Agrarische en Aanverwante Sectoren

Sociaal Fonds Colland Arbeidsmarktbeleid 2013/2015

Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 20 december 2012 tot wijziging van het besluit tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Agrarische en aanverwante sectoren inzake Sociaal Fonds Colland Arbeidsmarktbeleid

UAW Nr. 11389

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelezen het verzoek van Actor Bureau voor Sectoradvies namens partijen bij bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van gewijzigde bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;

Partij(en) ter ener zijde: De Vereniging Cultuurtechnische werken en Grondverzet, Meststoffendistributie en Loonwerken in de Agrarische Sector in Nederland (CUMELA Nederland), Branchevereniging VHG (VHG), De Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland (LTO-N), Plantum NL, Koninklijke Algemene Vereeniging voor Bloembollencultuur (KAVB), Ondernemersorganisatie Glastuinbouw LTO Noord Glaskracht, Koninklijke Handelsbond voor Boomkwekerij- en Bolproducten (Anthos), voorheen Koninklijke Bond voor de Groothandel in Bloembollen en Boomkwekerijproducten KBGBB, De Nederlandse Fruitteler Organisatie (NFO), Nederlandse Vereniging van Boseigenaren, Algemene Vereniging Inlands Hout, Vereniging Landschapsbeheerorganisaties, Werkgeversvereniging AB Nederland, De Bond van Verenigingen van Kunstmatige Inseminatie van Varkens en de Vereniging van Nederlandse Groenvoederdrogerijen;

Partij(en) ter andere zijde: FNV Bondgenoten, CNV Vakmensen en Vakvereniging Het Zwarte Corps.

Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten;

Besluit:

Dictum I

Het besluit tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Agrarische en aanverwante sectoren inzake Sociaal Fonds Colland Arbeidsmarktbeleid1 wordt met inachtneming van dictum II als volgt gewijzigd:

A

De onder dictum I opgenomen bepalingen worden als volgt gewijzigd:

Artikel 1 lid 2 sub g van de cao komt te luiden:

‘Artikel 1 Begripsbepalingen en werkingssferen sectoren

  • 2.

    • g. Land- en tuinbouwwerktuigen exploiterende onderneming:

      een onderneming waarin de activiteiten overwegend bestaan uit het met, aan of door machines en/of werktuigen voor derden verrichten van:

      • landbouwambachtenwerkzaamheden:

        werkzaamheden met, aan of door machines en werktuigen ten behoeve van de feitelijke plantaardige en dierlijke productie.

      • cultuurtechnische werkzaamheden:

        werkzaamheden met, aan of door machines en werktuigen ten behoeve van de aanleg van groenvoorzieningen, de daarmee samenhangende drainage en grondwerken (bovenste grondlaag), alsmede het hiermee samenhangende onderhoud, met uitsluiting van baggerwerkzaamheden met specifiek baggermaterieel.

        Naast cultuurtechnische werken bestaan er civieltechnische werken. Laatstgenoemde categorie valt niet onder de werkingssfeer van deze CAO.

        Van de hierboven genoemde landbouwambachten- en cultuurtechnische werkzaamheden is eerst sprake, indien en voor zover geen bouw-/aanlegvergunning is vereist, met uitzondering van de vergunningen betrekking hebbend op de feitelijke plantaardige en dierlijke productie en/of de aanleg van groenvoorzieningen.

      • meststoffendistributie:

        werkzaamheden met, aan of door machines en werktuigen ten behoeve van distributie van dierlijke meststoffen, of werkzaamheden met betrekking tot overige organische meststoffen ten behoeve van de agrarische sector.’

Artikel 3 van de cao komt te luiden:

‘Artikel 3 Uitvoering

De uitvoering van de in artikel 4 genoemde doelen is opgedragen aan de Stichting Colland Arbeidsmarktbeleid, en geschiedt volgens de statuten en reglementen van de Stichting, welke als bijlagen aan deze overeenkomst zijn gehecht en daarvan integraal deel uitmaken.

