Besluit van ..., houdende wijziging van het Handelsregisterbesluit 2008 en het Financieel besluit handelsregister

Nader Rapport

’s-Gravenhage, 12 november 2012

WJZ / 12338086

Aan de Koningin

Nader rapport inzake het ontwerp van een algemene maatregel van bestuur, houdende wijziging van het Handelsregisterbesluit 2008 en het Financieel besluit handelsregister

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 31 augustus 2012, nr. 12.002020, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde ontwerp van een algemene maatregel van bestuur rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 4 oktober 2012, nr. W15.12.0345/IV, bied ik U hierbij aan.

  • 1.

    • a. Naar aanleiding van de opmerking van de Afdeling advisering is de passage in de nota van toelichting inzake de wettelijke grondslag onder artikel I, onderdelen A en B, gewijzigd.

    • b. Aan het advies van de Afdeling is gevolg gegeven door aanpassing en aanvulling van de nota van toelichting (in I. Algemeen, 1 en de artikelsgewijze toelichting bij artikel I, onderdelen A en B)

  • 2. Het advies van de Afdeling was aanleiding tot een heroverweging van de noodzaak van deze bepaling. Naar aanleiding daarvan is artikel I, onderdeel D, geschrapt.

  • 3. Aan de redactionele kanttekening van de Afdeling advisering is gevolg gegeven in paragraaf 1.2 van de nota van toelichting.

  • 4. Artikel III van het ontwerp-besluit is aangepast nu duidelijk is op welk tijdstip de onderscheiden artikelen en onderdelen van het besluit in werking kunnen treden.

Ik moge U hierbij het gewijzigde ontwerp-besluit en de gewijzigde nota van toelichting doen toekomen en U verzoeken overeenkomstig dit ontwerp te besluiten.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp.

Advies Raad van State

No. W15.12.0345/IV

’s-Gravenhage, 4 oktober 2012

Aan de Koningin

Bij Kabinetsmissive van 31 augustus 2012, no. 12.002020, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit houdende wijziging van het Handelsregisterbesluit 2008 en het Financieel besluit handelsregister, met nota van toelichting.

Het ontwerpbesluit voorziet onder meer in de opname in het handelsregister van de naam van de berichtenbox van ondernemingen en in de inzage voor gerechtelijke instanties in afgeschermde gegevens uit het handelsregister. De Afdeling advisering van de Raad van State onderschrijft de strekking van het ontwerpbesluit, maar maakt daarbij kanttekeningen met betrekking tot de opname in het handelsregister van de naam van de berichtenbox en de inzage van afgeschermde gegevens voor gerechtelijke instanties.

1. Opname van de naam van de berichtenbox in het handelsregister

Artikel I, onderdelen A en B strekken tot wijziging van de artikelen 11 en 15 van het Handelsregisterbesluit 2008, in de zin dat over een onderneming (artikel 11) en een rechtspersoon (artikel 15) in het handelsregister de naam van de berichtenbox van het centraal loket, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel a, onder 2°, van de Dienstenwet wordt opgenomen.

a. Wettelijke grondslag

Uit de nota van toelichting volgt dat deze aanvullingen van artikel 11 en 15 strekken ter uitvoering van de Dienstenwet en de Dienstenrichtlijn en dat artikel 51 van de Handelsregisterwet 2007 de grondslag voor deze onderdelen van het ontwerpbesluit biedt.

Artikel 51 van de Handelsregisterwet 2007 biedt een grondslag om regels te stellen ten aanzien van de in de wet geregelde of daarmee verband houdende onderwerpen in het belang van een goede uitvoering van de wet (...). Naar het oordeel van de Afdeling biedt artikel 51 van de Handelsregisterwet 2007 daarmee een toereikende grondslag voor de voorgestelde wijzigingen van artikel 11 en 15 van het Handelsregisterbesluit 2008. Het gaat daarbij immers om ‘daarmee verband houdende onderwerpen’ in het belang van een goede uitvoering van de Handelsregisterwet 2007.

