Advies Raad van State betreffende besluit van ... tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken in verband met de invoering van een landelijke voorziening WOZ

Nader Rapport

31 oktober 2012

Nr. DB/2012/387U

Directie Directe Belastingen

Aan de Koningin

Nader rapport inzake het ontwerpbesluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken in verband met de invoering van een landelijke voorziening WOZ

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 20 juli 2012, nr. 12.001732, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde ontwerpbesluit rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 5 oktober 2012, nr. W06.12.0287/III, bied ik U hierbij aan.

Aan het advies van de Afdeling om in de nota van toelichting de rol van de landelijke voorziening WOZ nader te verduidelijken is gehoor gegeven. Ook het ontwerpbesluit is in die zin verduidelijkt.

Ik moge U, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en in overeenstemming met Onze Minister van Infrastructuur en Milieu, hierbij het gewijzigde ontwerpbesluit en de gewijzigde nota van toelichting doen toekomen en U verzoeken overeenkomstig dit ontwerp te besluiten.

De Staatssecretaris van Financiën, F.H.H. Weekers.

Advies Raad van State

No. W06.12.0287/III

’s-Gravenhage, 5 oktober 2012

Aan de Koningin

Bij Kabinetsmissive van 20 juli 2012, no.12.001732, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Financiën, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken in verband met de invoering van een landelijke voorziening WOZ, met nota van toelichting.

Het ontwerpbesluit strekt ertoe regels te stellen met betrekking tot het beheer, de gegevenslevering en de kosten van de zogenoemde landelijke voorziening WOZ. De Afdeling advisering van de Raad van State onderschrijft de strekking van het ontwerpbesluit, maar maakt een opmerking met betrekking tot de delegatiegrondslag voor de gegevenslevering aan en door de landelijke voorziening WOZ.

In het gelijktijdig aan de Afdeling voorgelegde voorstel1 van wet tot wijziging van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ) wordt een landelijke voorziening voor de bij de gemeenten gehouden basisregistratie WOZ geïntroduceerd (hierna: LV WOZ)2. Het ligt in de bedoeling dat deze LV WOZ op 1 januari 2014 van start gaat.3 Om dit mogelijk te maken, zal de LV WOZ voor die datum gevuld moeten worden. Het onderhavige ontwerpbesluit strekt daar onder andere toe. Volgens de nota van toelichting op het ontwerpbesluit kunnen gemeenten in de overgangsperiode (1 januari 2013 tot de beoogde ingangsdatum 1 januari 2014) kiezen of zij de WOZ-gegevens rechtstreeks leveren aan de afnemer dan wel door tussenkomst van de LV WOZ.4

De Afdeling merkt over deze tussenkomst van de LV WOZ het volgende op.

Noch uit de tekst van het ontwerpbesluit5 noch uit de nota van toelichting komt duidelijk naar voren of de LV WOZ bij de tussenkomst slechts als intermediair fungeert (tussen de gemeente en de afnemer van de WOZ-gegevens), of dat sprake is van een zelfstandig optreden door de LV WOZ. Indien de LV WOZ slechts als intermediair fungeert, is het de gemeente die formeel (in overeenstemming met artikel 37b van de Wet WOZ) de WOZ-gegevens levert aan de afnemer. Indien de LV WOZ echter zelfstandig optreedt, levert de gemeente de WOZ-gegevens aan de LV WOZ en levert de LV WOZ die gegevens vervolgens aan de afnemer. Bij een zelfstandig optreden van de LV WOZ biedt het in de aanhef van het ontwerpbesluit genoemde artikel 39 van de Wet WOZ6, naar het de Afdeling voorkomt, geen toereikende delegatiegrondslag om in het ontwerpbesluit te bepalen dat WOZ-gegevens ook kunnen worden geleverd door een gemeente aan de LV WOZ en vervolgens door de LV WOZ aan de afnemers.

De Afdeling adviseert in de nota van toelichting op het vorenstaande in te gaan en zo nodig zorg te dragen voor een toereikende wettelijke delegatiegrondslag.

De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging in dezen een besluit te nemen, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

De Vice-President van de Raad van State, J.P.H. Donner.

