Besluit van de minister van Infrastructuur en Milieu, van 13 maart 2012, nr. IENM/BSK-2012/30463, houdende vaststelling Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR)

De minister van Infrastructuur en Milieu,

Overwegende dat de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte,

  • het nieuwe ruimtelijk en mobiliteitsbeleid op rijksniveau is en de ‘kapstok’ voor bestaand en nieuw rijksbeleid met ruimtelijke consequenties vormt;

  • de Nota Ruimte, de Structuurvisie Randstad 2040, de Nota Mobiliteit1, de MobiliteitsAanpak en de Structuurvisie voor de Snelwegomgeving vervangt;

  • de ruimtelijke doelen en uitspraken in de volgende documenten vervangt: Structuurvisie (voorheen PKB) Tweede structuurschema Militaire terreinen, de agenda landschap, de agenda Vitaal Platteland en Pieken in de Delta.

Overwegende dat,

  • de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte het volledige Koninkrijk der Nederlanden, zowel het land als de wateren (territoriale zone en Exclusieve Economische Zone) beslaat;

  • daarbij ook horen Caribisch Nederland en de Caribische exclusieve economische zone;

  • de eilanden Aruba, Curaçao en Sint Maarten (inclusief hun territoriale zone) hier niet onder vallen;

  • voor het Eems-Dollard-gebied de afspraken uit het Eems-Dollard-verdrag (1960) het kader zijn.

Overwegende dat,

  • ik het planmilieueffectrapport (plan-MER), dat inzicht geeft in de milieuaspecten en -gevolgen van de afwegingen zoals gemaakt in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte, heb gebruikt bij de besluitvorming;

  • ik aan de hand van de ontwerp Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte overleg heb gevoerd met burgers, maatschappelijke organisaties en medeoverheden in binnen- en buitenland.

Overwegende dat,

  • van 3 augustus tot en met 13 september 2011 er de mogelijkheid is geweest om een zienswijze in te dienen op de ontwerp Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte;

  • ik de zienswijzen heb beantwoord in een Nota van Antwoord welke ik op 7 november 2011 aan de voorzitter van de Tweede Kamer heb verzonden;

  • de ontwerp Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte en de Nota van Antwoord op 14 november 2011 met de Tweede Kamer der Staten-Generaal zijn besproken;

  • ik de zienswijzen, de aanbevelingen van de commissie MER en de uitkomsten van het debat met de Tweede Kamer heb verwerkt in de definitieve Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte;

  • de definitieve Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte op 13 maart 2012 aan de Staten-Generaal is toegezonden;

  • het besluit tot vaststelling van de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte wordt gepubliceerd in de Staatscourant (zie 3:42 Awb) en langs elektronische weg (artikel 2.4, eerste lid Wro).

stelt op grond van artikel 2.3, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte vast.

De minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen.


X Noot
1

In bijlage 6 van de SVIR is limitatief opgenomen welke essentiële beleidsbeslissingen uit de Nota Mobiliteit (gewijzigd) van kracht blijven. Deze onderwerpen moeten op grond van de Planwet verkeer en vervoer worden uitgewerkt in decentrale plannen. Met de opname van deze essentiële beleidsbeslissingen in bijlage 6 is de gehele Nota Mobiliteit vervangen door deze structuurvisie.

Naar boven