In de nota van toelichting wordt gesteld dat de bevoegdheid van artikel 51 gebruikt kan worden omdat de gebruikte zinsnede ‘de wet’ niet alleen slaat op de Handelsregisterwet 2007 en dus op basis van dat artikel ook regels kunnen worden gesteld ter uitvoering van de Dienstenwet of de Dienstenrichtlijn. Naar het oordeel van de Afdeling bieden noch de tekst noch de wetsgeschiedenis van artikel 51 aanknopingspunten voor de uitleg dat op grond van deze bepaling regels zouden kunnen worden gesteld ter uitvoering van andere wetten dan de Handelsregisterwet 2007.1 Een dergelijke ruime uitleg van artikel 51 van de Handelsregisterwet 2007 is, gelet op het bovenstaande, ook niet nodig om een grondslag voor de onderhavige wijziging van het Handelsregisterbesluit 2008 te vinden.

Gezien het voorgaande adviseert de Afdeling de nota van toelichting op dit punt aan te passen.

b. Gevolgen van het opnemen van de berichtenboxnaam in het handelsregister.

Zoals in de nota van toelichting uiteen wordt gezet, schrijft de Dienstenwet2 voor dat communicatie tussen de overheid en een dienstverrichter elektronisch moet kunnen plaatsvinden via het centraal loket. Het elektronisch verkeer dient een eerste maal door een bedrijf geïnitieerd te worden, voordat ook de aangezochte overheid met het desbetreffende bedrijf elektronisch kan communiceren. De nota van toelichting stelt voorts dat door opname van de berichtenboxnaam in het handelsregister overheden de beschikking krijgen over het adres van een bedrijf zodat zij op eigen initiatief op een betrouwbare wijze langs elektronische weg berichten kunnen verzenden naar dat bedrijf. In de nota van toelichting wordt voorts gesteld dat aangenomen mag worden dat met de opgave van de berichtenboxnaam in het handelsregister de ondernemer aangeeft dat zijn onderneming voldoende bereikbaar is als bedoeld in artikel 2:14, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Het is de Afdeling niet op voorhand duidelijk of met het voorgaande beoogd is dat na de opname van de naam van de berichtenbox in het handelsregister, de communicatie tussen de overheid en de ondernemer over procedures en formaliteiten als bedoeld in de Dienstenwet via de berichtenbox door de overheid kan worden geïnitieerd.

Ingevolge artikel 14, eerste lid, aanhef en onder b, van de Dienstenwet verzendt een bevoegde instantie die betrokken is bij de afwikkeling van procedures en formaliteiten daarop betrekking hebbende berichten via het centraal loket, voor zover een dienstverrichter waarvoor een bericht bestemd is via het centraal loket aan de bevoegde instantie kenbaar heeft gemaakt dat hij langs deze weg voldoende bereikbaar is. Het is de Afdeling niet duidelijk waar de conclusie op berust dat met opname van de naam van de berichtenbox in het handelsregister is voldaan aan het vereiste van kenbaar maken via het centraal loket door de dienstverrichter.

Voorts behoeft de verwijzing in de nota van toelichting naar artikel 2:14 van de Algemene wet bestuursrecht nadere toelichting nu artikel 14, derde lid, van de Dienstenwet de toepasselijkheid van dit artikel juist uitsluit.

De Afdeling adviseert in het licht van het bovenstaande in de toelichting te verduidelijken wat beoogd is met opname van de naam van de berichtenbox in het handelsregister.

2. Inzien afgeschermde gegevens door gerechtelijke instanties

Ingevolge artikel 51 van het Handelsregisterbesluit 2008 kunnen in het handelsregister opgenomen adresgegevens van onder meer de bestuurder en commissaris niet worden ingezien, behalve door bestuursorganen, advocaten, deurwaarders, notarissen en de in artikel 28, derde lid, van de wet genoemde organisaties. Het voorgestelde artikel I, onderdeel D voorziet erin dat gerechtelijke instanties eveneens deze gegevens kunnen inzien.

Volgens de nota van toelichting hebben gerechtelijke instanties voor de uitvoering van de aan hen toevertrouwde publieke taak in een beperkt aantal gevallen het privéadres van functionarissen en bestuurders nodig. Te denken valt aan betekening van vonnissen of toezending van nagekomen stukken. De Afdeling is van oordeel dat de gegeven voorbeelden waarom de gerechtelijke instanties een belang hebben bij inzage in de adresgegevens niet overtuigen. De betekening van vonnissen gebeurt door de gerechtsdeurwaarder die op grond van artikel 51 van het Handelsregisterbesluit 2008 reeds inzage in de gegevens heeft. Het toezenden van nagekomen stukken zal in de regel plaatsvinden als de adresgegevens van de partijen die betrokken zijn bij een geding reeds bekend zijn.

