Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 18 april 2013, nr. IENM/BSK-2013/15312, tot wijziging van de Regeling bodemkwaliteit (actualisering verwijzingen normdocumenten 2013.2)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Economische zaken;

Gelet op de artikelen 28, eerste en vierde lid, 30, eerste lid, 34, eerste en derde lid, 37, 39, 40, eerste lid, 46, tweede lid, 47, 60, eerste lid van het Besluit bodemkwaliteit;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling bodemkwaliteit wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.1, definitiebepaling Bodem+, wordt ‘ het Agentschap NL te Den Haag’ vervangen door: Rijkswaterstaat.

B

Artikel 4.1.1, derde lid, komt te luiden:

  • 3. De gehalten voor het toetsen aan de maximale waarden worden gebaseerd op het totaal, zijnde de gemeten gehalten, inclusief schelpen en grind. Indien de van nature in de bodem en bodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam voorkomende massa schelpen en grind met een korrelgrootte van 2 tot 63 millimeter niet wordt betrokken bij het meten van het totaal gehalte, wordt het totaal gehalte bepaald op basis van de massafracties van het deel waarop het gemeten gehalte betrekking heeft plus het deel schelpen en grind.

C

In artikel 5.1.8 vervalt het eerste lid onder vernummering van het tweede en derde lid tot eerste en tweede lid.

D

Bijlage A wordt als volgt gewijzigd:

1. In tabel 1, regel Antimoon (Sb), wordt ‘0,16’ vervangen door: 0,32.

2. Voetnoot 4 van tabel 2 komt te luiden:

4. voor bitumenproducten*1 en asfaltproducten*2 geldt een maximale samenstellingswaarde van 75 mg/kg d.s. voor PAK’s (som).

E

In bijlage B, tabel 1, opmerking 3, noot 5, wordt ‘NEN 6655’ vervangen door: NEN-EN-ISO 14403-1:2012, NEN-EN-ISO 14403-2:2012 en NEN-ISO 17380:2006.

F

Bijlage C komt te luiden:

Bijlage C, behorende bij hoofdstuk 2

Categorie

Werkzaamheden

Normdocumenten

   

Certificatie- en accreditatierichtlijnen

Onderdelen

1

Aanleg van bodembeschermende voorzieningen, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a

BRL SIKB 7700 – Aanleg of herstel van een vloeistofdichte voorziening, versie 1.1, vastgesteld op 7 juni 2012.

Protocol 7701 – Aanleg of herstel van een vloeistofdichte voorziening met prefab betonnen elementen, versie 1.1, vastgesteld op 7 juni 2012.

Protocol 7702 -Aanleg of herstel van een vloei-stofdichte voorziening van beton, versie 1.1, vastgesteld op 7 juni 2012.

Protocol 7703 – Aanleg of herstel van een vloeistofdichte voorziening met bitumineus materiaal, versie 1.1, vastgesteld op 7 juni 2012.

Protocol 7704 – Aanleg of herstel van een vloeistofdichte kunstharsgebonden beschermlaag, versie 1.1, vastgesteld op 7 juni 2012.

Protocol 7711 – Aanleg of herstel van een vloeistofdichte voegafdichting, versie 1.1, vastgesteld op 7 juni 2012.

   

Tot 1 april 2014 is het toegestaan BRL 2319, Nationale Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO procescertificaat voor Aanleg vloeistofdichte voorzieningen met prefab verhardingselementen van beton, versie van 1 september 2000, met wijzigingsblad van 17 juli 2009 toe te passen.

 
   

Tot 1 april 2014 is het toegestaan BRL 2362, Nationale Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO procescertificaat voor Aanleg vloeistofdichte voorzieningen in ter plaatse gestort beton, versie van 1 september 1998, met wijzigingsblad van 17 juli 2009 toe te passen.

 
   

Tot 1 april 2014 is het toegestaan BRL 2371, Nationale Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO procescertificaat voor Vloeistofdicht maken van draagvloeren van beton, versie van 1 april 1998, met wijzigingsblad van 17 juli 2009 toe te passen.

 
   

Tot 1 april 2014 is het toegestaan BRL 2372, Nationale Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO procescertificaat voor Aanleg vloeistofdichte voorzieningen in asfalt, versie van 3 december 2003, met wijzigingsblad van 19 augustus 2009 toe te passen.

 
   

Tot 1 april 2014 is het toegestaan BRL K908/02, Beoordelingsrichtlijn voor aanleg van kunststof geomembraanbaksystemen, Kiwa N.V. Certificatie en Keuringen, versie

van 1 september 2004 toe te passen.

 

2

Afgeven van kwaliteitsverklaringen, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b

BRL 0203 Vrijdragende systeemvloeren van vooraf vervaardigd constructief beton, versie van 1 juni 2006, met wijzigingsblad van 22 juni 2008.

BRL 1004 Kalkzandsteen, versie van 31 oktober 2011, met wijzigingsblad van 8 november 2012.

 
   

BRL 1007 Metselbaksteen, versie van 10 maart 2010, met wijzigingsblad van 29 november 2012.

 
   

BRL 1008 Dragende binnen- en buitenwanden, versie van 16 december 2003, met wijzigingsblad van 1 april 2006.

 
   

BRL 1010 Drooggeperste keramische wand- en vloertegels, versie van 3 oktober 2008, met wijzigingsblad van 20 november 2012.

BRL 1015 Gevelsysteem met droog gestapelde bakstenen, versie van 24 oktober 2012.

BRL 1016 Keramische prefab wand- en gevelementen, versie van 29 november 2012.

