Aanwijzingsbesluit ligplaatsen buiten petroleumhavens Rotterdam

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

gelet op artikel 5.5a, tweede lid, van de Havenbeheersverordening Rotterdam 2010 en artikel 11.7, eerste lid, onder d, van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2012;

overwegende dat:

  • het verboden is zich met een tankschip te bevinden op een ligplaats buiten de petroleumhavens;

  • er omstandigheden zijn waaronder een binnentankschip met een gevaarlijke stof als lading of ladingresidu aan boord minder risico met zich meebrengt;

  • het nemen van ligplaats buiten een petroleumhaven met een binnentankschip in bepaalde gebieden kan worden toegestaan zonder dat de veiligheid in en in de omgeving van de haven in het geding komt;

besluit vast te stellen:

Aanwijzingsbesluit ligplaatsen buiten petroleumhavens Rotterdam

Artikel 1

Het is toegestaan ligplaats te nemen met een binnentankschip, dat een gevaarlijke stof als lading of als ladingresidu aan boord heeft, in de volgende gebieden:

  • a. de ligplaatsen gelegen aan de palen in het Hartelkanaal, nabij de Hartelkering, ter hoogte van de oeverfrontnummers 5022, 5024 en 5026;

  • b. de ligplaatsen gelegen aan steiger 7 in het Hartelkanaal ter hoogte van oeverfrontnummer 6081;

  • c. de ligplaatsen gelegen aan de palen in de Mississippihaven ter hoogte van oeverfrontnummer 7048;

  • d. de ligplaatsen gelegen aan de kade van Antarcticakade ter hoogte van de oeverfrontnummers 8246 tot en met 8250.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking de dag nu publicatie daarvan in de Staatscourant.

Artikel 3

Dit besluit wordt aangehaald als: Aanwijzingsbesluit ligplaatsen buiten petroleumhavens Rotterdam.

Aldus vastgesteld op 30 juli 2013.

Namens het college van burgemeester en wethouders, de Havenmeester van Rotterdam, R.J. de Vries

BEZWAARCLAUSULE

Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit binnen zes weken na datum van verzending ervan een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en wethouders. Dit bezwaarschrift moet ondertekend zijn en moet ten minste bevatten:

  • naam en adres van de indiener;

  • datum bezwaarschrift;

  • de gronden van het bezwaar;

  • een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt.

U wordt verzocht tevens een kopie van dit besluit mee te zenden. Het bezwaarschrift moet worden gezonden naar: Het college van burgemeester en wethouders, t.a.v. de Algemene Bezwaarschriftencommissie, Postbus 1011, 3000 BA te Rotterdam. Faxnummer Algemene Bezwaarschriftencommissie: (010) 892.6300.

U kunt, indien u een bezwaarschrift bij het college heeft ingediend, een verzoek om voorlopige voorziening (o.a. schorsing) indienen bij: Rechtbank Rotterdam, sector Bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM te Rotterdam. Voor een dergelijk verzoek is griffierecht verschuldigd.

Naar boven