De nota van toelichting maakt nog onvoldoende duidelijk waarom gerechtelijke instanties behoefte hebben aan inzage in de adresgegevens. De Afdeling adviseert in de nota van toelichting nader toe te lichten waarom gerechtelijke instanties een belang hebben bij inzage in de adresgegevens.

3. Voor een redactionele kanttekening verwijst de Afdeling naar de bij het advies behorende bijlage.

De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging in dezen een besluit te nemen, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De Vice-President van de Raad van State, J.P.H. Donner.

Bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State betreffende no. W15.12.0345/IV met een redactionele kanttekening die de Afdeling in overweging geeft

  • In de nota van toelichting vermelden dat de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure (artikel 17, tweede lid, van de Handelsregisterwet 2007) is gevolgd.

Tekst zoals toegezonden aan de Raad van State: Besluit van ..., houdende wijziging van het Handelsregisterbesluit 2008 en het Financieel besluit handelsregister

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 28 augustus 2012, nr. WJZ /12301756;

Gelet op de artikelen 17, eerste lid, 23, 50, eerste en vierde lid, en 51 van de Handelsregisterwet 2007;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van ......, nr. W....);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van ......, nr. WJZ /....;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Handelsregisterbesluit 2008 wordt gewijzigd als volgt:

A

Aan artikel 11 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c. de naam van de berichtenbox van het centraal loket, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel a, onder 2°, van de Dienstenwet.

B

Aan artikel 15, tweede lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c. de naam van de berichtenbox van het centraal loket, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel a, onder 2°, van de Dienstenwet.

C

Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel c, komt te luiden:

  • c. Het geplaatste kapitaal en het gestorte deel ervan;.

2. Het eerste lid, onderdeel d, vervalt.

3. Er worden twee leden toegevoegd:

  • 3. In het handelsregister wordt over een naamloze vennootschap, een Europese naamloze vennootschap en een Europese coöperatieve vennootschap opgenomen:

    • a. het maatschappelijk kapitaal en wordt het bedrag van het geplaatste kapitaal en het gestorte deel ervan, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, onderverdeeld naar soort, indien er verschillende soorten aandelen zijn;

    • b. indien niet volgestorte aandelen zijn uitgegeven, de persoonlijke gegevens met uitzondering van de handtekening van de houders van zulke aandelen, met vermelding van het aandelenbezit van iedere houder en van het daarop gestorte bedrag.

  • 4. In het handelsregister wordt opgenomen of een bestuurder al dan niet uitvoerend is.

D

In artikel 51, eerste en derde lid, wordt na ‘notarissen’ telkens ingevoegd: , gerechtelijke instanties.

ARTIKEL II

Het Financieel besluit handelsregister wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 4 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de eerste volzin wordt na ‘uit het handelsregister’ ingevoegd: en de bescheiden die daarbij krachtens wettelijk voorschrift zijn gedeponeerd.

b. In onderdeel e wordt na ‘in het handelsregister is opgenomen’ ingevoegd: of daarbij krachtens wettelijk voorschrift is gedeponeerd.

2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de eerste volzin wordt ‘een uittreksel uit het handelsregister’ vervangen door: een uittreksel van hetgeen in het handelsregister is ingeschreven of daarbij krachtens wettelijk voorschrift is gedeponeerd.

b. Onderdeel c komt te luiden:

  • c. het doen van een schriftelijke mededeling met betrekking tot hetgeen in het handelsregister is opgenomen of daarbij krachtens wettelijk voorschrift is gedeponeerd;

3. In de eerste volzin van het derde lid wordt ‘worden de kosten vastgesteld die verschuldigd zijn’ vervangen door: wordt de vergoeding vastgesteld die verschuldigd is.

4. In de tweede volzin van het derde lid wordt ‘De kosten worden’ vervangen door: De vergoeding wordt.

5. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Bij ministeriële regeling wordt de hoogte van de vergoeding vastgesteld voor het verstrekken van afschriften van gedeponeerde bescheiden of onderdelen daaruit. De vergoeding wordt onderscheiden vastgesteld naar het aantal en de soort gegevens.