Tekst zoals toegezonden aan de Raad van State: Besluit van ... tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken in verband met de invoering van een landelijke voorziening WOZ

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 16 juli 2012, nr. DB2012/269, gedaan mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en in overeenstemming met de Minister van Infrastructuur en Milieu;

Gelet op de artikelen 3 en 39 van de Wet waardering onroerende zaken;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van ......, nr. ...);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van ...... 2012, nr. ..., uitgebracht mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en in overeenstemming met de Minister van Infrastructuur en Milieu;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken wordt als volgt gewijzigd:

A. Aan artikel 1, tweede lid, worden, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd, luidende:

g. Dienst:

Dienst voor het kadaster en de openbare registers als genoemd in artikel 2 van de Organisatiewet Kadaster;

h. landelijke voorziening WOZ:

een geautomatiseerde voorziening die gehouden wordt door de Dienst, waarin de gegevens uit de door de gemeenten gehouden basisregistratie WOZ zijn opgenomen.

B. Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘artikel 12 van de wet’ vervangen door: artikel 26 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.

2. In het derde lid wordt ‘artikel 13 van de wet’ vervangen door: artikel 18 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.

C. Na artikel 5 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 6
  • 1. De kosten van de landelijke voorziening WOZ komen ten laste van de afnemers. Het Rijk betaalt 40 percent, de gemeenten 45 percent en de waterschappen 15 percent.

  • 2. De Waarderingskamer draagt zorg voor de verrekening van de vergoeding van de kosten van de landelijke voorziening WOZ door de afnemers met de Dienst.

  • 3. De begroting voor de kosten van de landelijke voorziening WOZ wordt uiterlijk vastgesteld door de Waarderingskamer op 30 november van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarop die kosten betrekking hebben.

  • 4. Het aandeel van de gemeenten in de kosten van de landelijke voorziening WOZ wordt overgeheveld met een structurele uitname uit het gemeentefonds.

  • 5. De waterschappen betalen aan het Rijk jaarlijks een vergoeding voor het aandeel van de waterschappen in de kosten van de landelijke voorziening WOZ. Het Rijk zorgt voor de betaling aan de Waarderingskamer. Artikel 2, vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing.

  • 6. Het Rijk voldoet zijn aandeel in de begrote kosten binnen vier weken na vaststelling van de begroting aan de Waarderingskamer.

  • 7. Na de goedkeuring door Onze Minister van de jaarrekening van de landelijke voorziening zoals opgemaakt door de Dienst, vindt de definitieve kostenverrekening plaats.

D. Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘aan de afnemers’ vervangen door ‘aan de afnemers of aan de Dienst ten behoeve van de opname in de landelijke voorziening WOZ’. Voorts worden een volzin toegevoegd, luidende: Met de levering van de in artikel 7 bedoelde gegevens aan de Dienst heeft het college van burgemeester en wethouders aan de leveringsplicht richting de afnemers voldaan.

2. In het tweede lid wordt ‘aan de afnemers’ vervangen door: aan de afnemers of aan de Dienst.

3. Het derde lid wordt vervangen door:

  • 3. Ingeval het college van burgemeester en wethouders de gegevens levert aan de afnemers, dan worden de afnemers binnen vier weken op de hoogte gebracht van feiten of omstandigheden met betrekking tot een beschikking, die voor de afnemers van belang zijn in het kader van de heffing en invordering van hun belastingen.

4. Ingeval het college van burgemeester en wethouders de gegevens levert aan de Dienst, dan wordt de Dienst onverwijld op de hoogte gebracht van feiten of omstandigheden met betrekking tot een beschikking, die voor de afnemers van belang zijn in het kader van de heffing en invordering van hun belastingen.

5. Bij levering door het college van burgemeester en wethouders van de gegevens aan de Dienst, draagt de Dienst zorg voor de levering van de gegevens, feiten en omstandigheden, bedoeld in dit artikel, aan de afnemers.