Het betreft de volgende bijlagen:

bijlage III

Statuten Colland Arbeidsmarktbeleid

bijlage IV

Heffingsreglement 2011

bijlage V

Uitvoeringsreglement activiteitenplannen 2013

bijlage VI

1. Uitkeringsreglement Scholing B-deel cursus- of instellingenlijst 2013

   

2. Uitkeringsreglement Scholing B-deel cursusgroepen 2013

bijlage VII

Uitvoeringsreglement Subsidiëring Arbeidsvoorzieningsprojecten B-deel 2013

bijlage VIII

Reglement scholingsbeleid B-deel 2013

bijlage IX

1. Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor ouderewerknemers in het Hoveniersbedrijf B-deel:

   

b. Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in het Hoveniersbedrijf 2008

   

2. Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in Land- en tuinbouwwerktuigen Exploiterende Ondernemingen B-deel:

   

b. Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in Land- en tuinbouwwerktuigen Exploiterende Ondernemingen 2008’

Artikel 8 lid 2 sub a van de cao komt te luiden:

‘Artikel 8 Onderdelen premie B-deel

  • 2.

    • a. De sectoren kunnen jaarlijks een voorstel tot premiewijziging indienen. De premies worden jaarlijks na instemming van de betreffende sectorcommissies door het bestuur vastgesteld een en ander met inachtneming van de afspraken die partijen overeenkomstig artikel 7 hebben gemaakt.

      De actuele premies zijn te vinden op www.colland.nl.’

BIJLAGE II AFWIJKING DEFINITIE WERKNEMER

behorend bij artikel 1 lid 3 artikel 2 van de CAO Colland

Bijlage II aanhef en sub a komt te luiden:

‘In afwijking van hetgeen in artikel 1 lid 3 is bepaald ten aanzien van het begrip ‘werknemer’, geldt het volgende:

  • a. voor Bedrijfsverzorgingsdiensten:

    • de directe werknemer is degene die in opdracht van de werkgever werkzaamheden verricht op de bedrijven van opdrachtgevers en leden van de vereniging.

    • de indirecte werknemer is degene die organisatorische, administratieve en andere ondersteunende werkzaamheden verricht in de vereniging of organisatie van de werkgever.’

Bijlage V aanheftitel komt te luiden:

‘BIJLAGE V UITVOERINGSREGLEMENT ACTIVITEITENPLANNEN 2013

Behorend bij art 3 van de CAO Colland’

Bijlage V artikel 3 lid 5 is vervallen.

Bijlage V artikel 3 de leden 6 en 7 worden vernummerd tot 5 en 6 en komen te luiden:

‘Artikel 3 Formele criteria

  • 5. De subsidie wordt slechts verleend indien het project in hoofdzaak gericht is op de agrarische en aanverwante sectoren in Nederland.

  • 6. Voor activiteitenplannen of onderdelen daarvan en projecten die geheel of gedeeltelijk gefinancierd worden vanuit het B-deel zoals omschreven in de CAO Colland, wordt slechts dan subsidie verleend na instemming van de betreffende sectorcommissie(s).’

Bijlage V artikel 4 komt te luiden:

‘Artikel 4 Inhoudelijke criteria

Voor subsidieverlening komen in aanmerking projecten die – overeenkomstig artikel 2 van de statuten – tot doel hebben:

  • a. Het stimuleren van ontwikkelingen gericht op de ondersteuning van personeelsbeleid en het bevorderen van medezeggenschap, participatie, personeelsvertegenwoordigingen en ondernemingsraden als vormen van overleg op ondernemingsniveau tussen werkgevers en werknemers.

  • b. Het bevorderen van veiligheid, gezondheid en welzijn op bedrijven in agrarische en aanverwante sectoren door het stimuleren van activiteiten c.q. projecten gericht op verbetering van de arbeidsomstandigheden, het bevorderen c.q. uitvoeren van een goede kwaliteit van de zorg voor arbeidsomstandigheden en het inhuren van externe deskundigen ter ondersteuning van deze activiteiten.

  • c. Het (doen) uitvoeren van activiteiten gericht op naleving, voorlichting en imago van de sector, waaronder begrepen:

    • Het stimuleren van een juiste toepassing van cao’s en het bevorderen van toezicht op naleving van de cao’s.

    • Het geven van voorlichting en informatie over voorschriften die voortvloeien uit de cao en/of andere voorschriften die op het terrein van de arbeidsvoorwaarden liggen, waaronder begrepen de vervaardiging van, uitgifte en verzending van de noodzakelijke hoeveelheid cao-boekjes ten behoeve van alle werkgevers en werknemers in de branche c.q. de betreffende sector.