B

Artikel 5 komt te luiden:

Artikel 5
  • 1. De betalingstermijn, bedoeld in artikel 50, vierde lid, van de Handelsregisterwet 2007, is gelijk aan de termijn voor de levering van de diensten, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdelen a, b en e, en het tweede lid.

  • 2. De betalingstermijn, bedoeld in artikel 50, vierde lid, van de Handelsregisterwet 2007 wordt vastgesteld op vier weken voor de diensten en producten, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdelen c en d, en het derde en vierde lid.

ARTIKEL III

  • 1. Artikel I, onderdeel D, en artikel II treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

  • 2. Artikel I, onderdelen A en B, treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

  • 3. Indien het bij koninklijke boodschap van 31 mei 2007 ingediende voorstel van wet tot aanpassing van het recht van besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid (Kamerstukken II 2006/07, 31 058, nr. 2) tot wet is of wordt verheven en die wet in werking treedt, treedt artikel I, onderdeel C, op hetzelfde tijdstip in werking.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Dit besluit wijzigt het Handelsregisterbesluit 2008 en het Financieel besluit handelsregister en strekt ertoe de volgende zaken te regelen: de opname in het handelsregister van de naam van de berichtenbox van ondernemingen; aanpassingen in verband met de Wet flexibilisering BV-recht;

gerechtelijke instanties inzage te geven in afgeschermde woonadressen zoals het privé-adres van bestuurders van rechtspersonen en de termijn vast te stellen waarbinnen de betaling moet worden gedaan voor producten en diensten uit het handelsregister. Daarnaast herstelt het enkele wetstechnische leemten en gebreken in artikel II, onderdeel A.

De berichtenbox voor bedrijven (en rechtspersonen) is een beveiligd e-mailsysteem waarmee ondernemers digitaal berichten kunnen uitwisselen met Nederlandse overheidsinstanties (de Rijksoverheid, provincies, gemeenten en waterschappen). De naam van de berichtenbox is het unieke elektronische adresgegeven binnen het systeem van de berichtenbox, te vergelijken met een e-mailadres. De berichtenbox is bedoeld voor ondernemers die gevestigd zijn in de Europese Economische Ruimte (EER) – dus ook in Nederland – en die hun diensten in Nederland willen aanbieden. De berichtenbox voor bedrijven is te vinden op https://www.berichtenbox.antwoordvoorbedrijven.nl.

Via deze berichtenbox kunnen bedrijven berichten versturen die betrekking hebben op procedures die vallen onder de Dienstenwet. Deze procedures zijn te vinden in de Regeling indicatieve vaststelling reikwijdte dienstenwet. Daaronder vallen bijvoorbeeld de aanvraag voor een omgevingsvergunning, maar ook graafmeldingen. Voor enkele vormen van elektronische communicatie is de berichtenbox de enige vorm waarbij de overheid het ontvangen bericht in behandeling neemt.

De berichtenbox is bedoeld voor communicatie van bedrijven naar overheden en vice versa en kan (nog) niet gebruikt worden voor communicatie van bedrijven onderling of van bedrijven naar consumenten. Bovendien volgt uit de huidige opzet van de berichtenbox dat het elektronisch verkeer eerst door de bedrijven geïnitieerd moet worden, voordat ook de aangezochte overheid met het desbetreffende bedrijf elektronisch kan communiceren. Het in het handelsregister opnemen van hun elektronische adres, de naam van de berichtenbox, stelt bedrijven in staat zich beter langs elektronische weg te identificeren en bereikbaar te worden voor elektronisch verkeer dat door overheden wordt geïnitieerd. Door de opname in het handelsregister worden overheden in staat gesteld op eigen initiatief zelf berichten op een betrouwbare wijze langs elektronische weg te verzenden naar bedrijven.

