Logo FrieslandVerkeersmaatregelen rondweg Gorredijk (provinciale weg N 392)

BESLUIT van GEDEPUTEERDE STATEN van FRYSLAN van 18 juni 2013, no.01063471, afdeling Beheer en Onderhoud tot plaatsing van verkeerstekens krachtens de artikelen 15 en 18 van de Wegenverkeerswet 1994.

GEDEPUTEERDE STATEN van FRYSLAN;

Overwegende,

Dat de rondweg Gorredijk, als onderdeel van de N392, is aangelegd;

Dat de rondweg de functie van een gebiedsontsluitingsweg heeft;

Dat een gebiedsontsluitingsweg zoveel mogelijk een bundelende werking van het verkeer dient te hebben;

Dat het verkeer op een gebiedsontsluitingsweg zoveel mogelijk ongehinderd moet kunnen doorrijden;

Dat de wegvakken van een gebiedsontsluitingsweg zoveel als mogelijk gericht moeten zijn op doorstroming;

Dat de doorstroming op de rondweg Gorredijk in het geding is als er langzaam verkeer op de weg wordt toegestaan;

Dat de aanwezigheid van langzaam verkeer op een weg die gericht is op doorstroming leidt tot meer inhaalmanoeuvres;

Dat door inhaalmanoeuvres op een weg met een bochtig verloop, zoals de rondweg heeft, de verkeersveiligheid in het geding is;

Dat voor ruiters, vee, wagens, motorvoertuigen die niet sneller kunnen of mogen rijden dan 25 km/h en brommobielen, alsmede fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen een alternatieve route door Gorredijk aanwezig is;

Dat het daarom ter verzekering van de veiligheid en de doorstroming op de weg gewenst is de rondweg Gorredijk te sluiten voor ruiters, vee, wagens, motorvoertuigen die niet sneller kunnen of mogen rijden dan 25 km/h en brommobielen, alsmede fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen;

Dat de N392 rondweg Gorredijk een doorgaande verbinding voor het verkeer vormt;

Dat de onderliggende wegen die aantakken op de rondweg een ondergeschikte functie hebben ten opzichte van de rondweg Gorredijk;

Dat het, gelet op de beoogde doorstroming en functie van de weg, ter verzekering van de verkeersveiligheid gewenst is dat het verkeer op de rondweg Gorredijk voorrang heeft ten opzichte van de aantakkende wegen;

Dat de N392 rondweg Gorredijk drie rotondes bevat;

Dat het uit een oogpunt van verkeersveiligheid gewenst is ter hoogte van de rotondes een voorrangsmaatregel in te stellen, zodanig dat het verkeer op de toeleidende wegen voorrang moet verlenen aan het verkeer op de rotondes;

Dat langs twee van de drie rotondes verplichte fiets/bromfietspaden zijn aangelegd;

Dat deze paden ter hoogte van de rotondes zijn uitgebogen;

Dat het daarom uit een oogpunt van verkeersveiligheid gewenst is dat overstekende fietsers en bromfietsers voorrang verlenen aan het kruisende verkeer bij de rotondes;

Dat de gemeentelijke weg de Alde Ie wordt omgelegd en de hoofdrijbaan van de weg Akkrum – Gorredijk – Jubbega ter hoogte van de rotonde Koaibosk kruist;

Dat het uit een oogpunt van verkeersveiligheid gewenst is de voorrang hier zodanig te regelen dat overstekend verkeer voorrang moet verlenen aan verkeer op de hoofdrijbaan van de weg Akkrum – Gorredijk – Jubbega;

Dat het uit een oogpunt van verkeersveiligheid gewenst is op de aan te leggen rotondes een verplichte rijrichting in te stellen;

Dat ter hoogte van de rotondes in een aantal toeleidende wegen middengeleiders zijn aangebracht;

Dat het uit een oogpunt van verkeersveiligheid gewenst is een gebod in te stellen voor alle bestuurders om de middengeleiders voorbij te gaan aan de zijde die de pijl op het bord aangeeft;

