Masterplan Dienst Justitiële Inrichtingen 2013–2018. Advies Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming

uitgebracht aan: de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie

datum: 2 mei 2013

De Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming heeft op eigen initiatief advies uitgebracht over het Masterplan DJI 2013-2018, dat de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie op 22 maart jl. aan de Tweede Kamer heeft aangeboden.1

Het Masterplan bevat een fors pakket maatregelen gericht op het gevangeniswezen, de tbs en (overige) forensische zorg, de justitiële jeugdinrichtingen, de landelijke diensten en het hoofdkantoor van de Dienst Justitiële Inrichtingen. De gezamenlijke maatregelen moeten in 2018 tot een besparing van € 340 mln leiden. Opvallend is dat in de strafrechtketen bij de opsporing sprake is van een intensivering van € 105 mln. Het gevolg daarvan kan zijn dat de druk op de justitiële inrichtingen wordt vergroot.

De Raad mist bij het Masterplan een overzicht van en visie op de (achterliggende) voorgestelde ingrijpende wijzigingen, in relatie tot doelen van detentie zoals de resocialisatie van gedetineerden en het verminderen van recidive. De Raad beoordeelt de volgende maatregelen van het Masterplan positief:

  • de introductie van elektronische detentie ter vervanging van (schorsing van) de voorlopige hechtenis, gevangenisstraffen tot zes maanden en in de laatste fase van detentie, voorafgaand aan voorwaardelijke invrijheidstelling, omdat dit detentieschade voorkomt;

  • het Convenant forensische zorg waarin met de brancheorganisaties GGZ Nederland en VGN afspraken zijn gemaakt om de gemiddelde behandelduur van de tbs te verkorten van tien naar acht jaar;

  • het intensiveren van elektronische controle bij minderjarigen om zodoende vaker en eerder de voorlopige hechtenis te (kunnen) schorsen.

De Raad vraagt zich wat de forensische zorg betreft af of de met de sector gemaakte afspraken over de behandelduur realiseerbaar zullen blijken en of de categorale benadering, met bijvoorbeeld gespecialiseerd aanbod voor licht verstandelijk beperkten, in het toekomstig zorgaanbod gehandhaafd blijft.

Grote zorgen leven bij de Raad over de mogelijke duur en wijze van uitvoering van elektronische detentie (‘kaal’), de grootschalige toepassing van meerpersoonscelgebruik in penitentiaire inrichtingen, het 20 uur per dag insluiten van preventief gehechten en arrestanten met een beperkt activiteitenprogramma zonder arbeid, het (deels) afschaffen van het avond- en weekendprogramma voor alle regimes en het afschaffen van detentiefasering. Door de invoering van elektronische detentie (en de daarbij gehanteerde contra-indicaties) blijft juist een kwetsbare doelgroep in de inrichtingen achter.

Door de combinatie van deze maatregelen verslechteren het leefklimaat in de penitentiaire inrichtingen en de mogelijkheden voor veel gedetineerden om te resocialiseren en geleidelijk in de maatschappij terug te keren aanzienlijk. Het valt niet in te zien hoe deze maatregelen, zoals gesteld in de brief aan de Kamer, zouden kunnen leiden tot het “onverkort door DJI uitvoeren van zijn kerntaken”. Met name de voorbereiding van de terugkeer van ingeslotenen in de samenleving en het terugdringen van recidive van gedetineerden komt volgens de Raad onder grote druk te staan.

Het advies kan worden opgevraagd bij het secretariaat van de Raad

Postbus 30 137

2500 GC Den Haag

070 – 36 19 300,

www.rsj.nl


X Noot
1

De Raad heeft separaat advies uitgebracht over het hiermee samenhangende conceptwetsvoorstel elektronische detentie (advies d.d. 2 mei 2013).

Naar boven