De gerechtelijke instanties krijgen, op grond van de aanvulling van artikel 51, eerste lid, van het Handelsregisterbesluit 2008, inzage in de voor derden afgeschermde woonadressen zoals die van bestuurders en andere functionarissen van rechtspersonen. Gerechtelijke instanties hebben voor de uitvoering van de aan hen toevertrouwde publieke taak in een beperkt aantal gevallen het privéadres van functionarissen en bestuurders nodig. Te denken valt aan betekening van vonnissen of toezending van nagekomen stukken. De aanpassing van artikel 51, eerste en derde lid, betreft een inperking van de persoonlijke levenssfeer die op grond van artikel 8, tweede lid, van het Europees verdrag inzake de rechten van de mens gerechtvaardigd is. De rechtvaardigingsgrond is met name te vinden in ‘bescherming van rechten [...] van anderen’ van dat lid. De inperking is, op zichzelf, erg beperkt en is proportioneel gegeven de reeds genoemde belangen. In verband met de aard van gerechtelijke instanties is het risico van misbruik van de bevoegdheid zeer gering. Bovendien wordt autorisatie door de Kamer van Koophandel in de praktijk gebonden aan een beperkt aantal contactpersonen per organisatie; de Kamer van Koophandel verstrekt de betreffende gegevens dus alleen aan die personen. Op grond van deze overwegingen is besloten de genoemde partijen op te nemen in de opsomming van artikel 51, eerste lid, van het Handelsregisterbesluit 2008.

Op grond van het (nieuwe) vierde lid van artikel 50 van de Handelsregisterwet 2007 wordt bij algemene maatregel van bestuur de betalingstermijn voor de inzage of verstrekking van gegevens uit het handelsregister vastgesteld. Het nieuwe artikel 4a van het Financieel besluit handelsregister voorziet daarin. Uitgangspunten bij dat artikel zijn dat de online verstrekking en inzage een onmiddellijke betaling vergt. Het zelfde geldt voor producten die aan de balie besteld worden. Voor overige producten, zoals op maat gemaakte gegevens en wijzigingsabonnementen wordt de betalingstermijn vastgesteld op vier weken. Het gaat bijvoorbeeld om telefonisch gevraagde uittreksels die per post worden gezonden.

Administratieve lasten en vaste verandermomenten

Indien een ondernemer de naam van zijn berichtenbox wil laten inschrijven, kost dat slechts enkele minuten. Het gaat hier om het versturen van een zeer eenvoudige schriftelijke aanvraag. Bij een geschatte tijd van 10 minuten voor een aanmelding, en een uurtarief van € 37,–, komt dit uit op € 6,17 per bedrijf. De inschrijving van de naam van de berichtenbox is niet verplicht. Het is niet precies bekend hoeveel bedrijven jaarlijks van deze mogelijkheid gebruik zullen maken. Voor deze berekening is er van uitgegaan dat dit er jaarlijks ongeveer 70.000 zullen zijn. De jaarlijkse administratieve lasten bedragen hiermee ongeveer € 400.000.

De wijzigingen van artikel I, onderdeel C, brengen een geringe administratieve lastenverlichting met zich mee. Jaarlijks geeft ongeveer 10% van de 55.000 BV’s met verschillende soorten aandelen een mutatie op van de aandelenverdeling. De lastenverlichting die gepaard gaat met het vervallen, wordt geschat op 10 minuten maal een uurtarief van € 37,– maal 5.500 mutaties is € 34.000,–. BV’s met niet volgestorte aandelen vormt 1 promille van de totale populatie aan BV’s (800.000). Ongeveer 10 procent van BV’s met niet-volgestorte aandelen (800 in totaal) per jaar heeft een mutatie (80 mutaties maal 10 minuten maal € 37,– per uur). De lastenverlichting van het niet langer opgeven van die mutaties komt daarvoor op ongeveer € 5000,–. De overige wijzigingen hebben geen effect voor de administratieve lasten.

Deze wijziging wijkt af voor wat betreft de publicatietermijn en de datum van inwerkingtreding van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten voor artikel I, onderdeel D, en artikel II. Het kabinetsbeleid staat deze uitzondering toe op grond van de onevenredige benadeling van de genoemde partijen in onderdeel c (uitzonderingsgrond II). Daarnaast vergen de artikelen I, onderdelen A en B, en II een snelle inwerkingtreding onder de uitzonderingsgrond van reparatieregelgeving. Voor artikel I, onderdelen A en B, geldt dat de inwerkingtreding gecoördineerd moet worden met het oog op de ICT-aanpassingen en de noodzakelijke aanpassingen bij enkele gebruikers. Vandaar dat de inwerkingtreding op een concrete datum plaatsvindt. De wettelijke basis voor artikel II van dit besluit is in werking getreden per 9 februari 2012 en schrijft de invulling ervan bij algemene maatregel van bestuur voor. Een inwerkingtreding per 1 januari 2013 zou betekenen dat een lacune onnodig lang blijft bestaan met onevenredige nadelen voor de kamer van koophandel. Het betreft voor deze aspecten dus uitzonderingsgrond II onder het kabinetsbeleid.