Dat de gemeentelijke weg de Alde Ie is omgelegd en de hoofdrijbaan van de weg Akkrum – Gorredijk – Jubbega ter hoogte van de rotonde Koaibosk kruist;

Dat het uit een oogpunt van verkeersveiligheid gewenst is hier een gebod in te stellen voor alle bestuurders tot het volgen van de rijrichting die op het bord is aangegeven;

Dat op grond van artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) overleg met de heer W. Hooghiemstra van de politie heeft plaatsgevonden;

Dat de politie in een op 10 mei 2013 verstuurde brief heeft laten weten niet in te kunnen stemmen met de maatregel om de rondweg te sluiten voor langzaam verkeer;

Dat de politie van mening is dat het uit een oogpunt van verkeersveiligheid niet gewenst is dat het langzame verkeer gebruik moet maken van de route door Gorredijk;

Dat ondanks dit advies van de politie dit besluit, in verband met het karakter van een doorgaande weg, de gewenste bundelende werking van de weg, de doorstroming en de verkeersveiligheid op de weg, toch wordt genomen;

Gelet op de artikelen 15 en 18 van de Wegenverkeerswet 1994, juncto artikel 12 van het BABW;

B E S L U I T E N:

  • I.Door plaatsing van borden B01 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens, de rondweg Gorredijk in de gemeente Opsterland, aan te wijzen als voorrangsweg.

  • II.Door plaatsing van borden B06 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens, ter plaatse van de rotondes in de rondweg Gorredijk, in de gemeente Opsterland, de voorrang zodanig te regelen dat voorrang moet worden verleend aan het verkeer op de rotondes.

  • III.Door plaatsing van borden B06 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens, op de (brom)fietsoversteekplaatsen ter hoogte van de rotondes in de rondweg Gorredijk, in de gemeente Opsterland, de voorrang zodanig te regelen dat fietsers en bromfietsers voorrang moeten verlenen aan bestuurders op de kruisende weg.

  • IV.Door plaatsing van borden B06 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens, op de oversteekplaats ter hoogte van de rotonde Koaibosk in de weg Akkrum – Gorredijk – Jubbega, in de gemeente Opsterland, de voorrang zodanig te regelen dat verkeer komende uit de zijweg voorrang moet verlenen aan bestuurders op de kruisende weg.

  • V.Door plaatsing van borden C09 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens, de rondweg Gorredijk, in de gemeente Opsterland, te sluiten voor ruiters, vee, wagens, motorvoertuigen die niet sneller kunnen of mogen rijden dan 25 km/h en brommobielen alsmede fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen.

  • VI.Door plaatsing van borden D01 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens, op de rotondes in de rondweg Gorredijk, in de gemeente Opsterland, een verplichte rijrichting in te stellen.

  • VII.Door plaatsing van borden D02 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens, op de middengeleiders in alle toeleidende wegen van naar de rotondes in de rondweg Gorredijk, in de gemeente Opsterland, een gebod in te stellen voor alle bestuurders om het bord voorbij te gaan aan de zijde die de pijl aangeeft.

  • VIII.Door plaatsing van borden D04 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens, bij de oversteekplaats ter hoogte van de rotonde Koaibosk in de weg Akkrum – Gorredijk – Jubbega het gebod in te stellen voor alle bestuurders tot het volgen van de rijrichting die op het bord is aangegeven.

Namens Gedeputeerde Staten van Fryslân,

A.Stuulen

A. Hoofd Afdeling Beheer en Onderhoud

Degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken kan tegen dit besluit binnen zes (6) weken na de verzending daarvan een bezwaarschrift indienen bij gedeputeerde staten, Postbus 20120, 8900 HM in Leeuwarden.

Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet tenminste bevatten:

  • a.de naam en het adres van de indiener;

  • b.de dagtekening;

  • c.een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

  • d.de gronden van het bezwaar.

Naar boven