    • Publicitaire doeleinden voor de sector, in relatie tot de arbeidsvoorwaarden, om het positieve imago van de sector te handhaven of te verbeteren.

  • d. Het coördineren, voorbereiden en ondersteunen van het geformaliseerde overleg – met uitzondering van cao-overleg – tussen sociale partners ten behoeve van alle werkgevers en werknemers.

  • e. Het verrichten van activiteiten ten behoeve van de vergroting van de participatie op de arbeidsmarkt, het op elkaar afstemmen van vraag en aanbod van arbeid en het beter functioneren van de arbeidsmarkt.

  • f. Het bevorderen van deelname door werknemers aan scholingsactiviteiten teneinde hun kennis te behouden c.q te vergroten.

  • g. Het ondersteunen van sectoren en bedrijven bij het ontwikkelen van scholingsbeleid, waaronder begrepen het verbeteren van de kwaliteit van scholing, het verhogen van deelname aan scholing, het bevorderen van de deskundigheid, het bevorderen van de aansluiting van het onderwijs op de praktijk en het doen van onderzoek op deze terreinen.’

Bijlage V artikel 6 de leden 5 en 7 komen te luiden:

‘Artikel 6 Aanvragen van subsidie

  • 5. Tot de voor het project relevante gegevens behoren in ieder geval:

    • a. een naar het oordeel van het bestuur toereikende beschrijving van de activiteit(en);

    • b. een naar het oordeel van het bestuur toereikende omschrijving van de doelstelling(en) die met de activiteit(en) wordt beoogd, alsmede een verwijzing naar de betreffende doelstelling(en) van de stichting zoals vastgelegd in artikel 4 van dit reglement;

    • c. een naar het oordeel van het bestuur toereikende omschrijving van de doelgroep(en) waar de activiteit(en) op zijn gericht;

    • d. een naar het oordeel van het bestuur voldoende gespecificeerde kostenbegroting per activiteit.

  • 7. Indien het verzoek betrekking heeft op een meerjarig project, dan dient een meerjarenbegroting en een liquiditeitsprognose bijgevoegd te worden.

    De liquiditeitsprognose is per jaar uitgesplitst. Elk jaar kan vóór 1 oktober een bijgestelde prognose ingediend worden op basis van de rapportage als bedoeld in artikel 10 lid 2. De bijgestelde prognose mag het resterende bedrag van de aanvraag niet overschrijden. Indien de aanvrager het resterende bedrag wil verhogen, dan moet een gewijzigde aanvraag worden ingediend.’

Bijlage V artikel 8 lid 3 sub c en de leden 4 tot en met 9 zijn vervallen.

Bijlage V artikel 8 lid 10 is vernummerd tot lid 4 en komt te luiden:

‘Artikel 8 Bevoorschotting

  • 4. Op verzoek van de aanvrager kan het bestuur besluiten af te wijken van de in lid 3 van dit artikel geregelde bevoorschotting.’

Bijlage V artikel 9 de leden 1 en 5 komen te luiden:

‘Artikel 9 Subsidievaststelling en betaling

  • 1. Het definitieve subsidiebedrag wordt vastgesteld aan de hand van de ingediende financiële eindrapportage, zoals bedoeld in artikel 10 lid 2 van dit reglement.

  • 5. De uitbetaling van de subsidie vindt plaats onder verrekening van de voorschotten, verstrekt volgens artikel 8 van dit reglement. Indien de voorschotten het definitieve subsidiebedrag overschrijden, wordt het verschil teruggevorderd.’

Bijlage V artikel 10 komt te luiden:

‘Artikel 10 Rapportages

  • 1. De aanvrager dient jaarlijks een door een accountant gecontroleerde verklaring te overleggen over de besteding van de subsidiegelden, welke verklaring (ten minste) moet zijn gespecificeerd volgens de in artikel 4 van dit reglement benoemde bestedingsdoelen respectievelijk activiteiten en geïntegreerd onderdeel uit zal maken van het (financieel) jaarverslag van de Stichting.