Artikelen

Artikel I
Onderdelen A en B
Grondslag artikel 51 Handelsregisterwet 2007

In artikel 51 van de Handelsregisterwet 2007 wordt een grondslag gegeven voor een algemene maatregel van bestuur waarin onderwerpen geregeld of nader geregeld kunnen worden. De grondslag kent de beperking dat het moet gaan om de goede uitvoering van de wet of een bindend besluit van een Europese instelling. Van deze grondslag is gebruik gemaakt voor het in het register opnemen van de berichtenboxnaam van ondernemingen en rechtspersonen. Onder ‘de wet’, bedoeld in artikel 51, hoeft niet enkel de Handelsregisterwet 2007 te worden verstaan. In dit geval wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid die artikel 51 biedt ter uitvoering van de Dienstenwet en de Dienstenrichtlijn.

De belangrijkste verbetering die dit besluit teweeg brengt is dat de betrouwbaarheid van de berichtgeving via de berichtenbox omhoog gaat, Gezien de zwaarte van de controle bij de inschrijving van een functionaris in het handelsregister en de daaropvolgende opgave van de berichtenboxnaam is er veel meer zekerheid over de combinatie bedrijf – berichtenbox en dat de berichtenbox voor dit bedrijf het digitale kanaal met de overheid is.

Op dit moment kan de gebruiker bij de aanmaak van een berichtenbox kiezen tussen 2 procedures. Indien hij kiest voor de eigen gebruikersnaam-wachtwoord van Antwoord voor bedrijven, wordt bij deze procedure alleen gecontroleerd of de gebruiker daadwerkelijk de beschikking heeft over het door hem opgegeven telefoonnummer en e-mailadres. Daarom is onbekend welke persoon een bepaalde login-naam gebruikt en is er geen identificatie van de berichtenboxgebruiker mogelijk. Dit is een gebrek waardoor de betrouwbaarheid van de berichtenbox op een lager niveau blijft hangen. Overigens, indien de gebruiker de berichtenbox aanmaakt met een eHerkenningsmiddel, dat ten minste niveau 2 moet zijn, dan is er wel meer zekerheid. Maar ook die zekerheid is ook met niveau 2 nog steeds beperkt en niet voldoende voor identificatie.

Door de berichtenboxnaam in het handelsregister op te nemen, gaat het niveau van betrouwbaarheid van de berichtgeving via de berichtenbox omhoog. Door de relatie te leggen tussen de in het handelsregister ingeschreven onderneming en de berichtenboxnaam is de onderneming ook elektronisch geïdentificeerd wanneer gebruik wordt gemaakt van de berichtenbox. Deze relatie heeft bovendien een hoge mate van betrouwbaarheid, omdat de identiteit van de persoon die de opgave tot inschrijving in het handelsregister doet altijd door de kamer van koophandel wordt gecontroleerd. Ook wordt de juistheid van de opgave gecontroleerd; in dit geval houdt dat in dat bij de opgave op enige manier gebruik gemaakt wordt van de berichtenbox, die ingeschreven moet worden. Dat kan door na de opgave (in persoon of per post) een bevestiging te sturen via de berichtenbox. Op die manier is de berichtenboxnaam met grote mate van zekerheid juist ingeschreven.

Een tweede verbetering is de volgende. De Dienstenwet (artikel 5, eerste lid, onderdeel a, onder 2°, artikel 13, eerste lid, en artikel 14, eerste lid, onderdeel b) schrijft voor dat communicatie tussen de overheid en een dienstverrichter elektronisch moet kunnen plaatsvinden via het centraal loket met de achterliggende bevoegde instanties. Zonder opname van de berichtenboxnaam kan dat alleen via de berichtenbox indien de ondernemer – dus niet de overheid – de betreffende communicatie initieert. De overheid heeft – zonder inschrijving van het berichtenboxadres in het handelsregister – immers niet de beschikking over het berichtenboxadres. Andere methoden, zoals e-mail, zijn onvoldoende betrouwbaar en lijden aan nog grotere betrouwbaarheidsgebreken. In het handelsregister wordt weliswaar een e-mailadres opgenomen, maar dat kan bijvoorbeeld info@bedrijfsnaamX.nl zijn. Dat adres voldoet waarschijnlijk niet aan de eis dat het bedrijf heeft aangegeven dat het daarop voldoende bereikbaar is (artikel 2:14, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)).