 
   

BRL 1103 Daken en gevels met geprofileerde vezelcementplaten, versie van 20 januari 2006 met wijzigingsblad van 1 november 2012.

 
   

BRL 1104 Bedrijfsvloerplaten van constructief beton, versie van 10 november 2008.

 
   

BRL 1105 Cementgebonden houtspaanplaat, versie van 1 februari 2006, met wijzigingsblad van 15 juni 2009.

 
   

BRL 1328 Buitengevelisolatiesystemen met gepleisterde afwerking, versie van 14 november 2004, met wijzigingsblad van 29 november 2012.

 
   

BRL 1510 Keramische dakpannen, versie van 27 november 2012.

 
   

BRL 1511/2 Baanvormige dakbedekkingssystemen en dakbanen deel 2: Specifieke bepalingen voor gewapende dakbanen op basis van (gemodificeerd) bitumen, versie van 8 november 2012.

 
   

BRL 1511/ 3 Baanvormige dakbedekkingssystemen en dakbanen deel 3: Specifieke bepalingen voor dakbanen op basis van gewapende kunststof/bitumen compounds, versie van 8 november 2012.

 
   

BRL 1712 Holle palen van staalvezelbeton, versie van 10 november 2008.

 
   

BRL 1721 Betonnen oplangers, versie van 1 december 2008, met wijzigingsblad van 27 september 2012

 
   

BRL 1905 Mortels voor metselwerk, versie van 17 januari 2011 met wijzigingsblad van 8 november 2012.

 
   

BRL 2307 AVI-bodemas voor ongebonden toepassing op of in de bodem, in grond- of wegenbouwkundige werken, versie van 27 mei 2008.

 
   

BRL 2312 Betonstraatstenen, versie van 1 januari 2005, met wijzigingsblad van 15 december 2008.

 
   

BRL 2313 Betontegels, versie van 1 januari 2005, met wijzigingsblad van 15 december 2008.

 
   

BRL 2314 Betonbanden, versie van 1 januari 2005, met wijzigingsblad van 15 december 2008.

 
   

BRL 2315 Dakterrastegels, versie van 1 september 2006, met wijzigingsblad van 15 december 2008.

 
   

BRL 2316 Prefab verhardingselementen van beton die vloeistofdicht zijn voor motorbrandstoffen en smeermiddelen, versie van 1 december 2006, met wijzigingsblad van 15 december 2008.

 
   

BRL 2340 Bouwblokken en -stenen van beton voor ‘vuil metselwerk’, versie van 1 april 2006, met wijzigingsblad van 15 december 2008.

 
   

BRL 2352 Betonnen heipalen, versie van 1 december 2008, met wijzigingsblad van 8 november 2012.

 
   

BRL 2360 Straatbaksteen, versie van 16 november 2012.

 
   

BRL 2368 Niet constructieve betonproducten, versie van 16 november 2012.

 
   

BRL 2505 Poederkoolvliegas voor gebruik in mortel en beton, versie van 3 maart 2006, met wijzigingsblad van 18 april 2008.

 
   

BRL 2506 Recyclinggranulaten voor toepassing in GWW-werken en in beton, versie van 29 november 2012.

 
   

BRL 2811 Ferrocement producten, versie van 1 september 2004, met wijzigingsblad van 27 september 2012.

 
   

BRL 2812 Agrarische Betonproducten, versie van 20 januari 2009.

 
   

BRL 2813 Bouwelementen van beton, versie van 1 juni 2006, met wijzigingsblad van 16 november 2012.

BRL 2815 Wandconstructies opgebouwd uit betonnen stapelblokken, versie van 22 juni 2012.

 
   

BRL 2817 Cementgebonden afstandhouders, versie van 16 november 2012.

 
   

BRL 4101/9 Deel 9: Vlakke vezelcementplaten voor gevelbekleding, versie van 1 juli 2006, met wijzigingsblad van 22 juli 2008.

 
   

BRL 4705 Betonnen dakpannen, versie van 15 februari 1995, met wijzigingsblad van 15 december 2008.

 
   

BRL 5068 Cellenbeton voor toepassing in buitenwanden (type B-wanden) in bouwwerken, versie van 5 juli 1999, met wijzigingsblad van 11 november 2008.

 
   

BRL 5070 Vooraf vervaardigde elementen van beton, versie van 31 maart 2008.

 
   

BRL 5071 Elementen van vezelcement, versie van 24 april 2008.

 
   

BRL 5075 Cementbetonverhardingen geproduceerd met in mobiele installaties vervaardigde betonspecie, versie van

1 januari 2009.

 
   

BRL 5076 Elementen van polymeerbeton in contact met regenwater, grondwater en

oppervlaktewater, versie van 15 mei 2008.

 
   

BRL 5211 Elementen voor lijnafwatering, versie van 1 januari 2009.

 
   

BRL 52230 Keramische buizen voor riolering, versie van 22 oktober 2008.

 
   

BRL 5230 Voorgespannen betonbuizen voor het transport van afvalwater, versie van 1 september 2007, met wijzigingsblad van

13 juni 2008.

 
   

BRL 5231 Buizen en hulpstukken van gewapend beton met plaatstalen kern voor het transport van afvalwater, versie van 1 september 2007 met wijzigingsblad van 28 november 2011.

 
   

BRL 5251 Betonnen olie-afscheiders en slibvangputten, versie van 29 september 2005, met wijzigingsblad van 13 juni 2008.

 
   

BRL 5252 Betonnen vetafscheiders en slibvangputten, versie van 29 september 2005, met wijzigingsblad van 13 juni 2008.

 
   

BRL 9080 Zetsteen van beton, versie van 11 november 1997, met wijzigingsblad van 15 december 2008.