E. Artikel 9 komt te luiden:

Artikel 9

Voor het geval de levering van gegevens door het college van burgemeester en wethouders aan de afnemers plaatsvindt, wordt door Onze Minister in overleg met de Waarderingskamer een standaard-uitwisselingsformaat voor de levering van gegevens aan de afnemers vastgesteld. Voor het geval de levering van gegevens door het college van burgemeester en wethouders plaatsvindt aan de Dienst, worden de specificaties voor de aanlevering van gegevens door de Waarderingskamer vastgesteld in overleg met de afnemers en de Dienst en gepubliceerd door de Waarderingskamer.

F. Na artikel 9 wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

Hoofdstuk 3a. Beheer landelijke voorziening WOZ
Artikel 9a
  • 1. De Dienst beheert de landelijke voorziening WOZ in overleg met de afnemers.

  • 2. Het overleg met de afnemers vindt plaats in de Waarderingskamer.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Financiën,

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

In het voorstel van wet tot wijziging van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ) in verband met een verruiming van de openbaarheid van de WOZ-waarde en enkele technische aanpassingen7, wordt een landelijke voorziening voor de bij de gemeenten gehouden basisregistratie WOZ geïntroduceerd (hierna: landelijke voorziening WOZ), die met ingang van 1 januari 2014 van start moet gaan. In deze landelijke voorziening WOZ worden de gegevens uit de door de gemeenten gehouden basisregistratie WOZ opgenomen. De landelijke voorziening WOZ neemt de verstrekking van deze gegevens aan de afnemers over van de gemeenten. Wil de landelijke voorziening WOZ met ingang van 1 januari 2014 daadwerkelijk van start kunnen gaan, dan zal zij voor die datum gevuld moeten worden.

Voorafgaand aan de leveringen door de gemeenten aan de landelijke voorziening WOZ moet een en ander geregeld worden ten aanzien van het beheer, de gegevenslevering en de kosten. In dat kader wordt het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken gewijzigd. Voor een deel betreft dit overgangsregelingen. Zodra het hiervoor genoemde voorstel van wet tot wet wordt verheven en alle gemeenten de levering van de WOZ-gegevens aan de afnemers door tussenkomst van de landelijke voorziening WOZ hebben gerealiseerd, zal dit uitvoeringsbesluit daarom weer aanpassing behoeven.

De onderhavige wijziging wordt voorgesteld mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en vindt plaats in overeenstemming met de Minister van Infrastructuur en Milieu, omdat de Dienst voor het kadaster en de openbare registers (hierna: de Dienst) onder diens verantwoordelijkheid valt.

De landelijke voorziening WOZ
Beheer

Met het (gaan) realiseren van de landelijke voorziening WOZ maakt het kabinet het concept van de basisregistraties op het terrein van de WOZ volledig. Immers, de tot dusver bij de gemeenten ondergebrachte basisregistratie WOZ wordt op landelijk niveau bijeengebracht en daar voor de afnemers ontsloten. Dat betekent een belangrijke vereenvoudiging voor de afnemers.

De Dienst wordt aangewezen als beheerder van de landelijke voorziening WOZ. De Dienst wordt dus verantwoordelijk voor een goed functionerende landelijke voorziening WOZ. Hier vallen bijvoorbeeld de technische voorzieningen onder, zoals de toegang van afnemers tot gegevens en de beveiliging. Omtrent alle aangelegenheden betreffende het beheer en de werking van de landelijke voorziening WOZ zal de Dienst regelmatig overleg voeren met een representatieve vertegenwoordiging van het Ministerie van Financiën, de colleges van burgemeester en wethouders als bronhouders van de basisregistratie WOZ en de afnemers. In de Waarderingskamer zijn alle genoemde partijen vertegenwoordigd en deze partijen zullen het overleg voeren met de Dienst in de Waarderingskamer. In dit Uitvoeringsbesluit wordt geregeld dat de Dienst de landelijke voorziening WOZ beheert in overleg met de afnemers en dat het hiervoor genoemde overleg plaatsvindt in de Waarderingskamer.