Door opgave van de berichtenboxnaam van een onderneming in het handelsregister geeft de ondernemer aan dat zijn onderneming voldoende bereikbaar is – in de zin van de vereisten van artikel 2:14, eerste lid, van de Awb, via de opgenomen berichtenboxnaam. De overheid kan de onderneming (of rechtspersoon) dus – naast de reeds bestaande andere methoden – op deze elektronische manier bereiken. Opgave van de berichtenboxnaam kan alleen dan geschieden, indien de ondernemer via dat medium voldoende bereikbaar is. Bij de opgave van de berichtenboxnaam zal dat onder de aandacht worden gebracht. Zodoende kan een bestuursorgaan, indien een berichtenboxnaam is opgegeven, ervan uitgaan dat de communicatie via de berichtenbox kan plaatsvinden.

Deze aanpassing geeft ook op die grond de mogelijkheid voor een betere uitvoering van de verplichtingen onder de Dienstenrichtlijn en de Dienstenwet.

Onderdeel C

Twee voorstellen van wet van de Minister van Veiligheid en Justitie nopen tot aanpassing van het Handelsregisterbesluit 2008. Het betreft het bij koninklijke boodschap van 31 mei 2007 ingediende

voorstel van wet tot aanpassing van het recht van besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid (Kamerstukken II 2006/07, 31 058, nr. 2) (hierna Wetsvoorstel Flex-BV) en het bij Koninklijke boodschap van 6 november 2008 ingediende voorstel van wet houdende Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de aanpassing van regels over bestuur en toezicht in naamloze en besloten vennootschappen (Kamerstukken II, 2008/09, 31 763, nr. 2) (hierna: Wetsvoorstel monistisch bestuur).

In het wetsvoorstel Flex-BV wordt het bestaande systeem van kapitaalbescherming met een verplicht minimumkapitaal vervangen door een meer economisch getint systeem. In dat systeem wordt aan de oprichters en de aandeelhouders van een besloten vennootschap de vrijheid gelaten om de omvang en samenstelling van het vermogen van de vennootschap te bepalen. Het kapitaal mag in het nieuwe systeem bij oprichting dus ook zeer gering zijn (bijvoorbeeld € 1). Ook de verplichting om een maatschappelijk kapitaal op te nemen in de statuten komt te vervallen. Crediteuren worden in dit systeem beschermd door de met aansprakelijkheid gesanctioneerde uitkeringstest. Nu crediteuren niet langer bescherming kunnen ontlenen aan het kapitaal, is er geen reden meer om voor te schrijven dat informatie over het maatschappelijk kapitaal en over houders van niet-volgestorte aandelen in het handelsregister moet worden opgenomen. Daarom worden de onderdelen c en d van artikel 22 van het Handelsregisterbesluit 2008 gewijzigd, zodat deze niet langer volledig van toepassing zijn voor besloten vennootschappen. Aandeelhouders kunnen de informatie omtrent het kapitaal ontlenen aan het (interne) aandeelhoudersregister of de statuten van de vennootschap. Kiest een besloten vennootschap voor een vrijwillig maatschappelijk kapitaal – een mogelijkheid die het wetsvoorstel Flex-BV openlaat – dan moet dat blijken uit de statuten. De verplichting om de informatie omtrent het maatschappelijk kapitaal en de houders van niet volgestorte aandelen op te geven, blijft evenwel ongewijzigd voor naamloze vennootschappen, Europese Naamloze vennootschappen en Europese coöperatieve vennootschappen. Met het oog daarop worden in het derde lid (nieuw) deze gegevens opnieuw genoemd.

