevens bij het opstellen van een rapportage als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder a, sub V, van het Convenant, alsmede de daarbij behorende uitvoering van de rechten van betrokken, voor de Financial Intelligence Unit Nederland (art. 2, tweede lid, onder a en b);

  • het beheer van gegevens die op grond van een leveringsafspraak of beslissing reeds ter beschikking zijn gesteld voor de toekomstige verwerking van persoonsgegevens bij het opstellen van rapportages als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder a, sub V, van het Convenant, alsmede de daarbij behorende uitvoering van de rechten van betrokken, voor de Financial Intelligence Unit Nederland (art. 2, tweede lid, onder c).

Naar boven