  • 2. De in lid 1 bedoelde verklaring dient vergezeld te gaan van een inhoudelijke rapportage volgens een door het bestuur vastgesteld format. Deze rapportage dient, vergezeld van de accountantsverklaring zoals bedoeld in lid 1 uiterlijk 1 april van het daaropvolgende kalenderjaar door het Colland Bestuursbureau ontvangen te zijn.

  • 3. De (eind)rapportage beschrijft minimaal het resultaat, geeft aan welke doelstellingen zijn gerealiseerd, en indien van toepassing welke doelstellingen niet zijn gerealiseerd inclusief de oorzaak.

  • 4. Voor meerjarige projecten geldt dat er wel een inhoudelijke en financiële rapportage wordt ingediend zoals beschreven in lid 2 wordt ingediend, echter een door een accountant gecontroleerde verklaring is pas vereist na afronding van het project.’

Bijlage V artikel 12 de leden 4 en 5 komen te luiden:

‘Artikel 12 Beroep

  • 4. In het geval een beroep subsidie betreft die ten laste van het B-deel komt – zoals omschreven in artikel 8 van de CAO Colland – , delegeert het bestuur de behandeling van het beroep aan de betreffende sectorcommissie.De sectorcommissie neemt binnen drie maanden na ontvangst van het beroepschrift door het bestuur een beslissing.

  • 5. Tegen een beslissing van de sectorcommissie betreffende het beroep is binnen de Stichting geen beroep meer mogelijk.’

Bijlage V artikel 14 komt te luiden:

‘Artikel 14 Citeertitel

Dit reglement kan worden aangehaald als Uitvoeringsreglement activiteitenplannen 2013.’

BIJLAGE VI UITKERINGSREGLEMENT SCHOLING B-DEEL

Behorend bij artikel 3 van de CAO Colland

Bijlage VI aanheftitel 1 komt te luiden:

‘1. UITKERINGSREGLEMENT SCHOLING B-DEEL CURSUS- OF INSTELLINGENLIJST 2013'

Bijlage VI aanheftitel 2 komt te luiden:

‘2. UITKERINGSREGLEMENT SCHOLING B-DEEL CURSUSGROEPEN 2013'

1. Uitkeringsreglement Scholing B-deel cursus- of instellingenlijst 2013

Bijlage VI, 1. Uitkeringsreglement Scholing B-deel cursus- of instellingenlijst 2013, artikel 2 lid 1 komt te luiden

‘Artikel 2 Vergoedingen

  • 1. De werknemer dan wel de werkgever kan in aanmerking komen voor een vergoeding van de betaalde cursuskosten, indien:

    • a. een door de betreffende sectorcommissie aangewezen cursus als bedoeld in deel A van dit reglement wordt gevolgd en

    • b. minimaal 50% van de cursus is gevolgd.’

Bijlage VI, 1. Uitkeringsreglement Scholing B-deel cursus- of instellingenlijst 2013, artikel 9 de leden 4 en 5 komen te luiden:

‘Artikel 9 Beroep

  • 4. Als beroep is ingediend, delegeert het bestuur de behandeling van het beroep aan de betreffende sectorcommissie.De sectorcommissie neemt binnen drie maanden na ontvangst van het beroepschrift door het bestuur een beslissing.

  • 5. Tegen een beslissing van de sectorcommissie betreffende het beroep is binnen de Stichting geen beroep meer mogelijk.’

Bijlage VI, 1. Uitkeringsreglement Scholing B-deel cursus- of instellingenlijst 2013, artikel 11 komt te luiden:

‘Artikel 11 Citeertitel

Dit reglement kan worden aangehaald als Uitkeringsreglement Scholing B-deel cursus- of Instellingenlijst 2013.’

Bijlage VI, 1. Uitkeringsreglement Scholing B-deel cursus- of instellingenlijst 2013, Deel A, de leden 1 en 2 komen te luiden:

‘Deel A Cursussen en opleidingen die in aanmerking komen voor vergoeding

  • 1. Het bestuur van de Stichting Colland Arbeidsmarktbeleid wijst ieder cursusjaar, na instemming van de sectorcommissies, per sector cursussen aan die in aanmerking komen voor subsidie. Deze cursuslijsten zijn te vinden op www.colland.nl.

