Ontwerpverordening arbeidsvoorwaarden personeel NIVRA 2013

De ledenvergadering van het Nederlands Instituut van Registeraccountants,

Gelet op artikel 7, tweede lid, van de Wet op de Registeraccountants;

stelt de volgende verordening vast:

HOOFDSTUK 1 BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

bestuur:

het bestuur van het NIVRA;

NIVRA:

het Nederlands Instituut van Registeraccountants, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet op de Registeraccountants;

personeel:

het personeel van het NIVRA;

werknemer:

de werknemer van het NIVRA.

HOOFDSTUK 2 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 2

Het bestuur verleent, voor zover dat zich verdraagt met afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht, voor de uitoefening van de bij of krachtens artikel 7, eerste en tweede lid, van de Wet op de Registeraccountants aan hem verstrekte bevoegdheden volmacht en machtiging aan de algemeen directeur.

Artikel 3

  • 1. De arbeidsvoorwaarden van het personeel worden door het bestuur vastgesteld. Het bestuur stelt in elk geval een pensioenregeling voor het personeel vast.

  • 2. De arbeidsvoorwaarden van het personeel worden gezamenlijk opgenomen in een personeelshandboek. Het personeelshandboek kan op elektronische wijze beschikbaar worden gesteld.

Artikel 4

Het bestuur treft regelingen voor bepaalde gevallen of groepen van gevallen waarmee tegemoet wordt gekomen aan de gevolgen van de invoering van deze verordening. Het bestuur regelt daarbij in elk geval:

  • a. de gevallen waarin het flexibel spaarpensioen, bedoeld in artikel 14 van de Verordening arbeidsvoorwaarden personeel NIVRA zoals deze luidde voor de inwerkingtreding van deze verordening wordt voorgezet;

  • b. de tegemoetkoming aan de werknemers die bij de inwerkingtreding van deze verordening worden ingedeeld in een salarisschaal welke een maximum salaris kent dat lager is dan het salaris dat de werknemer genoot voor de inwerkingtreding van deze verordening;

  • c. de gevallen waarin de toepassing van artikel 18, derde lid, van de Verordening arbeidsvoorwaarden personeel NIVRA zoals deze luidde voor de inwerkingtreding van deze verordening wordt voortgezet.

Artikel 5

Het bestuur is bevoegd voor bepaalde gevallen of groepen van gevallen tegemoet te komen aan onbillijkheden van overwegende aard welke zich als gevolg van de invoering van deze verordening mochten voordoen.

HOOFDSTUK 3 SLOTBEPALINGEN

Artikel 6

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2013.

  • 2. De Verordening arbeidsvoorwaarden personeel NIVRA wordt ingetrokken.

Artikel 7

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de arbeidsvoorwaarden personeel NIVRA 2013.

TOELICHTING

Algemeen

In het fusievoorstel is opgenomen dat er een geheel nieuw pakket aan primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden wordt ontwikkeld. Omdat zowel de huidige wet als de nieuwe wet eist dat de arbeidsvoorwaarden worden gegrondvest op een verordening, leidt de harmonisering van de arbeidsvoorwaarden tot de noodzaak om de desbetreffende verordeningen van het NIVRA en de NOvAA eveneens te harmoniseren. Voorgesteld wordt om de desbetreffende verordeningen op 1 januari 2013 in te laten gaan, ook als de Wet op het accountantsberoep op een ander tijdstip in werking treedt.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Dit artikel bevat de definitie van de gebruikte begrippen.

Artikel 2

In dit artikel wordt vastgelegd dat het bestuur voor de bevoegdheden die hij bij of krachtens artikel 7, eerste en tweede lid, van de Wet op de Registeraccountants heeft, volmacht en machtiging verleent aan de algemeen directeur van het NIVRA.

Deze bepaling heeft in de eerste plaats tot gevolg dat het bestuur aan de algemeen directeur volmacht en machtiging verleent om namens het bestuur het personeel van het NIVRA in dienst te nemen.

In de tweede plaats heeft deze bepaling tot gevolg dat het bestuur voor zijn bevoegdheid om de arbeidsvoorwaarden van het personeel van het NIVRA vast te stellen (zie hierna artikel 3), volmacht en machtiging verleent aan de algemeen directeur. Nu in de wet is bepaald dat indienstneming geschiedt op een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht, dienen vanzelfsprekend alle wettelijke arbeidsrechtelijke bepalingen in acht te worden genomen, waaronder die van de Wet op de Ondernemingsraden.

Artikel 3

Met dit artikel wordt de vaststelling van de arbeidsvoorwaarden door de ledenvergadering opgedragen aan het bestuur, welke op zijn beurt voor de vaststelling een volmacht verleent aan de directie. Dit artikel draagt het bestuur op om in elk geval een pensioenregeling voor het personeel vast te stellen.

Verder is in het tweede lid van dit artikel bepaald dat alle arbeidsvoorwaarden in een personeelshandboek worden vastgelegd. Deze bepaling is opgenomen uit het oogpunt van toegankelijkheid van het gehele arbeidsvoorwaardenpakket.

Artikel 4

Dit artikel legt een grondslag voor de vaststelling van regelingen die tegemoet moeten komen aan de gevolgen van de overgang van het oude pakket arbeidsvoorwaarden naar het nieuwe pakket arbeidsvoorwaarden. Enkele onderwerpen worden daarbij in het bijzonder genoemd. De genoemde onderwerpen zijn echter niet limitatief.

Artikel 5

Dit artikel bevat een hardheidsclausule voor de individuele gevallen waarin ondanks de overgangsregelingen de invoering van het nieuwe pakket arbeidsvoorwaarden toch tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 6

Dit artikel bevat de inwerkingtredingsbepaling en de citeertitel.

Artikel 7

Met dit artikel wordt de oude verordening met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden ingetrokken.

Naar boven