 
   

BRL 9201 Ronde buizen van ongewapend, gewapend en staalvezelbeton, versie van 1 september 2004, met wijzigingsblad van 13 juni 2008.

 
   

BRL 9202 Putten van ongewapend, gewapend en staalvezelbeton, versie van 1 september 2004, met wijzigingsblad van 13 juni 2008.

 
   

BRL 9203 Afdekkingen voor putten en kolken, versie van 6 december 2011.

 
   

BRL 9204 Kolken samengesteld uit beton en gietijzer, versie van 6 december 2011.

 
   

BRL 9205 Duikerelementen van gewapend beton, versie van 29 november 2012.

 
   

BRL 9209 Eivormige buizen van ongewapend beton, versie van 1 september 2004, met wijzigingsblad van 13 juni 2008.

 
   

BRL 9301 Mijnsteen voor GWW-werken, versie van 2 november 2009.

 
   

BRL 9302 E-bodemas voor ongebonden toepassing op of in de bodem in grond- en wegenbouwkundige werken, versie van 10 juli 2008, met wijzigingsblad van 1 juni 2012.

 
   

BRL 9304 Fosforslak en fosforslakmengsel voor toepassing in GWW-werken, versie 13 november 2012.

 
   

BRL 9305 Hoogovenslakmengsel voor toepassing in GWW-werken, versie van 13 november 2012.

 
   

BRL 9310 LD-mengsels voor toepassing in de wegenbouw en LD-staalslakken voor toepassing in GWW werken, versie van 13 november 2012.

 
   

BRL 9311 Gerecycled grind voor toepassing op daken, in ongebonden lagen in civiele werken en als toeslagmateriaal voor asfalt, versie van 16 april 2008.

 
   

BRL 9312 Waterbouwsteen voor toepassing in de GWW, versie van 30 oktober 2012.

 
   

BRL 9313 Zand uit dynamische wingebieden, versie van 1 januari 2009.

 
   

BRL 9315 De milieuhygiënische kwaliteit van geëxpandeerde kleikorrels voor ongebonden toepassing in werken, versie van 25 maart 2008.

 
   

BRL 9316 Flugsand voor GWW-werken, versie van 15 januari 2009.

 
   

BRL 9317 Lava voor GWW-werken, versie van 15 januari 2009.

 
   

BRL 9319 De milieuhygiënische kwaliteit van drinkwaterreststoffen voor toepassing in grondwerken, versie van 31 augustus 2009.

 
   

BRL 9320 Bitumineus gebonden mengsels, versie van 24 april 2009.

 
   

BRL 9321 Milieuhygiënische kwaliteit van industriezand en -grind, versie van 8 februari 2008, met wijzigingsblad van 23 mei 2012.

 
   

BRL 9322 Cementgebonden minerale reststoffen als gebonden fundering in de GWW, versie van 29 februari 2012.

Tot 31 december 2013 is het toegestaan om BRL 9322, Cementgebonden minerale reststoffen als gebonden fundering in de GWW, versie van 2 april 2009, toe te passen.

 
   

BRL 9324 Steenslag in ongebonden toepassing, versie van 8 februari 2008, met wijzigingsblad van 23 mei 2012.

 
   

BRL 9326 Schelpen, versie van 15 september 2011.

 
   

BRL 9327 Milieuhygiënische kwaliteit van bitumineuze afdichtingsmaterialen voor toepassing in waterkerende en waterafdichtingssystemen, versie van 15 september 2008.

BRL 9328 ELO-staalslak voor toepassing in de wegenbouw en kust- en oeverwerken, versie van 24 april 2008.

 
   

BRL 9335 Grond, versie van 17 februari 2009 met wijzigingsblad van 22 augustus 2011 en de bijbehorende SIKB protocollen 9335-1 en 9335-2, versies van 25 juni 2008 en 9335-4, versie van 17 december 2008.

 
   

BRL 9336 Milieuhygiënische kwaliteit van E-Vliegas in ongebonden toepassing, versie van 8 februari 2008, met wijzigingsblad van 23 mei 2012.

 
   

BRL 9337 De milieuhygiënische kwaliteit van polymeergebonden steenslag voor toepassing in GWW-werken, versie van 2 november 2009.

 
   

BRL 9338 Betonmortel en andere cementgebonden mortels, versie van 11 november 2011.

 

3

Analyse van bouwstoffen, grond of baggerspecie, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c

NEN-EN-ISO/IEC 17025 Algemene eisen voor de bekwaamheid van beproevings- en kalibratielaboratoria, versie van 2005 +C1:2007.

AP 04-A, Accreditatieprogramma voor keuring van partijen grond, bouwstoffen en korrelvormige afvalstoffen, onderdeel Algemeen, versie 6.2, vastgesteld op 5 oktober 2011.

 
   

AP 04-V, Accreditatieprogramma voor keuring van partijen grond, bouwstoffen en korrelvormige afvalstoffen, onderdeel Monstervoorbehandeling, versie 7.1, vastgesteld op 5 oktober 2011, met wijzigingsblad versie 1 van 2 oktober 2012.

 
   

AP 04-SG, Accreditatieprogramma voor keuring van partijen grond, bouwstoffen en korrelvormige afvalstoffen, onderdeel Samenstelling grond, versie 9.2a, vastgesteld op 5 oktober 2011, met wijzigingsblad versie 1 van 2 oktober 2012.

Pakket SG1.

Pakket SG2.

Pakket SG3.

Pakket SG4.

Pakket SG5.

Pakket SG6.

Pakket SG7.

Pakket SG8.