    Cursussen die het bestuur aanwijst:

    • a. dienen gericht te zijn op het behouden cq. vergroten van de kennis die nodig is om in de huidige en toekomstige arbeidsorganisatie op veranderingen te kunnen reageren en anticiperen, en;

    • b. mogen geen dagdelen bevatten van minder dan drie en avonddelen van minder dan 2,5 klokuren, en;

    • c. dienen afgesloten te worden met een door de sector erkend certificaat, getuigschrift of diploma, en;

    • d. mogen niet langer duren dan twaalf maanden.

  • 2. Opleidingen in het kader van de Beroepsbegeleidende Leerweg komen alleen voor vergoeding in aanmerking indien het bestuur na instemming van de betreffende sectorcommissie daartoe een besluit neemt.’

Bijlage VI, 1. Uitkeringsreglement Scholing B-deel cursus- of instellingenlijst 2013, Deel B, lid 6 komt te luiden:

‘Deel B Vergoeding van loonverzuim, reiskosten en cursuskosten

  • 6. De vergoedingen als bedoeld in lid 1, lid 3 en lid 5 kunnen per sector afwijken. De vergoedingen worden door het bestuur vastgesteld na instemming van de sectorcommissies.’

2. Uitkeringsreglement Scholing B-deel cursusgroepen 2013

Bijlage VI, 2. Uitkeringsreglement Scholing B-deel cursusgroepen 2013, artikel 6 de leden 3 en 4 komen te luiden:

‘Artikel 6 Beroep

  • 3. Het beroep dient binnen twee maanden na dagtekening van de beschikking door middel van een beroepschrift te worden ingediend bij het bestuur van de Stichting.

    Als beroep is ingediend, delegeert het bestuur de behandeling van het beroep aan de betreffende sectorcommissie.De sectorcommissie neemt binnen drie maanden na ontvangst van het beroepschrift door het bestuur een beslissing.

  • 4. Tegen een beslissing van de sectorcommissie betreffende het beroep is binnen de stichting geen beroep meer mogelijk.’

Bijlage VI, 2. Uitkeringsreglement Scholing B-deel cursusgroepen 2013, artikel 8 komt te luiden:

‘Artikel 8 Citeertitel

Dit reglement kan worden aangehaald als Uitkeringsreglement Scholing B-deel cursusgroepen 2013.’

Bijlage VI, 2. Uitkeringsreglement Scholing B-deel cursusgroepen 2013, Deel A de leden 1 en 2 komen te luiden:

‘Deel A Cursussen die in aanmerking komen voor subsidiëring

  • 1. Het bestuur van de Stichting Colland Arbeidsmarktbeleid definieert na instemming van de sectorcommissies per sector een aantal groepen van cursussen die in aanmerking komen voor subsidie. Het bestuur kan deze groepen van cursussen na instemming van de sectorcommissies per 1 september of per 1 januari wijzigen. De cursusgroepen zijn te vinden op www.colland.nl.

    Bij het definiëren van de cursussen hanteert het bestuur de volgende uitgangspunten:

    • a. Cursussen dienen gericht te zijn op het behouden dan wel vergroten van de kennis en vaardigheden van werknemers die nodig zijn om in de huidige en toekomstige arbeidsorganisatie op veranderingen te kunnen reageren en anticiperen, en;

    • b. Cursussen dienen afgesloten te worden met een naar oordeel van de sector erkend certificaat, getuigschrift of diploma;

    • c. Cursussen mogen niet langer duren dan twaalf maanden.

  • 2. Opleidingen in het kader van de Beroepsbegeleidende Leerweg komen alleen voor vergoeding in aanmerking indien het bestuur na instemming van de betreffende sectorcommissie daartoe een besluit neemt.’

Bijlage VI, 2. Uitkeringsreglement Scholing B-deel cursusgroepen 2013, Deel B de leden 1 en 4 komen te luiden:

‘Deel B Vergoeding van cursuskosten

  • 1. De vergoeding van de cursuskosten bedraagt een door het bestuur na instemming van de sectorcommissies vast te stellen percentage van de betaalde cursuskosten. Het bestuur kan de percentages na instemming van de sectorcommissies per 1 september en per 1 januari wijzigen. De percentages kunnen per sector en per groep verschillen. De actuele gegevens zijn te vinden op www.colland.nl.