De eerste vennootschapsrichtlijn (Richtlijn nr 68/151/EEG van de Raad strekkende tot het coördineren van de waarborgen, welke in de Lid-Staten worden verlangd van vennootschappen in de zin van de tweede alinea van artikel 58 van het Verdrag, om de belangen te beschermen zowel van de deelnemers in deze vennootschappen als van derden, zulks ten einde die waarborgen gelijkwaardig te maken (PbEG 1968 L 65), zoals gewijzigd bij Richtlijn nr. 2003/58 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2003 tot wijziging van Richtlijn 68/151/EEG van de Raad met betrekking tot de openbaarmakingsvereisten voor bepaalde soorten ondernemingen (PbEG 2003, L 221), schrijft voor in artikel 2, eerste lid, onderdeel e, dat, indien een besloten vennootschap een maatschappelijk kapitaal in de oprichtingsakte of statuten heeft opgenomen, deze het geplaatste kapitaal en het gestorte deel ervan registreert in het handelsregister. Op dit moment hebben alle BV’s nog maatschappelijk kapitaal in de statuten vermeld staan. Omwille van die Europeesrechtelijke verplichting blijft de opgave van geplaatst kapitaal en het gestorte deel ervan dus nog nodig.

Op grond van het wetsvoorstel monistisch bestuur wordt het mogelijk dat bestuurders van vennootschappen een niet-uitvoerende rol krijgen. Dit onderscheid is mede van belang voor de aansprakelijkheid van bestuurders op grond van artikel 2:9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Het huidige artikel 22 van het Handelsregisterbesluit 2008 kende het verschil tussen uitvoerend en niet-uitvoerend bestuurder niet, waardoor het niet mogelijk was deze rol op te nemen in het handelsregister. Met deze wijziging wordt dat wel mogelijk.

Onderdeel D

Officieren van Justitie zijn krachtens artikel 28, derde lid, van de wet geautoriseerd tot het inzien van afgeschermde woonadressen. Dat geldt tot dusver niet voor gerechtelijke instanties terwijl ook die in de uitoefening van hun taak regelmatig behoefte hebben aan bedoelde bevoegdheid. Deze autorisatie van Officieren van Justitie werkt door in artikel 51, eerste en derde lid, van het Handelsregisterbesluit 2008, betreffende de inzage van afgeschermde woonadressen.

De gerechtelijke instanties krijgen op grond van de aanvulling van artikel 51, eerste en derde lid, van het Handelsregisterbesluit 2008, inzage in de voor derden afgeschermde woonadressen zoals die van bestuurders en andere functionarissen van rechtspersonen.

Artikel II
Onderdeel A

Op grond van artikelen 21 en 22 van de Handelsregisterwet wordt voor ‘ten kantore van het handelsregister’ gedeponeerde bescheiden inzage verleend of worden afschriften ervan verstrekt. De gedeponeerde bescheiden bestaan onder meer uit jaarrekeningen, algemene voorwaarden en statuten. Hoewel veel deponeringen worden gedaan op grond van andere regelgeving dan de handelsregisterregelgeving en strikt genomen ook niet worden ‘ingeschreven’ in het handelsregister, zijn ze wel degelijk vrijwel onlosmakelijk met de inschrijvingen in het handelsregister verbonden. Het Financieel besluit handelsregister wordt aangepast om dat te verduidelijken. Een inhoudelijke wijziging is niet beoogd.

Onderdeel B

Het nieuw in te voegen artikel 5 stelt de betalingstermijn vast voor de inzage en verstrekking van handelsregistergegevens Voor de volgende producten dient de vergoeding direct te worden voldaan:

  • aan de balie (ten kantore) inzien;

  • door middel van internet (www.kvk.nl/handelsregister) inzien;

  • telefonische inlichtingen (0900-1234567) en

  • voor het verstrekken van afschriften of uittreksels door middel van fotokopie, afdruk/print, online of toezending per e-mail.

Voor andere producten wordt een betalingstermijn van vier weken aangehouden. Dat zijn dan onder meer producten als gebruik van handelsregisterinformatie door gekoppelde systemen en op verzoek samengestelde adresbestanden of mutatieabonnementen.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,


X Noot
1

Zie Kamerstukken II, 2005/06, 30 656, nr. 3, blz. 48.

X Noot
2

Gewezen wordt op de artikelen 5, eerste lid, onderdeel a, onder 2°, artikel 13, eerste lid, en artikel 14, eerste lid, onderdeel b, van de Dienstenwet.

Naar boven