   

AP 04-SB, Accreditatieprogramma voor keuring van partijen grond, bouwstoffen en korrelvormige afvalstoffen, onderdeel Samenstelling bouwstoffen (niet zijnde grond en afvalstoffen), versie 6.2a, vastgesteld op 5 oktober 2011.

Pakket SB1.

Pakket SB2.

Pakket SB3.

Pakket SB4.

Pakket SB5.

   

AP 04-U, Accreditatieprogramma voor keuring van partijen grond, bouwstoffen en korrelvormige afvalstoffen, onderdeel Uitloogonderzoek, versie 6.2, vastgesteld op 5 oktober 2011.

Pakket U1.

Pakket U2.

Pakket U3.

   

AP 04-E, Accreditatieprogramma voor keuring van partijen grond, bouwstoffen en korrelvormige afvalstoffen, onderdeel Analyse van eluaten, versie 6.2, vastgesteld op 5 oktober 2011.

 

4

Analyse voor milieuhygiënisch bodemonderzoek, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d

NEN-EN-ISO/IEC 17025 Algemene eisen voor de bekwaamheid van beproevings- en kalibratielaboratoria, versie van 2005 +C1:2007.

 
   

AS SIKB 3000, Accreditatieschema Laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodem- en grondwateronderzoek, versie 4.2a, vastgesteld op 5 oktober 2011, met wijzigingsblad versie 2 van 13 december 2012.

Protocol 3001, Conserveringsme-thoden en conserveringster- mijnen voor milieumonsters, versie 3, vastgesteld op 3 september 2009.

     

Protocollen 3010 t/m 3090,

Laboratoriumana-lyses voor grond-, waterbodem- en grondwateronder-zoek, versie 5, vastgesteld op 10 februari 2011.

     

Protocollen 3110 t/m 3190, Laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodem- en

Grondwateronder- zoek, versie 4, vastgesteld op 10 februari 2011.

     

Protocollen 3210 t/m 3290, Laboratoriumana-lyses voor grond-, waterbodem- en grondwateronder- zoek, versie 2, vastgesteld op 10 februari 2011.

5

Bewerking van verontreinigde grond of baggerspecie, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e

BRL SIKB 7500, Beoordelingsrichtlijn Bewerken van verontreinigde grond en baggerspecie, versie 3.1, vastgesteld op 17 juni 2010.

Protocol 7510, Procesmatige ex situ reiniging van grond en immobilisatie van grond en baggerspecie, versie 3.1, vastgesteld op 17 juni 2010.

     

SIKB-protocol 7511, Landfarming, ontwatering, rijping en zandscheiding van baggerspecie, versie 3.0, vastgesteld op 1 oktober 2008.

6

Certificering van personen, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f

NEN-EN 45011 of NEN-EN-ISO/IEC 17024: 2012 en een of meerdere normdocumenten die zijn opgenomen in deze tabel met uitzondering van de normdocumenten die zijn opgenomen bij categorie 2.

 

7

Periodieke inspectie van bodembeschermende voorzieningen, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g

AS SIKB 6700 -Inspectie bodembeschermende voorzieningen, versie 1.1, vastgesteld op 7 juni 2012.

Protocol 6701 – Visuele inspectie vloeistofdichtheid, versie 1.1, vastgesteld op 7 juni 2012

Protocol 6702 – Geo-elektrische meting vloeistofdichtheid, versie 1.1, vastgesteld op 7 juni 2012

Protocol 6703 – Hydrologische meting vloeistofdichtheid, versie 1.1, vastgesteld op 7 juni 2012

Protocol 6704 – Meten vloeistofdichtheid met luchttestsysteem, versie 1.1, vastgesteld op 7 juni 2012.

8

Milieukundige begeleiding, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h

   
 

Onderdelen:

   
 

– Verificatie

BRL SIKB 6000, Beoordelingsrichtlijn Milieukundige begeleiding van (water-)bodemsanering en nazorg, versie 3.1, vastgesteld op 10 februari 2011.

VKB-protocol 6001, Milieukundige begeleiding van landbodemsanering met conventionele methoden, versie 3.0, vastgesteld op 16 april 2009.

VKB-protocol 6002, Milieukundige begeleiding van landbodemsanering met in situ methoden, versie 3.0, vastgesteld op 16 april 2009.

Protocol 6003, Milieukundige begeleiding van waterbodemsane-ring, versie 3.1, vastgesteld op 10 februari 2011.

     

VKB-protocol 6004, Milieukundige begeleiding van nazorg, versie 3.0, vastgesteld op 16 april 2009.

 

– Processturing

Hetzelfde document als bij onderdeel verificatie

Dezelfde documenten als bij onderdeel verificatie

   

of

of

   

BRL SIKB 7000- Uitvoering van (water)bodemsaneringen en ingrepen in de waterbodem, versie 5, vastgesteld op 18 april 2013. Tot 1 mei 2014 is het toegestaan versie 4.2, vastgesteld op 16 juni 2011, toe te passen.

Protocol 7002 – Uitvoering van landbodemsaneringen met in situ methoden, versie 2.2, vastgesteld op 16 juni 2011.

9

Monsterneming bij partijkeuringen, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i

BRL SIKB 1000, Beoordelingsrichtlijn Monsterneming voor partijkeuringen, versie 8.0, vastgesteld op 17 juni 2009.

of

AS SIKB 1000, Accreditatieschema Monsterneming voor partijkeuringen, versie 1.1, vastgesteld op 4 maart 2010.

Protocol 1001, Monsterneming voor partijkeuringen grond en baggerspecie, versie 2.0, vastgesteld op 17 juni 2009

Protocol 1002,

Monsterneming voor partijkeuringen niet-vormgegeven bouwstoffen, versie 2.0, vastgesteld op 17 juni 2009.

