Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 27 mei 2013, nr. 372818 houdende wijziging van de Regeling algemene onkostenvergoeding rechterlijke ambtenaren in verband met indexering 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 7, zesde lid, van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling algemene onkostenvergoeding rechterlijke ambtenaren wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1

De bedragen van de algemene onkostenvergoeding worden jaarlijks geïndexeerd op basis van de afgeleide consumentenprijsindex, waarbij de bedragen worden afgerond naar de eerstvolgende euro.

B

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3

In de bij deze regeling behorende bijlage zijn, overeenkomstig de in artikel 7, tweede lid, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren bedoelde indeling, de hoogten van de algemene onkostenvergoeding van de rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding, die zijn aangesteld voor een volledige arbeidsduur, vermeld.

C

Artikel 4 vervalt, onder vernummering van de artikelen 5 tot en met 10 tot de artikelen 4 tot en met 9.

D

In artikel 4 (nieuw) wordt „indien zijn in het zelfde ambt zouden zijn aangesteld ‘ vervangen door: indien zij in hetzelfde ambt zouden zijn aangesteld.EIn artikel 6, eerste lid, (nieuw) wordt na ‘ongeschikt is tot het verrichten van arbeid wegens ziekte’ ingevoegd:, maar niet volledig arbeidsongeschikt is.

F

Artikel 7 (nieuw) vervalt, onder vernummering van de artikelen 8 en9 tot de artikelen 7 en 8.

G

De bijlage, bedoeld in artikel 3 komt te luiden:

Bijlage als bedoeld in artikel 3 van de Regeling algemene onkostenvergoeding rechterlijke ambtenaren

Functie

Totaal per jaar

Totaal per maand

president Hoge Raad

€ 4.954,00

€ 412,83

procureur-generaal Hoge Raad

   

procureurs-generaal die het College van PG 's vormen

€ 4.801,00

€ 400,08

plaatsvervangend procureur-generaal bij de Hoge Raad

€ 2.768,00

€ 230,67

landelijk hoofdadvocaat-generaal

€ 2.616,00

€ 218,00

hoofdadvocaat-generaal

   

hoofdofficier van justitie

   

plaatsvervangend hoofdofficier van justitie

€ 2.000,00

€ 166,67

vice-president van de Hoge Raad

€ 1.845,00

€ 153,75

senior raadsheer gerechtshof

   

senior raadsheer Centrale Raad van Beroep

   

senior raadsheer College van Beroep voor het Bedrijfsleven

   

cvp-senior bij de gerechtshoven, CRvB en CBb (overgangsregeling)

   

senior rechter A

€ 1.692,00

€ 141,00

senior rechter

   

advocaat-generaal Hoge Raad

   

senior advocaat-generaal ressortsparket

   

advocaat-generaal ressortsparket

   

cvp-senior bij de rechtbanken (overgangsregeling)

   

senior officier van justitie A

€ 1.539,00

€ 128,25

senior officier van justitie

   

officier van justitie

   

substituut-officier van justitie

   

officier enkelvoudige zittingen

   

raadsheer Hoge Raad

€ 1.387,00

€ 115,58

raadsheer gerechtshof

   

rechter

   

raadsheer Centrale Raad van Beroep

   

raadsheer College van Beroep voor het Bedrijfsleven

   

(senior) gerechtsauditeur, tevens raadsheer-plaatsvervanger

   

in een gerechtshof waarbij hij is aangesteld

   

(senior) gerechtsauditeur, tevens rechter-plaatsvervanger in

   

een rechtbank waarbij hij is aangesteld

   

griffier (+ substituut-griffiers) Hoge Raad

€ 774,00

€ 64,50

(senior) gerechtsauditeur

€ 556,00

€ 46,33

rechterlijk ambtenaar in opleiding

   

ARTIKEL II

De Regeling indexering algemene onkostenvergoeding rechterlijke ambtenaren (Stcrt. 2010, 748) wordt ingetrokken.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2013

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 27 mei 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten.

TOELICHTING

De algemene onkostenvergoeding voor rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding wordt jaarlijks per 1 januari geïndexeerd op basis van de afgeleide consumentenprijsindex. Met deze wijziging van de regeling wordt de indexering voor het jaar 2013 doorgevoerd.

Het gehanteerde indexeringspercentage voor deze periode is 2,1%. De indexering is ditmaal eenmalig gebaseerd op een periode van 9 maanden, te weten de periode van januari 2012 tot en met september 2012. De reden daarvan is van praktische aard. Tot en met het jaar 2012 vond de jaarlijkse indexering plaats aan de hand van de afgeleide CPI over het gehele voorgaande kalenderjaar. Doordat dit indexcijfer pas berekend kon worden na de feitelijke ingangsdatum van de indexering, dienden tot nu toe ieder jaar herberekeningen en nabetalingen te worden doorgevoerd. Door over te stappen op een andere periode van twaalf maanden, te weten de periode oktober tot en met september, zal vanaf 2014 het te hanteren indexeringspercentage vóór de ingangsdatum van 1 januari bekend zijn en zullen herberekeningen en nabetalingen niet langer nodig zijn. De maanden oktober tot en met december 2012 zullen derhalve worden betrokken bij de indexering voor 2014, waardoor voor de indexering voor 2013 de periode van januari 2012 tot en met september 2012 dient te worden gehanteerd.

Voorts is gebruik gemaakt van de gelegenheid om de Regeling algemene onkostenvergoeding rechterlijke ambtenaren anders vorm te geven. De strekking van de regeling is echter niet gewijzigd. Tot slot is de Regeling indexering algemene onkostenvergoeding rechterlijke ambtenaren ingetrokken, nu deze feitelijk is uitgewerkt.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten.

Naar boven