  • 4. Per werknemer geldt een maximale vergoeding per jaar. De hoogte van deze maximale vergoeding wordt na instemming van de sectorcommissies door het bestuur vastgesteld. Deze kan per sector verschillen. De actuele gegevens zijn te vinden op www.colland.nl.’

Bijlage VII aanheftitel komt te luiden:

‘BIJLAGE VII UITVOERINGSREGLEMENT SUBSIDIËRING ARBEIDSVOORZIENINGSPROJECTEN B-DEEL 2013

Behorend bij artikel 3 van de CAO Colland’

Bijlage VII artikel 8a lid 2 komt te luiden:

‘Artikel 8a Subsidieverstrekking toeleidingsprojecten

  • 2. Per deelnemer wordt een subsidie van maximaal € 5000 verstrekt voor het werven, selecteren, trainen of scholen en begeleiden. Het bestuur is, na instemming van de sectorcommissie(s), bevoegd in voorkomende gevallen een hoger bedrag toe te kennen.’

Bijlage VII artikel 10 aanheftitel en lid 1 komen te luiden:

‘Artikel 10 Subsidievaststelling projecten

  • 1. Het definitieve subsidiebedrag wordt door het bestuur na instemming van de sectorcommissie(s) vastgesteld aan de hand van de ingediende financiële eindrapportage, zoals bedoeld in artikel 9a en 9b, lid 7 van dit reglement.’

Bijlage VII artikel 11 komt te luiden:

‘Artikel 11 Intrekking subsidieverlening

De subsidie kan geheel of gedeeltelijk door het bestuur na instemming van de sectorcommissie(s) worden ingetrokken dan wel worden teruggevorderd, indien door de aanvrager of de uitvoerder niet aan de verplichtingen of voorwaarden genoemd in dit reglement wordt voldaan.’

Bijlage VII artikel 13 de leden 3 en 4 komen te luiden:

‘Artikel 13 Beroep

  • 3. Als beroep is ingediend, delegeert het bestuur de behandeling van het beroep aan de betreffende sectorcommissie.De sectorcommissie neemt binnen drie maanden na ontvangst van het beroepschrift door het bestuur een beslissing.

  • 4. Tegen een beslissing van de sectorcommissie betreffende het beroep is binnen de Stichting geen beroep meer mogelijk.’

Bijlage VII artikel 15 komt te luiden:

‘Artikel 15 Citeertitel

Dit reglement kan worden aangehaald als Uitvoeringsreglement Subsidiëring Arbeidsvoorzieningsprojecten B-deel 2013.’

Bijlage VIII aanheftitel komt te luiden:

‘BIJLAGE VIII REGLEMENT SCHOLINGSBELEID B-DEEL 2013

Behorend bij artikel 3 van de CAO Colland’

Bijlage VIII artikel 8 lid 1 komt te luiden:

‘Artikel 8 Subsidievaststelling en betaling

  • 1. Het definitieve subsidiebedrag wordt door het bestuur na instemming van de sectorcommissie(s) vastgesteld aan de hand van de ingediende financiële eindrapportage, zoals bedoeld in artikel 11, lid 2 van dit reglement.’

Bijlage VIII artikel 12 komt te luiden:

‘Artikel 12 Intrekking subsidieverlening

De subsidie kan geheel of gedeeltelijk door het bestuur na instemming van de sectorcommissie(s) worden ingetrokken dan wel worden teruggevorderd, indien door de aanvrager of de uitvoerder niet aan de verplichtingen of voorwaarden genoemd in dit reglement wordt voldaan.’

Bijlage VIII artikel 13 de leden 3 en 4 komen te luiden:

‘Artikel 13 Beroep

  • 3. Als beroep is ingediend, delegeert het bestuur de behandeling van het beroep aan de betreffende sectorcommissie.De sectorcommissie neemt binnen drie maanden na ontvangst van het beroepschrift door het bestuur een beslissing.

  • 4. Tegen een beslissing van de sectorcommissie betreffende het beroep is binnen de stichting geen beroep meer mogelijk.’

Bijlage VIII artikel 15 komt te luiden:

‘Artikel 15 Citeertitel

Dit reglement kan worden aangehaald als Reglement scholingsbeleid B-deel 2013.’