Protocol 1003, Monsterneming voor partijkeu-ringen vorm-gegeven bouw-stoffen, versie 2.0, vastgesteld op 17 juni 2009.

10

Produceren van bouwstoffen, grond of baggerspecie, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder j

De normdocumenten die bij categorie 2 zijn opgenomen.

 

11

Uitvoering van een sanering van de bodem, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder k

BRL SIKB 7000 – Uitvoering van (water)bodemsaneringen en ingrepen in de waterbodem, versie 5, vastgesteld op 18 april 2013.

Tot 1 mei 2014 is het toegestaan versie 4.2, vastgesteld op 16 juni 2011, toe te passen.

Protocol 7001 – Uitvoering van landbodemsanering met conventionele methoden, versie 5, vastgesteld op 18 april 2013.

Tot 1 mei 2014 is het toegestaan versie 4.1, vastgesteld op 16 juni 2011, toe te passen.

Protocol 7002 – Uitvoering van landbodemsaneringen met in situ methoden, versie 3, vastgesteld op 18 april 2013.

Tot 1 mei 2014 is het toegestaan versie 2.2, vastgesteld op 16 juni 2011, toe te passen.

Protocol 7003 – Uitvoering van waterbodemsaneringen en ingrepen in de waterbodem, versie 4, vastgesteld op 18 april 2013.

Tot 1 mei 2014 is het toegestaan versie 3.1, vastgesteld op 16 juni 2011, toe te passen.

Protocol 7004 – Tijdelijk uitplaatsen van grond, versie 2, vastgesteld op 18 april 2013.

Tot 1 mei 2014 is het toegestaan versie 1.0, vastgesteld op 16 juni 2011, toe te passen.

12

Veldwerk, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder l

BRL SIKB 2000, Beoordelingsrichtlijn Veldwerk bij milieuhygiënisch bodem- en waterbodemonderzoek en mechanisch boren, versie 3.2a vastgesteld op 13 maart 2007.

of

AS SIKB 2000, Accreditatieschema Veldwerk bij Milieuhygiënisch Bodem- en waterbodemonderzoek, versie 2.7, vastgesteld op 21 juni 2012.

Tot en met 31 december 2013 is het toegestaan AS SIKB 2000, Accreditatieschema Veldwerk bij Milieuhygiënisch Bodem- en waterbodemonderzoek, ontwerp-versie 1.0, vastgesteld op 13 maart 2007, toe te passen.

VKB-protocol 2001, Plaatsen van handboringen en peilbuizen, maken van boor-beschrijvingen, nemen van grondmonsters en waterpassen, versie 3.1, vastgesteld op 13 maart 2007.

VKB-protocol 2002, Het nemen van grondwatermon-sters, versie 3.2, vastgesteld op 13 maart 2007.

VKB-protocol 2003,

Veldwerk bij milieuhygiënisch waterbodemonder-zoek, versie 1.0, vastgesteld op 13 februari 2008.

VKB-protocol 2018,

Locatie inspectie en monsterneming van asbest in bodem, versie 3, vastgesteld op 10 mei 2007.

13

Verwijderen, onklaar maken en installeren ondergrondse opslagtanks, leidingen en appendages, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder m

BRL-K903/08, Beoordelingsrichtlijn voor het Kiwa procescertificaat voor de Regeling Erkenning Installateurs Tankinstallaties, KIWA Nederland B.V., versie van 1 februari 2011 met wijzigingsblad van 15 december 2011.

Uitvoeren, installeren en repareren ondergrondse opslagtanks.

Uitvoeren bodemweer-standsmeting. Aanbrengen en herstellen van kathodische bescherming.

   

BRL-K902/04, Beoordelingsrichtlijn voor het Kiwa procescertificaat voor Tanksanering HBO/diesel, KIWA Nederland B.V., versie van 26 juli 2011 met wijzigingsblad van 14 september 2012.

BRL K904/03, Beoordelingsrichtlijn voor het Kiwa procescertificaat voor Tanksaneringen, KIWA Nederland B.V., versie van 26 juli 2011 met wijzigingsblad van 14 september 2012.

Verwijderen en onklaar maken van een ondergrondse opslagtank en vullen met inerte vulmassa.

   

BRL K905/02, Beoordelingsrichtlijn voor het Kiwa procescertificaat voor Tankreiniging, KIWA N.V. Certificatie en Keuringen, versie van 1 juni 2000.

Inwendige reiniging van een ondergrondse opslagtank

14

Beoordeling en keuring van ondergrondse opslagtanks, leidingen en appendages en daarbij behorende voorzieningen, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder n

AS SIKB 6800, – Controle en herkeuring tank(opslag)installaties, versie 1.1, vastgesteld op 7 juni 2012.

Protocol 6801 – Kathodische bescherming, versie 1.1, vastgesteld op 7 juni 2012

Protocol 6802 – WBM-controle, versie 1.1, vastgesteld op 7 juni 2012

Protocol 6803 – Aarding en

Potentiaalvereffe-ning, versie 1.1, vastgesteld op 7 juni 2012

Protocol 6810 – Herkeuring tank (opslag) installaties, versie 1.1, vastgesteld op 7 juni 2012

Controle op water en bezinksel en elektrische geleidbaarheid en zuurgraad beoordelen

     

Uitvoeren van een stroomopdruk-proef

     

Ondergrondse opslagtank op dichtheid controleren

     

Inwendige beoordeling ondergrondse opslagtank

     

Keuring ondergrondse opslagtanks

     

Controle van kathodische bescherming

15

Samenvoegen van verschillende partijen grond of baggerspecie, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder s.

