Taxivervoer 2012/2013

Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 21 december 2012 tot wijziging van het besluit tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst Taxivervoer

UAW Nr. 11390

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelezen het verzoek van het secretariaat van Partijen betrokken bij de cao Taxivervoer namens partijen bij bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van gewijzigde bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;

Partijen ter ener zijde: Taxivervoer Nederland en Connexxion Taxi Services (CTS);

Partijen ter andere zijde: FNV Bondgenoten en CNV Vakmensen.

Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten;

Besluit:

Dictum I

Het besluit tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst Taxivervoer 1 wordt met inachtneming van dictum II als volgt gewijzigd:

A

De onder dictum I opgenomen bepalingen worden als volgt gewijzigd:

Artikel 1.4.2 komt te luiden:

‘1.4.2 Arbeidsovereenkomst onbepaalde tijd

In een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd wordt geen einddatum opgenomen. De werknemer blijft in dienst totdat de overeenkomst eindigt

  • met wederzijds goedvinden;

  • van rechtswege;

  • door opzegging door de werknemer;

  • door opzegging door de werkgever na verkregen toestemming van het UWV Werkbedrijf;

  • door ontslag op staande voet of

  • door ontbinding door de kantonrechter.

Een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd eindigt bij het bereiken van de AOW gerechtigde leeftijd van de werknemer, zonder dat hiervoor opzegging is vereist.’

Artikel 1.9 komt te luiden:

‘1.9 Arbeidsovereenkomst met werknemers die de AOW gerechtigde leeftijd hebben bereikt

De CAO is van toepassing op alle werknemers, ook op de werknemers die de AOW gerechtigde leeftijd hebben bereikt.’

Artikel 3.13.3 komt te luiden:

‘3.13.3 Overurenvergoeding

Overuren zijn de uren die de gemiddelde arbeidstijd van 40 uur per week berekend over een periode van één kalenderkwartaal te boven gaan.

Bij gebruik van een zogenaamd cyclisch rooster is er pas sprake van meeruren en/of overuren als deze de met het rooster corresponderende aantal uren te boven ga.

Ziekte uren, wachtdagen en verlof tellen mee bij de berekening of er sprake is van betreffende overuren.

Vergoeding van overuren in tijd en/of geld

De werknemer bepaalt hoe hij de overurenvergoeding ontvangt: in geld, in tijd of in combinaties daarvan.

In alle gevallen krijgt hij een toeslag van 20%:

  • tijd + toeslag van 20% in tijd; dan wel

  • tijd + toeslag van 20% in geld; dan wel

  • uurloon + toeslag van 20% in geld.

Bij berekening van de vergoeding wordt de duur van het overwerk afgerond volgens onderstaand schema:

  • 00 - 14 minuten = 0 minuten overwerk

  • 15 - 44 minuten = 30 minuten overwerk

  • 45 - 60 minuten = 60 minuten overwerk

De overwerkregeling wordt niet toegepast op:

  • overuren voor leidinggevenden, die zelf bevoegd zijn tot het laten verrichten van overwerk;

  • overuren die zijn ontstaan door eigen schuld of toedoen van de werknemer;

  • overuren door werknemers met een zelfstandige functie, voor wie geen diensttijden zijn vastgesteld;

De laatste bullet is alleen van toepassing op niet-operationele functies (kantoorfuncties), waarbij het niet altijd mogelijk is om met vaste arbeidstijden te werken.’

Dictum II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en heeft geen terugwerkende kracht.

’s-Gravenhage, 21 december 2012

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze: de directeur Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving, M.H.M. van der Goes.

Naar boven