Conceptwetsvoorstel Jeugdwet. Advies Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming

Uitgebracht aan: de staatssecretaris van VWS en de minister van Veiligheid en Justitie

Datum: 25 oktober 2012

Samenvatting

Bij de voorgenomen Stelselwijziging Jeugdzorg worden verantwoordelijkheden voor jeugdzorg overgedragen van het Rijk en de provincies aan de gemeenten. In het wetsvoorstel waarover de Raad heeft geadviseerd worden de voorwaarden vastgelegd waaronder dit zou moeten gebeuren. In dit advies gaat de Raad in op de voorwaarden waaronder met name de gedwongen jeugdhulp (het wetsvoorstel spreekt van jeugdhulp en niet van jeugdzorg) wordt overgedragen. Het gaat dan om de jeugdbescherming, jeugdreclassering, jeugd-ggz en jeugd-LVB (voorzover vallend onder de gedwongen of onvrijwillige jeugdhulp).

De Raad is van mening dat het wetsvoorstel onvoldoende basis biedt om de gedwongen jeugdhulp op de vereiste zorgvuldige wijze te doen overgaan van het Rijk en de provincies naar de gemeenten.

Bij de uitvoering van gedwongen maatregelen zoals de jeugdbescherming dient de overheid ervoor te zorgen dat iedere jeugdige in Nederland de bescherming en hulp krijgt die nodig is. Deze verantwoordelijkheid vloeit ook voort uit internationale verdragen zoals het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind (IVRK) en het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). Te denken valt daarbij aan waarborgen voor proportionaliteit en subsidiariteit, de rechtsgelijkheid, verbod van willekeur, de rechtszekerheid en uniformiteit. De Raad vindt het wetsvoorstel op deze aspecten onvolledig en maakt zich daarover zorgen.

Concrete zorgpunten zijn voor de Raad:

  • het vooralsnog ontbreken van randvoorwaarden voor de jeugdbescherming

  • het (vooralsnog) ontbreken van de verbinding tussen gemeenten en de jeugd-ggz

  • het niet nader ingevuld zijn van certificeringseisen voor de onvrijwillige jeugdzorg

  • onduidelijkheid over hoe voorzieningen op elkaar aansluiten

  • onduidelijkheid over het verloop van het transitieproces en waar de regie hierbij ligt.

  • het feit dat invulling van het normenkader voor certificeringseisen voor instellingen nog moet plaatsvinden

De Raad beveelt vervolgens onder meer aan om:

  • bovenlokale samenwerking van gemeenten en regiovorming voor alle vormen van residentiële hulp en specialistische hulp voor jongeren met een licht verstandelijke beperking (LVB-jongeren) of voor jongeren met psychische problematiek verplicht te stellen.

  • de positie van landelijk werkende instellingen vast te leggen

  • de structuur van jeugdreclassering en jeugdbescherming nader in te vullen

  • procedurele waarborgen en bepalingen inzake het klachtrecht in het wetsvoorstel op te nemen

  • de bevoegdheid van het college van B en W ten aanzien van het verzoeken van een (verlenging van een) maatregel van gedwongen jeugdhulp, op te leggen door de rechter, meer af te stemmen op de eindverantwoordelijkheid van het college voor de (gedwongen) jeugdhulp

De Raad sluit dit advies af met een aantal aanbevelingen.

Het advies kan worden opgevraagd bij het secretariaat van de Raad

Postbus 30 137

2500 GC Den Haag

070 - 36 19 300,

www.rsj.nl

Naar boven