BRL 9335 Grond, versie van 17 februari 2009 met wijzigingsblad van 22 augustus 2011 en de bijbehorende SIKB protocollen 9335-1 en 9335-2, versies van 25 juni 2008 en 9335-4, versie van 17 december 2008.

SIKB protocol 9335-1, versie van 25 juni 2008.

SIKB protocol 9335-2, versie van 25 juni 2008.

SIKB protocol 9335-4, versie van 17 december 2008.

   

of

 
   

BRL SIKB 7500, Beoordelingsrichtlijn Bewerken van verontreinigde grond en baggerspecie, versie 3.1, vastgesteld op 17 juni 2010.

Protocol 7510, Procesmatige ex situ reiniging van grond en baggerspecie, versie 3.1, vastgesteld op 17 juni 2010.

     

SIKB-protocol 7511, Landfarming, ontwatering, rijping en zandscheiding van baggerspecie, versie 3.0, vastgesteld op 1 oktober 2008.

16

Mechanisch uitgevoerde boringen in de bodem, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder t.

BRL SIKB 2100, Beoordelingsrichtlijn Mechanisch boren, versie 3, vastgesteld op 18 april 2013.

Tot 1 mei 2014 is het toegestaan om versie 2.0, vastgesteld op 5 oktober 2011, toe te passen.

Protocol 2101, Mechanisch boren, versie 3, vastgesteld op 18 april 2013.

Tot 1 mei 2014 is het toegestaan om versie 2.0, vastgesteld op 5 oktober 2011, toe te passen.

17

Keuren van mestbassins en afdekkingen, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder u

Beoordelingsrichtlijn BRL 2344 voor het Kiwa procescertificaat voor verlengen van de referentieperiode voor mestbassins en afdekkingen voor mestbassins, KIWA Nederland B.V., versie van 15 december 2012.

 

18

Ontwerpen, realiseren, beheren en onderhouden ondergrondse deel bodemenergiesystemen voor de werkzaamheden waarop deze beoordelingsrichtlijn betrekking heeft.

BRL SIKB 11000, Beoordelingsrichtlijn Ontwerp, Realisatie, Beheer en onderhoud ondergrondse deel bodemenergiesystemen, versie 1, vastgesteld op 18 april 2013.

Protocol 11001, Ontwerp, Realisatie, Beheer en onderhoud ondergrondse deel bodemenergiesystemen, versie 1, vastgesteld op 18 april 2013.

19

Ontwerpen, installeren en beheren van WKO-energiecentrales, voor de werkzaamheden waarop deze beoordelingsrichtlijn betrekking heeft.

BRL KBI 6000 Deel 00, Nationale beoordelingsrichtlijn voor het KOMO INSTAL certificaat voor Ontwerpen, Installeren en Beheren van Installaties, Algemeen deel, vastgesteld op 17 december 2012.

ISSO-publicatie 39 Ontwerp, realisatie en beheer van een energiecentrale met Warmte en Koude Opslag (WKO), versie van december 2012.

   

en

BRL 6000 Deel 21, Nationale beoordelingsrichtlijn voor het KOMO INSTAL certificaat voor Ontwerpen, Installeren en Beheren van Installaties, Bijzonder deel Ontwerpen, installeren en beheren van WKO-energiecentrales, vastgesteld op 17 december 2012.

en

Delen van andere ISSO-publicaties, expliciet genoemd in ISSO-publicatie 39.

G

Bijlage L wordt als volgt gewijzigd:

1. In de tabel onder 2. Anorganische verbindingen, regels Cyanide (vrij), Cyanide-complex (pH < 5) en Cyanide-complex (pH <5), wordt ‘NEN-ISO 17380 en NEN-EN-ISO 14403’ telkens vervangen door: NEN-EN-ISO 14403-1:2012 en NEN-EN-ISO 14403-2:2012.

2. In de tabel onder 3. Macroparameters, regel Droge stof, wordt ‘NEN-ISO 11465’ vervangen door: NEN-EN 15934:2012.

3. In de tabel onder 3. Macroparameters, regel Totaal organisch koolstof, wordt ‘NEN-ISO 10694’ vervangen door: NEN-EN 15936:2012.

H

In Bijlage M, onderdeel 5, wordt onder vernummering van het derde lid tot vierde lid een nieuw lid ingevoegd, luidende:

  • 3. Voor de stoffen barium, kobalt en molybdeen geldt in plaats van de in het tweede lid genoemde periode van 3 jaar, een periode tot 1 januari 2016. Voor PCB’s geldt in plaats van de in het tweede lid genoemde periode van 3 jaar, een periode tot 1 januari 2014.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2013.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld.

TOELICHTING

Algemeen

1. Hoofdlijnen van het voorstel

De Regeling bodemkwaliteit (hierna: regeling) geeft een nadere, technische invulling aan de regels van het Besluit bodemkwaliteit. Hierin staan onder andere de normen, de wijze waarop de kwaliteit van bouwstoffen, grond en baggerspecie kan worden bepaald en hoe aan de normen moet worden getoetst. Ook wordt nadere invulling gegeven aan de regels met betrekking tot de kwaliteitsborging in het bodembeheer (Kwalibo). Bepaalde werkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door erkende personen in bedrijven. Deze staan in de regeling vermeld. Per werkzaamheid geeft de regeling aan volgens welke normdocumenten moet worden gewerkt. Deze documenten, die terug te vinden zijn in diverse bijlagen bij de regeling, worden in samenspraak met bedrijfsleven (zowel uitvoerend als betalend) en overheid opgesteld en regelmatig geactualiseerd. Vanwege een goede uitvoering in de praktijk alsmede handhaving is het van belang dat naar de juiste normdocumenten wordt verwezen. Dit betekent dat de betreffende bijlagen ook regelmatig moeten worden aangepast.