Kosten

Bij de kosten die samenhangen met de landelijke voorziening WOZ moet onderscheid gemaakt worden tussen de kosten voor het ontwikkelen (ontwikkelingskosten) en het in de lucht houden van de landelijke voorziening WOZ (exploitatie en beheer). Binnen het stelsel van basisregistraties draagt het ministerie dat verantwoordelijk is voor de basisregistratie de kosten van de ontwikkeling. Gezien de verantwoordelijkheid van de Minister van Financiën voor de Wet WOZ zullen de kosten van de ontwikkeling van de landelijke voorziening WOZ gedragen worden door het Ministerie van Financiën. De kosten voor de ontwikkeling zijn geraamd op eenmalig circa € 2 mln. Wat betreft het beheer van de landelijke voorziening WOZ ligt dit anders. De realisatie van een landelijke voorziening WOZ zal namelijk voor de afnemers van de WOZ-waarde een verbetering van het WOZ-proces betekenen. Daarom is door de betrokken partijen afgesproken de kosten van de exploitatie en het beheer van de landelijke voorziening WOZ te verdelen over de belangrijkste overheidsgebruikers conform de reguliere WOZ-verdeelsleutel die geldt voor de kosten van de waardering (gemeenten 45 percent, Rijk 40 percent en waterschappen 15 percent). De kosten voor de exploitatie en het beheer zullen jaarlijks worden vastgesteld. Ingevolge het onderhavige wijzigingsbesluit wordt de verdeling van de kosten van de landelijke voorziening WOZ vastgelegd in het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken. Daarnaast wordt in het laatstgenoemde besluit ook de wijze waarop de betaling plaatsvindt aan de Dienst geregeld. De Waarderingskamer gaat zorg dragen voor de vergoeding van de kosten voor de landelijke voorziening WOZ aan de Dienst. Zodra uiterlijk op 30 november van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarop die kosten betrekking hebben de begroting voor de exploitatiekosten van de landelijke voorziening WOZ is vastgesteld, zal het aandeel van de afnemers in de kosten binnen vier weken aan de Waarderingskamer worden overgemaakt. Voor de betalingswijze is aangesloten bij hetgeen al in het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken geregeld is ten aanzien van de kosten van de waardering. Dat betekent dat de waterschappen jaarlijks aan het Rijk een vergoeding betalen en het Rijk zorg draagt voor de betaling aan de Waarderingskamer. De bijdrage van de gemeenten vindt plaats door een structurele overheveling uit het Gemeentefonds.

Gegevenslevering

In het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken is geregeld dat de colleges van burgemeester en wethouders de gegevens die zij registreren over de onroerende zaken in hun gemeenten, leveren aan de afnemers. Deze gegevenslevering gaat in 2014 lopen via de landelijke voorziening WOZ. De specificaties voor de levering van gegevens worden dan in overleg met de afnemers en de Dienst door de Waarderingskamer vastgesteld en gepubliceerd. Zoals hiervoor is aangegeven zal voorafgaande aan 2014 reeds worden begonnen met het vullen van de landelijke voorziening WOZ. In de overgangsperiode kunnen gemeenten kiezen of zij de WOZ-gegevens, net als voorheen, rechtstreeks leveren aan de afnemers dan wel door tussenkomst van de landelijke voorziening WOZ.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A (artikel 1 van het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken)

Aan artikel 1 van het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken worden definities van de Dienst en de landelijke voorziening WOZ toegevoegd.

Artikel I, onderdeel B (artikel 5 van het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken)

In artikel 5 van het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken worden de verwijzingen naar de artikelen 12 en 13 van de Wet waardering onroerende zaken aangepast, omdat met ingang van 1 januari 2011 deze artikelen zijn vervallen8. Per deze datum is de Waarderingskamer onder de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen gebracht en zijn de artikelen uit die wet van toepassing.

Artikel I, onderdeel C (artikel 6 van het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken)

In artikel 6 van het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken wordt bepaald dat de kosten van de landelijke voorziening WOZ ten laste komen van de afnemers en wordt de verhouding bepaald waarin de afnemers bijdragen aan de landelijke voorziening WOZ. Tevens wordt onder meer geregeld hoe de bijdrage van de waterschappen wordt betaald, dat de bijdrage van de gemeenten met een structurele uitname wordt overgeheveld uit het gemeentefonds en dat de Waarderingskamer de bedragen van de afnemers voor de landelijke voorziening WOZ verzamelt en afdraagt aan de Dienst. Bij de verrekening, bedoeld in het zevende lid, vindt geen aanpassing meer plaats van de uitname uit het gemeentefonds. Door de gekozen systematiek voor de bijdrage van de gemeenten, namelijk het uitnemen uit het gemeentefonds, komt de verrekening van het deel van de gemeenten ten goede of ten laste van het rijk.