BIJLAGE IX VERSTREKKINGENREGLEMENT REGELING MINDER WERKEN VOOR OUDERE WERKNEMERS B-DEEL

Behorend bij artikel 3

Bijlage IX onderdeel 1 en 2 komen te luiden:

  • ‘1. in het Hoveniersbedrijf

    • b. Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in het Hoveniersbedrijf 2008

  • 2. in Land- en tuinbouwwerktuigen Exploiterende Ondernemingen

    • b. Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in Land- en tuinbouwwerktuigen Exploiterende Ondernemingen 2008

1b. Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in het Hoveniersbedrijf 2008

Bijlage IX, 1b. Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in het Hoveniersbedrijf 2008, artikel 1b sub l wordt toegevoegd en komt te luiden:

‘Artikel 1b Begripsbepalingen

In dit reglement worden geacht te zijn opgenomen de begripsbepalingen omschreven in artikel 1 van de CAO Colland.

Voorts wordt in dit reglement verstaan onder:

l. Sectorcommissie

De door het bestuur van de stichting ingestelde commissie van werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers zoals omschreven in artikel 13 van de statuten.’

Bijlage IX, 1b. Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in het Hoveniersbedrijf 2008, artikel 6 de leden 2, 3 en 4 komen te luiden:

‘Artikel 6 Verstrekking

  • 2. De door het fonds uit hoofde van regeling 1 te verstrekken vergoeding bedraagt € 100,= per dag. De vergoeding is opgebouwd uit de elementen genoemd onder a. tot en met c.:

    • a. een negende deel van het overeengekomen bruto weekloon zoals bedoeld in artikel 3 lid 3 sub c. De vergoeding is gebaseerd op 80% werken tegen 90% loon;

    • b. de over het loon onder a verschuldigde vakantietoeslag;

    • c. de over de onder a en b genoemde onderdelen verschuldigde werkgeverslasten in de SV-premies, in de premies voor de bedrijfstakfondsen, in de SAZAS-premie, de eventuele premie voor het Overbruggingsfonds en in de premie voor dit fonds met dien verstande dat bij de vaststelling van de vergoeding van deze werkgeverslasten een vast percentage van het brutoloon wordt gehanteerd.

  • 3. De door het fonds uit hoofde van regeling 2 te verstrekken vergoeding bedraagt per seniorendag € 100= vermeerderd met de verschuldigde vakantietoeslag, welk bedrag wordt verhoogd met 35% voor de tegemoetkoming in de verschuldigde werkgeverslasten, hetgeen resulteert in een vergoeding per seniorendag van € 200,= .

    De verstrekking uit hoofde van regeling 2 vindt eenmaal per kalenderjaar plaats en geschiedt naar rato per kwartaal.

  • 4. De in de leden 2 en 3 genoemde bedragen worden na instemming van de sectorcommissie jaarlijks door het bestuur vastgesteld.’

Bijlage IX, 1b. Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in het Hoveniersbedrijf 2008, artikel 19 lid 2 komt te luiden:

‘Artikel 19 Geschillen

  • 2. Het bestuur delegeert de behandeling van het bezwaar aan de sectorcommissie.

    De sectorcommissie neemt binnen drie maanden na ontvangst van het bezwaarschrift door het bestuur een beslissing.

Bijlage IX, 1b. Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in het Hoveniersbedrijf 2008, artikel 19 lid 3 wordt toegevoegd en komt te luiden:

  • ‘3. Tegen een beslissing van de sectorcommissie betreffende het bezwaar is binnen de Stichting geen beroep meer mogelijk.’

Bijlage IX, 1b. Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in het Hoveniersbedrijf 2008, artikel 21 komt te luiden:

‘Artikel 21 Citeertitel

Dit reglement kan worden aangehaald als Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in het Hoveniersbedrijf 2008.’

2b. Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in Land- en tuinbouwwerktuigen Exploiterende Ondernemingen 2008

Deze regeling is van toepassing op aanmeldingen die op en na 1 januari 2008 zijn ontvangen door administrateur van het fonds.

Bijlage IX, 2b. Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in Land- en tuinbouwwerktuigen Exploiterende Ondernemingen 2008, artikel 1 sub i is vervallen.