De voorliggende wijziging van de regeling (hierna: wijzigingsregeling) omvat kort gezegd het volgende. Er vindt wederom een actualisering van de verwijzingen naar normatieve documenten plaats. Dit is noodzakelijk, omdat de private beheerders van deze documenten tot aanpassing zijn overgegaan. Aanleiding hiertoe zijn nieuwe technologische inzichten of actualisatie van onderliggende documenten. De aanpassing van de normatieve documenten door de private beheerders kent een eigen dynamiek. De landelijke overheid volgt in principe deze wijzigingen zolang dit de kwaliteit van de uitvoering ten goede komt en niet tot onnodige lasten leidt. Daarnaast is een correctie doorgevoerd ten aanzien artikel 4.1.1. dat regels geeft voor de bepaling of een materiaal kan worden aangemerkt als grond of baggerspecie. Verder is de tijdelijke verhoogde samenstellingseis voor PAK’s in bitumenproducten, asfalt, asfaltbeton en asfaltgranulaat definitief gemaakt en is de emissiewaarde voor antimoon in bijlage A verhoogd in verband met de herbruikbaarheid van opgewerkte AEC-assen (restfractie na verbranding van huishoudelijk afval en bedrijfsafvalstoffen). Als laatste is een tweetal vrijstellingsregelingen in bijlage M verlengd.

Voor een inhoudelijke toelichting op de wijzigingen wordt verwezen naar de artikelsgewijze toelichting.

2. Uitvoering en handhaving

Deze wijzigingsregeling heeft een positief effect op de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid. Er is naar actuele normdocumenten verwezen. Hierdoor wordt de handhaving vergemakkelijkt.

3. Gevolgen

Deze wijzigingsregeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lastendruk voor burgers en bedrijven. De lasten voortvloeiende uit deze wijzigingsregeling voegen niets toe aan de structurele administratieve lasten die in het kader van het Besluit uitvoeringskwaliteit bodembeheer zijn berekend. Deze totale structurele administratieve lasten zijn becijferd op circa € 3,7 miljoen per jaar.

4. Advisering

Signalen over mogelijke uitvoeringsknelpunten of fouten in de teksten van zowel het Besluit bodemkwaliteit als de Regeling bodemkwaliteit komen binnen bij Bodem+ als onderdeel van RWS Leefomgeving, de uitvoeringsorganisatie van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Bodem+ heeft de implementatie van het Besluit bodemkwaliteit sinds de inwerkingtreding in 2008 ondersteund. Vraagstukken die meerdere partijen aangaan worden besproken in landelijke werkgroepen, die in het kader van de implementatie van het Besluit bodemkwaliteit zijn ingesteld. Vervolgens wordt een advies over de oplossing van de vraagstukkende voorgelegd aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu. In de werkgroepen zijn Rijksoverheid, decentrale overheden en bedrijfsleven vertegenwoordigd. Deze partijen zijn rechtstreeks betrokken bij deze wijzigingsregeling. Een aparte consultatieronde kon daarom achterwege blijven.

5. Notificatie

De ontwerpregeling is op 10 januari 2013 ingevolge artikel 8, eerste lid, van de Richtlijn 98/34/EG van het Europese Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEG L 217) voorgelegd aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen (notificatienummer), omdat diverse onderdelen van artikel I mogelijk technische voorschriften bevatten. Er is geen reactie op de ontwerpregeling ontvangen.

6. Inwerkingtreding

Deze wijzigingsregeling treedt op 1 juli 2013 in werking.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

Met dit onderdeel is de definitie van Bodem+ aangepast. Dat was nodig omdat Bodem+ thans is ondergebracht bij Rijkswaterstaat.

Onderdeel B

Met dit onderdeel is artikel 4.1.1., derde lid vervangen. De tekst van het oorspronkelijke artikellid en de bijbehorende toelichting, beide onderdeel van de wijziging van de regeling van 30 oktober 2013 (Stct. 2012, 22335), waren abusievelijk niet met elkaar in overeenstemming. De toelichting bij de bovengenoemde wijziging gaf de bedoeling van de wetgever weer. Met het nieuwe derde lid is de regeling hiermee in overeenstemming gebracht.

Onderdeel C

Met dit onderdeel is de overgangsregeling in artikel 5.1.8 betreffende de verhoging van de maximale samenstellingswaarde voor PAK’s (som) in bitumenproducten, asfalt, asfaltbeton en asfaltgranulaat volgens artikel 3.3.3 jo. bijlage A, tabel 2, vervallen. Uit onderzoek is gebleken dat er wat betreft deze producten weliswaar geen belemmeringen bestaan voor het toepassen indien de samenstellingswaarde op 50 mg/kg droge stof zou worden vastgesteld, maar dat de keuringsfrequentie (en daaruit voortvloeiende kosten) van deze producten als gevolg hiervan verhoogd zou moeten worden. Voor bitumenproducten is bovendien uit onderzoek gebleken dat de afzetbaarheid ernstig zou worden geschaad indien de samenstellingswaarde zou worden aangescherpt tot 50 mg/kg droge stof. Daarom is besloten om de maximale samenstellingswaarde voor PAK’s (som) in bitumenproducten, asfalt, asfaltbeton en asfaltgranulaat definitief op 75 mg/kg droge stof vast te stellen.