Artikel I, onderdeel D (artikel 8 van het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken)

In artikel 8 van het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken wordt geregeld dat de colleges van burgemeester en wethouders de in artikel 7 van dit besluit bedoelde gegevens in de overgangsperiode ook al aan de Dienst kunnen leveren ten behoeve van opname in de landelijke voorziening WOZ.

Gemeenten hebben gedurende de overgangsperiode de keus of zij nog op de traditionele wijze willen aanleveren aan de afnemers of dat zij dat doen via de landelijke voorziening WOZ. Indien het in het algemeen deel van deze nota van toelichting genoemde wetsvoorstel tot wijziging van de Wet WOZ tot wet wordt verheven, zullen zij ook wettelijk verplicht zijn de gegevens naar de Dienst te zenden ten behoeve van opname in de landelijke voorziening WOZ.

Het nieuwe derde lid van artikel 8 is inhoudelijk niet gewijzigd ten opzichte van het huidige derde lid van artikel 8. In het nieuwe vierde lid van artikel 8 is geregeld dat ingeval een college van burgemeester en wethouders de gegevens levert aan de Dienst, relevante feiten en omstandigheden onverwijld worden doorgegeven. In alle in dit artikel genoemde situaties dat wordt geleverd aan de Dienst, draagt deze de zorg voor de levering aan de afnemers (vijfde lid).

Artikel I, onderdeel E (artikel 9 van het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken)

In het nieuwe artikel 9 van het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken wordt – voor de overgangsperiode – geregeld dat indien levering van de gegevens plaatsvindt aan de Dienst de specificaties voor de levering van gegevens worden vastgesteld door de Waarderingskamer in overleg met de afnemers en de Dienst. De Waarderingskamer dient te zorgen voor de publicatie van deze specificaties in de Staatscourant. In het geval de levering van gegevens nog rechtstreeks aan de afnemers plaatsvindt, vindt die levering nog plaats door middel van een standaard-uitwisselingsformaat dat door Onze Minister in overleg met de Waarderingskamer wordt vastgesteld.

Artikel I, onderdeel F (hoofdstuk 3a van het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken)

In het nieuwe hoofdstuk 3a van het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken opgenomen artikel 9a wordt geregeld dat de Dienst de landelijke voorziening WOZ beheert in overleg met de afnemers, te weten de waterschappen, de gemeenten en de rijksbelastingdienst. De gemeenten zijn ook de bronhouders van de WOZ-gegevens. Omdat alle afnemers vertegenwoordigd zijn in de Waarderingskamer, vindt dit overleg in de Waarderingskamer plaats. Aangezien het overleg behalve op gegevensbeheer ook betrekking heeft op de financiële planning en verantwoording, is ervoor gekozen dit artikel op te nemen in een apart hoofdstuk.

Artikel II (inwerkingtreding)

De inwerkingtreding van dit besluit vindt plaats op 1 januari 2013.

De Staatssecretaris van Financiën,


X Noot
1

Zaaknummer W06.12.0276/III.

X Noot
2

Artikel I, onderdelen A (derde streepje) en artikel II van dat wetsvoorstel.

X Noot
3

Zie de toelichting op artikel III van dat wetsvoorstel.

X Noot
4

Zie de laatste volzin van het algemeen deel van de nota van toelichting op het ontwerpbesluit.

X Noot
5

In het bijzonder – in hun onderlinge samenhang bezien – de in artikel I, onderdeel D, eerste en derde lid, van het ontwerpbesluit opgenomen wijzigingen betreffende artikel 8, eerste respectievelijk vijfde lid (nieuw), van het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken.

X Noot
6

Artikel 39 van de Wet WOZ luidt ‘Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot [...] de wijze van verstrekking’.

X Noot
7

Vindplaats PM

X Noot
8

Stb. 2010, 873.

Naar boven