Bijlage IX, 2b. Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in Land- en tuinbouwwerktuigen Exploiterende Ondernemingen 2008, artikel 1 sub j en k worden vernummerd tot i en j en sub k wordt toegevoegd en de leden komen te luiden:

‘Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit reglement worden geacht te zijn opgenomen de begripsbepalingen omschreven in artikel 1 van de CAO Colland.

Voorts wordt in dit reglement verstaan onder:

i. Cao LEO

De cao Landbouwwerktuigen Exploiterende Ondernemingen;

j. Administrateur

De instantie aan wie op grond van artikel 15 van de statuten de uitvoering van de administratie van het fonds is opgedragen.

k. Sectorcommissie

De door het bestuur van de stichting ingestelde commissie van werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers zoals omschreven in artikel 13 van de statuten.’

Bijlage IX, 2b. Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in Land- en tuinbouwwerktuigen Exploiterende Ondernemingen 2008, artikel 3 lid 3 sub e komt te luiden:

‘Artikel 3 Regeling

  • 3. Aan de overeenkomst zijn de volgende rechten en verplichtingen voor werkgever en werknemer verbonden:

    • e. De werknemer heeft recht op 80% van het aantal vakantiedagen (wettelijk en bovenwettelijk) en roostervrije dagen waarop recht zou bestaan, indien geen overeenkomst tot minder werken, zoals omschreven in dit artikel, zou zijn gesloten. Het recht op extra bovenwettelijke vakantiedagen vanwege leeftijd vervalt vanaf deelname aan de regeling.’

Bijlage IX, 2b. Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in Land- en tuinbouwwerktuigen Exploiterende Ondernemingen 2008, artikel 6 lid 2 komt te luiden:

‘Artikel 6 Verstrekking

  • 2. De door het fonds te verstrekken vergoeding wordt na instemming van de sectorcommissie jaarlijks door het bestuur vastgesteld op een vast bedrag per gedeclareerde dag, ongeacht de werkelijke kosten. Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast in dezelfde mate als de daadwerkelijke loonkostenstijging volgens de collectieve arbeidsovereenkomst voor Land- en tuinbouwwerktuigen Exploiterende Ondernemingen. Het bedrag wordt berekend door het verschil te nemen tussen 80% werken met 80% loon en 80% werken met 90% loon waarbij uitgegaan wordt van een vaste werknemer in functiegroep E met 4 functiejaren als bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst voor Land en tuinbouwwerktuigen Exploiterende Ondernemingen.

    Voor parttimers en gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemers wordt genoemde vergoeding naar rato vastgesteld.’

Bijlage IX, 2b. Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in Land- en tuinbouwwerktuigen Exploiterende Ondernemingen 2008, artikel 19 lid 2 komt te luiden:

‘Artikel 19 Geschillen

  • 2. Het bestuur delegeert de behandeling van het bezwaar aan de beroepscommissie.

    De beroepscommissie neemt binnen drie maanden na ontvangst van het bezwaarschrift door het bestuur een beslissing.’

Bijlage IX, 2b. Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in Land- en tuinbouwwerktuigen Exploiterende Ondernemingen 2008, artikel 19 lid 3 wordt vernummerd tot lid 4 en lid 3 wordt toegevoegd en de leden komen te luiden:

  • ‘3. Tegen een beslissing van de beroepscommissie betreffende het bezwaar is binnen de Stichting geen beroep meer mogelijk.

  • 4. Bij een geschil als bedoeld in artikel 3 lid 2 kunnen werkgever en werknemer gezamenlijk de zaak voorleggen aan de beroepscommissie met het verzoek een bindende uitspraak te doen. Werkgever en werknemer worden afzonderlijk in kennis gesteld van deze uitspraak.’

Bijlage IX, 2b. Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in Land- en tuinbouwwerktuigen Exploiterende Ondernemingen 2008’, artikel 21 komt te luiden:

‘Artikel 21 Citeertitel

Dit reglement kan worden aangehaald als Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in Land- en tuinbouwwerktuigen Exploiterende Ondernemingen 2008.’

Dictum II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2013 en heeft geen terugwerkende kracht.

’s-Gravenhage, 20 december 2012

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze, De directeur Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving, M.H.M. van der Goes.


X Noot
1

Stcrt. 2010, nr. 9316; laatstelijk gewijzigd bij besluit van 6 augustus 2012 (Stcrt. 2012, nr. 13258).

Naar boven