Onderdeel D

Met dit onderdeel is de emissiewaarde voor antimoon in bijlage A verhoogd. De kritische emissiewaarden moeten zodanig zijn dat de compartimenten bodem, grondwater en oppervlaktewater voldoende worden beschermd. Dit volgt uit het besluit, dat ter bescherming van het milieu voorwaarden stelt aan het toepassen van bouwstoffen, grond en baggerspecie. Door een wijziging in de normering in deze wijzigingsregeling voor Maximaal Toelaatbare Toevoeging (MTT) waarop de emissiewaarden worden gebaseerd, is het mogelijk om zonder wijzigingen in het beschermingsniveau van het grondwater de emissiewaarde voor antimoon te verhogen. Een verhoging van die emissiewaarde is gewenst omdat de emissiewaarde van antimoon in veel gevallen beperkend was voor de herbruikbaarheid van opgewerkte AEC-bodemassen. De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu heeft met de Vereniging Afvalbedrijven in de Green Deal Verduurzaming nuttige toepassing AEC-bodemas ingezet op verduurzaming van de AEC-bodemassen. De verhoging van de emissiewaarde voor antimoon neemt een belangrijke belemmering weg voor de kwaliteitsverbetering en afzet van opgewerkte AEC-bodemassen.

Tevens is voetnoot 4 behorende bij tabel 2 van bijlage A betreffende bitumenproducten en asfaltproducten vervangen, zie ook de toelichting bij onderdeel B.

Onderdelen E, F en G

Van diverse normdocumenten zijn door de private beheerders van die documenten (zoals NEN en SIKB) nieuwe versies vastgesteld. Met dit onderdeel zijn de verwijzingen naar deze normdocumenten in de bijlagen B, C en L geactualiseerd. Om praktische redenen is de tekst van bijlage C opnieuw vastgesteld.

In bijlage C zijn twee beoordelingsrichtlijnen genoemd, die betrekking hebben op bodemenergiesystemen. Het gaat om de nummers 18 en 19.

Nummer 18 betreft de beoordelingsrichtlijn BRL SIKB 1100 die betrekking heeft op het ontwerpen, realiseren, beheren en onderhouden van het ondergrondse deel van dergelijke systemen.

Nummer 19 betreft de beoordelingsrichtlijn BRL KBI 6000-21 die betrekking heeft op het ontwerpen, installeren en beheren van WKO-energiecentrales. Deze beoordelingsrichtlijn bestaat uit een algemeen deel en een bijzonder deel.

Deze beide beoordelingsrichtlijnen hebben betrekking op werkzaamheden die nog niet in artikel 2.1, eerste lid, van de regeling zijn aangewezen. Het is de bedoeling dat dit via een afzonderlijke wijziging van de regeling gebeurt, die zal plaatsvinden in het kader van de invoering van nieuwe regelgeving voor bodemenergiesystemen die volgens voornemen medio 2013 van kracht zal worden. De reden dat beide beoordelingsrichtlijnen nu al in bijlage C zijn opgenomen is dat de branche kennis kan nemen van deze nieuwe documenten en zich kan voorbereiden op de nieuwe erkenningsregeling.

De nieuwe regelgeving zal in het kader van het Besluit bodemkwaliteit onder meer een erkenningsregeling invoeren voor bepaalde werkzaamheden met betrekking tot bodemenergiesystemen. Hiermee wordt beoogd om de kwaliteit en betrouwbaarheid van werkzaamheden met betrekking tot bodemenergiesystemen te verbeteren en te voorkomen dat kwalitatief laagwaardige en slecht presterende bodemenergiesystemen worden geïnstalleerd. Beide beoordelingsrichtlijnen maken deel hiervan uit.

Onderdeel H

Bijlage M, behorende bij artikel 4.3.5 en 4.8.2 van de regeling, stelt eisen aan het opstellen van kaarten over de actuele kwaliteit van de bodem en de bodem of oever van een oppervlaktewaterlichaam. Met dit onderdeel is bijlage M op twee punten gewijzigd.

Op basis van onderzoek naar de effecten van de toevoeging van barium, kobalt, molybdeen aan het standaard stoffenpakket zoals vastgelegd in de NEN 5740 is gebleken dat er gerede twijfels zijn bij de representativiteit van de achtergrondwaarden van deze metalen. Met een andere achtergrondwaarde vervalt mogelijk de noodzaak voor opname van deze drie stoffen in het standaard stoffenpakket. De evaluatie van de achtergrondwaarden vindt plaats in 2015. Om die reden is besloten om de vrijstelling om te voldoen aan het vereiste van tenminste 20 metingen per zone voor de metalen barium, kobalt en molybdeen te verlengen tot 1 januari 2016, namelijk het moment dat de evaluatie van de achtergrondwaarden door het RIVM heeft plaatsgevonden.

Voor PCB’s zou dit overgangsrecht op 1 juli 2013 aflopen. Het is van groot belang dat het aflopen van dit overgangsrecht samenvalt met de introductie van een risicogrenswaarde voor de functie wonen. Zonder die grenswaarde wonen zullen veel bodemkwaliteitszones ten onrechte ingedeeld worden in de klasse industrie. Aangezien de afleiding van die grenswaarde wonen voor PCB’s pas naar verwachting in april 2013 beschikbaar is, kan die grenswaarde pas bij een volgende wijziging van de Regeling bodemkwaliteit in werking treden.

Het overgangsrecht voor PCB’s zoals opgenomen in het wijzigingsblad d.d. 1 maart 2011 bij de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten in bijlage M versie 3 september 2007 is om die reden verlengd tot 1 januari 2014.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld.

Naar boven